wegwijs in groen vervoer

26/03/2019
🖋: 

De laatste jaren is er heel wat vooruitgang geboekt op het vlak van (groene) mobiliteit, en dat zie je in de stad. Eigenlijk kan je er zelfs niet naast kijken. Wanneer je voorbij het Centraal Station wandelt, staat er een arsenaal aan milieuvriendelijke transportmiddelen je op te wachten: fietsen, elektrische brommers, zelfs steps en groene wagens. Een goede evolutie, toch zeker in het licht van het actuele klimaatdebat. Maar zie jij door de bomen - of door de weelde aan transportmiddelen - de stad nog? Welke opties zijn er, en hoe studentvriendelijk zijn ze?

vlot met velo 

Het begon allemaal met de stadsfietsjes van Velo. Elke student kent ze wel, die kleine rode fietsjes die je verspreid over de hele stad vindt. Erg gemakkelijk, zolang er een fietsstation in de buurt is en er wel degelijk Velo’s zijn. Voor 49 euro heb je een jaarabonnement (voor 4 euro heb je een dagpas, voor 10 euro een weekpas). Studenten krijgen geen speciale prijs, maar het is best voordelig vergeleken met de andere opties. Daarnaast moet je ook op je tijd letten. Wanneer je langer dan een half uur fietst, komt er een surplus bovenop. Nog een nadeel zijn de wachtlijsten. Om de efficiëntie van hun fietsen te verzekeren, had de stad Antwerpen een wachtlijstsysteem ingevoerd: je moest wachten op je abonnement tot er nieuwe plaatsen vrijkwamen. Tegenwoordig zijn de wachtlijsten gelukkig niet meer zo lang en krijg je vaak vrijwel meteen je abonnement. 

Een Velo is dus vooral handig wanneer je vlot korte afstanden wilt doen, tussen plekken waar fietsstations aanwezig zijn. Daarbij draag je ook je steentje bij aan je ecologische voetafdruk en struikelen de mensen niet over je fiets, aangezien je deze op een vaste plek moet terugzetten. 

 

classy met cloudbike

Omdat er voor Velo enorm lange wachtlijsten waren, startten Jim Briels en Max Machtelinckx in samenwerking met de BMW-garage Jorssen hun eigen fietsendeelsysteem. Je hebt ze wellicht al gezien in de stad, die mooie lichtblauwe fietsen. Klassevoller, comfortabeler en makkelijker te huren, want alles gebeurt via je smartphone. Dat comfort heeft wel een prijskaartje. Bij Cloudbike heb je geen jaarabonnement, maar een driemaandelijks abonnement aan 20 euro (op een jaar tijd kost dit je dus 80 euro). Dat is bijna het dubbele van Velo op jaarbasis. Claim je de fiets langer dan 40 minuten, dan betaal je 5 cent per minuut bovenop je abonnement. Je fiets parkeren kan je enkel in de begrensde zones die je te zien krijgt via de app. Gelukkig zijn er wel een 50-tal van die drop zones binnen en rond Antwerpen en kan je je fiets meestal makkelijk kwijt.

 

slim met swapfiets

Maar er is meer! In Antwerpen vind je vandaag ook overal fietsen met een blauwe voorband. Dit zijn Swapfietsen. Waar Cloudbike en Velo gebruikmaken van een deelsysteem, gaat Swapfiets voor een leasingprogramma. Wanneer je de fiets huurt, is deze ook echt de jouwe zolang je ervoor betaalt. Handig wanneer je bijvoorbeeld op kot zit, maar je eigen fiets van thuis niet tot in Antwerpen krijgt. Nog een bonus is het feit dat ze een studententarief aanbieden; voor 15 euro per maand is deze fiets van jou. Gaat je fiets stuk, dan wordt hij gratis gerepareerd of vervangen (lees: geswapt) door iemand van het Swapteam, en je bent bovendien ook verzekerd tegen diefstal. Klinkt allemaal heel mooi, de vraag is alleen of je 15 euro per maand wilt spenderen aan een fiets. 

 

snel met scooty

Moet het allemaal iets gezwinder gaan voor jou, of leg je een langere afstand af, dan is Scooty misschien iets voor jou. Zowel in Antwerpen als in Brussel vind je deze elektrische deelscooters waarmee je op een groene en snelle manier de stad kunt doorkruisen. Je betaalt eenmalig 2,99 euro registratiekosten en daarna 25 cent per gereden minuut (en 5 cent per minuut dat je pauzeert). Bovendien krijg je bij je registratie 20 minuten gratis rijtijd om de scooters uit te testen. Momenteel is er jammer genoeg geen studententarief, maar er zouden binnenkort wel abonnementen volgen. De scooters zijn volledig elektrisch en dragen dus bij aan het verminderen van de uitstoot. 

Toch zijn er aan dit systeem ook enkele nadelen verbonden. Zo moet je minstens 18 jaar oud, in het bezit van een rijbewijs B én een kredietkaart zijn (iets wat niet elke student op zak heeft). Je kan je scooter ook niet zomaar overal neerzetten. Net als bij Cloudbike mag je je rit enkel beëindigen binnen een zogenaamde 'Business Area' die aangegeven staan in de applicatie. 

Heb je een rijbewijs maar ben je onervaren op een scooter, dan zorgt Scooty er wel voor dat je een gratis initiatie kan volgen zodat je veilig de weg op kan. In elke scooter zitten ook twee helmen zodat jij en je eventuele passagier beschermd zijn. 

 

behendig met bird

Snel zijn, maar geen rijbewijs? Misschien zijn de steps van het Amerikaanse Bird dan wel iets voor jou. Na Parijs, Brussel en Wenen was Antwerpen de vierde Europese stad waar Bird neerstreek. Deze elektrische steps maken het makkelijk om je behendig door de stad te bewegen zonder dat je daarvoor een rijbewijs of enige fysieke energie nodig hebt. Om een ritje te starten betaal je 1 euro en daarbovenop betaal je 15 cent per minuut dat je de step gebruikt. Je kan de steps wel enkel tussen 4 uur ‘s morgens en 22 uur ‘s avonds gebruiken. ‘s Nachts worden ze van de straat gehaald om ze op te laden. 

Met een elektrische step ga je ook snel vooruit, maar liefst 18 kilometer per uur. Daarom is het aangeraden om een helm mee te brengen, wat niet zo handig is wanneer je onverwacht een Bird nodig hebt. 

 

prettig met poppy

Ten slotte zijn er sinds 2017 ook deelwagens te vinden in het Antwerpse, onder de naam Poppy. De flashy Audi’s en Volkswagens zijn opmerkelijk aanwezig in en rond de stad en vormen een goede manier om jezelf comfortabel te verplaatsen binnen en buiten Antwerpen. Qua kost is het erg duidelijk: je betaalt 33 cent per minuut, tenzij je meer meer dan 200 kilometer aflegt, dan komt er een extra kost van 25 cent per minuut bij. Prijzig, maar je krijgt er ook wat voor terug: een elektrische of op CNG-rijdende (compressed natural gas) auto met ruime koffer en het comfort van een nieuwe wagen. Tegenwoordig biedt Poppy ook scooters aan. Daarvoor betaal je, net als bij Scooty, 25 cent per minuut. 

