Concerten op de UA
23/10/2005
🖋: 
Auteur

Cultuur is niet louter ongeïnteresseerd staren naar enkele postmoderne kladden verf of een avondje politiek-correcte percussie aanhoren op ‘t semi-hippe Zuid. Die lichtelijke fantastische luchtgitaarsolo waarmee u avond na avond uw huisgenoten kwelt behoort ook tot het pakket. Het lijkt misschien niet even verantwoord als de 29ste symfonie van Mozart maar de eigenzinnige Jimi Hendrix-imitatie behoort tot cultuur in haar meest fijnzinnige interpretaties. Voor de betere instrumentbeheersing zijn er echter nog enkele interessante initiatieven die er even voor u uitgelicht worden.

Ook onmiddellijk van de drassige festivalweide naar academisch cleane aula's gekatapulteerd? Aftrap Studay maakte deze overgang iets beter verteerbaar door de Antwerpse student een laatste weemoedige heupbeweging te laten maken op de tonen van het Izegemse hiphop-collectief 't Hof van Commerce. Voor een met lege bierbekertjes bezaaide vierkante meter platgetrapt gras moest echter zelf gezorgd worden. Maar kreeg uw cultuurminnende inborst niet liever iets hoogstaander dan een drukbezochte studentenmanifestatie voorgeschoteld? Met Housemusic leverde het Festival Van Vlaanderen een conservatoriumstudent die met zijn of haar instrument zorgde voor een half uurtje muzikale horizonten verruimen. Een volgende editie van Studay kan nu al in het praktische UA-agendaatje neergepend worden. Van Housemusic kunnen we alleen maar hetzelfde hopen.

 

Als ruimdenkende universitaire instelling serveert de UA natuurlijk ook een stevige portie muzikaliteit. Zo concerteert het Universitaire Koor Antwerpen, geruggesteund door een strijkkwartet, met stukken van Bach en Vivaldi op 18 november in de Sint-Pauluskerk onder de noemer Met hemelse klanken. Het is weer eens wat anders dan de Unifac-Openings-td waar Lasgo met een paar commerciële beats volksmennerij, verpakt als platvoers massa-entertainment, tot een kunstvorm opwaardeerde. Waar is de tijd dat Noordkaap ten dans speelde? Ook ASK-Stuwer laat activiteiten als het Galabal en de 3-Eikenloop opleuken door het nodige live-geweld er tegenaan te smijten.

 

Een meer begeesterend initiatief zou wel eens de VW Campus Tour kunnen zijn. Op 23 november proberen Mudflow, Stash, 't Hof van Commerce en Shameboy het dak van zaal Stuurboord de Schelde in te katapulteren. Met Mudflow wordt het betere uit de Waalse scùne gepresenteerd (ils sont superbes!) terwijl Stash – u kan tearjerker pur sang “Sadness” meelippen – geen introductie behoeft. En 't Hof van Commerce aardt blijkbaar bijzonder goed op Antwerpse bodem. Afsluitend speelt Shameboy je dansend de nacht in op de tonen van hun zuiderse ritmiek, Copacabana aan de Schelde zowaar.

 

Te grootschalig en geen plaats voor uw Jimi Hendrix-imitatie? Gelukkig zijn er mogelijkheden te over voor het maken van willekeurige slachtoffers. U kan gaan voor de felbegeerde Unifac-Award. Deze jaarlijks weerkerende talentenjacht biedt speelgelegenheid aan piepjonge muzikanten die zowat voor het eerst de confrontatie aangaan met het publiek. Van ongeïnspireerde Krezip-covers tot doorgedreven Metallica-verbasteringen, voor een gevarieerd avondje kan u zich best halverwege maart naar het Agora-café bewegen. Joost Zwegers, stormenderhand de halve Europese aardkloot veroverend met Novastar, heeft het in ieder geval geen windeieren gelegd.

 

Uw ambities bijgesteld toen u druipend van de tomatenpuree het podium diende te verlaten? Pluis dan de publicitaire kanalen van de diverse studentenclubs uit, u zou wel eens op een aankondiging van een Free Podium kunnen stuiten. Ieder die meent te beschikken over nog maar een schijn van talent mag de argeloze passant bruskeren met eigenzinnige vertolkingen van wat we maar als muziek beschouwen. Moge de nieuwe Donna Summer opstaan!

 

Met een beetje doorzettingsvermogen valt er heel wat te ontdekken op maar vooral rond de campus; er zijn immers allerlei cafeetjes die garant staan voor de betere concertervaring (Wonderbar, Kaaiman). Toch nog even een jaloers blik richting VUB waar hun Kultuurcafé fungeert als een kleinschalige universitaire equivalent van een zaal als pakweg AB. Studenten krijgen er voor democratische prijzen concerten à volonté op hun bord geserveerd. Op de UA blijft het echter behelpen met wat resonerende kruimeltjes.



