achter de schermen
06/03/2016
🖋: 

Hoewel ikzelf helemaal niet sportief ben aangelegd en de haren op mijn rug overeind kruipen bij het idee fysiek actief te zijn, is er toch één sport die me enorm kan fascineren: de G-sport ‘rolstoelrugby’! Deze dynamische teamsport ontstond in 1976 in Canada als alternatief voor rolstoelbasketbal. Een vriendelijke Canadees vond het wel eens tijd om ook een sport te ontwikkelen voor mensen met een beperkte been- én armfunctie. Zo gezegd, zo gedaan. Rolstoelrugby was een feit!

Met mijn pen en camera in de aanslag mag ik een training bijwonen van de Flemish Lions, het Belgische nationale team rolstoelrugby. Frederik Windey is trainer van dienst vermits de coach ziek is. De training gaat door in de sporthal naast het revalidatiecentrum van het Universitair Ziekenhuis Gent. “Deze locatie is voor ons zeker een meerwaarde”, begint Frederik. “Zo zitten we aan de bron om nieuwe mensen te ronselen.” Aangezien iedereen welkom is op de training en het team vaak op zoek gaat naar nieuw bloed kan ik me daar wel iets bij voorstellen.

 

teamsport

Alvorens de effectieve training van start gaat kijk ik even rond in de sporthal. Het valt me meteen op dat vrouwelijke spelers opvallend in de minderheid zijn. “Nochtans is de sport zowel voor mannen als vrouwen toegankelijk, maar de poule van vrouwelijke rolstoelgebruikers is gewoonweg kleiner”, verduidelijkt Frederik. Hij legt ook uit dat van zodra een vrouwelijke speelster op het veld komt, ze een half punt daalt in classificatie.

 

Dat systeem heeft toch even toelichting nodig, denk ik. Het lijkt alsof Frederik mijn gedachten kan lezen, want hij vervolgt meteen: “Binnen de rolstoelrugby werken we met een puntensysteem, een classificatie op basis van de graad van beperking. Je hebt laagpunters, midpunters en hoogpunters die elk een punt toegekend krijgen dat varieert tussen 0,5 en 3,5. Hoe hoger je score, des te lager je beperking.” Hij geeft me even de tijd om alles netjes te noteren en gaat dan verder: “Er mogen vier spelers per ploeg deelnemen waarvan de punten samen worden opgeteld. Als regel geldt namelijk dat er niet meer dan acht punten per ploeg op het veld mogen staan tijdens een wedstrijd.”

 

Zo’n classificatiecijfer krijg je niet zomaar toegekend. Voor elk groot toernooi of grote competitie moet de speler zich laten testen. Er worden proeven uitgevoerd en er wordt ook een wedstrijd gevolgd. Op basis van je spelcapaciteiten krijg je dan een punt. Als je driemaal achter elkaar, telkens met een jaar ertussen, hetzelfde punt hebt gekregen dan wordt dat je classificatiecijfer.
 


 

Het spel wordt gespeeld binnen de lijnen van een basketbalveld en er wordt een punt gescoord als een speler erin slaagt om de bal, onder controle, over de doellijn van de tegenstander te krijgen. Er zijn geen keepers, maar wel verdedigers en aanvallers. Elk soort speler heeft zijn eigen rolstoel. Frederik verklaart: “De stoel van de aanvaller is vooraan afgerond zodat die minder in andere stoelen blijft hangen en recht op het doel kan afgaan. Die van de verdediger heeft dan weer bumpers aan de voorkant om zo de tegenstander te kunnen ‘rammen’.” Na het woordje ‘rammen’ te horen schuifel ik even ongemakkelijk op mijn stoel.

 

“Rolstoelrugby is een echte contactsport”, zegt Frederik. “Daarom niet per se tussen de spelers, want fysiek contact is niet toegestaan, maar wel tussen de rolstoelen. Die moeten daar dus goed op voorzien zijn. Om deze sport te kunnen beoefenen heb je dus echt een speciaal uitgeruste stoel nodig. Die vergt uiteraard ook het nodige onderhoud.”

