Humans of UAntwerpen

07/12/2020
🖋: 
Auteur

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker. 

Geschiedenis studeren, een boek schrijven, een trauma verwerken én verantwoordelijke beeld en redacteur zijn bij dwars. Sophie Van Reeth, een jonge vrouw van eenentwintig, wordt gekenmerkt door haar zwarte wing, rode lippen en haar jurkjes of rokjes gecombineerd met leren botjes en jas. Ze heeft een schuchtere, maar toch intimiderende blik die je ogen doorboort. Soms lijkt het alsof Superwoman de aula binnenstapt, maar die naam verdient ze vooral door wat ze op korte tijd verwezenlijkt heeft. Sophie schreef Genoeg Gezwegen, een verzameling getuigenissen over seksueel misbruik en geweld, waarbij ze in het voor- en nawoord de maatschappelijke pijnpunten rond het thema bespreekt. Met haar boek wil ze de aandacht trekken van beleidsmakers en justitie, maar bovenal zorgen voor betere hulpverlening.  

Sophie verzamelde zes getuigenissen van lotgenoten, maar ze vertelde ook haar eigen verhaal. “Ik heb me in die periode van seksueel misbruik heel alleen gevoeld, omdat ik in mijn omgeving nooit erkenning heb gekregen voor mijn ervaring. Veel slachtoffers kunnen troost en steun halen uit het groot sociaal vangnet dat ze hebben. Ik had dat niet, ik werd niet serieus genomen. Die dubbele teleurstelling die ik te verwerken kreeg, hakte er echt wel in. Misschien vind ik dat zelfs erger dan wat me overkomen is. Als uitlaatklep ben ik beginnen schrijven. Het was een beetje mijn eigen therapie, maar het hielp ook om me niet langer alleen te voelen. Toen is de bal aan het rollen gegaan en ging ik op zoek naar lotgenoten die ook hun verhaal wensten te vertellen.” 

Het was een zoektocht om andere verhalen in een verschillende context te vinden, want Sophie plaatste geen zoekertje online. “Ik heb lang stilgehouden dat ik bezig was met het schrijven van een boek. Daardoor was het voor mij een extra uitdaging om slachtoffers van seksueel misbruik te vinden. Uiteindelijk is het me gelukt om via via mijn zes andere hoofdstukken in te vullen. Ik heb vijf vrouwen en een man geïnterviewd en heb geprobeerd hun verhaal zo authentiek mogelijk te vertellen. Daardoor zijn er natuurlijk stijlbreuken doorheen het boek, maar zo maak je de verhalen sterker en puurder in mijn ogen.” 

Sophie wilde samen met de anderen een sterk statement maken om aan te tonen dat ze veel meer zijn dan slachtoffer alleen: ze zijn overlevers. Toch werd ze in diverse interviews wel zo afgeschilderd. “Ik kreeg de indruk dat het de interviewers puur om de sensatie te doen was. Dat is jammer, want ik schreef dit boek juist om duidelijk te maken dat wat we hebben meegemaakt een trauma voor het leven is, maar dat het niet langer in elk aspect van ons leven centraal staat. Iets in ons is geknakt, maar dat wil niet zeggen dat we niet meer kunnen opstaan. Misschien heeft het ons juist wel ergens naartoe gebracht.” 

Naast alle interviews waaronder in het bijzonder een bij Tom De Cock op de Boekenmarathon, een initiatief van VRT en Boek.be, heeft Genoeg Gezwegen voor Sophie nog andere deuren geopend. Zo werd haar gevraagd om bachelorproeven van Toegepaste Psychologie over seksueel misbruik te beoordelen. Het is dus duidelijk dat een boek heel wat kan teweegbrengen. Maar ze heeft er ook opofferingen voor moeten doen. “Ik moest mijn derde bachelorjaar Geschiedenis in twee splitsen omdat ik heel actief met het boek bezig was. Ik ben examens blijven afleggen, maar het was zeker niet simpel om de knop van het schrijven even uit te schakelen. In de zomer heb ik de volle focus op het schrijven van Genoeg Gezwegen gelegd. Ik bleef dus in mijn kot, niet door corona maar door mijn boek.”  

Maar het begon natuurlijk niet bij het succes, het begon bij het proces. Toen ze haar verhaal aan het schrijven was, heeft Sophie zich aangesloten bij een praatgroep van PUNT. VZW, een organisatie die zich inzet voor een betere ondersteuning van slachtoffers die te maken krijgen of kregen met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daar voelde ze zich voor het eerst begrepen omdat iedereen daar hetzelfde lot had ondergaan. Sinds de lancering van haar boek is Sophie ook vrijwilliger bij PUNT. VZW. Samen proberen ze niet alleen slachtoffers te helpen, maar willen ze vooral politieke verandering teweegbrengen. Met Genoeg Gezwegen heeft Sophie op dat vlak een krachtig signaal uitgestuurd. “Schaamte overheerst bij slachtoffers, maar ook het taboe rond seks is nog altijd niet doorbroken. Wij willen duidelijk maken dat er een maatschappelijk mentaliteitsprobleem is en dat er dringend nood is aan verandering.” Daarnaast wil Sophie er ook voor zorgen dat iedereen kan definiëren wat hem of haar is overkomen. “Het heeft bij mij ook een tijdje geduurd, maar intussen kan ik zeggen dat wat ik heb meegemaakt wel degelijk seksueel misbruik was. Dat was een opluchting.” 

Waar Sophies vele engagementen zullen stoppen? Nergens en nooit. Ze verzekert ons dat ze nog lang niet uitgeschreven is, in welk genre dan ook. Sophie blijft hoe dan ook druk, maar vrolijk en gepassioneerd bezig en wil op zoveel mogelijk projecten haar stempel drukken. Zelf is ze er nog niet uit of ze in het geschiedenislandschap blijft plakken, maar we zullen haar sowieso nog tegenkomen. Als ze al geen furore maakt in de literatuur, dan rijst haar ster wel in de journalistiek.  