Als student kan Poppy handig zijn wanneer je je in groep verplaatst, een langere afstand moet afleggen of iets zwaars moet verplaatsen, wat moeilijker is met de andere opties. Maar hoe studentvriendelijk is Poppy? Je hebt uiteraard een rijbewijs nodig, dat is logisch. Ook heb je een kredietkaart nodig (prepaid wordt niet aanvaard), wat het net dat tikkeltje minder studentikoos maakt. Ook is er (voorlopig) geen studententarief, wat het aantrekkelijker zou kunnen maken voor de studenten.

 

groen, groener, groenst?

Al die groene oplossingen zijn natuurlijk een geweldige vooruitgang voor de stad en dragen allemaal op hun eigen manier bij aan een kleinere CO2 uitstoot. Toch kan je je ook wel enkele vragen stellen bij de overvloed aan opties. Wordt het niet te veel? Met al die fietsen, steps en scooters zie je op sommige plekken het voetpad niet meer, wat het alleen maar moeilijk en gevaarlijk maakt voor gewone voetgangers. Daarbij kan je je ook afvragen hoe ecologisch ze allemaal echt zijn. Zo rijden er bijvoorbeeld dagelijks verschillende wagens rond om ervoor te zorgen dat de fietsjes onderhouden worden en moet er ook een auto gebruikt worden wanneer de 'swapper' je kapotte swapfiets komt ophalen. Daarbij is het vervangen van je fiets door een elektrische scooter ook niet bepaald ecologisch, want je verbruikt nog steeds elektriciteit.

Dat de sharing economy in de lift zit, is een feit. We zien het in alle markten: van Netflix over Apple Music tot het delen van fietsen en auto's. Men gaat uit van een utopie waarin we zelf geen vervoersmiddelen meer zullen bezitten, maar deze zullen delen met de hele samenleving, om zo naar een groenere toekomst te werken. Je kan je afvragen hoe haalbaar dit idee is, en of mensen écht bereid zullen zijn om hun gewoontes zomaar te veranderen. Toch zijn deze mogelijkheden een stap in de goede richting en een reden te meer om de auto wat vaker thuis te laten en te kiezen voor een groener alternatief. 



editoriaal

26/03/2019
🖋: 
Auteur

De merkwaardig zwoele februaridagen droegen een onheilspellende boodschap over de toekomst met zich mee, maar met de eerste zonnestralen verscheen toch ook een blos op mijn wangen. Ik moet kleur bekennen: het deed me goed.

Als de negatieve gevolgen van de klimaatproblemen nu grauwer waren geweest, hadden we onze stemmen misschien eerder en luider laten horen. Op een blauwe maandag in 2010 was er namelijk al een eerste klimaatbetoging in Brussel, maar de mooiere dagen van het jaar hielden ons nog lang optimistisch.

Dat was niet de enige keerzijde van het mooie weer. Zodra de eerste kleurige lentedagen gepasseerd waren, leken de universiteitsmuren vanbinnen een tint grijzer. Gezamenlijk gaven we gehoor aan het startschot om over de zomer te dromen, om met een schok in de les terug wakker te schrikken: het is pas maart. Dat zelfs de hoofdredacteur van jullie zwart-wit studentenblad maar al te graag honderd tinten grijs inwisselt voor wat meer kleur, laat zien hoe nabij de jaarlijkse wanhoop is.

Wie denkt dat het gras aan de overkant groener is, komt soms bedrogen uit. De studenten die voor fleurigere oorden als Parijs en Santiago de Compostela kozen, gingen niet per se een kleurrijker academisch leven tegemoet. En als zelfs Erasmusstudenten niet op hun roze wolk kunnen blijven zitten, moeten we ons er maar bij neerleggen. Het universiteitsleven is niet enkel rozengeur en maneschijn.

Toch, als uit zo’n grauw en grijs moment een bui ontstaat, vangen we met wat geluk een walm van petrichor op. De eerste warme dagen zijn tenslotte al achter de rug.
 



twintig jaar sociaal-economische geschiedenis door de ogen van Pieter Timmermans

26/03/2019
🖋: 
Auteur

Met meer dan twintig jaar ervaring als CEO van de grootste werkgeversorganisatie van België, wordt hij weleens de nestor van het sociaal overleg genoemd. Pieter Timmermans heeft er een drukke carrière opzitten: hij startte bij de studiedienst van het ministerie van Economische Zaken, om daarna de sprong te maken naar een adviseurschap bij de toenmalige minister van Begroting Herman Van Rompuy en vervolgens aan de slag te gaan bij het VBO (Verbond van Belgische Ondernemingen). Daar werd hij in 2012 verkozen tot CEO. Sinds 27 mei 2013 is hij eveneens regent bij de Nationale Bank, in 2018 werd hij zelfs baron. In onzekere tijden als deze werpen we graag een blik op twintig jaar economische verandering in België, in een zoektocht naar wat het verleden ons te leren heeft. Wie kan ons hierin beter bijstaan dan de man die al twee decennia lang het socio-economische landschap van ons land mee vormgeeft?

De afstuderende student heeft af te rekenen met uitdagingen die onze ouders zelfs niet voor mogelijk hielden. De wereld om ons heen is de voorbije twintig jaar grondig veranderd en stabiliteit lijkt verre van nabij. Wat ziet u als de grootste uitdaging voor studenten anno 2019?

De grootste uitdaging voor de student is om niet te denken dat hij geslaagd is als hij een diploma behaalt. Vijftig jaar geleden was dat wel waar. Toen volstond een universitair diploma om voor de rest van je leven een topfunctie te bekleden in een van onze Belgische bedrijven. Die tijd ligt ondertussen ver achter ons. De meeste studenten beseffen dit inmiddels. Tegenwoordig streven velen naar minstens twee diploma’s, liefst aangevuld met een doctoraat. Op dit moment zien we ook die tweede fase haar laatste adem uitblazen. In de toekomst zal je diploma niet meer dan een toegangsticket zijn waarmee je de eerste vijf jaar ‘veilig’ zit. Gedurende heel je loopbaan zal je een gretigheid moeten tonen om jezelf steeds te blijven ontwikkelen. Anders ben je binnen een tiental jaar outdated.

In de toekomst zal het ook perfect mogelijk zijn om zonder universitair diploma door te stoten naar topfuncties. Je zal zelf je inzetbaarheid op de arbeidsmarkt hoog moeten houden. Dat vereist natuurlijk een heel andere mindset. Je kan niet meer verwachten dat je werkgever instaat voor jouw vorming, daar zal je zelf naar op zoek moeten gaan. Degenen die dat niet kunnen, zullen achterblijven.

 

Ondertussen kan u beroep doen op meer dan twintig jaar ervaring in het sociaal overleg. Wat zijn de grootste veranderingen die u meemaakte?

Digitalisering creëert een enorme afstand tussen onderhandelaars, omdat iedereen met de smartphone in de hand het overleg volgt en maar half aanwezig is. Aan het begin van mijn carrière kon je als onderhandelaar rustig aan tafel van gedachten wisselen zonder dat de pers daar een paar uur later meteen van wist. Vandaag is dat onmogelijk en dat verstoort de dynamiek van een overleg enorm. Bij een onderhandeling is de chemie tussen personen enorm belangrijk. 

Daarnaast is het overleg ook grondig veracademiseerd, en dat is een erg goede evolutie. We discussiëren de laatste jaren veel minder op basis van gevoelens, maar vertrouwen op feiten, aangeleverd door een objectieve instantie.

 

Verliezen we daardoor niet een deel van die chemie? Discussiëren we te veel over cijfers en verliezen we zo de concrete leefwereld van werknemers uit het oog?