 

op het veld

Frederik geeft een fluitsignaal en de training gaat van start. Om de spieren goed op te warmen rijden de spelers eerst enkele rondjes rond het veld. Nadien worden er ‘lange ballen’ gespeeld en wordt er nog even gestretcht. Uiteindelijk wordt er dan overgegaan op het langste onderdeel van de training. De groep wordt opgedeeld in twee ploegen en er worden enkele matchen gespeeld. Tussendoor wordt er af en toe een korte pauze ingelast. Zo kunnen de spelers snel iets drinken of eten om goed op krachten te blijven. De training duurt niet alleen vier uur, ze is ook behoorlijk intensief!

 

Na de derde pauze wordt de groep verdeeld in twee teams. Frederik draait zich even naar me om: “We missen een aantal spelers vandaag, maar dat is niet erg!” Het fluitsignaal weerklinkt door de sporthal en de bal, gelijkend op een volleybal, wordt de lucht in gegooid. Twee spelers staan rug-aan-rug en moeten de bal als eerste proberen weg te slaan. Hoewel het ‘maar’ een training is, zit ik toch op het puntje van mijn stoel. Het spel is nu écht begonnen!

 

De spelers gaan ongelooflijk snel van links naar rechts. Dat is wel te begrijpen vermits ze maar enkele seconden de tijd hebben om de bal over de doellijn te krijgen. Als er binnen die tijd niet gescoord wordt, gaat de bal automatisch naar de tegenstander. Er wordt zonder gêne geroepen en getierd tegen elkaar, maar dat hoort allemaal bij het spel. Voor de spelers is het niet louter een training, vanaf de zijlijn voel ik hun energie. Ze gaan werkelijk op in de oefening en maken er hun eigen competitie van. Dat gegeven fascineert me enorm. Hun beperking doet er niet langer toe. Iedereen is zo gefocust op de sport, niets anders dan de sport.

 

murderball

Tijdens een volgende pauze komt Frederik even naar me toe. “De sport heette niet altijd rolstoelrugby”, zegt hij. “De oorspronkelijke naam was murderball. Het spel wordt namelijk enorm ruig en hard gespeeld. Nadien hebben ze de naam veranderd naar rolstoelrugby. Dat is wat toegankelijker.”

 

Na het aanschouwen van de sport begrijp ik hoe ze op de naam murderball zijn gekomen. De stoelen botsen zo hard op en tegen elkaar dat er telkens opnieuw een stevige knal te horen is. Telkens schrik ik van het harde geluid, maar de spelers gaan onvermurwbaar verder.
 


 

“Vaak gebeurt het dat een stoel zo hard wordt geramd dat deze omkantelt. Daarom moet er telkens iemand aanwezig zijn die de stoel weer recht kan komen zetten. Binnen onze ploeg is dat de taak van Pascale, zij weet alles van onze stoelen en is onze persoonlijke mekanieker”, vertelt Frederik. “Haar bijnaam is dan ook ‘de meccano’”.

 

Zelfs voor een training vind ik dat het er best stevig aan toegaat, maar als ik Frederik en de rest van het team moet geloven is dit nog niets in vergelijking met een echte wedstrijd. Er is buiten het spel nog voldoende ruimte voor plezier, maar zodra het fluitsignaal weerklinkt worden de knoppen omgedraaid en neemt de focus de bovenhand. 

 

competitie

Aangezien er in België niet echt een rolstoelrugbycompetitie is neemt het team vaak deel aan competities elders in Europa. Zo namen ze eerder al deel aan zowel de Duitse als Nederlandse competitie. Buiten het nationale team bestaan er niet echt veel andere organisaties en dat is best jammer. “Rolstoelrugby krijgt in België veel minder subsidies toegekend dan bijvoorbeeld in Engeland. Als G-sport vallen wij onder de overkoepelende sportorganisatie Parantee. Daar worden we zeker goed opgevangen, maar er is altijd ruimte voor verbetering”, vertelt Frederik. 

 

Tijdens het Europees Kampioenschap in 2009 in Denemarken behaalde het Belgische nationale team de titel. België won al haar wedstrijden en versloeg zo de grote concurrent Zweden. Enkele jaren later, in 2012, werden de Flemish Lions geselecteerd voor de Paralympische Spelen in Londen. Dat was voor het ganse team een heel bijzondere gebeurtenis.

