DISCO ELYSIUM

progress lost

29/01/2024
Progress Lost (© Dennis Van Der Kuylen | dwars)
Bron/externe fotograaf

Dennis Van Der Kuylen


Het moet gezegd worden: de meeste games hebben een zwakzinnig plot. Een boze macht spant zich de bretellen aan om de wereld eens goed te gaan vernietigen, waarna de archetypische held met enige inspanning het kwaad overwint. Enkel wat humor maakt het aanschouwen van onze immer succesvolle superhelden wat draaglijk, maar laat goed gebalanceerde en smaakvol gebrachte humor nu net het moeilijkste zijn om in een game te verwerken. In het beste geval blijken goed en kwaad in games toch wat meer ambivalent te zijn dan onze kleine hersenen spontaan bedacht hebben, maar veel stelt het tegenwoordig allemaal niet voor. In boeken is er middels inwendige monoloog nog wat plaats voor persoonlijke groei van het hoofdpersonage, maar de meeste games beperken zich tot de banale dichotomie tussen licht en duisternis en daar moet de speler het dan maar mee stellen. 

Niets van dat alles echter in Disco Elysium, alwaar het hoofdpersonage met een knoert van een kater en zowat totaal geheugenverlies (dat is – toegegeven – een knoert van een cliché) ontwaakt in een hotelkamer waarvan het meubilair vakkundig gesloopt werd. Al snel blijkt dat deze zielige sukkel zich wekenlang vol overtuiging heeft overgegeven aan de consumptie van alcohol en amfetamines. Bij zijn noodlottig ontwaken ontsnapt hem zelfs zijn eigen naam en wat hem op deze plaats heeft gebracht en eerste persoon die hij ontmoet is een licht getraumatiseerde vrouw die de naastgelegen hotelkamer bewoont en die na enig aandringen het ene gênante verhaal na het andere vertelt. Zij beschrijft het soort van vervelende gedrag waar alleen echt zatte mensen toe in staat zijn, wanneer die tot het uiterste gemotiveerd zijn om iedereen rondom hen op de kast te jagen. Wie wat vertrouwd is met het studentenleven kent ongetwijfeld dit gevoel en weet dat naast hoofdpijn en misselijkheid ook onherstelbare schaamte tot de kernsymptomen van een echte kater behoort. 

Het zou crimineel zijn om teveel van het volledig van de pot gerukte plot van Disco Elysium uit de doeken te doen, maar het unieke van dit merkwaardige spel is dat het alle kanten kan uitgaan. Een poging om wat rede en evenwicht te brengen in het leven van onze zatte kloot is niet bij voorbaat tot mislukken gedoemd, terwijl ook het rücksichtslos omhelzen van de krankzinnigheid tot de mogelijkheden behoort. Zelfs de aanleiding voor zijn dwaas gedrag zit ergens in het spel verscholen en kan desgewenst helemaal uitgespit worden. Welke strategie ik ook probeerde, het spelen van Disco Elysium voelde aan als een nekslag met een natte dweil of – voor wie zich daar niets bij kan voorstellen – als een voortdurend mislukkende poging om niet weg te glijden op een modderige helling.

Daarbij helpt het niet dat het mislukt nietzscheaans ideaal dat moet doorgaan voor het hoofdpersonage constant wordt afgeblaft en gekleineerd door alle soorten van onderbewustzijn die Freud in zijn beste jaren heeft bedacht. Dat komt soms wat belerend over, maar voegt wel veel toe aan de van alle menselijkheid verstoken wereld van Disco-Elysium en het wanhopig spartelen van een zielige zatlap daarin. De literaire techniek van de  alwetende verteller komt wel vaker voor in een computergame (Stanley Parable roept een stem in mijn hoofd), maar innerlijke dialoog (stream of consciousness in het schoon Engels) lijkt nog niet eerder op het genre toegepast.