Voor u beluisterd
23/10/2005
🖋: 

Franz Ferdinand â€“ You Could Have It So Much Better

Dit Schotse kwartet zou een prijs kunnen winnen voor meest sympathieke imago van de laatste jaren: de ideale schoonzoons in leuke pakjes met net dat nodige tikkeltje rebelsheid. Hun nieuwe album opent met de meesterlijke riff van The Fallen dat zich ontpopt tot een sterk nummer, hoewel de overvloedige zanglijnen het bijna de dieperik insleuren. Het energieke Evil and a Heathen is Simon and Garfunkel op een Green Day-begeleiding en I'm Your Villain is een goed onderbouwd, evenwichtig powerpoplied. Als de jongens de piano bovenhalen, klinken ze het best: ballads als Walk Away of Fade Together tonen een groep die de melodie op de juiste plaats zet. Deze band balanceert op een dunne lijn, die meestal catchy en opzwepend klinkt met stevige eighties-synths. Soms is het echter nogal druk en opgefokt en het steeds krek hetzelfde strakke-beat-patroontje wordt slechts tweemaal doorbroken: bij de welkome ritmeveranderingen in Well That Was Easy en in de enorm lekkere groove van Outsiders. Dit laatste nummer bevat eveneens een smakelijke sferische coda die jammer genoeg niet uitgewerkt wordt. Franz Ferdinand is een goed klinkende rockgroep maar de hele hype is lichtjes overdreven: veel meer dan veredelde, disco-getinte postpunk is het dikwijls niet.

 

Nickelback – All the Right Reasons

Wie van clichĂ©matige en uitgezogen rockbands houdt kan steeds bij Nickelback terecht. Op hun vierde album probeert deze groep weer een rauwe Bon Jovi te zijn, maar hoewel ze met hun commerciĂ«le sound en simpelweg walgelijke teksten af en toe in de buurt komen, kunnen ze toch geen vergelijkbare songs verwekken. Oliegladde producertrucjes en platte gitaarsounds troef. Als je melige nummers als Far Away of If Everyone Cared (de titels alleen al) kan verdragen, moĂ©t je wel Bryan Adams heten. Gelukkig is nieuweling Daniel Adair een opvallend stevige ketelmepper die de hardheid van Nickelback steevast de hoogte in jaagt, iets waar niet om gerouwd hoeft te worden. Follow You Home en Animals zijn zelfs best aan te horen met hun occasionele metalpassages. En het is ‘m gegund: Chad Kroeger heeft een klok van een stem, maar wie komt er op het idee al die voorbijgestreefde zangeffectjes te gebruiken? Het aan de jammerlijk vermoorde Pantera-gitarist Dimebag Darrell opgedragen Side of a Bullet is het hoogtepunt van het album, enkel omdat er een magnifieke solo van wijlen Darrell opstaat die meteen heel Nickelbacks droomimago van tafel veegt. De harde nummers zijn redelijk, maar de leeghoofdige ballads zijn nog steeds een zoveelste recyclage van de transparante opper-rothit, met als dieptepunt de ridicule, door en door Amerikaanse karikatuur Rockstar. Horen is geloven.

 

Soulfly â€“ Dark Ages

Na het experimentele album Roots, waarop thrash-iconen Sepultura de brug sloegen tussen metal en traditionele Braziliaanse volksmuziek, wilde zanger Max Cavalera deze richting verder uitdiepen. De andere groepsleden zetten liever een stapje terug, zochten een nieuwe zanger en zaten na twee albums al tijdelijk zonder platencontract. Cavalera daarentegen is ondertussen rustig aan zijn vijfde Soulfly-hoofdstuk toe en de wereldmuziekinvloeden worden steeds duidelijker. Zijne Gedreadlocktheid is nog altijd een opgefokte en niet bepaald poëtische brulboei, maar als je daar in uitblinkt, waarom zou je de zaak dan anders aanpakken? Hoewel de intro van zijn nieuweling relatief overbodig is, zit het vanaf opener Babylon meteen goed. Waar krakers als Frontlines en de geweldige single Carved Inside alle muren slopen, brengen epische tracks als Stay Strong en het instrumentale Soulfly V een ingetogen exotische sfeer naar boven. Intermezzo Molotov is een rampestamper waar The Ramones jaloers op zouden zijn, Riotstarter bevat een echo van het oudere Tribe en in (The) March komt er zelfs een synthbeat naar voren. Alle gitaarpartijen zijn bedachtzaam uitgewerkt, de percussie perfect strak en Max's afwisselende stem scheurt als vanouds. Soulfly's sterkste en meest gevarieerde album dat met zijn 65 minuten toch net iets te lang duurt.



Europalia.Russia 2005
23/10/2005
🖋: 
Auteur

Rusland is iets magisch. Ik kan niet aan dit uitgestrekte steppenland denken zonder dat mijn geest verdrinkt in de imaginaire donkere ogen van melancholische meisjes met een froufroutje. Een droge wind schuurt langs troosteloze betonnen flatgebouwen die eindeloos blijven vervallen. Oude vrouwtjes mopperen terwijl een roekeloze wandelaar door het ijs zakt. In de stations die aan het tsaristische verleden herinneren stoppen treinen gemaakt van conserven. Badend in bloedmooie, ouderwetse tristesse zuchten ze hun dieseldamp de hal in.

Graag had ik mijn dromerige idee aan de werkelijkheid getoetst, maar tot op heden ben ik er niet in geslaagd om in Rusland te raken. Zolang de ethisch niet echt verantwoorde maar wel ontzettend handige lowfare-airlines Moskou niet aandoen zal dat waarschijnlijk ook niet snel veranderen. Als Mozes niet naar de berg komt, dan zal de berg echter naar Mozes komen: dit semester strijkt Rusland in het kader van Europalia.Russia 2005 neer in België, vastbesloten om een goede indruk te maken.

