een blik op predictive policing

31/03/2020

Te midden van klimaatcrises, epidemies en politieke debacles staat ook de soms beangstigende vooruitgang van de technologie niet stil. De AI-opstand komt elke seconde dichterbij, maar voor we ons moeten beschermen tegen onze keukenrobots, onder leiding van admiraal Alexa, is het tijd om ons te buigen over de huidige big data revolution, meer bepaald wat de politie zoal met die data kan doen. Een van die toepassingen draagt de luisterrijke naam predictive policing. Excusez-moi, quoi? Professor Wim Hardyns, verbonden met UGent en UAntwerpen, licht toe.

Predictive policing is het voorspellen waar en wanneer de kans het grootst is dat er een crimineel feit zal worden gepleegd”, vertelt professor Hardyns. Die voorspellingen gebeuren op basis van data zoals criminaliteitscijfers, bevolkingsgegevens en geografische informatie als de ligging van horeca. Sciencefiction-liefhebbers krijgen nu misschien visioenen van een autoritaire politiestaat waar mensen al in de bak gaan voor een misdaad die nog maar de kiem van een idee was. Zo ver gaat de huidige technologie natuurlijk niet. Er worden enkel patronen gezocht in de omstandigheden waarin misdrijven voorvallen om zo te kunnen inschatten waar het gevaar het grootst is. Daar kan dan een extra patrouille op afgestuurd worden. Predictive policing zal nooit een terreuraanslag kunnen voorspellen, aangezien die – gelukkig maar! – niet al te vaak gebeuren. Een buurt identificeren waar een woninginbraak kan plaatsvinden kan wel omdat inbraken helaas veel vaker voorkomen.

Op zich kan je een politie-inspecteur met een stratenplan en een berg cijfermateriaal aan het werk zetten op zoek naar die patronen. De stortvloed van gegevens wordt echter zo groot dat we het buzzword big data wel moeten laten vallen. Je kan het raden: een computer kan het beter.

silicium breinen

Het ironische aan de opmars van artificiële intelligentie is dat de software die er momenteel in slaagt om telkens de menselijke mentale capaciteiten te overtreffen, geïnspireerd is op de werking van hersenen. Ook bij predictive policing wordt het zware werk gedaan door een zogenaamd neuraal netwerk. Neurale netwerken zijn bijzonder goed in het herkennen van patronen. Met andere woorden: je kan ze een hoop data geven over misdrijven en de omstandigheden erbij en het neurale netwerk maakt een intern model dat aangeeft waar en wanneer er een grotere kans op een misdrijf is. Dat interne model is helaas moeilijk te interpreteren, dus we kunnen alleen kijken naar de resultaten die eruit komen.

 

In Amerika worden de voorspellingen van de modellen bijna slaafs gevolgd.

 

Die resultaten valideren is dan ook een belangrijke onderzoekspiste voor professor Hardyns. In de VS worden al commerciële pakketten gebruikt voor predictive policing, maar er zijn nauwelijks cijfers beschikbaar om aan te tonen of die wel werken. “In Amerika worden de voorspellingen van de modellen bijna slaafs gevolgd”, zegt Hardyns. “Commerciële bedrijven houden zich er bezig met predictive policing, maar zo’n bedrijf wil in de eerste plaats winst maken. De tool wordt dan voorgesteld als de toekomst van het politiekorps zelve, dat de criminaliteit zal doen dalen. Is dat zo? Mogelijk, maar garanderen kan je dat niet. De bedrijven weten zelf óók niet of het wel klopt. De modellen moet je altijd combineren met andere bronnen, zoals de zachte informatie uit de praktijk. De wijkagent bezit essentiële informatie over zijn of haar buurt; dat mogen we niet aan de kant schuiven ten gunste van een computeranalyse.”

Een tweede onderzoekspiste ligt in de samenwerking met de politie. Zo kan de aanpak pragmatisch getest worden. Stel, de voorspellingen zijn correct, betekent dat dan ook dat er meer criminaliteit wordt opgelost aan de hand van de kaartsystemen die de modellen verschaffen? En is dat wel kostenefficiënt?

“Zeker op individueel niveau is dat niet eenvoudig te evalueren”, merkt Hardyns op. “Wat is toeval, bijvoorbeeld.” Gelukkig zijn er wel manieren om dat te beoordelen. “We werken met een experimenteel design waarbij we in sommige buurten predictive policing toepassen en in andere buurten niet. De vraag is dan of de criminaliteitscijfers in die twee buurten hetzelfde blijven. Zijn ze in de experimentele buurt lager dan in de controlebuurt? Dan is er een patroon en kunnen we voorzichtig stellen dat de tool een meerwaarde heeft.”

wat doen de blauwe uniformen?

Afgezien van Hardyns’ onderzoek wordt het in België nog niet veel in de praktijk toegepast. Woordvoerder Willem Migom van Politiezone Antwerpen vertelt: “De politie volgt de technologische evoluties op en werkt samen met UGent voor onderzoek naar onder andere predictive policing.” Informatieverwerking gebeurt bij de politie door de gespecialiseerde dienst informatiegestuurde politiezorg of IGPZ. Terugkerende lokale problemen kunnen ook geïdentificeerd worden door de wijkwerking. “Big data is niet echt nodig om onze pappenheimers te kennen.” Concreet: studentikoze overlast, om maar iets te zeggen, zal nog niet binnenkort door de computer voorspeld worden. “Dat is ook niet waarvoor de politie een tool als predictive policing zou gebruiken. Het is eerder ontworpen om efficiënt te kunnen patrouilleren, aangezien we natuurlijk niet overal tegelijkertijd kunnen zijn.”

 

Big data is niet echt nodig om onze pappenheimers te kennen.