Ook de maatschappijkritiek in dit spel graaft dieper dan de oppervlakkigheid die eigen is aan het medium. Frenologie, een gefaalde socialistische utopie, een gestoorde koning en een cynische kapitalistische mega-corporatie passeren de revue. En passant worden ook vakbonden nog weggezet als crypto-maffia en het geheel wordt afgekruid met theorieën over raszuiverheid en de verdiensten van het kolonialisme. Zowat iedereen in deze verzopen wereld is ofwel racistisch ofwel dood vanbinnen. Daarbovenop kunnen nog talloze idiote gedachten en vrijwel nutteloze vaardigheden worden vrijgespeeld of waardeloze kledingstukken worden verzameld, maar omdat het perfect mogelijk is om enkel door te falen het einde van het spel te halen is eigenlijk niets daarvan noodzakelijk. 

Het geheel is bovendien volledig ingesproken in een uitermate sappige fusie van ondermeer Franse, Engelse en zelfs Nederlandse termen en eigennamen. Dat maakt van Disco Elysium spel dat erg intelligent aanvoelt. Als een soort van verderzetting hiervan in de echte wereld doen er inmiddels allerhande filosofische theorieën de ronde over de werkelijke betekenis van dit spel. De meeste hiervan falen op het simpele feit dat dit spel geen theorie is, maar praktijk. Het is in de eerste plaats een portret van een mens die naar keuze ongelooflijk feilbaar of simpelweg boosaardig is zonder dat er daar veel excuses voor te vinden zijn. Ecce Homo dus – ziedaar een mens– bespot en vernederd en zonder enige twijfel op het laagste punt in zijn leven. Dat is de mens als een fascinerende mislukking, in zijn meest kwetsbare vorm, maar ook in zijn meest pure een waarachtige gedaante. 

Wie thuis nog een bijbel heeft liggen mag er gerust Johannes 19,5 bijhalen voor de oorsprong van het begrip Ecce Homo (of desgewenst afbeeldingen van Christus op de koude steen googelen), maar eigenlijk is eerder het laatste werk van Friedrich Nietzsche met dezelfde titel hier van toepassing. Daarin wordt elke filosofische zelfverheerlijking te kakken gezet en blijft alleen het bacchanaal ter ere van Dionysus overeind. De ultieme zuippartij waarin een mens zich even totaal laat gaan en dus even totaal zichzelf is.

Disco Elysium schetst een mens die zichzelf tegelijk totaal realiseert en bitter feestend verzuipt in golven van absurditeit. Weg is het vrijspelen van nuttige vaardigheden, weg is vooruitgangsgeloof en weg is de christelijke moraal die westerse gamers spontaan op alles projecteren en die onze superhelden zo kneuterig gestalte geven. Enkel de trouwe partner van de belachelijke superheld, Kim Kitsuragi staat voor deze vergeten waarden, maar wie ook daar geen zak om geeft kan als speler ook deze rustige vastheid van zich laten vervreemden. Het enige wat na het ontwaken dan nog overeind blijft, is wat gekozen wordt in een ultieme daad van vrije wil; dat terwijl talloze inwendige stemmen zelfs deze laatste illusie belachelijk maken. Die zelfrealisatie kan eventueel de vorm aannemen van het verlangen om niet bestaande dieren te ontdekken (crypto-zoölogie), een melancholisch lied te zingen over de allerkleinste kerk of een discotheek te bouwen rond een punt in het universum waar geen geluid bestaat. Voor wie dat wenst kunnen het metaforen zijn voor het leven zelf, de rest moet zelf maar beslissen wat ermee aan te vangen. 

Rest mij enkel het besluit dat de wereld aan gene zijde van goed en kwaad fascinerend is, maar er ook behoorlijk ranzig uitziet. De neothomist in mij knelt na het spelen van dit spel zijn vuist alvast nog wat strakker om het beproefde moreel kompas - twintig eeuwen omkering van waarden - in het besef dat in de woesternij van het zelf geen echte vrijheid te vinden is.

Tot op vandaag wordt het klassieke adventure Blade Runner door veel gamers geciteerd als het iconische voorbeeld van een persoon die zichzelf tegenkomt in een dystopische wereld. Ook in Planescape Torment wordt de archetypische held tot menselijke proporties gereduceerd, eveneens versterkt door een omgeving die volstrekt onverschillig blijft bij alle vormen van heldhaftigheid. Disco Elysium verzet de bakens van dit schier onvatbare genre, voegt nog wat donkere humor toe en toont verder dat computergames met reuzestappen op weg zijn naar volwassenheid.