Je moet die rapporten zien als een voorbereidend instrument. Finaal is het product van een onderhandeling natuurlijk nog steeds een akkoord tussen mensen. Door je onderhandeling te staven op feiten heb je tenminste een goede basis van waaruit je met de hele tafel kan vertrekken.

Ik herinner me nog levendig een onderhandeling aan het begin van mijn carrière. De olieprijs was op dat moment gestegen, waardoor sommige producten plots een stuk duurder werden. De vakbond zei tijdens de onderhandelingen dat de prijs van hun winkelkar in de Delhaize steeg, dus de index moest aangepast worden. Een maand later daalde die olieprijs weer en ging de inflatie terug naar beneden. Als we bij de eerdere onderhandelingen een akkoord hadden gesloten, was dat een slecht akkoord geweest. De argumentering van de vakbond destijds was louter gebaseerd op een gevoel: “Kijk eens, mijn karretje gevuld met melk is de afgelopen maanden 20 procent duurder geworden! Dus mijn beste werkgever, ik moet een loonsverhoging krijgen.” Dat soort situaties komen tegenwoordig veel minder voor, net omdat we frequenter beroep doen op objectieve rapporten.

 

Welke factoren doen een sociaal overleg slagen?

De persoonlijke relatie tussen de onderhandelaars onderling is het allerbelangrijkste. Een vriend van de andere tafelgenoten zal je niet zijn, maar het moet wel klikken. Wanneer ik aan de onderhandelingstafel aanschuif, doe ik dat altijd met de intentie om te zoeken naar de argumenten waarom het overleg zou kunnen slagen. Redenen vinden waarom het zou kunnen falen is te makkelijk. Op het einde van de onderhandeling moet je eveneens de moed hebben om net iets verder te gaan dan je mandaat in feite reikt. Bij elke onderhandeling krijg je namelijk een mandaat van je leden over wat je mag toestaan. In die last mile moet je echter net over de grenzen van je eigenlijke mandaat kunnen gaan. Ondanks dat je van je achterban eigenlijk niet de goedkeuring kreeg, moet je de moed hebben toch nog een stapje extra te zetten in het belang van het overleg.

 

In een interview uit september 2018 geeft u aan dat het goed zou zijn als de werknemers en werkgevers het voortouw zouden nemen in het afbakenen van het stakingsrecht. Waarom is die ingreep noodzakelijk?

Die ingreep is noodzakelijk omdat het stakingsrecht regelmatig misbruikt wordt. U zal mij nooit horen zeggen dat ik het recht van een arbeider om het werk neer te leggen in twijfel trek. Momenteel ontstaan er echter problemen omdat ons rechtssysteem niet duidelijk omschrijft wat er toegestaan is. Daardoor ontstaat er een misplaatst gevoel van onschendbaarheid bij actievoerders. Wanneer er tijdens een demonstratie iets misloopt, wijst men zodoende steeds door naar het individu. Dat komt omdat de vakbond zelf niet aangeklaagd kan worden, juridisch gezien bestaat ze namelijk niet. In juridische termen zeggen we dat ze ‘geen rechtspersoonlijkheid' heeft. Hierdoor gebeuren er zaken die absoluut niet kunnen. Het is bijvoorbeeld omwille van veiligheidsredenen bij wet verboden om de sporen in treinstations te blokkeren. De NMBS treedt normaal dan ook erg streng op tegen spoorlopers. Maar bij stakingen mogen sommigen plots wel met hun vlaggen op de sporen staan zwaaien. Daar moeten duidelijke regels over zijn: wie dat doet, no mercy.

Er zijn ook voorbeelden van directieleden die doodeenvoudig gegijzeld worden door hun personeel in hun eigen gebouw. Men wil tijdens een overlegmoment de tafel verlaten, maar wordt verhinderd door een groep vakbondsleden. Zij zeggen letterlijk: “wij gijzelen u, u mag hier niet buiten”. Dat is wat mij betreft ontoelaatbaar. Niemand durft er echter tegen op te treden, omdat er geen regels zijn.

Het stakingsrecht is een recht, maar geen absoluut recht. Stakingsrecht eindigt daar waar het recht op werken begint. Een werkgever kan bij stakingen ook niet aankomen met een knokploeg om iedereen uit de weg te ranselen. We moeten daarom via een overeenkomst tussen vakbonden en werkgevers de grenzen van het stakingsrecht afbakenen, om mistoestanden tegen te gaan. Wanneer we niet in staat zijn onderling met de vakbond tot een akkoord te komen, dient de wetgever die taak op zich te nemen. 

 

U bent ook hoogleraar aan de KU Leuven. Met welke levensles wil u dat studenten de universiteit verlaten?

Op het einde van een lessenreeks geef ik mijn studenten graag twee boodschappen mee. In de eerste plaats vraag ik om iets terug te doen voor je land. Je hebt een geweldige kans gekregen om hier te mogen studeren tegen een goede prijs. Ten tweede: pin je niet meteen vast op één bepaalde job na het behalen van je diploma. Verander een paar keer van werk totdat je ergens middenin je dertiger jaren stabiliteit kan beginnen opbouwen. Gebruik de eerste tien jaar van je loopbaan om te kijken welke richting je uit wil. Als pas afgestudeerde is het jouw taak om eerst de arbeidsmarkt te besnuffelen.
 



chaos, eenzaamheid en heimwee

26/03/2019
🖋: 

Tijdens deze periode krijgen heel wat studenten het heuglijke nieuws dat ze zijn toegelaten voor Erasmus. Ze zullen op een exotische bestemming de tijd van hun leven hebben. Feesten, buitenlandse studenten ontmoeten en misschien wel makkelijker goede punten behalen. Maar wat als die verwachtingen niet worden ingelost? Wat als het niet evident is om vrienden te maken, er van feesten niet veel in huis komt en de leerstof moeilijker is dan verwacht? "Ik wilde zo graag terug naar huis dat ik voor mijn laatste weken op Erasmus zelfs een aftelkalender had gemaakt."

 

Jaarlijks vertrekken bijna 6000 Vlaamse studenten op Erasmusuitwisseling naar het buitenland. Volgens de website van Universiteit Antwerpen versterkt deze ervaring hun talenkennis, aanpassingsvermogen en interculturele bagage. Onderwijsminister Crevits voegt daaraan toe dat de ervaring studenten belangrijke troeven voor de arbeidsmarkt bijbrengt. Erasmus bezorgt je niet alleen cv-materiaal, maar soms ook een lief. Ondertussen zouden er al één miljoen Erasmusbaby’s zijn geboren.

 

Iedereen gaat ervan uit dat Erasmus altijd tof is, daarom konden ze niet vatten dat ik er ongelukkig was.

 

Om na te gaan of studenten echt zo tevreden zijn met hun uitwisseling, bestaat er een verplichte tevredenheidsenquête. Daaruit bleek dat 73 procent ‘very satisfied’ was. Ongeveer 25 procent duidde ‘rather satisfied’ aan en slechts twee procent koos voor ‘neither dissatisfied nor satisfied’. Het is gelukkig dus maar een klein percentage dat zijn buitenlandse ervaring niet geweldig vond. Maar wat zouden de redenen voor een slechte ervaring kunnen zijn?