 

Professor Hardyns bevestigt dat het verstandig is om niet ondoordacht die nieuwe technieken in te zetten. De software is inherent imperfect, en ook vanuit de praktijk sluipen er mogelijke fouten in. “Zowel bij de politie als bij het slachtoffer zijn er verschillende selectiemechanismen aan het werk. Een politiezone stelt haar prioriteiten, door bijvoorbeeld sterker in te zetten op drugsfeiten, en die keuzes worden weerspiegeld in de cijfers en statistieken. Ook aan de kant van de slachtoffers wordt er geselecteerd: een inbraak wordt bijna altijd aangegeven, anders komt de verzekering niet tussen. Huiselijk geweld daarentegen wordt een pak minder gerapporteerd. Jij en ik weten dat, maar een computer weet dat niet en zal dat bijgevolg niet verrekenen. Juist daarom is het broodnodig om zoveel mogelijk informatiebronnen te betrekken en je niet uitsluitend door de voorspellingen van de computer te laten leiden.”

de weg naar de politiestaat

Het beeld van de dystopische surveillance state is daarmee nog altijd niet volledig verbannen uit onze gedachten. Kan de privacy niet in het gedrang komen bij dergelijke technieken? Dan blijkt dat er een andere techniek bestaat waar professor Hardyns momenteel verder geen onderzoek naar doet: predictive profiling. “Daarbij wordt big data ingezet om individuen te screenen, terwijl predictive policing enkel algemene informatie bekijkt. Predictive profiling is daarom gevaarlijker: kijk maar naar de mensen die in 2017 de toegang tot Tomorrowland ontzegd werden. Een predictive-profiling-screening had alle tickethouders geanalyseerd en er enkele tientallen uitgehaald die mogelijk in verband konden gebracht worden met de terreuraanslagen in Brussel. Achteraf bleek dat het merendeel van de geviseerden er niets mee te maken had, maar het kwaad was al geschied: Tomorrowland gemist en een scène voor de ogen van hun vrienden. Voor we een systeem als predictive profiling kunnen gebruiken, zouden we het blindelings moeten kunnen vertrouwen, maar dat is bijna onmogelijk.”

 

Hoewel predictive policing zich baseert op objectieve cijfers als politiestatistieken, is het nog altijd niet zonder gevaren.

 

Er zijn wel andere mogelijke problemen. “Hoewel predictive policing zich baseert op objectieve cijfers als politiestatistieken, is het nog altijd niet zonder gevaren. Stigmatisering van bepaalde wijken is een reëel risico: als de politie in dezelfde buurten blijft patrouilleren, is het logisch dat de buurtbewoners zich geviseerd zullen voelen. Een ander probleem is het verplaatsingsgevaar. Als een dief ziet dat de politie constant aanwezig is in de ene buurt, raapt die logischerwijze zijn buit wel bijeen in een andere buurt. Op die manier los je de criminaliteit niet op. Daarvoor is samenwerking nodig tussen politiezones.”

criminele geesten

Nog steeds niet helemaal verlost van onze visioenen van een duistere cybertoekomst stellen we ons de vraag: wat als criminelen die predictive-policing-modellen gaan gebruiken om de politie te ontwijken? “De kans dat de huis-, tuin- en keukendief aan de benodigde data komt, is klein. Daarvoor zou hij de politie namelijk moeten hacken en over het algemeen zijn inbrekers geen hackers. Hackers hebben dan weer weinig boodschap aan de modellen van predictive policing: of een politieagent nu patrouilleert in een buurt of niet, maakt voor hem geen verschil. Het is een ander verhaal als de inbreker gaat samenwerken met een hacker. Georganiseerde misdaad kan zich er dus wél aan wagen.”

Voorlopig blijft dat nog toekomstmuziek. “Het is niet zo dat predictive policing onze samenleving criminaliteitsvrij zal maken”, merkt Hardyns op. “Wat het wél kan verbeteren, is de ophelderingsgraad. Veel misdrijven zijn eenvoudigweg niet bekend bij de politie, maar als we de patrouilles efficiënt kunnen inzetten aan de hand van predictive policing, kunnen we veel meer ophelderen. Criminaliteit zal altijd blijven bestaan – anders zou ik als criminoloog wel erg snel zonder werk zitten – maar we kunnen wel iets doen aan de berg aan misdaden die de politie nu voorgeschoteld krijgt.”



poëzie

31/03/2020
🖋: 

Zie je niet
Dat ik verdriet

Hoor je niet
Dat ik niet weet

Voel je niet
Dat ik niet voel

Dat ik verloren ben



kunst op de campus

25/03/2020
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken, valt te betwijfelen. Nu we zelfs geen poging tot museumbezoek meer kunnen wagen, komt het erop aan om maar braaf in ons kot te blijven en daar op queeste te gaan, op zoek naar veel te lang over het hoofd geziene kunstwerken. Nu ja. Als ze tegen het einde van de lockdown ons strot niet uitkomen dan.

Het slechte internet van de professor speelt mijn recht op onderwijs parten. Zij, en met haar ook de les, valt steeds weg. Daar zit ik dan, moedeloos, aan de keukentafel: de chat aan de rechterkant van Blackboard Collaborate houd ik met een oog in de gaten, het andere dwaalt doorheen de ruimte, alsof ik alles niet al duizend keer heb gezien. De houten tafel is in mijn hele leven nog geen enkele keer verplaatst, de halsstarrige varen tegenover me evenmin. De kastjes naast die plant ogen oud, maar zijn slechts recentelijk IKEA-gespuis. Boven hen hangen drie schilderijen, gezamenlijk (hoe solidair!) Fish van Hans De Booij. Als klein kind fascineerde het helgeel me, zocht ik koppig naar de vissen verborgen in de gele kleur, maar nu is het gewoon deel van het dagelijks decor. Er is een epidemie voor nodig om mij de dingen opnieuw te laten erkennen als wel degelijk bestaand, zo blijkt.

Hans De Booij is een Nederlandse zanger, bekend van nummers als Annabel en Een vrouw zoals jij. In 2001 werden de schilderijen die De Booij in zijn vrije tijd maakte, openbaar verkocht in een poging om zijn schulden aan zijn advocaat af te betalen. Een van die schilderijen belandde in mijn ouderlijk huis, een trotse gele parel aan onze keukenmuur. De drie schilderijen stellen, zoals de weinig verbloemende titel dapper durft te stellen, vissen voor, verdoken in het reliëf van het monochrome oppervlak. Heel eenvoudig zijn ze niet te vinden, maar de speelse lijnen van de haast karikaturale vissen zijn vrolijk genoeg om een zoektochtje waard te zijn.

Voor Fish heeft De Booij zijn eitempera boven gehaald. Tempera werd wellicht in Egypte uitgevonden rond het Romeinse tijdperk; sommige mummieportretten werden er namelijk mee geschilderd. Het is dus een zeer oude verfsoort, maar nog wordt ze gebruikt. Met reden: zodra ze droogt, is ze erg duurzaam en de frisse kleuren blijven aanspreken. Waar olieverf weleens transparant durft te zijn, wijkt de felle temperakleur nooit. Wel is schilderen met tempera een behoorlijke klus. Wanneer je een degelijke overgang van licht naar donker wil schilderen, ben je al snel luttele uurtjes kwijt. Hoogstwaarschijnlijk is dat minpuntje aan de techniek de reden dat oude schilderijen (lees: uit de tijd vóór olieverf uitgevonden werd) het met stijve figuren en minder vloeiende kleurovergangen moeten doen.

