de vraag van Bilquin

kunst op de campus

12/06/2023

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.

In de gang op het gelijkvloers richting de gebouwen US, U en X op campus Groenenborger hangt aan een groene muur een naamloos schilderij. In de linkeronderhoek staat ‘JBilquin’ gekribbeld. Iets aan het schilderij vereist meer tijd dan ik er nu, in deze examenperiode, werkelijk aan kan geven, maar ik sta stil. Toch. Op het eerste gezicht lijkt het op niet veel: kronkels en strepen en wat gure kleuren, als een stormige hemel die maar geen vorm krijgt. Langzaamaan denk ik lichte ledematen in de penseelstreken te herkennen. Een omhelzing misschien, maar tegelijkertijd torent de ene figuur haast dreigend boven de andere uit. En wat is dat rode oog? Razernij of geschrei? Of is het slechts één persoon, verscheurd door het eigen tooncontrast? 

Jean Bilquin was een Gentse kunstenaar. Zijn opleiding tot graficus keert keer op keer terug in zijn oeuvre: sprekende lijnen en suggesties bouwen zijn werken op tot duizelingwekkende verzamelingen van insinuaties. Bilquins kunst heeft iets nomadisch. Zijn werken zijn rusteloos en ze brengen de kijker evenmin tot rust, maar willen juist steeds verder op reis, willen steeds verder van huis. Die tocht is emotioneel. Het wordt voortgedreven door inhoudelijke en vormelijke tegenstellingen en toch voert de emotie steeds de boventoon. Motieven uit de Griekse mythologie, zoals allusies naar Orpheus en Sisyphus, of uit de menselijke interactie, zoals fysieke aanrakingen en de band tussen moeder en kind, stuwen Bilquins werken van een expressieve wirwar naar een tere overdracht van kwetsbaarheid. 

Ook in het naamloze schilderij komt dat naar voren. Wat Bilquin voelde bij de creatie van dit werk, is misschien niet te achterhalen, maar wat ik voel, in deze schoenen van lood nu ik hier zo sta, immer geraakt door een moeilijk doordringbaar kunstwerk, loodst me doorheen de raadselachtigheid van abstractie. Het doek lijkt een brugfunctie over te nemen in mijn blik: penseelstreken vangen wat ik niet onder woorden kan brengen. In al mijn betweterigheid wil ik elk kunstwerk uitleggen, elke ongeïnteresseerde voorbijganger vastklampen en exact doceren waarom ze zouden moeten stilstaan bij de rist aan abstracte en expressieve werken in de campushallen, maar ik merk dat ik geen zangerige verklaring heb. Alleen een stilstand. En de vraag naar wat een ander erin ziet. De wijsneus in mij zegt me dat dat meer over kunst zegt dan een uitleg van Bilquin had gedaan.