 

EĂ©n van de hoogtepunten van de Europalia is ‘Street, Art and Fashion', een tentoonstelling van het werk van enkele actuele Russische fotografen. In de nieuwe vleugel van het Antwerpse FotoMuseum hangen zo'n 120 beelden uit een natie die nog wat wankel op haar inmiddels van nylonkousen voorziene benen staat. Er zijn lichte foto's met verliefde koppels, bontmutsen, een draagbare maan en gezichten met sproeten. De boventoon van de tentoonstelling is echter grimmiger. Een reeks beelden met de veelzeggende titel ‘Children from Tsjernobyl' toont halfnaakte radioactief verminkte kinderen. De ijsblauwe ogen van een meisje dat aan albinisme lijdt zijn intrigerend mooi. In een andere zaal zie je dan weer impressies van de laatste communistische opstootjes. Felle rode vlaggen worden vastgehouden door verbeten die-hards van alle leeftijden, terwijl op de achtergrond repetitieve marsmuziek klinkt. Erg opvallend is ook een gigantisch drieluik van Group AES+F dat een dor woestijnlandschap toont. Op het rode zand staan kinderen met futuristisch oorlogsmaterieel. Het werk doet denken aan goedkope sciencefiction en Amerikaanse reclameprenten uit de jaren '50, maar voegt er een wrange smaak aan toe. Andere fotografen focussen op de tegenstelling tussen het oude en het nieuwe Rusland. Reclameaffiches met Claudia Schiffer steken af tegen de grauwe gebouwen. Bejaarden lopen gelaten langs Claudia heen. Na 45 jaar Koude Oorlog is het kapitalisme onherroepelijk binnengedrongen, maar het kent zijn plaats nog niet helemaal. Tegenover de symbolen van het Rijke Westen hangen foto's van bedelaars en straatkinderen. Twee meter verder zie je een collage van beelden van een rijke puber. Zijn haar zit in model en hij heeft een chauffeur.

 

Oude vrouwtjes mopperen terwijl een roekeloze wandelaar door het ijs zakt.

 

‘Street, Art and Fashion' loopt nog tot 8 januari in het FotoMuseum en kost 4 euro. Voor die prijs kan je het hele museum bezoeken, waar onder andere ook het erg interessante ‘New Photographers 2006' te zien is. Ook in het MoMu en in het MuHKA zijn er tentoonstellingen in het kader van de Europalia. Het MoMu pakt uit met ‘Katharina Prospekt', een door Rusland geĂŻnspireerd modeproject van het ontwerpersduo AF Vandervorst. In het MuHKA kan je met ‘Angels of History' het Moskous conceptualisme ontdekken. In heel het land is er dit semester Ă  volontĂ© beeldende kunst, mode, muziek, theater, films, fotografie en literatuur uit Rusland. Het volledige programma is te vinden op www.europalia.be.



Vriendjespolitiek verheven tot norm?
23/10/2005
🖋: 

“Ocharme, Marcske...” We hoorden het in onze jonge(re) jaren zo vaak in FC De Kampioenen, nu maakt deze spreuk een comeback in de internationale politiek. Slachtoffer was deze keer federaal minister Marc Verwilghen. Hoe zielig waren de beelden van een zenuwachtige minister van Economie, vlak voor hij nog een wanhoopspoging deed de fracties in het Europese Parlement te overtuigen van zijn competentie? Hij wilde absoluut Europees Commissaris voor de Mensenrechten worden, maar de boze grote mensen werkten hem tegen.

Luc Van den Brande werd door de nationale pers neergesabeld omdat hij geen ‘'nationale solidariteit' tentoonspreidde in de strijd om het Europese ambt. Volgens De Standaard was het een “bedenkelijk optreden” van Van den Brande, het Belang van Limburg had het zelfs over “een smet op zijn Vlaams minister-presidentschap”. De Gazet van Antwerpen (een krant die niet uitblinkt in sterk bronnenonderzoek) beweert zelfs de redenen te kennen: volgens onze Antwerpse frut liet ‘'Brandi' zich leiden door partijpolitieke overwegingen, en wellicht ook door wat persoonlijke frustratie omdat hij zelf geen topfunctie meer bekleedt.

 

Maar wat met de competentie? Zowel de Zweedse als de Poolse kandidaat beschikten over ruime ervaring als het op mensenrechten aankomt. Terwijl Verwilghen slechts een politieke BV is omdat hij tijdens de Dutroux-affaire de woede van het volk kanaliseerde. Dat heeft niets te maken met Belgische bescheidenheid, het is gewoon een feit. Het is bovendien tekenend dat een Zweeds commissielid Verwilghen na een beschamende vertoning in een van de fracties een ‘'parvenu' noemde. Toch volhardden velen in de boosheid: het schoothondje van Verwilghen, Stef Goris (VLD, of wat dacht u?) had het over ‘'destructiepolitiek'. De man roept de Belgische politici op om in te toekomst meer aan hetzelfde zeel te trekken. Vreemde jongens, die VLD'ers. Ik verkeerde persoonlijk in de overtuiging dat de beste man moest gekozen worden voor de job. “Het is jammer dat BelgiĂ« hier alweer een kans laat liggen om een internationale functie in de wacht te slepen”, beweerde Goris nog eens na de smadelijke nederlaag van Verwilghen. Nog vreemdere jongens dan ik al dacht, die VLD'ers. Is het Europese platform nu eigenlijk een strijdtoneel waarop het erom gaat zoveel mogelijk postjes te bemachtigen voor je land, voor je partij?