Niet dat die bedenkingen de schade van mijn hakkelende les kunnen vergoeden. Uit frustratie beëindigt mijn professor haar college; een mail met meer hoofdletters dan de pre-coronatijden me ooit hadden kunnen bieden, bereikt me al snel met een vervangopdracht. Het begint een gewoonte te worden, nu mijn te bolwerken werklast geheel afhankelijk lijkt te zijn van de router van mijn teerbeminde professoren. Dit leven binnenshuis met een overdosis aan academische berichten en een angstig oog op de coronagerelateerde notificaties van de nieuwsapp blijkt monotoner dan mijn aanvankelijk optimisme had doen vermoeden. Je kunt maar zo vaak de afwas doen, je kamer herinrichten of je kat strelen voor je er genoeg van krijgt. Zelfs skypen met de mensen die je steeds harder mist, wordt op den duur eentonig. Veel valt er tenslotte niet te vertellen: ja, nog steeds dezelfde coronatoestand, en nee, de digitale les liep weer niet van het leien dakje. Het serie-aanbod op Netflix is helaas nog altijd niet uitgebreid, dus ja. Heb jij nog wat gedaan? Geef toe, thuiszitten wordt op den duur ook saai. Al moet ik wel toegeven dat het me niet stoort dat ik tegenwoordig mijn huis nog eens degelijk bekijk – er hangt meer om te bekijken dan in de gemiddelde aula. Kunstzinnige condoleances voor de dodelijke verveling, ‘t is maar waaruit je troost put.



kunst op de campus

16/03/2020
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.

Ik noem mezelf graag een kunstliefhebber. “Dat kan mijne kleine ook!” zal niemand me ooit horen zeggen – de hypothetische kleine heeft het niet gedaan en zou het waarschijnlijk niet kunnen, argument onontvankelijk, dank u zeer. Zelf ben ik ook maar een amateur: mij moet je geen penselen, potloden of klei in de handen drukken, tenzij je graag wilt dat ik ze met enige welgemikte klunzigheid kapot krijg. Nee, liever schrijf ik gewoon een rist artikels om al mijn kunstgerelateerde meningen te verkondigen. Sommige werken vind ik mooi, andere niet maar raken me wel, naar nog andere werken kijk ik met enige verwarring. Un match avant et après uit 1969, een werk van Christian Dotremont en Mogens Balle dat vol trots aan de muur in het R-gebouw op de Stadscampus hangt, behoort tot de laatste groep, beken ik ten spijt. Misschien wordt het eens tijd om tot inkeer te komen.

Christian Dotremont was een Belgische schilder, dichter en graficus. Als algemeen secretaris van de avant-gardistische kunstbeweging CoBrA was hij een prominent figuur in de kunstwereld van de twintigste eeuw. Surrealisme was zijn grote liefde, net zoals kunstzinnige samenwerkingen. Uit die samenwerkingen vloeiden peinture-mots, combinaties van poëzie en schilderkunst. Dotremont was een visuele poëet: zijn karakteristieke handschrift tovert in samenspel met de penseelstreken van iemand anders een kunstwerk tevoorschijn. Partner van dienst voor Un match avant et après was Mogens Balle, een Deense kunstschilder en eveneens lid van de CoBrA-beweging. Aanvankelijk was hij voornamelijk een naturalist, maar na de Tweede Wereldoorlog richtte die zich op de abstracte schilderkunst. Ook hij stond bekend om zijn peinture-mots, wat zich uitte in een hele reeks aan samenwerkingen tussen Dotremont en Balle.

Un match avant et après is zo'n peinture-mot, te vinden in zes kleurrijke lithografieën en één colofon van papier. Dotremont en Balle drukten hun spontaniteit uit in heldere kleuren en haast cartooneske zwarte lijnen. Ook de typische fantasiewezens van Balle zijn terug te vinden op het werk, in de vorm van wat haast gestileerde kindertekeningen lijken. Het mentale automatisme van de maatschappij wordt op die manier ingeruild voor ongekunsteld experimenteren; elke felle kleur herbergt een scherp protest jegens esthetische normen, in de aanname dat zulke normen de inherent menselijke drang tot zelfexpressie onderdrukken. Wat is het nut van kunst maken als ze in een hokje past? Kunst gaat niet over mooi zijn. Kunst draait niet rond brave boodschappen met een sierlijk lintje eromheen. Nee, kunst is de mens en al wat hij of zij uitdrukken wil centraal stellen. Als er geen gevoel schuilt achter elke lijn die iemand op papier zet, is het geen kunst. En daarmee basta.

In die zin maakt het niet uit of enige kleintjes het zouden kunnen. Sterker nog, het is zelfs beter als de koter van hiernaast iets gelijkaardigs in elkaar zou kunnen flansen. Het gaat immers niet over de gepolijste vaardigheden die jan en alleman kan opdoen in de tekenschool, het gaat juist over de intrinsieke kunst die in ons allemaal zit. Het verschil tussen kunstenaar en kunstliefhebber bestaat niet, niet écht, en dat is juist de kracht van dit type kunst. Maakt het werkelijk uit dat het niet even ‘mooi’ is als een Rubens of niet even herkenbaar als een Matisse? Het zegt iets. Het herinnert elke student en passant eraan dat opkroppen verspilde moeite is. Voelen is een kunst op zich.



vijf Instagramaccounts die je zeker moet volgen

15/03/2020
🖋: 

Door Instagram scrollen, het is dezer dagen een bezigheid op zich. Ben jij een fervent Instagram-feedscroller? Lees dan zeker verder, want onze redacteur zet voor jullie haar favoriete accounts per thema op een willekeurig rijtje. Deze keer in de spotlights? Foodbloggers.

Profielfoto van nietnulaura@vanellasweets

Vanellasweets

Fan van koekjes, gebak en taart? Dan ben je bij Vanellasweets aan het juiste adres! De 22-jarige Ella uit Schilde beschrijft zichzelf dan ook als 20% student, 80% baking addict. Deze enthousiaste dame tovert de mooiste creaties uit haar mouw, bijna té mooi om op te eten. Koekjes in alle vormen, maten en kleuren en met allerlei vrolijke opschriften, ze doen je terstond watertanden vanachter je smartphone.