 

Na die Spelen zijn er enkele leden uit het team gestapt wegens gezondheidsproblemen. Aangezien de groep zeer goed op elkaar was ingespeeld betekende dit een serieuze verandering voor de Lions. Door het wegvallen van deze spelers was de groep niet meer zo sterk als voordien en werden ze jammer genoeg niet gekwalificeerd voor de Paralympische Spelen van 2016. “Momenteel zijn we gezakt naar de B-divisie, dus we moeten zo snel mogelijk proberen om terug naar de A-divisie te gaan”, klinkt het bij Frederik. “Binnenkort staat het EKB voor de deur, dat is het Europees Kampioenschap voor de B-divisie. Daar moeten we dus zeker alles uit de kast halen.”

 

nabespreking

Tijdens een echte wedstrijd worden er vier quarters gespeeld van telkens acht minuten. Gedurende die acht minuten geeft elke speler het allerbeste van zichzelf. Hoewel ze vaak enorm hard zijn voor elkaar en op het eerste gezicht weinig begrip tonen, voel je wel de onderlinge groepsdynamiek die het team zo sterk maakt. Je weet meteen wie de leiders zijn van het spel. Zij begeleiden de anderen en streven ernaar het beste naar boven te halen in elk individu. Dat komt soms wat bruut over op de toeschouwer, maar achter die luide woorden schuilt de beste intentie.

Het was voor mij een hele ervaring om een kijkje ‘achter de schermen’ te nemen bij de rolstoelrugby. Hoewel elk teamlid een eigen verhaal heeft, vloeit de kracht die daaruit voortkomt hier mooi samen in het spel.



mens sana in corpore sano
06/03/2016
🖋: 

Student en sport. Vloeken deze woorden? Nochtans leuzen genoeg om je te laten inspireren: van de gouwe ouwe ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’ tot ‘zweet is slechts vet dat huilt’ of de gevleugelde woorden van Rocky Balboa: “It ain’t how hard you hit. It’s about how hard you can get hit and keep moving forward.” Neen? Weten ze je niet te raken? Te lui, te hard geleerd, te veel gefeest? Ik begrijp het en wil helpen. Daarom beoefen ik iedere maand een sport in jouw plaats.

Weet je, voor de columns die dit semester nog moeten verschijnen had ik me voorgenomen effectief eens een sport uit te oefenen. In sé is me dat nog maar twee keer gelukt: dansen in oktober en pilates in december. Beetje zielig van ondergetekende en bovendien hypocriet: in de inleiding verwijt ik heel studerend Antwerpen dat ze niet sport, maar feitelijk steek ik zelf geen poot uit. Hoog tijd voor een betere, meer correcte en vooral sportievere houding.

 

Al snel had ik een lijstje opgesteld met aparte doch interessante sporten die perfect in deze rubriek zouden passen. Ik overwoog kajakken, skiën, discorolschaatsen, muurklimmen, roeien, veldrijden, hockey, trampolinespringen en dacht zelfs even (even) aan waterpolo. Ik had er zin in, voelde me net zo gedreven als Marvin in Temptation Island en even productief als Trump z’n haarstukje. Geen excuusjes meer, ik zou sporten tot ik anekdotes kon neerpennen die zelfs de moegetergde lijven van een hopeloze klas Weight Watchers tot beweging zouden inspireren. Ik zou boven mezelf uitstijgen, boven mens, dier, Jezus en God, boven Kanye West himself. Mijn persoonlijke verlichting in gang gezet door een columnpje in een studentenblad. Geweldig, toch?

 

En toen ...

 

Gebeurde er niks.

 

Ik hing in de zetel en deed niks. Hadden mijn ambitieuze voornemens van de alinea hierboven een fysieke verschijning aangenomen, ik had ze bij hun kraag gegrepen en ze speergewijs (hah, toch min of meer een sport) uit het raam geworpen. Wie, wat, hoe, waarom ik me zo voelde? Feitelijke doet dat er niet toe. Het was gewoonweg zo. Ik ontwaakte om twaalf uur ‘s middags en sliep een minuut erna weer in. Ik ontbeet het avondeten. “Doe wat je wil, leid je eigen leven. Wat anderen doen is al om het even”, hoorde ik Lizzy@xy, deelnemer van Eurosong for Kids 2006, op de radio zingen. Prosit Lizzy@xy, ik beaam. Jammer dat jullie groepsnaam zo kut is en dat niemand ooit de moeite heeft gedaan hem te onthouden, want met zo’n lyricaal talent lag het sterrendom aan jullie voeten. Maar even serieus, leid je eigen leven? Ik voelde me meer gevangen dan ooit. Gevangen in een spiraal van nietsdoen. Seconden werden minuten werden uren werden dagen. Bed werd zetel werd stoel werd zetel werd bed. Ik deed niks.