 

Voor meer informatie over seksueel grensoverschrijdend gedrag kan je terecht op www.puntvzw.be



Bierman

07/12/2020
🖋: 

De pastor en het bier, er is geen duo dat meer onafscheidelijk is. Als pastorale superheld schrijft Gert Van Langendonck ons met zijn geestelijk vernuft op weg naar de beste smaken in het bierlandschap. Prosit!

Bierman is een man van de wereld. Bijgevolg is hij er zich van bewust dat in die wereld voor sommige mensen nog andere dingen bestaan dan bier. Politiek bijvoorbeeld, wat cafépraat is zonder de bijhorende maatschappelijke relevantie. Of cultuur, hoewel iedereen weet dat dit begrip uiteindelijk voltooid werd door De Koning Drinkt van Jacob Jordaens. Alle hedendaagse cultuuruitingen mogen volgens Bierman gerust als een voetnoot bij dat schilderij worden beschouwd. En dan is er nog muziek natuurlijk, wat voor de leken nog het best te omschrijven valt als een soort Netflix zonder beeld. Mensen die muziek maken, heten in het algemeen muzikanten en in minstens één specifiek geval ook Michael Jackson en laat daar nu net het kalf gebonden liggen. 

Het is bijzonder jammer dat Michael Jackson (1958 – 2009), de King of Pop en de zanger met instortende neusvleugels, dezelfde naam draagt als Michael Jackson (1942 – 2007), de Beerhunter en redder van Belgisch bier. De eerste staat in de bierwereld namelijk voor wat grensoverschrijdend tasten naar het kruis en gênante maanpassen, de tweede is een halfgod en de auteur van twee imponerende bierbijbels: The World Guide to Beer en het latere The Great Beers of Belgium.  

De inhoud van deze twee revolutionaire boeken valt goed samen te vatten in drie korte ideeën:  

  1. Het is mogelijk om alle bieren onder te verdelen in categorieën, ook wel soorten genaamd. 
  2. Heel de wereld drinkt Pils of Guinness (Stout). Alle andere biersoorten komen uit België. 
  3. Een bier is goed omdat het bestaat. Over smaak valt niet te twisten. 

Het is de grote verdienste van Jackson dat hij Belgisch bier op de kaart zette in de wereld. Tot diep in de jaren negentig zou Belgisch bier goed zijn omdat het simpelweg Belgisch was. Helaas zou door de enorme impact van zijn boeken in één beweging ook alle verdere kritische bierjournalistiek overbodig worden. De rol van een bierjournalist bestond er in die tijd in om geliefd te blijven in de kleine gemeenschap van brouwers en bieraficionado’s. Dat deed de journalist onder andere door in eindeloze variaties uit te leggen waarom een bepaald bier alweer fenomenaal goed is.  

Pas met de intrede van de sociale media en de opkomst van de Craftbieren wereldwijd ontstond er ruimte voor wat meer kritische stemmen. Maar in tegenstelling tot film-, boek-, game- en zowat alle andere vormen van kritiek zijn negatieve meningen van recensenten over een specifiek bier nog steeds erg zeldzaam. Zelf aarzelt Bierman overigens totaal niet om pakweg Kasteel Rouge of Hertog Jan Primator brol te noemen. Dat is inderdaad subjectief, maar aangezien Bierman voorzitter is van zijn eigen subject, vormt dat voor hem geen belemmering. Integendeel: het zal ongetwijfeld anderen helpen om tot de waarheid te komen. De wereld na Michael Jackson zaliger ziet er alvast helemaal anders uit.  

Overigens kent de tweede aflevering van de bekende tv-documentaire Willy’s en Marjetten een gastoptreden van Michael Jackson. Verkeerdelijk wordt ervan uitgegaan dat het hier om de bekende zanger gaat. De zwarte pruik en het gebruik van langspeelplaten als kledij zouden de minder aandachtige kijker inderdaad op het verkeerde been kunnen zetten. Maar de King of Pop zou natuurlijk nooit bier gedronken hebben, terwijl deze versie vlijtig en vrolijk een paar flessen Orval achteroverslaat en dus kan de conclusie niet anders zijn dan dat het hier om niemand minder dan de Beerhunter zelf gaat. Orval is natuurlijk het beste bier ter wereld. Ook dat is subjectief. Of om het met de woorden van Michael Jackson zelf te zeggen: “It don’t matter if you’re black or white, als’t maar te zuipen is, drink ik het op jong”. Of nog: “Dat we zo nog lang meugen meugen en nog goed kunnen kunnen, zoals ze dat in Neverevereverland zeggen”.  

 



een zetelverslag

06/12/2020
🖋: 

Ieder jaar organiseert Lingua, de departementsclub van Taal- en Letterkunde & Wijsbegeerte, haar befaamde cultinaire avond. Met optredens van getalenteerde vrijwilligers en dessertjes tijdens de pauze is het de ideale combinatie van cultureel en culinair genot. Maar ook hier gooide corona roet in het nagerecht. Wat normaal gezien een gezellige samenkomst is van Linguanen en andere cultuurliefhebbers, werd nu een online evenement. Het leek op het eerste zicht heel wat minder sfeervol dan de gewoonlijke samenkomst. Toch was het de moeite waard en dwars was zowel op het virtuele podium als in het publiek aanwezig. 