Met filmpjes en foto’s laat de event- en projectmanagementstudente je meekijken tijdens het bakproces en toont ze je nadien het resultaat. Van een prachtig gelaagde valentijnstaart tot een peperkoekenhuisje, er is geen uitdaging die deze hobbybakster uit de weg gaat. Heb je zelf ideeën of plaats je graag een bestelling? Eén adres!

 

Healthy Habits Celien

Deze 24-jarige diëtiste uit Meer (Hoogstraten) is jouw aanloop naar een gezonder leven. Voor een evenwichtige levensstijl moet je niet op dieet, aldus Celien. Alles draait om gezonde keuzes en gezonde gewoontes, en het is haar doel om mensen hierbij te coachen. Momenteel werkt Celien als pediatrisch diëtiste in het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en heeft ze haar eigen diëtistenpraktijk in Meer. Binnenkort wordt het uitbaten van deze praktijk haar hoofdberoep.

Op de Instagrampagina van Celien, healthyhabits.celien, komen haar twee passies tot hun recht: voeding en foodfotografie. Je kan er niet alleen genieten van mooie plaatjes maar ook inspiratie opdoen voor lekkere gerechten en deelnemen aan leuke winacties! Ook niet te vergeten zijn de shopvlogs waarmee Celien haar volgers regelmatig bedient, zo kan je per highlight een reeks aan gezonde producten terugvinden die in de desbetreffende winkels te verkrijgen zijn. Via Celiens website vind je bovendien een hele hoop recepten, reviews, tips en tricks terug die je op weg helpen naar een gezondere levensstijl.

Profielfoto van jehoortwatineenklaslokaal@healthyhabits.celien

 

Profielfoto van frommelrommel@befitbeawesomebylaura

Be fit, be awesome by Laura

Befitbeawesomebylaura is de Instagrampagina van Laura Van Den Broeck, voedingsdeskundige en sportcoach. Ben je niet vies van een springtouwchallenge, mooie foodfotografie en handige tips en tricks? Dan is deze goedlachse blondine jouw ‘volg’ waard. Op Laura’s website kan je naast recepten ook terecht voor workshops, coaching en work-outs.

Het eerste boek van Laura kan je alvast in de winkelrekken vinden. Naast gemakkelijke en gezonde recepten behoren ook work-outvideo’s en tips tegen voedselverspilling tot de inhoudstafel. Momenteel is Laura volop bezig aan boek nummer twee, dat vanaf oktober 2020 te koop zal zijn.

 

 

The Messy Chef Blog

The Messy Chef is het alter-ego van Jelle Beeckman, een 31 jaar oude kookverslaafde Gentenaar die emigreerde naar West-Vlaanderen. Op zijn profiel kan je je oog werpen op heerlijke gerechten, vaak gebracht met een lach en een zwans. De recepten vind je terug op zijn website, net als zijn reviews – ‘hot & not spots’ – en blogartikels.

Naast van een goedgevuld Instagramaccount en website is Jelle ook eigenaar van een foodtruck die hij samen met zijn broer Hans bemant op allerlei feesten. Krijg je maar niet genoeg van al dat watertanden? Vanaf mei 2020 ligt het allereerste boek van The Messy Chef in de rekken!

Profielfoto van eva_mouton@the_messy_chef_blog

 

Profielfoto van floordenil@mamasgezondetips

Mama’s Gezonde Tips

Katrijn Debruyne is van opleiding leerkracht voeding in het secundair onderwijs. Toen ze voor de klas stond, trachtte ze haar leerlingen steeds een gezonde levensstijl bij te brengen. Dit doet ze, als moeder van Madeleine en Wolraad, nu ook voor de talrijke volgers van haar Instagramaccount mamasgezondetips. Door middel van een open en aangename aanpak probeert Katrijn op een laagdrempelige manier zoveel mogelijk volgers – waaronder heel wat mama’s – te inspireren en motiveren. Haar missie? Iedereen laten genieten van gezonde maaltijden, en dit voor het hele gezin!

Tips voor uren (kook)plezier met kinderen, lekkere recepten en originele winacties, je kan ze allemaal terugvinden op het account én de website van deze ambitieuze mama. Ook test deze blogger regelmatig een product uit. Het resultaat hiervan kan je terugvinden op het bloggedeelte van haar website.

 

 

Benieuwd naar onze redacteur haar favoriete cartoonisten op Instagram? Dan kan je hier terecht.



de pathologie van een generatie?

12/03/2020
🖋: 

Agisme. Het was de wortel van een generatieconflict die bemest werd met ponden onbegrip, kilo’s koppigheid en een goede ton dwaasheid. Ergens tussen de ettelijke mortiergranaten en de zwermen BB-gunkogels zoefden allerlei verdoken, subversieve verwijten van het ene front naar het andere. Nu de geweerlopen enigszins afgekoeld zijn, is het misschien eens tijd om stil te staan bij de slotsom van de agressieve polemiek. Niet geheel onschuldig werd in volle strijd immers de opmars van narcisme vastgesteld bij en toegeschreven aan de jongste generaties. Geenszins is dit daarom een ontkenning van de generatiegebonden grootheidswaanzin zoals ik ze ook reeds kon waarnemen. Eerder dan dat is het een perquisitie naar de genese van de narcist. Hoe is de megalomaan ontstaan en hoe functioneert hij?

vader, moeder zult gij eren! over het didactisch directief

Geenszins wordt de violist geboren als een meester. Grotendeels wordt de kunst hem toegereikt en aangeleerd. Vanzelfsprekend vereist het meesterschap wel steeds een hoge mate van aanleg. Zonder talent is er immers geen sturing, geen intrinsieke beweegreden richting kundigheid. Even belangrijk, zo niet imperatief, is de begeleiding van deze aangeboren begaafdheid. Elk ongeleid projectiel maakt slachtoffers. Zo vergaat het ook hun die met een te grote portie zelfingenomenheid ter wereld komen. De opvoeding en sociale omgeving beïnvloeden ons het langst en het meest opdringerig. Net daarom zijn zij ook de fundamenteelste en delicaatste schakel in het hele proces.