 

gemiste start

We horen bij heel wat studenten dat een Erasmusuitwisseling op voorhand moeilijk te organiseren is. Elias en Camille van de faculteit Rechten zijn ontevreden over de dienstverlening van UAntwerpen. “We kregen vaak geen antwoord op mails, verkeerde informatie, of gemene reacties als we een vraag stelden”, legt Elias uit. “Ik heb al tientallen gelijkaardige verhalen gehoord, dus het lijkt een meer algemeen probleem te zijn.” Ook voor Olivia uit Taal- en Letterkunde liep de regeling van haar Erasmus niet van een leien dakje. Ze zocht meer dan twee maanden lang naar een kot en moest uiteindelijk noodgedwongen in een appartement op een slechte locatie wonen.

Ook in het gastland verloopt niet altijd alles even gemakkelijk. Justine vertrok op Erasmus naar Parijs, maar liep tijdens haar eerste weken verdwaald rond op de campus. Ze had geen studentenkaart en geen (e-mail)adressen waar ze terecht kon. “Er was geen structuur, amper hulp en vooral veel chaos.” Ook haar lessen verliepen stroef omdat ze de leerstof vaak niet begreep. Ze probeerde proffen te benaderen, maar kreeg bijna nooit respons. Haar medestudenten hielpen haar evenmin. "De Parijse studenten waren allesbehalve gastvrij." Daardoor moest ze zichzelf elke dag naar school sleuren, wetende dat ze alleen in de les zou zitten. Uiteindelijk haalde Justine na bloed, zweet en tranen slechts één van haar vier vakken. “Van Erasmus hoor je vaak dat het een semester is waarbij je met je ogen dicht razend goede punten haalt. Dat was in mijn geval absoluut niet zo.”

 

eenzaam en alleen

Een ander positief cliché dat leeft over Erasmus, is dat je er gemakkelijk vrienden maakt. Volgens Olivia klopt dat beeld niet altijd: “Omdat mijn appartement in een saaie buurt buiten het centrum lag, was het moeilijk om met mensen van de les af te spreken. Er was ook niet echt een Erasmuscommunity waardoor ik niet zo snel vriendschappen kon opbouwen.” Als gevolg daarvan bracht ze veel tijd alleen door en voelde ze zich soms eenzaam. Het contact met de locals verliep bij haar ook niet altijd vlot: “Enerzijds door de taalbarrière en anderzijds omdat ze minder moeite wilden steken in contact te zoeken met mij omdat ik een Erasmusser was”. Louise, die naar Santiago de Compostella ging, ervoer hetzelfde probleem. “Ik had het gevoel dat ik daardoor de lokale cultuur niet echt leerde kennen.” Ze ontmoette vooral andere Erasmussers waarbij al snel ‘landengroepjes’ ontstonden. Daar viel ze wat tussenuit, omdat ze de enige Belgische student was.

 

 Er was geen structuur, amper hulp en vooral veel chaos.

 

Door het moeizame contact met anderen en het gemis van vrienden en haar lief, kreeg Louise heimwee. Na drie weken besloot ze om definitief terug naar huis te keren. Olivia en Justine gingen tussendoor enkele keren naar huis. “Toen ik tijdens de kerstvakantie terug in Antwerpen bij mijn vrienden was, fleurde ik helemaal op”, zegt Olivia. Justine vertrok een keer halsoverkop naar huis na een slecht examen. “Ik zat toen voor me uit te staren achter mijn bureau. Mijn volgende examen kwam er bijna aan en ondertussen stapelden de vuile kleren zich op, kwam het eten niet vanzelf op mijn bord en beleefden mijn vrienden in België leuke avonden. Ik had het toen even nodig om weg te vluchten.”

 

ongelovige reacties

Justine, Olivia en Louise stootten wel eens op onbegrip toen ze over hun minder toffe ervaring praatten. Olivia vond het moeilijk om na haar terugkeer aan haar omgeving te vertellen dat ze vaak eenzaam was geweest. “Iedereen gaat ervan uit dat Erasmus altijd tof is. Veel vrienden waren jaloers dat ik in het buitenland zat en daarom konden ze niet vatten dat ik er soms ongelukkig was.” Bij Justine stonden sommige mensen verstomd toen ze hoorden dat ze voor het merendeel van de vakken niet geslaagd was. Volgens haar hangt er een beeld van feestjes, drank, hoge punten en weinig verwachtingen rond een Erasmuservaring. Toen Louise vervroegd terugkeerde van Erasmus, reageerden haar vrienden ook verbaasd: "Je hoort Erasmus leuk te vinden omdat iedereen dat vindt."

Tim Berckmans van de Dienst Internationale Samenwerking (DIS) erkent dat studenten moeilijke momenten meemaken tijdens Erasmus. Dat hoort bij de aanpassing aan een nieuwe omgeving. De meeste studenten leren daarvan bij. Voor Olivia en Justine was Erasmus inderdaad een leerschool. Ze schaafden hun talenkennis bij, leerden hun plan trekken en ontdekten nieuwe hobby’s. Volgens Berckmans gaat het gelukkig slechts om een heel klein percentage studenten dat ontevreden is. De faculteiten proberen hun Erasmuspartners op voorhand te screenen en bij regelmatig terugkerende problemen wordt de samenwerking herbekeken. Ook probeert DIS studenten goed voor te bereiden met infosessies en een brochure over de emotionele aspecten van Erasmus. Volgens Louise zijn die infosessies nog iets te veel een good news show. “Heimwee komt nauwelijks aan bod. De infosessie voelde eerder aan als een promotiepraatje voor een uitzonderlijke ervaring."

 

De namen van de studenten werden gewijzigd omdat ze kozen anoniem te getuigen.

 


poëzie

26/03/2019
🖋: 
Auteur extern

Benjamin Heirbaut


Dans!

Onder de rode gloed van een xenonlantaarn

Wordt in een spiegel geschilderd

Met heftige stroken en dikke verf

Komt langzaam een canvas te bestaan

Iedere lijn van zwart steekt helder af tegen de nacht

De reflectie breekt duizend keer

Onthult wat ik niet zien kan, mag

Een druppel spettert uiteen op zichzelf

Heel even mag ik naar je kijken

Hoe je meest jezelf bent

Hoe je Fuck You naar de wereld roept

Heel even daag je me liefkozend uit



Humans of UAntwerpen

23/03/2019
🖋: 

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je bij Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zoveel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Toen Noor Intisar aankwam in Antwerpen, bemerkte ze meteen dat UAntwerpen niet uitpakte met dichtkunst op de campus. Prompt zette ze de stap om campusdichter te worden, bijgestaan door onze cultuurdienst. Hiervoor schrijft ze gedichten over het reilen en zeilen aan de universiteit. Tijdens haar studie aan de Universiteit van Amsterdam had ze dezelfde taak op zich genomen en uit die ervaring put ze nu om haar nieuwe benoeming tot een goed einde te brengen. Een gelukje voor ons!

 

jong geleerd

De liefde voor het woord was van kinds af al aanwezig, vertelt ze. “Er is geen specifiek moment geweest waarop ik dacht: ‘Ik ga nu mijn pen pakken.' Het heeft er altijd al ingezeten. Alleen ontstaan op een gegeven moment de opportuniteiten om het aan de wereld te laten zien. Voor mij kwam dat moment in 2016, toen ik een volgersgroep kreeg op sociale media en ik mijn poëzie explicieter naar buiten kon brengen.” Taal is altijd een belangrijk element in haar ontwikkeling geweest. Haar ouders namen Noor als kind elke week mee naar de bibliotheek en voedden haar zelfs drietalig op. Emotie en taal zijn voor Noor van jongs af aan onlosmakelijk verbonden.

