de stad der dingen

blikopener

25/10/2018
🖋: 

Het oude tolhuis in het schipperskwartier van Antwerpen is sinds kort herdoopt tot 'The Beacon'. Hier werken onderzoekers van Universiteit Antwerpen zij aan zij met mensen uit de bedrijfswereld en ambtenaren van het stadsbestuur. Wat deze mensen samenbrengt is een onderzoeksproject naar slimme steden: 'City of Things'.

Een stad wordt 'slimme stad' genoemd als ze is uitgerust met een netwerk van sensoren, waarmee je in detail kan volgen wat er gebeurt in de omgeving. City of Things is een project dat van Antwerpen zo'n slimme stad maakt, om dan onderzoek te doen naar lucht- en waterkwaliteit, verkeer en mobiliteit. Ook het netwerk zelf, dat de sensoren verbindt, wordt nog onderzocht om het bijvoorbeeld energiezuiniger te maken. We spraken met Bart Braem, onderzoeker met een achtergrond in telecommunicatie die dit project mee in goede banen leidt.

samenwerking is de sleutel

"Er zijn een hoop projecten die gebruik maken van de slimmestadsinfrastructuur. Zo onderzoekt de groep van Ronny Blust bij het departement Biologie de waterkwaliteit. Bij veel regenval kan afvalwater uit riolen weggespoeld worden en in onze waterwegen terechtkomen. Zo kan de waterkwaliteit verslechteren. De vraag is: hoeveel slechter? Wat heeft dat te maken met een slimme stad? Wel, in een slimme stad kan je dat soort dingen permanent meten. De oude aanpak houdt in dat er elke dag iemand langsgaat en dan een staaltje neemt. Met de technologie van slimme steden wordt dit continu gemonitord."

Een ander onderzoek binnen City of Things is dat van het team van bio-ingenieurswetenschappers van Roeland Samson naar de luchtkwaliteit in Antwerpen. Door voortdurend op veel plaatsen te meten proberen zij een scherp beeld te vormen van de lucht die wij inademen en hoe de kwaliteit daarvan varieert met het weer, de seizoenen enzovoort.

We willen vooral het gehypete scheiden van wat effectief mogelijk is en dat duurzaam uitrollen.

"Je kan daarvoor wel naar het onderzoek van CurieuzeNeuzen kijken, maar daar zijn gedurende een maand of drie metingen gedaan en daar komt dan Ă©Ă©n getal uit. EĂ©n getal zegt in principe niets. Als er op een dag een enorm vervuilende vrachtwagen voorbij rijdt, dan is de meting bij wijze van spreken om zeep. Is de luchtkwaliteit altijd slecht? Of is ze enkel ’s avonds of overdag slecht? Luchtkwaliteit in de zomer en in de winter kan bijvoorbeeld sterk verschillen. Vandaag is het misschien wat mistiger, dan zal de luchtkwaliteit wat anders zijn. Hoe is de luchtkwaliteit bij een hittegolf? Dat onderzoeken dus de bio-ingenieurs."

De universiteit heeft nog verschillende andere onderzoeken lopen in het City of Things-project: Thierry Vanelslander onderzoekt hoe we efficiënt pakjes kunnen bezorgen en Karolien Poels gaat na of studenten wel genoeg bewegen, maar het is zeker geen verhaal van de universiteit alleen. Er wordt contact gezocht met mensen die ervaring hebben op het terrein. Zo is er bij het stadsbestuur veel kennis aanwezig en heeft de stad Antwerpen een eigen coördinator bij het project. Ook de bedrijfswereld en geïnteresseerde burgers worden uitgenodigd om samen te werken.

"Dat is echt wel iets wat we geleerd hebben", vertelt Braem. "Als je zoiets wil doen in het openbaar domein, in het echt, praat met die mensen! Praat met de experts in het veld en niet alleen met de andere kennisinstellingen, maar praat ook met de mensen die ervaring hebben en die vaak heel concrete struikelpunten kunnen aangeven. Die bijvoorbeeld zeggen: ‘zet die sensor daar niet, want dat gaat niet lukken.’"

hightech netwerk

Alles staat of valt natuurlijk met het netwerk zelf. Dit is waar de onderzoeksgroep van Bart Braem onder leiding van Steven Latré zich mee bezighoudt. Hoe verbind je al die sensoren? Bestaande netwerken voor gsm-verbinding kosten veel geld en verbruiken nog altijd veel batterij. In de City of Things worden de nieuwste technologieën getest om de beste oplossing te vinden. Een sensor in een riool die de kwaliteit van het water meet, brengt andere problemen met zich mee dan een sensor voor de luchtkwaliteit.

’s Avonds komt iedereen thuis en gaat Netflix zitten kijken. Hierdoor ontstaan er plotseling storingen.

Dit soort onderzoek vond vroeger in labo’s plaats, in een gecontroleerde omgeving. Dat kan nu in de reĂ«le omgeving van een stad gebeuren, op veel grotere schaal. Hierbij komt letterlijk heel veel ruis op het signaal en duiken onverwachte problemen op. "Wij als netwerkonderzoekers merken bijvoorbeeld dat de storing op onze signalen ’s avonds veel hoger is. Als je daarover nadenkt, dan is het vrij logisch. ’s Avonds komt iedereen thuis en gaat iedereen Netflix zitten kijken. Hierdoor ontstaan er plotseling storingen."

Slimme steden zijn een hype, maar op de juiste manier ingezet kunnen ze een echte meerwaarde betekenen. Door het gebruik van een vaste infrastructuur hoeven onderzoekers niet meer dagelijks ter plaatse hun metingen te gaan doen, of voor een nieuw project telkens een nieuw tijdelijk netwerk op te bouwen. We gaan ons ook beter dan ooit een beeld kunnen vormen van wat er omgaat in onze stad, zodat we niet meer afhankelijk zijn van een enkele meting om onze luchtkwaliteit te beoordelen, maar echt kunnen kijken naar waar en wanneer er problemen zijn. We zullen dan gericht op zoek kunnen gaan naar oorzaken en oplossingen.

Bart Braem besluit: "we willen vooral het gehypete scheiden van wat effectief mogelijk is en dat duurzaam uitrollen. Dat is waar het uiteindelijk om draait, om van het idee ‘technologie kan alles oplossen’ af te stappen en te kijken hoe technologie een stad effectief kan helpen."

Â