Met nog een paar minuten te gaan voor de start van het evenement was ik tegelijkertijd popcorn aan het maken — het enige ietwat zoete wat ik nog kon vinden op mijn kot — en mijn laptop aan het opstarten. Het is eens iets anders dan aanschuiven en bijkletsen met vrienden. Om 20u werden we zoals gewoonlijk verwelkomd door de presentatoren, ditmaal echter in een vooraf opgenomen filmpje. Ondanks een klein gebrek aan spontaneïteit slaagden ze erin om me, zoals altijd, aan het lachen te brengen. Daarnaast werd ook de reactiekolom al snel een vrolijke bedoening met mensen die reageerden op de acts en op de interactieve posts die Lingua had voorbereid. Wilde je bijvoorbeeld altijd al weten welk dessertje jij bent? Moeke Lingua had het antwoord voor je klaar. 

Aan sfeer geen tekort dus, maar wat met de acts? Getalenteerde studenten met velerlei culturele talenten konden op voorhand filmpjes insturen waarin ze het beste van zichzelf gaven. Zoals meestal het geval is, kwamen hier voornamelijk muzikanten op af. Tino, onze hoofdredacteur, bracht een liedje met zijn gitaar, waardoor ik me heel even op vakantie aan een kampvuur waande. Cohzee Music zorgde dan weer voor een klein feestje op mijn kot en Ruben & Rozemarie lieten me helemaal wegdromen met enkele Nederlandstalige nummers. Verder waren er toch ook enkele indrukwekkende niet-muzikale optredens. Martijn toverde bijvoorbeeld niet alleen een nieuw T-shirt tevoorschijn, maar ook een lach op mijn gezicht. Daarnaast voelden ook enkele getalenteerde poëten zich geroepen om hun stem te laten horen. Vooral Bert Sales Sigarra viel op vanwege zijn interessante teksten en overtuigende performance. 

Het merendeel van de acts vormden dus muzikanten die zongen en gitaar of piano bespeelden. Dat is zeker leuk, maar een beetje meer afwisseling met bijvoorbeeld dans of theater was wel fijn geweest. Natuurlijk is het moeilijk om dat zomaar te regelen. Gelukkig gingen de muzikanten en poëten die meededen wel voor uiteenlopende stijlen. Daarnaast fluctueerde ook het niveau van professionaliteit, maar dat is net de charme van de cultinaire avond. Aan het einde werden er bijvoorbeeld bijna professionele videoclips getoond van een band. Hun muziek was niet per se beter dan die van sommige anderen, maar door de aard van de filmpjes vielen ze nogal uit de toon. 

Het geheel was dus zeker de moeite waard – als je in de zetel gaan zitten en laptop opendoen al echt ‘moeite’ kan noemen. Natuurlijk was het fijner geweest om alles in het echt te bewonderen, maar voor nu was het een goed alternatief. Misschien is online zelfs wel beter dan fysiek: je kan het geheel nog steeds herbekijken via de Facebookpagina van Lingua! Perfect voor wanneer je eens iets anders wil dan alweer Netflix of Disney+ of weet-ik-veel-wat. Ten slotte is het ook het ideale excuus om je favoriete dessertje nog eens in huis te halen. 
 



de dwarsdoorsnede

06/12/2020
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Uitzonderlijk hanteert dwars deze keer geen fileermes maar een gekarteld taartmes om chocolade te maken van theaterstuk De Kersenvla van gezelschap Abbatoir Fermé.

Na Hamlet en Gonzo dacht ik te weten wat te verwachten van Abattoir Fermé. Hoewel deze verwachtingen op veel vlakken juist waren, werd ik toch wederom van mijn rood fluwelen stoeltje geblazen door de onvoorspelbaarheid die hun stukken zo geniaal maakt. De Kersenvla laat je twee uur lang oprecht lachen, genieten en nadenken. Regisseur en schrijver Stef Lernous slaagde er wederom in om een zeer entertainend en inhoudelijk interessant stuk op de planken te brengen.  

De Kersenvla is een metatoneelstuk waarin een theatergezelschap uit het oude Rusland repeteert voor De Kersenvla, geschreven door Danny Tsjechov. U kan het waarschijnlijk al raden, Danny is de halfbroer van niemand minder dan de gevierde theaterschrijver Anton Tsjechov. De onzekerheid die Danny heeft ontwikkeld ten gevolge van het succes van zijn broer is de aanzet voor de humor van het stuk. Daarnaast hebben alle andere personages uitgebreide en absurde achtergrondverhalen die met veel humor en emotie aan bod komen. Zo ontstaat een verhaallijn die niet recht is, maar eerder op de tekening van een peuter lijkt. De Kersenvla is daarom niet voor iedereen weggelegd. De genialiteit schuilt namelijk net in zijn absurde verloop. Abattoir Fermé is niet bang om van de hak op de tak te springen. Dat moet je durven. De acteurs vertrouwen erop dat het publiek wel mee zal gaan in hun gedachtegang. Wanneer je dan als toeschouwer besluit om erop te vertrouwen dat zij de weg kennen, wordt het een geweldig avontuur. 

Het verhaal begint als een rustige repetitie waarin de personages elkaar wat leren kennen. Tegelijkertijd maakt de toeschouwer zo kennis met de personages: de onzekere schrijver, een regisseur met controleproblemen en drie bizarre acteurs met zeer uiteenlopende carrières. Al snel wordt duidelijk dat ze geen van allen mentaal stabiel kunnen worden genoemd. Zo volgt de ene zenuwinzinking of woede-uitbarsting na de andere. Toch slagen de acteurs erin om het geheel luchtig te houden. Er wordt namelijk afgewisseld met rustigere speelscènes waarin de humor er misschien minder dik op ligt, maar die eens zo grappig zijn omdat je er soms even over moet nadenken. Verder duiken af en toe muzikale onderbrekingen op, al dan niet met dans erbij, die zowel lach- als indrukwekkend is.  