 

Lang verhaal kort: m’n kop stond meer naar café dan naar sport, dus ging ik op café. Ik plaatste me aan de toog, pintje voor me in de hand geklemd, rug krom wegens het gebrek aan een rugleuning en de ellebogen als steun gebruikend, voorovergebogen naar m’n gesprekspartner toe. Het clichébeeld. Het valt niet bij te houden wie hier allemaal op exact dezelfde manier gezeten heeft en het valt al helemaal niet te voorspellen wie hier nog op deze manier zal zitten. Zou men ooit ophouden om op desbetreffende manier een lege kruk te vullen? En wie zal dan de eerste zijn om het tooghangen voorgoed vaarwel te wensen? Zal die persoon zich bewust zijn van zijn daad en indien ja, zou hij zich dan op een totaal nieuwe manier in het café profileren? Ik begon te walgen van m’n eigen nutteloze gedachten, dus brak ik mijn gedachtenstroom af en probeerde te luisteren naar m’n gesprekspartner die mij het nut wilde doen inzien van volleybal, hetgeen ik een waarlijke rotsport vind en ik nooit als onderwerp voor deze column zou gebruiken. Terwijl hij leuterde over de concrete aspecten van de sport zoals de bal, sets, het net, het veld, het aantal spelers en het puntensysteem. Terwijl hij algemene sportzever uitkraamde die ook voor volleybal opgaat zoals doorzettingsvermogen, tactiek, teamspirit, training, support en eetschema’s. Terwijl hij daar maar eindeloze, oninteressante nonsens bleef spuwen over dat armtierig spelletje van niets, keek ik hem indringend aan vanachter het schuim van m’n versgetapte pint en dacht bij mezelf: ‘moest ik in een Tarantinofilm zitten, ik had dit glas geledigd, kapotgeslagen en recht door zijn strot geduwd (en misschien nog een hakenkruis op z’n voorhoofd gekerfd ook)’.

 

Ik liet hem echter rustig verderleuteren totdat hij echt niet meer in staat leek te zijn nog iets te verzinnen over die idiote sport, die alleen maar goed is om rode plekken op de binnenbovenarm van te krijgen. Toen het gesprek uiteindelijk stilviel, zag ik mijn kans en nodigde ik hem uit voor een potje snooker. Droogweg antwoordde hij ‘neen’. Het spelletje zinde hem namelijk niet. Bovendien miste hij de empathie en het inzicht om zijn eigen overtuiging en verlangens even opzij te schuiven en mij dit potje te gunnen. Toen ik hem op zijn rotvervelend gedrag aanwees, verliet hij terstond het café zonder me nog een blik te gunnen. Verdwaasd bleef ik achter, de keu nog hoopvol in mijn hand. Als ik in een Tarantinofilm had gezeten, ik had het uiteinde van de stok afgeslepen en hem speergewijs (misschien moet ik speerwerpen echt eens overwegen) door de deur in de schouder van mijn waardeloze gesprekspartner geworpen.

 

Voor de tweede keer die avond kwam ik tot de vaststelling dat ik geen filmpersonage ben. Wel een naïeve knul die iets te veel verwacht van anderen en zodra deze verwachtingen niet worden ingelost over primitief geweld fantaseert. Een zware les na een avondje café. Misschien volgende keer toch effectief eens een sport uitvoeren.



op gesprek bij een vrijmetselaar
06/03/2016
🖋: 

“Lariekoek!” zou hij later die namiddag geamuseerd roepen, maar dat wisten wij toen nog niet. Het was een donkere, druilerige februaridag. Maandenlang hadden we er reikhalzend naar uitgekeken en nu was het moment eindelijk daar. De avond voordien hadden we onze rugzakken tot drie keer toe in- en weer uitgeladen. Dictafoon, pen en papier? Check. Proviand voor zeven dagen? Check. Het verzamelde werk van Dan Brown? Check. Knoflook? (Je weet maar nooit.) Check. Onze queeste kon beginnen.