 

Het is natuurlijk begrijpelijk dat men graag een landgenoot aan het hoofd ziet van belangrijke organisaties. Wie is er niet blij als Jacques Rogge verkozen wordt tot hoofd van het IOC? Zijn we niet allen trots op Peter Piot, VN-topman? Maar deze mensen zijn ook nog eens bekwaam. Dan is de ‘'nationalistische' reflex een gezond mechanisme. Maar om nu een onbekwaam landgenoot te verkiezen boven een gerespecteerd buitenlander? Stel je eens voor dat je moet werken onder een nieuwe baas. Wie verkies je dan zelf? Het logische antwoord: de bekwaamste. Zo ook op internationaal niveau. Laat ons toch de zielige kleinburgerlijke moraal achter ons laten, en de lange termijn in het oog houden. Waarom richtten we anders een Commissariaat voor de Mensenrechten op? Om een uitweg te bieden voor gebuisde lokale politici? Of om de mensenrechten te dienen? De eerste reflex is erg menselijk, maar na een tweede overpeinzing moeten we toch zien wat juist is?

 

Ik betwijfel eerlijk gezegd of het de gemiddelde gefolterde Chinees of verhongerende EthiopiĂ«r een bal uitmaakt of het nu een liberaal of een socialist is die dit commissariaat bevolkt. Zolang het maar een competente kandidaat is. Verwilghen is â€“ tot spijt van wie het benijdt â€“ geen ervaringsdeskundige op dit gebied. Politici moeten eens in eigen boezem kijken, en zich afvragen waar het om gaat: om macht, of om het helpen van de zwakkeren in onze maatschappij? Als zij zich niet meer verliezen in zielige spelletjes die enkel dienen tot het doen groeien van hun ego's, kan men zich misschien gaan concentreren op het Ă©chte werk. Er valt nog veel te doen.



22/10/2005
🖋: 

Woorden hebben een verleden. Over elk lettertje dat wij nu neerschrijven is een lange geschiedenis gegaan; soms heel banaal, soms vertederend, soms verrassend. Zo kent ook het woord sinaasappel zijn eigen geschiedenis. Het heeft zijn eigen herinneringen aan een ver verleden, een verleden dat enkele moedige vorsers ijverig proberen vast te leggen; dag na dag, jaar na jaar, eeuw na eeuw. Etymologie; het is een vak apart. Maar soms haalt de volkswijsheid het van de wetenschap; de verhalen winnen het van de naakte feiten. Zo weet het etymologisch woordenboek ons te vertellen dat het woord sinaasappel afkomstig is van een samenstelling van China en appel (‘chinas-appelen', 1682), de volksmond spreekt echter een andere taal...

Volgens een eeuwenoude, christelijke legende, is de eerste appelsien eveneens gevonden in of nabij China, maar is het woord sinaasappel niet afkomstig van het overduidelijke chinas-appel, maar duidt het prefix ‘chin' op iets heel anders... Ten tijde van het imperialisme in de zeventiende eeuw, werd in het Verre Oosten de appelsien ontdekt door de Britten. De westerse avonturiers – handelaars waren toen heuse avonturiers – keken hun ogen uit toen zij in contact kwamen met de vreemde cultuur. Ze zagen dure stoffen, rode lampionnetjes, ingetogen mensen, vreemde afgoderij en dansende draken. Toen één van de handelaars op een nieuwjaarsfeest werd uitgenodigd kon hij zijn ogen niet geloven: tussen de dansende draken, vuurspuwende leeuwen en andere deelnemers van het rariteitenkabinet, ontdekte hij een kistje met een aantal vreemde oranje vruchten. De man – nieuwsgierig als hij was â€“ at er van. Hij vond het echt heel erg lekker, maar de volgende dag werd hij doodziek. De lasten hadden de lusten overwonnen. Hij vertelde zijn reisgenoten het hele verhaal, waarna hij zijn laatste adem uitblies. Vanaf toen werd de vreemde vrucht bekeken als de vrucht van de stoute lusten. De gekke appels werden door de Britten gezien als een vrucht van afgoderij, een vrucht van een cultuur die niet besefte dat zij het voorgeborchte niet zou overleven. Het Verre Oosten wist namelijk niets van het Koninkrijk Gods, wist niet dat het geplaagd werd door de erfzonde en ook niet dat Jezus Christus voor de christenen de last van de zonde op zich had genomen. De gekke appels duidden vanaf toen voor de Britse handelaars op verderf, verval en zonde, 'sin' in het Engels. Het werden ‘apples of sin', appels van de zonde. Zij zagen de appelsienen als de appels waarvan Eva in de Tuin van Eden had gegeten, de mooie oranje appels die haar lusten had opgewekt. De Britten dachten immers dat de appels die zij aten in het Westen, niet de appels konden zijn zoals die aan de ‘Boom van kennis van goed en kwaad' hadden gegroeid. Goede christenen aten zulke appels niet. Vreemde, gekke en wilde volkeren daarentegen...

 

Zo zie je maar dat er aan elk woord een verhaal vast hangt, soms een mooi verhaal -zoals dit-, soms een minder mooi verhaal. En elk verhaal geeft het woord een soort gouden gloed, een gloed van een oud verhaal, een glans van nostalgische volkswijsheid. Voor niemand die dit verhaal gelezen heeft zal een apple-sin nog hetzelfde smaken. Smakelijk.



Een zot kookboekske voor zotte studenten
04/10/2005
🖋: 

De dag van vandaag mogen de onhandige harry’s onder ons niet meer klagen. Voor elke handicap wat wils: ‘Computers voor Dummies’, ‘Vissen voor Dummies’, ‘Tuinieren voor Dummies’, ‘Seks voor Dummies’, ... De inmiddels beroemde reeks ‘Dummies’-boeken beslaat een enorm groot aantal onderwerpen. Wat echter nĂ­et in de reeks te vinden is, is een kookboek dat garandeert lekker te kunnen kokkerellen voor minder dan anderhalve euro. Lydia Tuijnman belooft dit wĂ©l te kunnen in haar nieuwe boek ‘Lekker koken onder 1,50 euro’. De redactie heeft speciaal voor de Antwerpse student de gewaagde bewering van deze mevrouw Tuijnman aan de tand gevoeld.