Het begint al bij de eerste levensmomenten van een mens. Nu, dat de geboorte van een kind fierheid baart bij zijn ouders, is nog geen absurditeit, maar vaak gaat het veel verder dan dat. Al te frequent vervalt die prachtige trots in misplaatste hooghartigheid en het is een evidentie dat dat een slagschaduw werpt op de levensvisie van dat kind. Zoals Rafiki het deed met de piepjonge Simba in The Lion King, stellen ouders hun kinderen tentoon. En voorwaar, als het al geen koningen zijn, zullen het koningen zijn. Briljant, luisterrijk, fabelachtig en niet minder dan dat. Het is een nagenoeg manische trots en bij een naïef geloof blijft het niet. Dat hun kind het meest fantastische kind ter aarde is, wordt, jawel, fanatiek gepredikt ook. Wewe nugu, mimi hapana. Arme naïevelingen. 

Maar niet alle ouders dragen hun kind dermate hoog in het vaandel en toch vindt de grootheidswaanzin ergens een broedplaats. Zoek het niet verder dan de school. Tegenwoordig wordt de leerling van in de kleuterschool tot op de universiteit meer gepamperd dan zindelijk gemaakt. Neem het voorbeeld van evaluatiemomenten: elke fout wordt aangevochten. De noodzaak om zijn gelijk te halen werd de doodsteek voor introspectie. De eigen fouten werden de fouten van een amateuristische en bevooroordeelde docent. Arrogantie floreert – megalomane halsstarrigheid is troef! Ik zeg niet, haal de houten liniaal boven. Ik zeg, doe de eendjes niet geloven dat zij zwanen zijn.

Bovendien is het niet louter een hiërarchisch proces. Sociale media zijn namelijk voor de narcist gefundenes Fressen. Ze zijn als een visvijver vol complimentjes: hij wordt er bejubeld door zijn 'gelijken'. Het blauwe licht van ledschermen maakt en houdt de narcist in ons wakker; er worden rivieren gecreëerd van de eigen beeltenis. Het debiet aan likes doet ook het bloed sneller stromen. Bestemming? Een tijdelijk gevoel van zelfvoldaanheid – de orgasmische endorfinerush van elke navelstaarder. Evenwel zijn die schermen niet veel meer dan zwarte spiegels: het zelfbeeld wordt erin vervormd. De narcist wordt op die manier niet meer als mens geboren en getogen, maar in zijn hoofd als primus zonder pares. De tragedie van de narcist is in de eerste plaats niet zozeer dat hij is, maar dat hij wordt.

Sophocles zonder Perikles: over het averechtse effect van politieke impasses

Opvoeding beperkt zich niet louter tot de sociale omgeving. Ook het politieke klimaat waarin iemand opgroeit is fundamenteel voor de ontwikkeling van zijn ideeëngoed. Vaak ontstaat er een haat-liefdesrelatie waardoor de eigen ideeën ofwel sterk ingaan tegen het eigen systeem, ofwel daar verder in gaan. De narcist komt in West-Europa tegenwoordig in aanraking met een democratie die stevig onder druk staat. En dat mag geen verrassing zijn. Of het nog steeds het minst slechte systeem is, zullen sommigen zich daarom ook ongetwijfeld afvragen. Laat het alleszins vaststaan dat de chaos die de huidige politieke markt kenmerkt, niet zonder gevolgen kan zijn. Immers ontbreekt het ons aan sterk leiderschap binnen een egalitair en inclusief systeem om de democratie in goede banen te leiden. Nog steeds domineert de personencultus de politiek, maar niet langer krijgt men waar voor zijn geld. Beloftes worden met beloftes afgekocht. Het woord van de politicus is niet resistent tegen inflatie. Ik zeg niet, breng terug de autocraat. Ik zeg, democraten, herpak uzelf.

Het ontbreekt mensen nu immers aan leidersfiguren om te volgen en daar vloeit bijna automatisch uit voort dat er nieuwe, gevaarlijke leiders de takkenbundel opnemen. Wie het niet ontbreekt aan zelfingenomenheid, voelt zich genoodzaakt zijn eigen leider te zijn, omdat volgens hen elk, beter alternatief ontbeert. In zekere zin zijn narcisten ook noodzakelijke leiders. Zij zien de zaken immers groots, vluchten niet in bescheidenheid en mea culpa’s. Niet per se zullen hun ideeën beter zijn, laat staan haalbaar, maar wat vaststaat, is dat het sterke leiders zullen zijn. Of ze ook het hoofd kunnen bieden aan de steeds groter wordende problemen is nog maar de vraag. Alleszins emancipeert hij van het democratische gelijkheidsideaal en dat opent deuren. Het gevaar schuilt echter in de infectiviteit van zijn politieke deviantie. Want wat zal de bestemming zijn van onze geliefde democratie, van haar gelijkheidsideaal, ook al blijken die in sommige gevallen nadelig? De tragedie van de narcist is in de tweede plaats niet dat hij is, maar dat hij misschien wel vereist is.

Zarathoestra en de Pentateuch: over het levensbeschouwelijke vacuüm

Zoals eerder gezegd, overspoelen niet alle ouders hun kinderen met hun eigen megalomanie. In vele gevallen werpen zij zich op de knieën, niet ter aanbidding, of verafgoding, maar uit ouderlijke dienstbaarheid en nederigheid. Maar waarom kan die dienstbaarheid of nederigheid niet met gelijke munt worden terugbetaald? Welnu, dat het de narcist ontbreekt aan nederigheid, is niet enkel deel van zijn natuur. Het gebrek aan een overkoepelend levensbeschouwelijk ideaal, daarvoor is zijn cultuur aansprakelijk. Natuurlijk is het wel zijn aard die hem verhindert om daar verandering in te brengen, maar dan is het grootste kwaad reeds geschied. 

In de abrahamitische religies zijn overgave en dienstbaarheid condicio sine qua non. Maar de narcist vernedert zich niet, hij daalt niet meer uit het wolkendek neer eenmaal hij daar is. Hem wordt niet langer een hand boven het hoofd gehouden, zijn gedachten vinden geen dak. Het is een hand waarin alom niet meer wordt geloofd. De narcist vult noodgedwongen het vacuüm op door enkel nog te geloven in zijn eigen hand. Zo emancipeert hij tegelijkertijd van het gelijkwaardigheidsideaal. En omdat de narcist zich op die manier verdoemt tot een spiritueel-ontologische eenzaamheid, is dat zijn laatste tragedie: niet dat hij is, maar dat hij alleen is. Alleen en onbegrepen, als een god in een mensenlichaam.



vijf Instagramaccounts die je zeker moet volgen

09/03/2020
🖋: 

Door Instagram scrollen, het is dezer dagen een bezigheid op zich. Ben jij een fervente Instagram-feedscroller? Lees dan zeker verder, want onze redacteur zet voor jullie haar favoriete accounts per thema op een willekeurig rijtje. Deze keer in de spotlights? Cartoonisten.