Al deze elementen komen enkel tot hun recht dankzij het talent van de acteurs. Ze zetten stuk voor stuk hun rol zeer overtuigend neer. Niettemin is het duidelijk dat de jongste actrice (Ellen Sterckx) nog wat kan leren van haar collega’s. In het bijzonder Chiel van Berkel kan een zaal opeisen op een manier die slechts voor een klein percentage acteurs is weggelegd. De overtuigende performances van de acteurs zijn cruciaal voor dit soort stukken. Met zo veel onvoorspelbare of absurde elementen moet het publiek namelijk keer op keer worden meegetrokken in hun wereld en de cast slaagt daar telkens opnieuw in.  

Dankzij de manier waarop Stef Lernous toch een zekere opbouw construeert, wordt de continue afwisseling niet vermoeiend of te verwarrend. De gekheid barst niet op een exact moment los. Je voelt het zitten, vangt er glimpen van op en beetje bij beetje komt de absurditeit in al haar glorie dagzomen. De kersenvla lijkt symbool te staan voor de chaos. Hoe meer gekkigheid, hoe meer kersenvla er wordt verorberd op het podium. Zo blijkt er toch een rode draad te zijn in de wervelwind aan situaties. Als je wil begrijpen wat er allemaal aan de hand is, zal je waarschijnlijk op je honger blijven zitten.  Als je bereid bent om helemaal op te gaan in de chaos, zal je voldaan naar huis gaan na De Kersenvla



de Antwerpse lezerscommunity

22/11/2020
🖋: 

Op zoek naar leestips, leesplekken of literaire activiteiten in het Antwerpse of zin om jouw eigen ervaringen te delen? Dan kan je sinds april terecht op de website van Antwerpen Leest, de Antwerpse lezerscommunity ondersteund door de eigen Stadslezers. Wie zijn ze, wat doen ze en wat drijft hen? dwars ging in gesprek met de bezielster van het project. 

Wat in 2016 startte als een experiment van Stad Leuven en Cultuurconnect om na te gaan wat een lokale lezerscommunity nodig heeft, resulteerde niet veel later in het initiatief Leuven Leest. Want wat bleek: de Leuvenaar had nood aan het delen van leestips, een overzicht aan activiteiten, literaire artikels en het samenbrengen van de verschillende partners uit de literaire sector. Naast Leuven, Gent en Brugge Leest zag ook Antwerpen Leest al snel het levenslicht. 

 

online vriend op café 

Stadslezers, dat zijn lokale en authentieke Antwerpenaars. “Je zou kunnen zeggen dat we hiermee het digitale equivalent van een vriend op café willen nastreven. Het persoonlijke aspect is heel belangrijk, de opbouw van een netwerk ook”, aldus Karen Milants. Karen (35), Coördinator streetart en Community Manager van Antwerpen Leest, is hét aanspreekpunt voor de meer dan 434 stadslezers die Antwerpen momenteel rijk is. “Simpel gezegd brengt het online platform graag een bundeling van wat er lokaal, in onze stad, leeft.” 

Antwerpen Leest biedt de kans om leestips te delen, maar ook fijne leesplekken, literaire activiteiten en artikels kunnen uitgewisseld worden. “Met Antwerpen Leescafé willen we ook offline banden smeden door de organisatie van workshops, lezingen of ontmoetingen met auteurs. Vanwege COVID-19 werden de eerste edities noodgedwongen vervangen door een digitaal alternatief”, vertelt Karen. “Daarnaast proberen we met de redactie van Antwerpen Leest de artikelpagina gevuld te krijgen met interviews, verslagen van boekvoorstellingen en andere bijdragen, volledig bedacht en gemaakt door de stadslezers zelf.” 

 

behoefte aan matchmaking 

Ook de samenwerking met het literaire veld is cruciaal volgens Karen: “Dankzij de oprichting van werkgroepen met partners en organisaties, zoals bibliotheken, boekhandels, literaire organisaties, het onderwijs en noem maar op, kunnen we nagaan wat zij concreet nodig hebben.” Er is in het veld dan ook behoefte aan matchmaking. “Een overzicht bieden, elkaars noden kennen en die kunnen opvangen, organisaties onderling aan elkaar verbinden en inhoudelijke samenwerkingen creëren, ook dat is Antwerpen Leest”, licht Karen toe. “We willen het lezen in Antwerpen zichtbaar maken.” 

Streams is bijvoorbeeld een project dat voortkomt uit deze samenwerkingen. “Behoud de Begeerte is deze zomer gestart met het opnemen van literaire voorstellingen, interviews, lezingen en boekpresentaties om die toch toegankelijk te maken voor de geïnteresseerden. De opnames worden gratis aangeboden via de website van Antwerpen Leest. Intussen is het project trouwens ook opengetrokken naar andere organisaties zoals het Letterenhuis en de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.” 

 

stijgende interesse 

Karen merkt een forse toename bij studenten die zich kandidaat stellen, maar Antwerpen Leest is er voor iedereen: “Jong en oud, iedereen is welkom om als stadslezer een steentje bij te dragen. Zo zijn de leeftijden van de jongste en oudste stadslezers thans respectievelijk 19 en 76 jaar. Ook het aantal stadslezers blijft groeien, op dit ogenblik zijn het er al 434!” 

Momenteel telt het online platform maar liefst 591 leestips en werden er al 38 leesplekken aangeraden. Cijfers die dagelijks stijgen — binnenkort ook met jouw tips? 

 

 

Interesse om zelf een Antwerps Stadslezer te worden? www.antwerpenleest.be



frontman Niels Braeckmans aan het woord

22/11/2020
🖋: 

Niels Braeckmans (21) is een opkomend artiest, pianoleraar, student aan het conservatorium van Gent en nog veel meer. In maart 2020 lanceerde zijn band, Trapped Ants, zijn eerste EP: Rising Down. De volgende plaat verschijnt hopelijk in de lente van volgend jaar. Er wordt nog niets strikt vastgelegd, want zolang corona onze levens domineert, bestaat er geen zekerheid voor beginnende bands. In dit interview vertelt Niels over zijn muzikale carrière en hoe hij die tijdens deze uitzonderlijke periode verder probeert uit te bouwen.  