Hoe kijk je of een dergelijk boek de waarheid spreekt? Uitproberen natuurlijk. Vol goede moed zoeken uw reporters een lekker gerechtje uit. Daarbij is al snel duidelijk geworden dat dat niet echt vanzelfsprekend is. Ons tante Lydia tracht namelijk originele gerechtjes met ludieke namen te presenteren, maar titels als “Koolvis zwemt in prei”, “Pannenkoek met savooienkool”, “Truckersbonen van Henk” of “Mannenbonen van Rob” spreken meer tot de verbeelding dan wat anders. Wat ze ons zouden moeten doen, watertanden, doen ze dus niet. Veel speciale gerechten zijn er ook niet echt in te vinden. Wel komt de stevige boerenkeuken aan bod: veel kool, veel prei, veel aardappelen en soep. Ook worden er een heel aantal pasta’s in vertegenwoordigd. Voor de beginnende, onervaren kotstudent valt er dus zeker wat te vinden tussen de veelal walgelijk klinkende gerechten.

 

 

Verder doet het boekje – dat er overigens wel vrij leuk uitziet â€“ nogal Hollands aan, wat misschien voor verwarring kan zorgen: gerechten als “Wiebrigs overheerlijke tofubollen” roept eerder spontaan een “Who the fuck is Wiebrig?” op dan “What the fuck zijn tofubollen?” en “TaugĂ© met ketjapgehakt van Greet” doet ons vermoeden dat Lydia in haar zot kookboek een ode brengt aan al haar familieleden. Sommige dingen zijn ons ook echt onbekend, zoals ‘gegrilde poon’ (“What the fuck is poon?”) en ‘rösti” (Tösti ken ik, rösti niet). Gelukkig vinden we vanachter in het boek een overzicht met verschillende vissen – een heuse viskalender â€“ en ook een uitgebreid overzicht waarin de meeste groenten per maand gerangschikt worden. Dat is de kracht van het boekje: het houdt rekening met de seizoensgebondenheid van groenten en fruit, wat niet enkel uw portemonnee maar ook het milieu ten goede komt. Verder biedt het boek nog enkele slimme besparingstips, waarvan sommige echter prehistorisch aandoen (voor meer informatie over het isoleren van je maaltijd in een hooikist, zie pagina 14).

 

De hamvraag van ons onderzoek is natuurlijk: maakt het boek zijn pretenties waar? Kan je echt ‘lekker’ koken voor minder dan anderhalve euro? Meestal heeft Lydia gelijk: veel van haar gerechtjes zijn inderdaad te bereiden voor een ‘prikkie’, maar het dient gezegd te worden dat het hier telkens gaat over minimale porties. Een halve bloemkool kan je bijvoorbeeld niet kopen, noch twee eetlepels olijfolie. Je moet bepaalde basisingrediĂ«nten – zoals olijfolie, kruiden, knoflook, uien, bloem, ... – reeds in huis hebben om de kosten te kunnen drukken. Gewoon bewust winkelen zal dus waarschijnlijk even goedkoop – of duur – uitkomen als winkelen met Lydia Tuijnman. Dan toch liever zonder haar, en je eigen creatieve kookkunsten aan het werk laten gaan, me dunkt.



04/10/2005
🖋: 

Op een doordeweekse zondag op café. Saaie gesprekken over mogelijke doctoraten overgoten met een sausje valse bescheidenheid en gesluierde eerzucht. Over zuipen, drugs en seks. De zot van het café geeft het gesprek een andere wending.

“Wat is uw lievelingsfruit?” Kersen en aardbeien. Geef mij maar een sappige, ietwat bittere, roze pompelmoes. Met zijn halfdichte ogen speelt de gek de Socrates van het gezelschap. Alhoewel, hij speelt het niet. Er komt geen socratische ironie aan te pas, hij is eerlijk en geeft zichzelf bloot. Met wat fratskes hier en daar probeert hij ons onze levensfilosofie te ontfutselen. Ietwat nerveus wimpelt de filosoof hem af. De dorpsgek die denkt te weten wat filosofie is, ach ach... Wie denkt hij wel dat hij is? De filosoof, die weet pas wat filosofie is! Niet soms? De wetenschapper in zijn ivoren toren... Wat is het eenzaam aan de top! Of nog: “hoge bomen vangen veel wind.” Alsof de filosoof-wetenschapper zich niet meer mag bezighouden met het leven zelf, alsof hij zich niet keer op keer weer mag laten verleiden door zijn op hol geslagen zinnen!

 

Ook de grootste systeemdenkers hadden een levensfilosofie, al werd die veelal bekleed met moeilijke woorden. Termen als ‘transcendentale apperceptie'. Vanaf dat de filosoof meent iets te weten is hij zijn filosofische schwung verloren, hij is zijn verwondering kwijtgeraakt in de academische kartonnen dozen. Een filosoof is in eerste plaats iemand die zijn oren spitst, zijn ogen wijd open spert, met zijn vingertoppen zachtjes alles betast; hij proeft en degusteert. De filosoof is een zin-tuigmachine. Ratelend, sputterend en gorgelend stoot de allesverslindende machine bij tijd en wijle zijn afval uit. De machine slingert vragen, woorden van kritiek, ach en wees en och en aaaaaaah's naar alle uithoeken, van overal. En daartussen, binnenin dat dampende vocht verstopt zich telkens weer een levensfilosofie. Nu, voor allen die ermee overweg kunnen dat mensen een levensfilosofie hebben: een levensfilosofie.