Profielfoto van jehoortwatineenklaslokaal@jehoortwatineenklaslokaal

jehoortwatineenklaslokaal

Throwback naar je middelbareschooltijd? Dan ben je bij Je hoort wat in een klaslokaal van Arnoleon aan het juiste adres. Deze Leuvense leerkracht en kersverse papa tekent de meest hilarische, eerlijke en herkenbare situaties bij elkaar. De rode draad? Alledaagse gebeurtenissen die uit het leven van een leerkracht gegrepen zijn. Ook de zwangerschap van levensgezellin Marianne kwam aan bod, en sinds kort mag je er zijn avonturen als papa van Ellis bij tellen. Aan zelfspot, flauwe mopjes en typerende taferelen geen gebrek.

Zin in meer? Begin oktober brengt Arnoleon bij Van Halewyck zijn allereerste boek uit, een 167 pagina’s tellende samenvatting van zijn beste tekeningen over het wel en wee op de middelbare school.

 

Niet Nu Laura

Antwerps cartooniste en illustrator Laura Janssens is de leading lady achter Niet Nu Laura. Wat je op haar account mag verwachten? Dagelijkse stripjes van haar karakter Laura; met pizza, katten en kerst als enkele van haar meest favoriete onderwerpen. Klinkt de uitspraak ‘Fokking tomatte’ je bekend in de oren? Net zoals de ‘ma eih’-sticker werd deze uitspraak door Laura gelanceerd. Sinds kort kan je op sociale media ook enkele gifs van haar terugvinden, waar bijvoorbeeld Amerikaans actrice Reese Witherspoon al gebruik van maakte.

In 2018 bracht Laura haar eerste boek uit met de voor de hand liggende titel Niet Nu Laura. Julie Vranckx bracht in augustus samen met Laura het boek (Over)leven op Tinder, de gênantste survivalgids voor onlinedating, op de markt. In tussentijd verzorgde ze onder andere ook nog de illustraties van het Crazy-Cat Lady boek.

Profielfoto van nietnulaura@nietnulaura

 

Profielfoto van frommelrommel@frommelrommel

Frommelrommel

Quotes, uitspraken of wijze raad nodig? Neem zeker even een kijkje op de pagina van Frommelrommel. Het jonge vrouwelijke brein achter dit account, speelt graag met woorden en ontwerpt kleding. Onder het motto ‘Ne frommel a day & ge voelt u (weer) oké’, bundelde ze haar lieve, herkenbare en vrolijke frommels in het boek Missie zorgen opzij, beschikbaar in de winkel vanaf september 2019.

T-shirts, postkaarten of stickers met je favoriete quotes? Die kan je op de kop tikken op haar eigen Etsywebshop!

 

 

Eva Mouton

Deze freelance illustrator en cartooniste herken je misschien van haar wekelijkse getekende column Eva’s gedacht in De Standaard. Eva staat erom bekend overal wel een tekening op te kunnen zetten. Zo maakt ze prachtige muurtekeningen, illustraties bij boeken, stoffen, postkaarten, buttons, enzovoort. Hiervoor werkt ze ook vaak in opdracht. Een leuke samenwerking is nooit ver weg, onlangs ontwierp ze nog een exclusieve kidscollectie voor Veritas.

Op haar Instagrampagina vind je iedere dag de leukste cartoons terug, hieruit spreken voornamelijk eerlijkheid en herkenbaarheid. Met Het leukste van Eva, bracht ze in 2018 een vormgegeven lustrumboek uit, mét afwrijfplaatjes.

Profielfoto van eva_mouton@eva_mouton

 

Profielfoto van floordenil@floordenil

Floor Denil

99,99% autobiografisch. Zo noemt Floor de cartoons waarin ze haar frustraties, geluksmomentjes, observaties en gedachten deelt met haar Instagramvolgers. Het werk van deze studente uit Halle is te herkennen aan de blauwe lijntekeningen. Stokventjes zijn dus nooit ver weg. Eenvoud heerst en herkenbaarheid is troef.

Voor meer werk van Floor, waaronder schilderijen, kan je terecht op haar webshop.

 

 

 

Benieuwd naar onze redacteur haar favoriete foodbloggers op Instagram? Dan kan je hier terecht.



kunst op de campus

09/03/2020
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.

“Je hebt een goede dienst gedraaid, vriend.” De woorden, optimistisch van aard, fatalistisch in toon, verlaten mijn mond als zwaluwen die de kille winteroorden willen verruilen voor een warmere schuilplaats. De brok in mijn keel trekt niet weg. Iedere dag begroette ik hem, iedere dag stond hij daar. In weer en wind. Onverschrokken. Namen kende hij niet, gezichten des te meer. Geen student aan de Stadscampus ontkwam aan zijn alziende blik. Al was hij geen Big Brother, nee, hij was een rasechte herder der studenten. Geprevelde gebeden waren geen noodzaak; hij luisterde als een gelijke, met een mespuntje meer ervaring. Nimmer een oordeel, nimmer een scherpe berisping; slechts de stilte van begrip.

Zíjn naam kenden we wel: De Hedonist, geboren in 1995 uit de noeste arbeid van Monique Donckers. Donckers is in de eerste plaats een beeldhouwster, maar schildert ook sinds een aantal jaren. De Hedonist had een tweelingbroer in levensgroot beton, in vuur en vlam gezet te Boechout voor de performance opening van kunstmanifestatie Buiten Beelden Boechout. De heer om wie wij hier rouwen, was een langer leven beschoren, zij het alsnog veel te kort. Zijn naam was zijn levensdoel, het advies dat hij aan elke verloren ziel meegaf die hem tegenkwam: een leven gewijd aan genot, is het leven waard. Hij verhuisde naar de binnenplaats van het R-gebouw, als was het om de studentenbevolking toe te fluisteren meer te doen met haar studententijd dan te panikeren om de summa cum laude. Vergeet niet te leven, jongeheer, jongedame. Meer dan hij ooit kon doen, ingesloten door het universitaire panopticon.