Kan je kort uitleggen hoe jouw muzikale carrière zich heeft ontwikkeld? 

Mijn muzikale carrière is begonnen op de klassieke muziekschool in Grobbendonk en Zoersel. Ik heb daar 10 jaar klassieke pianolessen gevolgd. Na het middelbaar ben ik pop-jazzpiano gaan studeren aan de Jazzstudio, een soort privéconservatorium in Antwerpen. Sinds dit academiejaar studeer ik aan het conservatorium van Gent poppiano.  

Wanneer ben je je eigen muziek beginnen maken? 

Ik denk dat ik zestien was toen ik voor het eerst iets schreef wat je een song zou kunnen noemen. Dat begon met het op muziek zetten van mijn eigen Nederlandstalige gedichten. Die zijn op termijn geëvolueerd naar Engelstalige nummers. Daarnaast ben ik ook beginnen producen en heb ik andere instrumenten leren bespelen, zoals gitaar en basgitaar. Zo begonnen mijn nummers echte producties te worden. Toch had ik het gevoel dat ik mijn muziek solo niet helemaal kon brengen zoals ik wilde. Daarom besloot ik een band op te richten, maar eigenlijk zijn we momenteel een duo. Ik werk namelijk samen met een drummer, Alexander van Eeckhoutte, die ik via het internet heb leren kennen. Ik kende geen drummers in de buurt en ben dan maar op zoek gegaan via YouTube. Daar heb ik Alexander gevonden die zot genoeg was om ja te zeggen op mijn plannen, hoewel die toen totaal geen toekomstperspectief hadden. 

Verloopt die samenwerking dan goed als jullie elkaar op voorhand nog niet kenden? 

Verbazingwekkend genoeg voelen wij elkaar eigenlijk perfect aan. Op muzikaal vlak is er echt een klik, daarnaast we hebben ook dezelfde visie over wat we graag willen bereiken en hoe we dat best aanpakken. We maken al onze opnames zelf met ieder ons eigen opnamemateriaal. Zelfs voor corona werkten we dus eigenlijk al vanuit ons eigen kot. 

 

Zelfs voor corona werkten we eigenlijk al vanuit ons eigen kot.

 

Komen jullie dan wel samen om te oefenen en experimenteren of niet? 

Nu ik erover nadenk klinkt het inderdaad wel raar dat we niet samenkomen, maar het klikt echt heel goed op muzikaal vlak. Ik maak meestal een demo die ik naar hem stuur met wat achtergrondinformatie en uitleg over waar ik er drums bij wil. Dan stuurt Alexander drumtracks terug en die zijn altijd zoals ik het in gedachten had of zelfs nog beter. De samenwerking verloopt dus zeer vlot. 

Jullie eerste plaat, Rising Down, is uitgekomen in maart tijdens de lockdown. Hoe verliep dat dan? Hebben jullie veel plannen moeten omgooien? 

Ja, we waren van plan om op 16 mei een releaseoptreden te doen, maar dat is natuurlijk niet doorgegaan. We hebben dus weinig aan promotie kunnen doen. Toch ben ik wel tevreden met de luistercijfers die de muziek al heeft gehaald. Ondertussen is ze in totaal zesendertigduizend keer gestreamd, dat is al wel mooi voor een groep die nog nooit heeft kunnen optreden. 

Als beginnende artiest moet je waarschijnlijk continu momentum opbouwen. Heb je het gevoel dat je door de crisis misschien momentum bent kwijtgeraakt?  

Ik denk dat het een geluk bij een ongeluk was dat we daar nog niet te veel mee bezig waren. Het optreden op 16 mei moest de start zijn. Ons eerste momentum moeten we daarom nog beginnen opbouwen, waardoor we het juiste tijdstip kunnen afwachten. Er was gelukkig nog niet veel opgebouwd dat kon worden onderbroken door corona.  

Er is een tweede plaat op komst. Weet je al hoe de release daarbij gaat verlopen? 

Ik ben momenteel bezig met de opnames van de tweede plaat. Die wordt langer dan Rising Down en gaat ook een andere richting uit. We focussen nu op de stijl waar we als Trapped Ants echt naartoe willen. We zijn beiden grote rockfans en dat hebben we tot nu toe nog niet zo in onze muziek kunnen laten horen. De muziek die al verscheen, is voornamelijk pop, maar daar proberen we van af te stappen. Een releasedatum is er nog niet en die zal afhangen van het verloop van de coronacrisis. We moeten namelijk kunnen samenkomen voor fotoshoots, om videoclips op te nemen en voor andere promotie-evenementen. We willen ook echt het juiste moment afwachten om het momentum op te bouwen waar je daarnet naar verwees. We willen zeker zijn dat alles vlot kan verlopen voor we er weer aan beginnen. De enige zekerheid is dat de release voor de eerste helft van 2021 zal zijn. 

Op je 21 al aan je tweede plaat werken is niet niks. Van waar haal je je inspiratie voor al die muziek? 

Er zijn een paar manieren waarop ik word geïnspireerd. De belangrijkste bron is alles wat er in mijn leven gebeurt en dan vooral zaken waarmee ik worstel. Muziek schrijven is voor mij bijna therapie. Ik doe het om moeilijke zaken een plaats te kunnen geven en de gevoelens erbij te kunnen uiten. Verder komt er soms ook wel inspiratie uit de natuur of andere muziek die ik hoor, maar mijn eigen problemen zijn toch de belangrijkste bron. 

 

Muziek is de oorzaak van mijn problemen, maar ook de oplossing ervoor.