 

talig onbedaard

Noors grootste drijfveer om te schrijven is dat ze het simpelweg leuk vindt en het voor haar een belangrijke steun is. Als campusdichter wil ze de universiteit helpen om een creatieve uitlaatklep te vinden. “Met welke kunstvorm dat is, is voor mij niet belangrijk, maar het is wel van belang dat iedereen er een heeft. Zo worden mensen namelijk mentaal veerkrachtiger in hun ontwikkelingsproces. Als campusdichter kan ik dit onder de aandacht brengen en stapje voor stapje de creatieve ruimte op de universiteit vergroten.” Het ligt haar nauw aan het hart dat de universiteit een vaste structuur aanbiedt voor het ontwikkelen van emotionele weerbaarheid. Dat haar doctoraat aan Universiteit Antwerpen over een gelijkaardig onderwerp gaat, is dus geen verrassing.

Over twee jaar eindigt haar benoeming als campusdichter. Dat ze daarna nog betrokken wil blijven, staat al vast. “Ik wil de deur opentrekken voor de andere student-dichters in Antwerpen! Er moet een kader zijn en blijven waarin de poëtische stemmen van de universiteit zich zo krachtig mogelijk kan laten horen.”



de wereldverbeteraar

09/03/2019
🖋: 

De mug die om je oor zoemt als je probeert te slapen toont geheel onbaatzuchtig aan dat je nooit te klein bent om een wereld van verschil te maken. In de aula komt de student in aanraking met kleine en grotere problemen uit het dagelijkse leven: gebrek aan koffie, verloren versnaperingen en professoren die zijn vergeten hoe het is om student te zijn. Van tijd tot tijd nemen de frustraties zo’n proportie aan dat de toogfilosoof uithangen in een troosteloos bruin café niet meer volstaat. In elke dwars kaart de wereldverbeteraar daarom een concreet probleem aan uit het studentenleven. Oplossingen groeien immers soms gewoon aan de bomen, als je maar naar boven durft te kijken om ze op te merken.

Bij groepswerken bots je voortdurend op bepaalde types van medestudenten: hij die niet komt opdagen, zij die alles naar zich toetrekt en niet kan loslaten en degene die zich aan geen enkele van de deadlines kan houden. Samenwerken komt vaak neer op het overleven van een intensief verblijf in de hel op aarde. Deze survivaltocht is pijnlijk, frustrerend en haalt keer op keer het bloed van onder onze nagels. Echt verbazingwekkend is dat misschien niet. Vele lichtjaren geleden al, in het middelbaar, stuurde mijn leerkracht ons steevast op het pad der Franse testen met de zegening: “Ieder voor zich en God voor ons allen!” Steeds meer trekt onze samenleving echter het bovennatuurlijke jasje uit, waardoor iedereen moederziel alleen in de ijzig koude wind achterblijft, overgelaten aan zijn eigen lot.

Maar wanhoop niet: de homo sapiens heeft al meermaals op evolutionair vlak bewezen uitermate capabel te zijn in het zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Anno 2019 heeft de drang om te overleven zich vertaald in het zich warm induffelen in een dikke laag van individualisme. In onze American Dream-maatschappij ben je zélf verantwoordelijk voor je succes en de beste strategie om dat te bereiken, is door iedereen voor je kar te spannen of om zij die mogelijk in je weg lopen genadeloos aan de kant te duwen. Samenwerken wordt dus ten sterkste afgeraden voor zij het willen halen. Met andere woorden: een spreekwoordelijke kus van de juf en een bank vooruit voor iedereen die het ellebogenwerk onder de knie krijgt en zo het eenzame plekje aan de top in zicht krijgt. 

De blitzkrieg der individualisering heeft ook de studenten soldaat gemaakt en bezet ondertussen alle regionen van het Hoger Onderwijs. Er zullen ongetwijfeld nog zeldzame schapen in wolfskleren rondgrazen in het universitair landschap, maar ze letten wel op dat ze hun hoofd niet boven het maaiveld uitsteken. De gevolgen zijn immers gekend, de bloederige beelden als stille getuigen op ieders netvlies gebrand: verscheurd door de wolven en aasgieren. Deze laten onvermijdelijk een spoor van vernieling achter op hun zoektocht naar samenvattingen, waarbij ze over lijken gaan. ‘Ieder voor zich’ is de modus vivendi die het gehaald heeft in de wandelgangen van Universiteit Antwerpen. Waarom zou je ook uit jezelf je notities delen met iemand waarvan je nog nooit gehoord hebt – laat staan dat je diens gezicht herkent van in de aula – als het enige wat telt die ene intellectuele soloprestatie op het moment van het examen is? 

 

Er zijn zo van die mensen die woordeloos ‘dance for me puppets, dance!’ kunnen uitroepen, puur op basis van charisma of een gezonde dosis schrikbewind.

Waarom zou je ook koffie gaan halen of de functie van porder op je nemen voor je medestudent(e), geveld door oververmoeidheid, als een in slaap vallende buur in je voordeel kan spelen wanneer je professoren een mooie Gaussverdeling in de punten nastreven? Idealisten zouden kunnen beweren dat groepswerken laten zien dat je samen sterk staat en met twee meer weet dan alleen. Daarentegen weet iedere student(e) ook wel dat die opgelegde samenwerkingsverbanden alleen maar goed zijn om tot het besef te komen dat handelen naar je frustraties die twelve years in Azkaban niet waard zijn. Hoogst zeldzaam zijn de gevallen waarin levenslange vriendschappen worden gesmeed, of de tot samenwerken veroordeelde groepjes zich het befaamde motto toe-eigenen van één van de meest succesvolle trio’s uit onze geschiedenis: “Un pour tous et tous pour un!”

Nochtans zijn de werkgevers die in een vacature neerpennen dat ze op zoek zijn naar iemand die egocentrisch en liefst zo anti-altruïstisch mogelijk is, eerder de uitzondering. Met mensen op een minimaal niveau kunnen samenwerken is immers een basisvaardigheid die meestal toch bijzonder geapprecieerd wordt. Van goede daden verrichten hoef je bovendien niet per se het gevoel te krijgen dat je uitgeperst wordt door iemand die ‘gewoon het spel speelt’. Niet (alleen) in de Temptation Island-betekenis, maar meer algemeen het spel des levens. Er zijn zo van die mensen die woordeloos ‘dance for me puppets, dance!’ kunnen uitroepen, puur op basis van charisma of een gezonde dosis schrikbewind. Wat wij studenten nodig hebben is een veilige ruimte waarin niet het individualisme, maar 'wederzijds eigenbelang' centraal komt te staan; een plek waar je je eigen voordeel kan opzoeken zonder dat van anderen te schaden. Als Universiteit Antwerpen de handelsplaats Goede Daden opricht, kunnen we voortaan vrolijk en gezwind de drie musketiers achterna.

Deze bazaar, centraal in Antwerpen gelegen, is dan the place to be voor alle studenten met kleine en grote noden en behoeftes, variërend in aard en dringendheidsgraad. De gezellige drukte van de ruilhandel die hier heerst, ademt de sfeer van gelijks- en eensgezindheid uit. De stemmen die een overeenkomst trachten af te sluiten, smelten samen tot het gegons van het mantra ‘samen sterk!’ Niks te gek of je kunt het hier vinden: dringend nood aan een samenvatting voor dat ene buisvak? Misschien loopt er hier wel iemand mee rond die even wanhopig op zoek is naar een tampon! Een crossroad demon hoeft er voor een snel dealtje niet meer aan te pas te komen. Je ziel mag je houden, alsjeblieft en graag gedaan. Een complimentje in ruil voor een condoom, het hoeft niet eens veel te kosten allemaal. Ook een troostende knuffel, Tipp-Ex, feedback op een paper en menselijke spellingscorrectors zijn steeds in de aanbieding. 