De stormachtige omhelzing van Ciara deed hem de das om; zijn paradoxale stoïcisme jegens haar hartstocht leidde tot een godsverlaten passiemoord. De brokstukken van zijn ziel zweven nog over de binnenplaats van het R-gebouw, gehuld in de nevelen der rouw. Ongewild slachtoffer van zijn onthoofding was een onschuldige tegel, nevenschade van de meest tragische soort. De plaats delict bleef lange tijd na de moord onaangeroerd, de wreedheid der natuur als een omen voor komende stormen. O, hoe hardvochtig wij trachten te leren uit onze blootstelling aan de dodelijke botbreuken van een ander. Of is het gewenning die ons in staat stelt om het algeheel creperen om ons heen elke onzalige ochtend weer in het vizier te nemen? Ik weet het niet, wil het niet weten; de hybris van een bestaan in alle vrijheid is me een doorn in het oog. Alsof het hopeloos is, haast. Onguur weer des levens krijgt ieder klein: zelfs de sterkste meneer valt ten prooi.

De onvermoeibare gang van het leven roept vragen op, kwesties waar zelfs de hoogst gelauwerde professor de tanden op stukbijt. Wat doe ik hier aan de universiteit als alles zo snel voorbij gaat? Wat als de furie van de volgende donderbui míj uit de wereldse hemel haalt, een contemporaine Icarus? Heb ik dan al het potentieel in mij vervuld door in halflege aula’s naar dreunende professoren te luisteren en ongeveer de helft ervan in een onleesbaar gekrabbel te vereeuwigen in mijn incoherente notities? Heeft het nut om daarover na te denken? De Hedonist stond daar niet bij stil: hij trotseerde onweders zonder zich zorgen te maken over de gevolgen van zijn hardnekkigheid. Is dat wat ik moet doen? Of is het overlijden van mijn steun en toeverlaat een onheilspellende hint van de meneer daarboven dat het juist anders moet? Ik weet het niet. Laat me op mijn knieën vallen voor het lege voetstuk waarvan hij zo gracieus gedonderd is. Het voelt zo leeg. Een boodschap zoeken lijkt ergens niet op zijn plaats: alsof kunst alleen maar mooi mag zijn als ze onbreekbaar is. Maar misschien is het onmogelijk om te genieten als je niet fragiel genoeg bent om de consequenties daarvan te ondervinden. Oorzaak, gevolg. Actie, reactie. Leven, sterven en dan verdergaan.



waarom je ook moet stemmen als er maar een kandidaat is

09/03/2020
🖋: 
Auteur extern

Anthony Longo


Je hebt er misschien al van gehoord, misschien ook niet: ‘de rectorverkiezingen’. Studenten die al wat strepen hebben verdiend (lees: academiejaren overleefd hebben) aan UAntwerpen herinneren zich mogelijks nog de rectorverkiezingen tussen Herman Van Goethem en Johan Meeusen in 2016. Anderen zijn zich van geen kwaad bewust en liggen nog lang niet wakker van wie nu wel of niet de nieuwe rector wordt. Maar laat je niet misleiden: als student heb je zeker een belangrijke stem hierin! Anthony Longo, voorzitter van de Studentenraad, geeft tekst en uitleg bij de rectorverkiezingen 2020.

In de Nederlandse taal zien we het woord ‘rector’ voor het eerst opduiken in 1320 als ‘rectoor vander hogher scolen van Bruessele’. De betekenis van het woord lijkt niet fundamenteel veranderd, aangezien het nog steeds verwijst naar het hoofd van een hoger onderwijsinstelling, maar de rol van een rector aan een universiteit vandaag de dag is zeker anders dan die van een rector aan pakweg een negentiende-eeuwse universiteit. In de afgelopen eeuwen en vooral decennia hebben universiteiten steeds meer een business model aangenomen. Een universiteit staat niet langer enkel in het teken van zuivere kennisverwerving, maar moet een financieel budget gezond beheren, moet een sterke en competitieve speler zijn in haar regio en moet steeds meer aan dienstverlening doen naar studenten, personeel en de samenleving toe. In die zin is de taak van een rector in de eenentwintigste eeuw aanzienlijk gegroeid. De rector moet de universiteit draaiende houden, zoals een CEO dat doet met zijn bedrijf, maar neemt ook vaak de externe vertegenwoordiging van de universiteit op zich. En dat is natuurlijk niet niets.

Herman Van Goethem heeft nu vier jaar mogen genieten van het rectorschap van UAntwerpen. Op 31 augustus 2020 loopt zijn eerste termijn af, maar hij blijkt er nog niet genoeg van te hebben. Midden januari kregen we te horen dat professor Van Goethem, voor velen bekend door zijn colleges ‘Politieke en institutionele geschiedenis van België en de Nederlanden’, opnieuw en ditmaal de enige kandidaat is om zijn termijn op te volgen. Een beleid voeren, vernieuwen en opbouwen heeft tijd nodig volgens Van Goethem. Initiatieven zoals de korf verbredende vakken hebben vier jaar werk gekost vooraleer ze effectief uitgerold werden. Er staat nog te veel op de planning om te laten passeren, zo luidt het. Een hernieuwing van zijn kandidatuur voor 2020-2024 was daarom voor hem een logische stap.

 

een stem voor iedereen

Verkiezingen, da's iets met stemmen, zeker? Inderdaad! Iedereen aan UAntwerpen, dus ook jij zal een stem kunnen uitbrengen voor de rectorverkiezingen. Tot en met 2016 werd de stemming steeds georganiseerd volgens kiesmannen en -vrouwen per faculteit. Althans, dat was gebruikelijk voor de studenten, Assisterend en Bijzonder Academisch Personeel en Administratief en Technisch Personeel, terwijl alle professoren wel zelf stemrecht hadden. Dat verandert vanaf nu. Voor het eerst zullen alle leden van de universitaire gemeenschap, inclusief studenten, hun stem kunnen uitbrengen, met uitzondering van creditcontract- en uitwisselingsstudenten.

Maar, hoor ik zeggen, waarom stemmen als er maar een kandidaat is? De democratische legitimiteit van de rector is van groot belang voor onze universiteit. Daarom moet Herman Van Goethem ook als enige kandidaat meer dan vijftig percent van de uitgebrachte stemmen zien te behalen. Er is immers ook de optie om blanco te stemmen. Met een stem voor Van Goethem druk je je vertrouwen uit dat hij naar jouw mening in de lijn van de vorige jaren een goed beleid zal voeren voor UAntwerpen. Als de kandidaat minder dan vijftig percent behaalt, zal een tweede en, indien nodig, een derde verkiezingsronde plaatsvinden. De opkomst is hierbij ook van belang, waardoor de stem van de student niet onderschat mag worden.