 

Wat voor problemen kom je dan tegen? 

Een van mijn grootste uitdagingen is de balans tussen werk en ontspanning. Vroeger was muziek een vorm van ontspanning, maar nu is het ook mijn werk geworden. Daardoor kom ik in een vicieuze cirkel terecht waarbij ik muziek maak om me goed te voelen, maar me soms ook slecht voel door de stress die erbij komt kijken nu alles zo serieus is. Muziek is de oorzaak van mijn problemen, maar ook de oplossing ervoor. Die wisselwerking is heel vermoeiend. Ik denk dat ik me daardoor soms wel op het randje van een burn-out bevind.  

Is er dan niets anders dan muziek maken wat je graag doet? 

Ik sport ook wel graag, maar ik ben bijvoorbeeld gestopt met voetbal om meer muziek te kunnen maken. Momenteel doe ik wel elke ochtend aan fitness. Nu ik erover nadenk, doe ik wel veel dingen graag, maar ben ik eigenlijk een heel sober iemand. Ik haal plezier uit de kleine dingen zoals fietstochtjes en spelen met mijn kleine broertjes. Verder luister ik natuurlijk ook graag naar muziek. Dat is het eerste wat ik doe wanneer ik opsta en het laatste wat ik doe voor ik ga slapen.  

Heb je ook een boodschap die je graag zou overbrengen met je muziek of is het puur een manier om je gevoelens te uiten? 

Ik ben op dit moment een redelijk naar binnen gekeerde songwriter, maar ik hoop natuurlijk dat mijn muziek anderen het gevoel kan geven dat ze niet alleen zijn. Het zijn thema’s waar zeker nog andere mensen mee worstelen. Ik zing erover omdat dat mijn manier is om zaken te verwerken, maar misschien kunnen anderen uit de muziek wel de moed halen om te praten over hun problemen of er op zijn minst een beetje troost in vinden.   



kunst op de campus

15/11/2020
🖋: 

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is. 

De gangen van UAntwerpen zijn lang. Soms smalle steegjes, soms brede lanen. Waar de een je uitnodigt tot een nimmer eindigende weg der kennis, lokt de ander je met een zoetgevooisde stem richting levensvergallende schoolvakken die meer buizen dan kennis verschaffen. Ik verdwaal soms, zelfs na al die jaren, steeds weer mijn erbarmelijk oriëntatievermogen uitmakend voor het vuil van de straat. De indeling kan van gebouw tot gebouw behoorlijk verschillen, maar gelukkig hebben we de 1100 kunstwerken om ons de weg te leiden. Onder de wegwijzers van de Stadscampus valt Lost van Ysbrant, een schilderij dat de volledige muur vult tussen gebouw B en de bibliotheek.  

Ysbrant van Wijngaarden is een Nederlandse schilder, geboren in 1937. Als kunstenaar stelt hij zichzelf voor met de naam Ysbrant, soms Ysbrant.17. Tegenwoordig woont hij in Antwerpen, wat te merken is aan de aanwezigheid van zijn werk in 't Stad. Zo kan Jazzcafé ‘De Muze’ aan de Melkmarkt pronken met een fresco van zijn hand. Ook werkte hij aan verschillende achterdoeken voor theatervoorstellingen van Antwerpse theatergezelschappen. Ysbrant is een moeilijk in hokjes te steken beest, maar het expressionisme lijkt hem het best van al te passen. De persoonlijke ervaring van Ysbrant, maar evengoed die van de toeschouwer is van belang. Willekeurig aandoende regels van de realiteit zijn minder reëel dan de anarchie van emotie. 

Lost is een tempera op doek uit 2009. Het grote doek beeldt een vrouw uit, dwalend door een betoverd woud vol spoken, doodskoppen en graven. Aan de rechterkant zie je de jager, klaar om de protagonist van Lost te redden. Nu ja, mits we het reguliere stramien van de sprookjes volgen natuurlijk. Lost laat het begin en het einde van alle verhalen los, laat de toeschouwer staren naar het midden, geduldig wachtend op enige interpretatie. Is de jager een redder of is hij de oorzaak van alle graven in het bos? Is de vrouw werkelijk verloren of is dit haar thuis? Het schilderij is een verhaal en de student op weg naar de bibliotheek wordt stante pede benoemd tot vertelstem van het hele gebeuren.  

Tussen de hard aanvoelende zwarte lijnen door zijn de gebruikte kleuren zacht. Uitnodigend lila, donkergroene natuur en helderblauwe rivieren herinneren aan boswandelingen op frisse ochtenden, de momenten waarop je je hoofd kan leegmaken en de vrede kan vinden met jezelf, de wereld, en, weet ik het, complexe verkiezingen en een tweewekelijks maatregelencarrousel. Bij de eerste blik die je op het doek werpt, voeren de kleuren de boventoon, maar later ... later komen de mensen omhoogdwarrelen in de wirwar van penseelstreken en kleuren, en daarna nog de sinistere geesten en graven. Lost eist tijd op vooraleer ze zich laat begrijpen, vooraleer ze toelaat zichzelf bevattelijk te maken voor een passant. Waar de vrouw zich verloren waant in het bos, wanen wij ons dat al helemaal door de omvang van het doek en door de uitgestrektheid van alles wat het schilderij ons wil vertellen. Maar toch niet helemaal: Lost geeft ons de leiding over wat ze te zeggen heeft. Ysbrant legt niets op, enkel het verzoek om te vertellen wat wij erin zien.  



wat kan je doen tegen voedselverspilling?