Zo kan iedereen aan den lijve ondervinden dat ‘it’s the small everyday deeds of ordinary folk that keep the darkness at bay… small acts of kindness and love’. Het studentenleven wordt op slag een stuk draaglijker; een samenwerkingsgezinde studentenwereld is geboren.
 



omgedraaide rollen op het wereldtoneel

06/03/2019
🖋: 
Auteur

Laten we het eens over China hebben. Het land met ’s werelds tweede economie is al veelvuldig voorbij gekomen tijdens de campagne van Donald Trump (China! China! China!) in 2016. Maar wat weten we eigenlijk over China? Het Aziatische land heeft een rijke geschiedenis en wordt sinds jaar en dag geleid door een communistische partij. Het land probeert in Europa en in de rest van de wereld op politiek gebied steeds meer invloed te krijgen. Om onze lezers dit artikel als een Chinese massage te laten ervaren, beginnen we bij de rijke geschiedenis die het land kent. En omdat zelfs onze meest wereldkundige lezers niet van alles op de hoogte zijn, en dit artikel anders het lezersplezier laat wegebben, doen we een beroep op de schrik van iedere academische referentielijst: Wikipedia.

 

Professor Jonathan Holslag van de Vrije Universiteit Brussel kwam op de laatste dag van februari naar Antwerpen om een gastcollege te geven over deze wereldmacht. Hij besprak hoe en waarom China de hoofdrol op het wereldtoneel probeert op te eisen en hoe de communistische partij het eigen land bestuurt als de "meest geavanceerde politiestaat ter wereld".  

Zoals gezegd kent China een rijke geschiedenis, een geschiedenis waarin eenheid allerminst een evidentie was. De Chinezen kenden veel periodes van onrust (bijvoorbeeld de periode van de ‘Strijdende Staten’). Het kolossale land zoals we dat vandaag de dag kennen, ontstond omstreeks de zeventiende eeuw. Destijds heerste de Qing Dynastie

Tijdens de regeerperiode van deze dynastie kende China de ‘Eeuw van de Vernedering’, die begon in 1839 met de Eerste Opiumoorlog (1839-1842). De Tweede Opiumoorlog deed zich voor tussen 1856 en 1860. Groot-Brittannië kroonde zich in beide oorlogen tot overwinnaar. Vervolgens was er de Eerste Chinees-Japanse Oorlog (1894-1895). Japan verraste de wereld door als overwinnaar uit de strijd te stappen. Tijdens de Tweede Chinees-Japanse Oorlog (1937-1945) - later onderdeel van WO II - voelden de Chinezen opnieuw de vernedering die de Japanse bezetting met zich meebracht. Tegenwoordig wil de Chinese Communistische Partij (CCP) koste wat kost voorkomen dat China terugkeert naar deze periode van afgang.

 

de voorzitter

In 1949 bracht Mao Zedong China’s soevereiniteit terug met de introductie van de Volksrepubliek China. Om die reden wordt hij nog altijd gezien als de founding father van het moderne China. Veel Chinezen spreken tegenwoordig nog van 'de voorzitter' als ze het over Mao Zedong hebben. Mao liet zijn land in het begin van zijn regeerperiode kennismaken met de ‘Great Leap Forward’. China moest weer op zichzelf gericht zijn (China First!) en zich niet openstellen naar andere landen toe. Dit project mislukte echter volledig, waardoor miljoenen mensen stierven door hongersnood. En dus kwam de voorzitter met een nieuw concept: de culturele revolutie. Het individueel belang van de Chinezen werd ondergeschikt gemaakt aan het collectieve belang.

Maos opvolger Deng Xiaoping regeerde tussen 1981 en 1989. Hij wilde de volksrepubliek moderniseren door buitenlandse bedrijven binnen te laten. Onder het bewind van Deng kende het land dan ook een forse economische groei. Zijn opvolgers hadden het echter niet zo op de buitenlandse bedrijven die de dienst uitmaakten in China, en dus kwamen zij in de jaren '90 met het beleid van ‘nationale kampioenen’. Dit zijn bedrijven die sterk door de overheid gesubsidieerd waren, ofwel staatskapitalisme. Dit leidde dan weer tot overcapaciteit bij deze bedrijven.

 

regeren zoals Mao

De huidige president van China luistert naar de naam Xi Jingping. Xi wil leiden als Mao; hij wil zichzelf een machtsmonopolie geven, beter bekend als de absolute macht. Zo wil hij met name de corruptie binnen de CCP aanpakken alsook binnen heel China. Zijn voorgangers voerden al tijdelijke anti-corruptiecampagnes door, Xi gaat voor de lange adem. Zijn anti-corruptieprogramma kent echter geen duidelijke regels, iedereen kan zomaar opgepakt en/of uit zijn functie ontheven worden. De reden dat Xi de absolute macht naar zich toetrekt, is volgens professor Holslag dat het economisch minder goed gaat met China. De groei is de afgelopen jaren gedaald van tien naar zes percent. Het vertrouwen bij de bevolking is afgenomen, er komen steeds meer etnische spanningen en ook China kent terroristische aanslagen.

Xi’s beleid blijft echter niet beperkt tot China zelf. Hij vindt het model dat de CCP hanteert ook relevant is voor andere landen. De partij kent een hiërarchische structuur die Holslag “formidabel” noemt. In elke provincie, stad, en in elk gehucht wordt er volgens deze structuur geheerst. Dankzij deze structuur kan de CCP ook invloed uitoefenen binnen bedrijven. Elk bedrijf heeft een mannetje van de partij in dienst, die in het oog houdt of het bedrijf wel alles doet en laat volgens de principes van de Communistische Partij. Sta je op het punt om binnen een bedrijf promotie te maken, dan wordt er niet gekeken naar je competenties en je prestaties. Men kijkt enkel naar je loyaliteit aan CCP.

De invloed van de Communistische Partij zie je duidelijk terug bij bedrijven als Alibaba en Huawei. Holslag noemt Alibaba “het slimst verpakte instrument van staatskapitalisme door China”. Het bedrijf is niet volgens marktconforme omstandigheden opgezet. Huawei heeft op haar beurt $45 miljard overheidskrediet gekregen, Holslag ziet dit als concurrentievervalsing. Daarnaast heeft de gsm-producent onlangs het dataverdrag van de Communistische Partij getekend. Hierin staat dat het bedrijf verplicht is om alle gebruiksdata door te spelen die voor de partij relevant kunnen zijn.

Ook op militair gebied wordt China een steeds grotere speler op het wereldtoneel. Zo heeft het land de meeste oorlogsboten in bezit, waarvan er veel in de Middellandse Zee en in de Atlantisch Oceaan liggen. Djibouti heeft zelfs al een Chinese legerbasis. Volgens het Aziatische land zijn al deze militaire inspanningen vreedzaam. Tevens heeft Beijing geld geleend aan Griekenland en Italië. Met haar economische en militaire strategieën wil China de rollen omkeren, zoals die golden tijdens de Eeuw van de Vernedering.