 

Douwe Draaisma â€“ filsoof en psycholoog â€“ schreef een beroemd boek waarin hij antwoord probeert te geven op de vraag waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt. Enigszins vanzelfsprekend luidt het antwoord dat wanneer je ouder wordt je reeds ‘gewoon' bent geworden aan het leven, aan allerhande gebeurtenissen. Als kind daarentegen, maak je de meeste dingen voor de allereerste keer mee. Dat geeft de indruk dat de tijd – gek genoeg â€“ trager lijkt te gaan. Wil je een tijd die minder snel gaat, wil jij de tijd bij je houden, zoals je een jonge, onstuimige hond aan de leiband houdt (Want de tijd blijft eeuwig jong, hij is in zijn eeuwigheid als een ‘gezwinde grijsaard'.)? Prop dan elke dag vol met spannende activiteiten â€“ elastiekspringen aan kop â€“ maak van elke dag ontelbare uren, van elk uur duizenden minuten, van elke minuut miljoenen seconden, ad infinitum. Het eeuwige leven zit niet in je lichaam, het zit in je hoofd.

 

Graag, met gretige en graaiende handen neem je 't leven. Doe elke dag iets dat je nog nooit hebt gedaan. Of beeld het je in. Daarom dat filosofen dikwijls vergeleken worden met kinderen. Het is dogmatisch voor een filosoof om gewoontes aan te kweken. Een filosoof leeft het leven telkens opnieuw alsof het de eerste keer is. Om die reden zijn filosofen steeds kinderen, kinderen die het langst leven – want de tijd eeuwig weten te rekken. Het zijn progeriapatiĂ«ntjes, grijze, gerimpelde kinderen. “Ce qui compte dans une vie, c'est pas la durĂ©e d'une vie mais l'intensitĂ© d'une vie”, dixit Jacques Brel. Ergens iets gelijkaardigs gelezen: het is niet belangrijk hoe lang je leeft, wel hoe veel je leeft. Voortaan geldt het excuus ‘je bent maar één keer jong' niet meer. Je bent het zo vaak je wilt. Opnieuw en opnieuw, en opnieuw, in gedachten, in je verbeelding. Daarom dat filosofen vaak gekken zijn.



04/10/2005
🖋: 

Het heeft misschien zes jaar geduurd voor we een nieuwe dEUS konden verslinden, maar laten we het daar even niet over hebben; geduld wordt beloond.

dEUS â€“ Pocket Revolution

De allereerste loop op de schijf is meteen het geluid dat de eerste zeven minuten domineert: openingsnummer Bad Timing is een ronduit hallucinante trip naar een kwalitatief hoogstaand uurtje. Barman en co houden gedurende het hele album perfect het midden tussen hard en zacht: rustpunten als het spacy, hypnotiserende Include Me Out gaan hand in hand met up-tempo gitaarnummers zoals een almaar opbouwend Nightshopping (dank u voor dat six string orgasm, Mauro) en het one-liner-festijn Cold Sun of Circumstance. De kille spanning die het titelnummer tentoonspreidt (dat schitterende kuchje van Barman in de beat!) is meeslepend, terwijl de staccato keyboards in What We Talk About (When We Talk About Love) en de achtergrondzang van Stef Kamil Carlens (jawel) de nodige bombast naar voren brengen. Stop-Start Nature klinkt als een rauwe live performance en het album eindigt met de kers op de taart; Nothing Really Ends spreekt voor zich: bij deze plaat zou uw repeat-knop rood moeten gloeien.

 

Goldfrapp â€“ Supernature

Wist u dat er zoiets als glampop bestaat? Wel, Goldfrapp vertegenwoordigt het genre met stijl. Hun derde album biedt elf compacte, slim uitgedachte popsongs die bouwen op verleidelijke synthesizers. De stem van Alison Goldfrapp klinkt loepzuiver en uitdagend, en samen met de evenwichtige keyboardpartijen van Will Gregory vormt dit een theatraal, decadent en zeer dansbaar geheel. Vette knipogen naar humor en seks zijn nooit ver weg in Goldfrapps concept, en net die combinatie maakt nummers als Slide In en vooral U Never Know interessant. Het discoritme van de single Ooh La La staat haaks tegenover de dromerige B-movie-soundscape van Time Out From the World. Koko stoeit met sitars, Satin Chic klinkt als elektronische poppunk, en songs als Lovely 2 C U of Number 1 zijn onweerstaanbaar swingend. Vermeng de erotiek van Madonna met het drama van Marilyn Manson en de hersens van Moloko en je komt in de buurt.

 

Opeth â€“ Ghost Reveries

Het Zweedse Opeth is steeds een vreemde eend in de bijt geweest binnen het metalwereldje, en wel omdat ze een unieke stijl aan de dag leggen. De groep combineert death metal met klassieke gitaarmuziek, alstublieft! Deze progressieve jongens weten door hun akoestische rock-invloeden nooit de melodie uit het oog te verliezen. Epische technische hoogstandjes worden afgewisseld met korte ballads en Opeth slaagt er op die manier in tegelijkertijd noorders én exotisch te klinken. Het ingetogen Atonement heeft zelfs iets oosters door de subtiele percussielagen en Hours of Wealth wordt gedragen door een sobere mellotron. Mikael Akerfeldts stem is er eveneens met sprongen op vooruit gegaan: zijn grunts zijn zwaarder en zijn vocalen stabieler. Het emotionele Isolation Years is Opeths voorlopige compositorische hoogtepunt, maar het opvallendste nummer is de mantra-achtige single The Grand Conjuration: op de een of andere manier klinkt dit piÚce de résistance zowel spookachtig als catchy. Als je de moeite doet om verder dan de vreselijk clichématige lay-out van dit album te kijken, merk je dat intelligente metal wel degelijk bestaat.