15/11/2020
🖋: 

Yoghurt die een dag over de houdbaarheidsdatum is, een bruine banaan die je met volle overtuiging kocht om deze week toch eens gezonder te eten en de harige tomaat wiens haardos Elvis zou benijden. De kans dat je die producten zonder erbij na te denken in de vuilnisbak gooit is groot en daar ben je niet alleen in. Elk jaar gooien Belgen zo een 3,8 miljoen ton aan voedsel weg. Dat komt neer op 345 kilogram per persoon. De afgelopen jaren is er een groeiend bewustzijn rond voedselverspilling ontstaan en bijgevolg veel initiatieven die de nadruk leggen op het voorkomen ervan. Apps, webwinkels, hashtags — ze komen allemaal aan de beurt.  

Zo’n initiatief is allereerst de app Too good to go die samenwerkt met supermarkten en de horeca om aan een verminderde prijs producten of klaargemaakte maaltijden met een beperkte houdbaarheidsdatum aan de man te brengen. Met de app kan je last minute voor de dag zelf maar ook voor de dag erna kopen. Van de meeste pakketjes krijg je slechts een algemene omschrijving van de inhoud wat maakt dat je lekkers een verrassing blijft. Zo kan je op een smakelijke en voordelige manier zelf iets tegen de groeiende afvalberg doen. Naast voedsel zijn er af en toe ook leuke buitenbeentjes bij, zoals planten, kokosazijn en bloemboeketten. 

Om de app te testen schafte jullie trouwe redacteur zich een pakketje aan van een supermarkt waarvan de naam onvermeld blijft, maar hij rijmt op 'malaise'. Too good to go is lekker overzichtelijk en makkelijk in gebruik. Dezelfde dag nog, om vijf minuten voor sluitingstijd, schoof ik hoopvol op allemaal lekkers aan de kassa aan. Ik kreeg vriendelijk een doos eten in de armen geduwd. Missie voltooid. Het pakketje dat ik ontving kostte me vier euro en bevatte genoeg voor vier à vijf maaltijden voor een alleenwonende kotstudent. Zowel aardappelen als vlees als groentjes kwamen aan bod en zowel mijn maag als portefeuille waren blij.  

Een ander initiatief van supermarkten zijn stickers met prijsverlagingen op producten met een korte houdbaarheidsdatum. Op die manier stimuleren ze hun klanten om toch nog het laatste bakje pastasalade en olijfjes mee te grissen op weg naar de kassa.  

 

sjokoladestafies 

Op specifiek Antwerpse bodem — want de rest is parking — is er Rekub. De organisatie heeft, naast enkele pop-uprestaurants, een webwinkel waar ze chocoladerepen verkoopt met een vulling van groente en fruit dat anders weggegooid zou zijn omwille van esthetische redenen. Met leuke Afrikaanse namen als Alleenloper (vrijgezel, n.v.d.r.) en Oogplesiertjie (knapperd, n.v.d.r.) kan ik niet wachten tot ze hun voorraad aanvullen. Er bestond ook een app met dezelfde naam maar die is ondertussen niet meer in werking. 

 

restjes to the rescue 

Het recentste initiatief was Feeding the 2000 waarbij verschillende restaurants en cateringdiensten zich engageerden om samen maaltijden te creëren van restjes en zo tweeduizend mensen van eten te voorzien. Het beste aan het hele gebeuren? Alle maaltijden waren gratis! Geïntrigeerd door het concept haalde ik in een biologische zero waste-winkel mijn doosje risottoballen met paddenstoelen en een paprika gevuld met linzen en tomatensaus. De risottoballen — waarvan ik nog nooit had gehoord — inspireerden me om creatiever te zijn met etensrestjes en nieuwe ingrediëntencombinaties uit te proberen.  

Feeding the 2000 werkte samen met de Antwerpse Voedselraad die bestaat uit restauranthouders, leerkrachten, handelaars, voedselactivisten, landbouwers en bewuste consumenten. Het diverse team is sinds 2019 drie keer samengekomen om een voedselbeleid te formuleren zoals Leuven en Gent al hebben gedaan.  

Het laatste initiatief dat ik uitlicht is #THTWegErMee. De website sensibiliseert over het verschil tussen ‘te gebruiken tot’ en ‘ten minste houdbaar tot’. Doordat het verschil niet gekend is, belanden er producten die nog te consumeren zijn onterecht in de vuilnisbak. De website vermeldt dat vijftien procent van de voedselverspilling veroorzaakt wordt door houdbaarheidsdata op verpakkingen. De hashtag wordt ook actief gebruikt op Twitter om relevante artikels en nieuwtjes te delen met de volgers. 

Je zal merken dat voornamelijk kleinere initiatieven zijn uitgelicht.  Een chocoladereep, een beetje meer aandacht voor houdbaarheidsdata — het zijn geen zaken waarmee je voedselverspilling in een keer oplost. Bij de meeste initiatieven is de achterliggende boodschap er ook een van sensibilisering. Een stijgend bewustzijn verhoogt de druk op de beleidsmakers. Wellicht ligt daar de oplossing. In de tussentijd kunnen we participeren aan de beschikbare initiatieven of er zelf oprichten. Een kromme komkommer smaakt hetzelfde en een platte banaan kan perfect in gebak of een smoothie. It’s what’s inside that counts. 



coronablues

10/11/2020
🖋: 
Auteur

Op het moment dat ik dit schrijf zitten we aan de vooravond van de derde golf van het COVID-19-virus. Of is het nog de tweede golf? De voorbije weken en maanden is de regelgeving rond wat wel en niet mag zo vaak veranderd dat er in mijn omgeving een zekere gevoelloosheid is ontstaan rond het wettelijke kader van doen en laten. Vaste contacten, gewone contacten, knuffelcontacten … of gewoon van iedereen afstand houden, behalve van onszelf? Maakt het eigenlijk allemaal nog wel uit?