 

spiegel

Zoals professor Holslag het ziet, houdt China ons een spiegel voor. Chinese ambtenaren en onderhandelaars zijn bijvoorbeeld enorm scherp. Zij kennen de politieke agenda van een land door en door. Hetzelfde geldt voor hun kennis over de wensen van de Communistische Partij. Volgens Holslag stelt België daar ambtenaren tegenover die enkel hun eigen belang verdedigen en die van weinig zaken op de hoogte zijn. Ook gaan Chinezen op zoek naar zwakke plekken binnen het parlement van nationale regeringen en proberen hun propaganda via deze zwakke plekken op de politieke agenda te krijgen.

Misschien huiver je bij het idee dat het communistische land voet aan de grond probeert te krijgen in ons kleine landje. We moeten echter niet vergeten dat andere landen, op hun eigen manier, hetzelfde doen als China. Denk aan Rusland met de Nordstream, Turkije met de lange arm van Erdogan en andere landen uit het Midden-Oosten. Denk ook aan de Verenigde Staten, die tijdens de Koude Oorlog hun greep op de wereld probeerden te krijgen omwille van hun conflict met de Sovjet-Unie. Wat recenter is de zaak van Edward Snowden, die de privacy-schendende praktijken van de NSA naar buiten bracht.

Holslag concludeert dan ook dat we als Europa erg gevoelig zijn voor invloeden van buitenaf, en dat altijd zijn geweest. De afgelopen 25 jaar heeft de EU zijn best gedaan om Westerse waarden naar China over te brengen. Verspilde moeite, zo blijkt nu. China zelf ziet de rollen liever omgedraaid.

 

camera's met gezichtsherkenning

Vanwege zijn onderzoek is de professor van de VUB niet meer welkom in China. Mails die hij naar Chinese vrienden stuurt, komen simpelweg niet meer aan. Niet toevallig noemt Holslag de volksrepubliek momenteel de meest geavanceerde politiestaat ter wereld. Tegen 2020 wil Xi Jinping 626 miljoen bewakingscamera’s met gezichtsherkenning in Chinese steden hebben geïnstalleerd, zodat de overheid ook weet wat elk individu doet.

Moeten we ons nu zorgen gaan maken over de rol van China? Als auteur van dit artikel, durf ik daar geen antwoord op te geven. Hoe dan ook neemt de invloed van China met de dag toe. Het is te hopen dat onze politici eens gaan kijken in de spiegel die China ze voorhoudt. Voorgaand schrijft iemand die een laptop van Lenovo heeft, wiens vorige gsm van Huawei was en er momenteel een van Xiaomi heeft, die hij via AliExpress heeft besteld! Waarschijnlijk kent de CCP dwars inmiddels ook.

 


terug waar ze (waarschijnlijk) vandaan komt

06/03/2019
🖋: 

Ze is terug! Nadat Bruegels Dulle Griet in 2017 naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) in Brussel was verhuisd voor restauratie en onderzoek, is ze na bijna twee jaar terug in Antwerpen. Ze hangt eindelijk weer dul maar opgefrist in het museum Mayer van den Bergh.

 

hoera voor de meester

De Dulle Griet is een werk van renaissanceschilder Pieter Bruegel de Oude uit 1563. Het werk bevond zich eind zestiende, begin zeventiende eeuw in een kunstcollectie te Praag, waar het tijdens de Dertigjarige Oorlog werd gestolen door Zweden. Pas in 1894 duikt het werk weer op en wordt het aangekocht door Fritz Mayer van den Bergh op een kunstveiling te Keulen. Zich bewust van wat hij kocht, deed hij een goed koopje. Tot op heden bevindt het schilderij zich in zijn collectie en is het te bezichtigen in het Museum Mayer van den Bergh.

Dit jaar wordt Bruegel in de verf gezet. In september is het 450 jaar geleden dat de Vlaamse meester overleed en dat wordt internationaal gevierd. Zo werd de Dulle Griet vóór haar thuiskomst nog even uitgeleend aan het Kunsthistorisch Museum in Wenen, waar ze deel uitmaakte van een overzichtstentoonstelling. Dit was tegelijk het startschot van het Bruegeljaar. Ook het Museum Mayer van den Bergh viert feest. Het is namelijk niet enkel Bruegels jaar, het is eveneens 125 jaar geleden dat Dulle Griet werd aangekocht.

 

 

dul, duller, dulst

Dul verwijst hier naar woede, razernij. De titel zou door Bruegel zelf aan het werk zijn gegeven, maar na de restauratie blijkt dat deze inscriptie slechts enkele toevallige verfvegen zijn. De Dulle Griet is de personificatie van de vrouw die de baas wil spelen over haar man, het kwade wijf, de helleveeg. Bruegel verwerkt ook hier zijn befaamde spreekwoorden in. De kijvende vrouw is zo vals, dat ze zelfs kan roven tot voor de poorten van de hel en er nog mee weg kan komen. De vrouw, die zo onbevreesd over het doek loopt, is letterlijk en figuurlijk in het harnas gestoken. Een beeld dat refereert aan ‘woedend zijn’. Met haar ijzeren handschoenen grijpt ze iets aan, wat betekent dat ze iets met doortastendheid vat. Voor wie er naar zoekt en wat kennis heeft over de oude spreekwoorden, wordt dit al snel een zoekpuzzel in Bruegels absurde en gewelddadige hel.

Op de achtergrond is Griets tegenpool te zien. Een reus die alles weggooit, in tegenstelling tot zij die pakt wat ze maar kan. Er wordt gespot met de man-vrouwrelatie en de stereotypen worden omgekeerd. Zij gedraagt zich als man, hij verspilt als vrouw. Dat wordt extra duidelijk gemaakt doordat Bruegel de reus in roze vrouwenkleding stak en hem een grote pollepel in de hand gaf, een stereotype van de huisvrouw. Het is niet abnormaal dat in de zestiende eeuw typerende karaktereigenschappen werden omgedraaid. De oorzaak hiervan lag waarschijnlijk bij het relatief groot aantal vrouwen dat op dat moment aan de macht was in Europa.

 

Het is niet abnormaal dat in de zestiende eeuw typerende karaktereigenschappen
werden omgedraaid.

 

Heel het schilderij is een grote hel. Overal waar je kijkt is er chaos. De horizon kleurt rood van het vuur. Het bruine landschap kreunt onder de voeten van de zondaars, duivelse schepsels en andere fictieve wezens. Vrouwen vallen verwoed helse wezens aan, terwijl anderen pakken wat ze kunnen. Aan de horizon komen nog meer stervelingen toe, naakt en weerloos. Vooraan in de sloot proberen wezentjes te ontsnappen uit de kaken van een levend gebouw. Ze proberen een ophaalbrug neer te halen, terwijl aan de andere kant een hopeloos verweer wordt getoond. Hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet. Het is een waar amusement voor het zoekend oog en de nieuwsgierige geest.

 

De Dulle Griet van Pieter Brueghel na restauratie (© KIK-IRPA | Museum Mayer van den Bergh)

 

 

 

in ere hersteld

Nu de restauratie ten einde is kunnen we ook onze kennis bijschaven. Zo is de datering van het werk aangepast naar 1563. Deze zou voordien twee jaar vroeger gedateerd zijn. Dit maakt wel dat onderzoekers zijn gaan twijfelen of het werk wel degelijk in Antwerpen is gemaakt. Bruegel verhuisde omtrent die tijd namelijk naar Brussel. Is het werk daar vervaardigd, is het onaf mee verhuisd of was het wél af? We zullen het niet snel te weten komen. Nu het werk weer is opgefrist, zijn details terug zichtbaar. Het kleurenpalet is lichter en gevarieerder, waardoor de dieptewerking ook weer hersteld is.