Ten kote van
04/10/2005
🖋: 

Iedereen kent het concept: een eigen kamertje in een – meestal eerder krakkemikkig – studentenhuis waar je badkamer en keuken deelt met een stel lotgenoten. Toch is elk kot weer anders. Voor de één is zo’n kamer gelijk aan een enkele rit naar de absolute vrijheid, voor de ander betekenen het gemis aan comfort en de weggevallen zorgen van thuis een stevige streep door de rekening. Elk kot heeft een andere sfeer en inrichting, een eigen verhaal. Wij gaan elke maand op bezoek bij een kotstudent en terwijl we onze ogen de kost geven leggen we uiteraard ook graag ons oor te luisteren.

In de Prinsesstraat op de Stadscampus steekt Christine Veys (eerste licentie TEW) ietwat verbaasd haar hoofd uit het raam wanneer we aanbellen. Ze laat ons meteen binnen al waarschuwt ze dat we op haar kamer weinig interessants zullen aantreffen. Eenmaal boven blijkt waarom. Op de obligate meubels na is haar kot helemaal leeg. Geen rommeltjes en spulletjes, geen vazen noch lampjes en geen posters of foto's aan de muur, alles is kraaknet.

 

Christine vertrekt namelijk op Erasmus. Ze zal Poitiers de komende zes maanden onveilig maken aangezien ze het Frans beter onder de knie wil krijgen. Een kot heeft ze er al gevonden en de toekomstige huisgenoten staan haar wel aan. Toch zullen ze moeilijk kunnen tippen aan haar Antwerpse medebewoners. Ze deelt het huis namelijk met allemaal gezellige meisjes en er wordt steevast samen gekookt en gegeten. Gelukkig zal Christine hen niet al te lang moeten missen want naast haar vriend zullen ook enkele van de kotvrienden met de HST naar Frankrijk afzakken.

 

Haar kamer in de Prinsesstraat zal ondertussen bewoond worden door Annemarije uit Amsterdam die als we binnenkomen net het huurcontract aan het tekenen is. Zij begint aan haar Master Theaterwetenschappen en heeft veel zin in het avontuur dat haar te wachten staat. Beide meisjes zijn duidelijk benieuwd naar wat een nieuwe stad hen te bieden heeft en wanneer we de voordeur achter ons sluiten horen we hoe hun uitgelaten lach door het open raam weerklinkt.



De leeuwenkuil
04/10/2005
🖋: 

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 legt dwars jonge politici op de rooster. Wij gaan op zoek naar hun drijfveren en ambities, we willen weten wat hen voor de politiek en voor hun partij doet kiezen. Wat betekent het vandaag om jong te zijn in de politiek? Wereldverbeteraars en machtswellustelingen, ambitie en ijdele hoop, wij leggen het bloot. Deze maand spreken we met Bieke Verlinden (21), die opkomt voor de SP.A in Leuven, over engagement, idealen, de media en over extreem rechts.

Ons gesprek in een bruin café nabij het station van Leuven begint met een verontschuldiging. Bieke is namelijk moe en excuseert zich voor een mogelijk gebrek aan concentratie. Ze heeft net haar kandidaatsdiploma in de Psychologie behaald, wil nu overschakelen op Rechten en terwijl het nieuwe academiejaar voor de deur staat werkt ze 's nachts in een yoghurtfabriek én is ze overdag druk bezig met de renovatie van haar nieuwe woonst. Desalniettemin zal het komende uur blijken dat we, ondanks de voornoemde vermoeidheid, met één brok energie te maken hebben. Naast haar studie engageert ze zich dan ook totaal voor de politiek.

 

Jij bent een uitzondering, de meeste studenten zijn alles behalve bezig met politiek, laat staan dat ze zich er voor willen inzetten. Het engagement lijkt verdwenen.

Bieke Verlinden Daar ben ik het niet mee eens. Bij Animo (de jongerenafdeling van de socialistische partij in Vlaanderen) hebben we toch heel wat leden die ook echt actief met politiek bezig zijn. Er wordt door ons van alles georganiseerd en er is ook veel aandacht voor onze acties en debatten, er komt altijd volk op af. De interesse voor politiek is bij de jeugd echt niet zoek al moet ik toegeven dat het inderdaad beter kan. Er zou bijvoorbeeld wat meer aandacht aan gegeven mogen worden vanuit het onderwijs. Wat je tegenwoordig trouwens wel ziet is dat er veel gecommuniceerd en gedebatteerd wordt via internet, we krijgen via die weg veel commentaar op onze persberichten, ook van jongeren. Engagement is in elk geval zeker niet vreemd aan de jeugd. Kijk maar naar al die mensen die zich inzetten voor de jeugdbeweging. Dat is ook heel belangrijk en zij besteden er zeker even veel tijd aan als ik aan de politiek.

 

En binnen jullie partij, moet je als jonge spruit optornen tegen de oude rotten in het vak?