De huidige situatie doet me ergens diep vanbinnen heimwee krijgen naar de eerste golf. Toen we nog leefden met de dagdagelijkse onzekerheid over onze ziekenhuiscapaciteit en wc-papierparanoia, we van onze huizen burchten maakten tegen het virus en de ramen enkel opengingen om te applaudisseren voor het zorgpersoneel. Toen was enkel ‘het virus’ van belang en was flattening the curve het enige wat telde. "Wanneer we voorbij de piek zijn, is het ergste gedaan", hoor ik mensen nog zeggen. Want voorbij de piek durfden we collectief niet te denken. Dat was bijvoorbeeld te merken aan de korte periodes waarbinnen de eerste maatregelen werden begrensd. "We doen nu een sprintje en over een paar maanden zal het wel veel beter worden." Onze zorgen waren tastbaar en het doel binnen handbereik. Helaas werd de sprint een marathon.  

Na enkele weken kwam het delen van Facebookposts rond coronamaatregelen ten einde, verviel de nieuwigheid van COVID-19 en sijpelde de dagelijkse realiteit binnen in onze lockdown. Dat alles had tot gevolg dat het draagvlak en geduld van de bevolking voor strenge maatregelen begon te verdampen. We kwamen tot de jammerlijke realisatie dat grappige filters tijdens onlineconversaties niet grappig bleven en dat ze geen volwaardig alternatief boden voor drempelloze face-to-face gesprekken. Voor onze studenten kwam er een einde aan de idee van een tussentijdse vakantie en naderde de examenperiode. De voorheen voornamelijk medische crisis werd meer en meer een politieke crisis. De befaamde curveretoriek verdween en maakte plaats voor nog meer coronamaatregelen en vraagtekens bij de mate van inclusie van vorige beleidsbeslissingen. 

Naast de stemmen van epidemiologen klonken de stemmen van anderen steeds luider en werd de robuustheid van het lockdownbeleid in vraag gesteld. Wat doen we met het vergrote aantal (technisch) werklozen? Wat doen we met de huurkosten van studentenkoten die leegstaan? Wat met ondernemers? En wat met vereenzaming en het mentale welzijn van de bevolking? Intussen verdween het virus niet. De beleidsmakers bleven vastzitten in het tot vandaag geldend coronabeleidsdilemma tussen enerzijds de bestrijding van het virus en anderzijds het beperken van de bredere maatschappelijke impact van de maatregelen. Kortom, er werd ingezet op meer geïndividualiseerde maatregelen ter vervanging van een one-size-fits-all-lockdown

Er werd vanuit de politiek en het middenveld gestreefd naar een duurzamere aanpak, met een versoepelde sluiting van onze maatschappij, met grotere bubbels en meer bewegingsvrijheid om de perverse maatschappelijke impact van het virus te verzachten. Daaraan is ondertussen ook weer een einde gemaakt: universiteiten gaan in code rood, cafés sluiten en de burchten worden opnieuw in gereedheid gebracht. De machteloosheid die de virologen voelen zal nu zeker ook gedeeld worden door onze politici die met iedere stap die ze nemen richting  lockdown 2.0 genadeloos worden bekritiseerd door de oppositie.  Dat omdat, anders dan bij de vorige code rood, er ondertussen een veel kleiner draagvlak is bij de bevolking voor de gevraagde inspanningen.  

Ook merk ik dat ik enorm terughoudend ben om toe te geven dat een nieuw streng quarantainebeleid de meest wenselijke oplossing is. Nu er meer gekend is over het virus dan tijdens de eerste lockdown, zeggen de cijfers dat ik als 24 jaar jonge student niet behoor tot de grootste slachtoffergroep. Dat maakt dat ik niet per se bang ben voor een besmetting. Ik maak me vooral zorgen om mijn familie en medestudenten voor wie een tweede lockdown hard zal aankomen. In de afgelopen weken, met telkens verscherpte maatregelen, sloop dan ook steeds vaker het sentiment van machteloosheid bij me binnen. Hoewel wij ons vergeleken met andere studentensteden keurig aan de maatregelen hebben gehouden, ontsprongen wij de dans niet.  

De hamvraag is nu: hoe moeten wij als burgers met deze machteloosheid omgaan? Het is duidelijk dat in dit steeds meer gepolariseerde pandemieverhaal wij als individu maar een kleine rol spelen en dat onze acties schijnbaar geen resultaat hebben. Maar het is belangrijk om te begrijpen waar onze machteloosheid vandaan komt. We praten hier immers niet over het gebrek aan macht tegenover ons politiek systeem, maar wel de onmacht tegenover een pandemie. Het is daarom weinig effectief om de frustratie om onze onmacht te uiten tegen beleidsmakers, die met beperkte informatie en tijd proberen de meest juiste beslissingen te maken. Je frustratie ventileren door ongehoorzaam te zijn tegenover de constant veranderende maatregelen lost weinig op. In plaats van enkel te kijken naar onze eigen onvervulde noden en wensen, moeten we misschien kijken naar waar we wel nog controle over hebben. Stellen we onszelf wel vaak genoeg de vraag of we meer kunnen doen?

Ik hoop dat er snel een coronavaccin komt of dat er minstens iemand met een meer pasklaar antwoord komt over mijn gevoel van machteloosheid. Hierover te veel nadenken begint stilaan vervelend te worden.  
 
 



poëzie

10/11/2020
🖋: 

Ik voel me een boom tijdens herfst.  

Een voor een vallen mijn blaadjes naar beneden.

Zonder het zelf te weten

Doe ik veel te hard mijn best.

 

Elk jaar opnieuw,

Hoop ik dat ik weer nieuwe, groene, jonge blaadjes zal groeien.

Zodat ik eindelijk kan openbloeien.

 

En elk jaar opnieuw,

Verlies ik weer.

 

Zoals een rups uit zijn cocon kruipt

En wegvliegt als een vlinder

Net zo schud ik de dorre bladeren af.

Altijd een paar minder.