 

Momenteel is het werk te bezichtigen in Museum Mayer van den Bergh te Antwerpen. Vanaf 5 oktober zal de Dulle Griet deel uitmaken van een tentoonstelling over de twee collectioneurs, Fritz Mayer van den Bergh en Florent van Ertborn, die de fundering vormden van het Museum Mayer van den Bergh en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.

 

Meer informatie: www.museummayervandenbergh.be

 

 



de dwarsdoorsnede

05/03/2019
🖋: 
Auteur

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Op 4 maart speelde Troye Sivan in de Lotto Arena in Antwerpen. Samen met mederedactrice Margaux ging ik erheen. He’s here, he’s queer and I never want to leave.

“I got these beliefs that I think you wanna break“, hiermee zet Troye Sivan zijn concert in. Hij begint zijn optreden met het kalme Seventeen. Dat de Lotto Arena niet uitverkocht is, laten Sivan en zijn fans niet aan hun hart komen. De energie zit er al meteen in, het belooft een geweldige avond te worden. Ondanks de rustige start zit de sfeer er al meteen in.

Tijdens het eerste nummer blijven we nog op onze stoel zitten. Niet dat we niet willen rechtstaan, maar de mensen rondom ons blijven ook zitten. Maar wanneer Bloom als tweede nummer komt, kunnen we niet langer op onze stoel blijven. Margaux en ik zijn meteen trendsetters, nadat wij gaan rechtstaan staat ineens heel onze blok mee recht. Net als wij staat ook Troye Sivan op het podium alles te geven. Er is niets fantastischer om te zien dan een van je favoriete artiesten die zich volledig smijt op het podium en ook nog eens heel goed blijft zingen. Ook Plum is uptempo en brengt heel de zaal aan het dansen.

Na drie nummers snel op elkaar, neemt Sivan even een pauze van het zingen. Hij vertelt ons dat hij een grote fan is van Antwerpen en vanochtend door de straten gestept heeft. Sivan is een groot icoon voor de LGBT-community en zijn begroeting “Thanks for coming out tonight, or you know, just coming out”, wordt dan ook enthousiast ontvangen. Hierna wordt hij wat serieuzer en vertelt zijn eigen coming-outverhaal en de stress en angst die daarmee gepaard ging. Op 7 augustus 2010 kwam hij uit de kast tegenover zijn familie, op 7 augustus 2013 deed hij dat op YouTube toen hij nog een grote YouTube-ster was. Hij wil ons vooral de boodschap meegeven onszelf te zijn.

Heaven, een van mijn favoriete nummers, is een lied dat naar eigen zeggen zijn leven veranderd heeft. Heel de zaal zingt mee. Ik krijg bijna tranen in mijn ogen bij deze opvoering van het nummer en zing uit volle borst mee. Sivan bezorgt ons tijdens het lied ook ineens een krachtig beeld. Troye Sivan in een leren broek, die het nummer Heaven zingt vlak voor lichten in de kleuren van de regenboog. Iconischer gaat niet. “So if I’m losing a piece of me, maybe I don’t want Heaven”, het zijn de woorden waarmee Sivan wil zeggen dat je nooit iemand anders mag zijn dan jezelf.

Na nog een tweetal nummers brengt Sivan een van zijn eerste hits van zijn eerste album. Hij kondigde het aan met dat hij ons volledig los wou zien gaan. De zaal wordt inderdaad helemaal wild wanneer Sivan Wild begint te zingen. Opnieuw staat iedereen te dansen en te springen. Ook Sivan smijt zich, zoals de hele avond, ten volle.

Het kalme en ontroerende Postcard zingt Sivan na een kostuumwisseling een van de vele  plots vanuit een zetel die het podium opkomt. Een van zijn pianistes neemt de rol van Gordi over, eerder verving ze ook Alessia Cara (Wild) en later zou ze Ariana Grande (Dance To This) vervangen. Ook na dit nummer gaat Sivan de serieuze tour op en vraagt hij aan de zaal wie al eens een break-up heeft meegemaakt. Daarna vertelt hij ons over een break-up waarbij hij het had uitgemaakt en hoe slecht hij zich daarbij voelde. Bij wijze van verontschuldiging zingt hij daarna The Good Side, een nummer dat gaat over iemand die beter uit de break-up is gekomen dan de andere persoon.

Sivan is ook bijzonder interactief met het publiek, als voormalig YouTube-ster weet hij maar al te goed hoe belangrijk dat is. Hij laat heel de zaal Happy Birthday zingen voor iemand in het publiek die jarig is en feliciteert ook iemand die aankondigt dat ze gaat trouwen. Ook vraagt hij naar hoeveel talen we spreken en laat hij iemand ‘Thank you’ vertalen. Heel het publiek applaudisseert wanneer hij voorzichtig ‘dank u wel’ uitspreekt.

Ook bij – hoe kan het ook anders – Dance To This danst heel de zaal uitbundig mee. Troye Sivan weet als geen ander hoe hij zijn publiek mee moet krijgen. Hij zorgt ervoor dat een halve Lotto Arena aanvoelt alsof die stampvol zit. De sfeer is nog altijd uitgelaten en Sivan heeft aan energie nog steeds geen gebrek. Wij ook niet, wij hebben al heel de avond trouw meegezongen en gedanst.

Daarna vertelt hij ons dat het zijn laatste nummer van de avond is. Uiteraard geloven we hem niet en moet hij toegeven dat er nog een encore komt. Omdat hij echter al sinds zijn vijfde droomt van een popster te zijn, vraagt hij ons om te doen alsof. Zodat hij van het podium kan lopen en wij uit ons dak kunnen gaan. Natuurlijk willen we dat. Als ‘laatste’ nummer zingt hij dan Animal, een ode aan zijn vriend Jacob Bixenman, met wie hij ondertussen drie jaar samen is. Het is een heel ingetogen en prachtig gezongen lied en heerlijk expliciet een liefdeslied aan een jongen. Wat een geluk heeft Bixenman dat iemand zo’n nummer voor hem schrijft.

Tijdens zijn ‘geheel onverwachte’ encore brengt Sivan zijn grootste hits van zijn eerste album en van het recentste. “My youth is yours”, zingt heel de zaal uitbundig mee bij Youth. Het is onmogelijk om stil te blijven zitten bij dit nummer. Behalve dan voor de twee chagrijnige mensen naast ons van wie we ons al heel de avond afvragen waarom ze er eigenlijk zijn. De climax van het concert is weggelegd voor My My My! dat overloopt van de energie en adrenaline. Met pijn in het hart heb ik uiteraard door dat dit het laatste nummer van de avond is en ik kan allemaal maar hopen dat Sivan er een langere versie van maakt. Desondanks zingen we nog steeds uit volle borst mee en dansen we zo uitbundig als maar kan op het kleine beetje vloer voor onze stoelen.

Nee, de Lotto Arena was niet uitverkocht. Sivan is in België nog niet zo hard doorgebroken als in andere delen van de wereld. Met dit concert bewijst hij echter dat het dringend tijd wordt dat dat eens gebeurt. Het enthousiasme en de energie waarmee hij op het podium staat zijn ongeëvenaard. Laten we er volgende keer voor zorgen dat de zaal bomvol zit.

Oh en Troye? Wil je de volgende keer alstublieft Revelation zingen?