Bieke Neen, integendeel, bij de SP.A wordt er enorm veel belang gehecht aan de mening van jonge mensen. Men is heel geĂŻnteresseerd in wat we te zeggen hebben, je voelt echt dat er geluisterd wordt. Daar komt nog eens bij kijken dat in Leuven de jonge inwoners â€“ en daarmee bedoel ik niet de kotstudenten maar wel de echte Leuvenaars â€“ een beetje met uitsterven bedreigd zijn. De woningprijzen swingen namelijk de pan uit zodat je een populatie krijgt die voornamelijk bestaat uit oudere, meer begoede burgers. Op lokaal vlak worden we dan ook zeker gehoord worden omdat men zich wil inzetten om jonge mensen in Leuven te houden. Die woningproblematiek is trouwens één van de punten waar ik zeker ook aan wil werken. Er zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan een alternatief tussen kopen en huren...

 

Is het omwille van zulke thema's dat je in de politiek gestapt bent of heb je die interesse van thuis uit mee?

Bieke Thuis werd er eigenlijk niet of nauwelijks over politiek gesproken maar ik heb mij instinctief wel altijd socialist gevoeld. Vanuit een hevige interesse voor het asielbeleid ben ik ooit op een infodag in het Klein Kasteeltje in Brussel verzeild geraakt die toevallig door Animo georganiseerd werd. Ik heb toen wat mensen leren kennen, ben in aanraking gekomen met hun manier van werken en hun programmapunten en was meteen enthousiast. Wat later heb ik me dan ook bij hen aangesloten. Ondertussen vertegenwoordig ik Animo bij het SP.A-bestuur in Leuven en via die weg ben ik dus gevraagd om de komende verkiezingen op de lijst te gaan staan. Wat me vooral aanspreekt bij de SP.A is het gelijkheidsideaal dat we nastreven. Gelijke kansen, rechten en plichten, het opkomen voor de zwakkeren in de maatschappij. Intern ben ik heel tevreden over de openheid van onze partij, er wordt heel goed samengewerkt en dat op alle niveaus.

 

Iets anders nu: de media zijn van steeds groter belang voor politici, ze moeten zichzelf meer en meer verkopen om stemmen te winnen en er wordt meer en meer belang gehecht aan uiterlijke factoren, hoe sta jij daar tegenover?

Bieke Dat valt zeker niet te ontkennen al ben ik er van overtuigd dat de inhoud nog steeds primeert. Als je als vrouw jong en aantrekkelijk bent is dat mooi meegenomen maar het is zeker niet van doorslaggevend belang als je er wilt geraken. Dat politici soms ook aan wat lichtere televisieprogramma's deelnemen vind ik trouwens geen probleem. Het zijn gewoon mensen zoals u en ik en dat mag de kiezer ook weten, iets luchtigs brengen kan heel positief zijn. Ik vind het zelf leuk om Steve Stevaert in bijvoorbeeld een quiz als ‘De Slimste Mens' bezig te zien maar als er een boodschap kan gegeven worden blijft dat uiteraard veel interessanter dan een spelletje.

 

Over Stevaert gesproken, valt zijn vertrek jullie zwaar?

Bieke Natuurlijk zal hij bij momenten wel gemist worden maar hij had dit al lang op voorhand aangekondigd en vernieuwing is toch heel belangrijk. Caroline Gennez en Johan Vande Lanotte zijn trouwens zeer capabele mensen. Vande Lanotte heeft ook enorm veel ervaring en kent de politiek door en door, hij heeft echt inzicht en ook heel wat grote prestaties op zijn palmares. Dat zo iemand de kar gaat trekken is toch schitterend!

 

In heel Vlaanderen blijft extreem rechts groeien, wat vind je van die tendens en van bijvoorbeeld het cordon sanitaire?

Bieke Samenwerking met een dergelijke partij is voor mij hoe dan ook uitgesloten al hoeft er op die, voor ons vanzelfsprekende, regel geen naam geplakt te worden, hij hoeft niet uitgesproken te worden. Er moet uiteraard wel naar de kiezers geluisterd worden, ze dood zwijgen is zeker geen oplossing. Een verbod heeft trouwens een averechtse uitwerking ook al mag je het VB niet als een normale partij behandelen. Mij lijkt het heel belangrijk dat de lokale afdelingen van de partijen een goed contact met de bevolking hebben. Communicatie is enorm belangrijk. De media zouden ook wat meer aandacht mogen besteden aan positief nieuws, er zou ook wel eens gezegd mogen worden wat er goed gaat, dat de regering ook allerlei goede dingen realiseert. Concrete cijfers over wat er goed gaat zijn zeker niet overbodig, waarmee ik uiteraard niet bedoel dat de negatieve dingen niet meer belicht mogen worden. Verder lijkt het mij belangrijk dat er geĂŻnvesteerd wordt in het opkalefateren van verloederde buurten. Er is onderzoek naar gedaan en mensen voelen zich onveilig als hun straat er niet netjes bijligt, ze durven hun deur niet meer uit. Ze schuiven dit dan af op de vreemdelingen en dat zal zeker verbeteren als er aan die buurten gewerkt wordt.

 

Denk je dat kartelvorming ook een oplossing kan bieden?

Bieke Ik sta heel erg achter de idee van een kartel al denk ik dat het op lokaal vlak soms moeilijk realiseerbaar is. Nu gaan er stemmen verloren omdat links verdeeld is terwijl we samen één sterk front zouden kunnen vormen. Een partij kan zijn eigenheid zeker behouden binnen zo'n samenwerking en tegelijk heel veel realiseren. Uiteindelijk bestaan er binnen elke grote partij sowieso al een heleboel verschillen, de ene neigt wat meer naar rechts en de andere wat meer naar links, dat is heel normaal. Een kartel met bijvoorbeeld Groen! hoeft dus niet voor problemen te zorgen, integendeel, ik zou dat zeker zien zitten.