 

cum laude of gebuisd?

Je vraagt je wellicht af hoe je op iemand moet stemmen als je niet op de hoogte bent van de beleidsvisie van de kandidaat of van de omgang van de rector met zijn personeel en studenten. Dat is inderdaad niet evident. Net daarom organiseerde de Studentenraad in samenspraak met VABAP (Vereniging van Assisterend en Bijzonder Academisch Personeel) drie evenementen onder de naam ‘Het Grote Rectorexamen’. Het laatste debat van deze reeks werd live opgenomen en is te bekijken op de website van de Studentenraad. Daarin presenteert de rector zijn beleidsvisie voor 2020-2024, waarna een Q&A over de belangrijke thema’s van de verkiezingen volgt. Als je een neergeschreven tekst verkiest, dan kan je terecht bij de nota die de rector heeft opgesteld. Ook daarvoor kan je terecht op onze website.

Wat vragen we nu concreet van jou als student? Tussen maandag 9 en vrijdag 13 maart zal je je stem kunnen uitbrengen, blanco of voor Van Goethem. Dit doe je door op Blackboard het tabblad ‘Rectorverkiezing’ te openen. Grijp deze kans en laat je stem horen als UAntwerpenstudent! Het is misschien niet zo spannend als de tweestrijd van vier jaar geleden, maar het is een kans om te tonen aan onze Rectoor dat wij als studenten er staan. Hoeveel procent aan vertrouwen de rector wint, bepalen wij tenslotte mee!



de dwarsdoorsnede

01/03/2020
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Op 17 februari bracht dwars een bezoek aan het Kortfilmfestival van Lingua in Theater Elckerlyc, waar een interessant gamma films werd vertoond. 

de vork in de steel – Timon Verbeeck

Deze kortfilm is behoorlijk geregisseerd voor een film die door liefhebbers van de kunst is gemaakt. De schoonheidsfoutjes kunnen gemakkelijk over het hoofd worden gezien dankzij de geslaagde humoristische verhaallijn over een vorkenkleptomaan. Er wordt in afwachting van de punchline zeer bewust gespeeld met de spanning. Wanneer dan eindelijk duidelijk wordt hoe de vork in de steel zit, kunnen maar weinig kijkers een lach onderdrukken.

 

fruity murders – Laure Van der Donck

Van der Donck blijkt een capabele regisseur en voert verschillende cameratechnieken bijna vlekkeloos uit. De verhaallijn, die de titel zeker eer aandoet, is echter minder geslaagd. Zonder achtergrond komt een verhaal waarin mensen worden aangevallen met fruit namelijk vaag over bij het publiek. Ook het acteerwerk zorgde eerder voor verwarring dan duidelijkheid.

 

untitled – Caroline Van Thiflo

Tijdens de aankondiging lijkt Untitled een artistieke, licht experimentele film. Na enkele minuten kijken wordt echter duidelijk dat het om niet-authentieke ideeën gaat die niet bijzonder goed werden uitgevoerd. Zo hadden de makers hun camera niet consequent onder controle. Tot slot rijst de vraag: hoeveel mensen hebben nood aan nog maar eens beelden van een slank, wit meisje dat zich wentelt in stedelijke eenzaamheid?

 

humanity – Aaron Rombouts

Rombouts wil ons een flinke dosis maatschappijkritiek voorschotelen, maar de boodschap komt niet volledig aan. De technieken en het acteerwerk zijn inconsistent. Daarnaast spreken de personages geregeld onvoldoende verstaanbaar. Die drie zaken tezamen zorgen voor breuken in de kijkervaring en verwarring bij het publiek. 

 

memoires of Iceland – Biko De Wolf

Als je twijfelt om naar IJsland te vertrekken, zal deze film je zeker kunnen overhalen. De beelden zijn simpelweg prachtig en goed gemonteerd. Spijtig genoeg neemt de kwaliteit van het geheel lichtjes af wegens de povere uitspraak van het Engels in de voice-over. 

 

sugarcoating – Tess Van der Sanden

Het idee achter de film is misschien een beetje abstract, maar dankzij een goede uitvoering van de verschillende aspecten die bij filmmaken komen kijken, komt het wel tot zijn recht. Het geheel kwam oprecht over en presenteerde artistiek interessante beelden. De boodschap, die iedereen aanmoedigde om zichzelf te zijn, maakt de film mooi af. 

 

gezegd en gezwegen – Tim Truyens

Truyens weet duidelijk waar hij mee bezig is. Alle elementen zijn goed uitgewerkt en het geheel komt zowel realistisch als artistiek over. Vooral zijn omgang met geluid valt op vanwege de spanning die ermee wordt gecreëerd. De enige opmerking die kan worden gemaakt, is dat er niet meteen iets vernieuwends te vinden is in de film. 

 

nieuw jaar – Lenny Somers

Het verhaal gaat over de ups en downs in een relatie tussen twee jonge vrouwen. Daarnaast bevat de film enkele metafilmische momenten die een innovatieve toets aan de verhaallijn geven. In combinatie met het draaien van de film op cassetten creëert Somers een stijl die we niet vaak te zien krijgen. Het intieme gevoel dat de film oproept, is zeer welgekomen.

 

wonder – Flore Pensaert

Met Wonder doet Pensaert een erg mooie poging om het taboe omtrent miskramen te doorbreken. Het feit dat de mensen die hun verhaal doen in deze film niet in beeld willen komen, zorgt voor een obstakel in het filmmaken. Pensaert gaat hier echter goed mee om en maakt gebruik van de situatie om haar talent voor het omgaan met beeld te tonen. Hoewel het beeld en het geluid dus niet synchroon zijn (aangezien we de stemmen horen van het koppel dat liever niet in beeld wilde komen), wordt het verhaal wel oprecht en in zijn geheel verteld. 

 

het mooiste meisje van de wereld – Brecht De Groot

Het verhaal is leuk en de techniek is goed. Dat maakt een film echter niet origineel. Het 'mooiste meisje van de wereld' is blond, slank, wit en heeft blauwe ogen... O, wat een verrassing! Op de uitwerking valt dus weinig aan te merken, maar de boodschap is aan de flauwe kant.

 

Geïnteresseerd in Lingua's Kortfilmfestival? Hier vind je er meer over!