Terwijl we de plassen op de Rooseveltplaats ontweken, sloeg de twijfel echter toe. In gedachte fluisterde de schorre stem van Paul Jambers ons vragen in het oor: “Wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen?” Wat wisten we eigenlijk over onze contactpersoon? En waarom had hij ingestemd met een interview?
 

Eenmaal de Van Maerlantstraat ingedraaid, verdween de onzekerheid even snel als ze gekomen was; je krijgt immers niet elke dag de kans om een vrijmetselaar te ontmoeten. Bovendien zouden we heus niet terechtkomen in een lynchiaans universum waar simonie weelderig tierde, oude blanke mannen vleselijke orgiën organiseerden of het politieke evenwicht in stand hielden. Toch? Vrijmetselaars zijn namelijk meer dan de mysterieuze protagonisten in Hollywoodfilms of een obscure voetnoot bij een ver verleden: ze bestaan ook echt. In België zijn ze ongeveer met 25.000 en Antwerpen herbergt niet minder dan 25 actieve loges, sommige al sinds de achttiende eeuw. “Je hebt ze in alle smaken en kleuren”, zou hij later beamen.
 

Maar waarom weidde onze maçonnieke gids dan ettelijke pagina’s aan rituelen en symbolen die zo uit de Da Vinci Code leken te komen? Waarom communiceerden ze met elkaar, zo beweerde ons handboek tenminste, in een codetaal? Het stond er zwart op wit. Metselen is ‘vergaderen in logeverband’, een batterie ‘een rituele toejuiching’ en het regent betekent – ironisch genoeg – ‘opgepast, er is een profaan in ons midden’.

 

“Lariekoek!” zou de man roepen, maar dat wisten we toen nog niet. Wij wisten enkel dat hij Jef Asselbergh heette, voormalig directielid van Dexia was, maar in de eerste plaats een ouderdomsdeken bij de Antwerpse loge Les Elèves de Themis. Tussen 2011 en 2013 is hij nog verkozen tot Grootmeester van het Grootoosten van België. Onze tred versnelde. Als iemand ons kan helpen om feiten van fictie te onderscheiden en hun befaamde tempel kan binnenloodsen, dan is hij het wel. En … misschien is er wel een plaatsje voor ons.

Plots houden we halt: nummer 33, hier moet het zijn!

 

het mysterie

Een bebrilde oudere man opent de deur. Het is meneer Asselbergh. “Jullie zijn van dwars?” vraagt een lage, warme stem, “Kom binnen!” Hij leidt ons naar een deur aan het einde van de smalle gang. Geen gewapende bewakers, irisscan of spraakherkenning te bemerken. Vreemd. “De taferelen uit de Da Vinci Code zijn totaal naast de kwestie.” We stemmen volmondig in. Dat wisten we wel hoor, ons maak je niks wijs! “Al heb ik het gevoel dat vrijmetselarij in de VS wel sterker verweven is met bepaalde (para)religieuze praktijken. Amerika is een groot land, een vreemd land. Toen ik er vroeger naartoe ging, had ik nooit belangstelling om er naar een loge te gaan”, vervolgt Asselbergh op besliste toon.

 

Met de woorden “Zullen we eerst het interview doen en dan onze tempel bezichtigen” leidt hij ons een vergaderlokaal in. Binnen kijken portretten van glimlachende logemeesters ons starend aan. “Fotografeer dat maar niet!” horen we als een van ons in een journalistieke reflex hun blik met een lens beantwoordt. Vanwaar toch die geheimzinnigheid? “Dat moet je niet overdrijven”, zegt Asselbergh. “Vergeet niet dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog vrijmetselaars zijn geliquideerd louter en alleen omdat ze vrijmetselaar waren. Vooral bij de oudere garde leeft dat nog. Op de ledenlijsten na, kan je alles te weten komen, maar we houden wel van discretie.” De redenen daarvoor houden volgens Asselbergh nauw verband met de essentie van vrijmetselarij.

 

Historisch is vrijmetselarij immers de uitloper van het protestantisme. Predikanten werden stukje bij beetje aan de deur gezet en mensen wilden hun levensbeschouwelijke overtuigingen zelf vorm kunnen geven. Vrijmetselaars doen dat door te luisteren naar de ander en visies uit te wisselen, maar zonder een hiërarchische structuur. “We kennen enkel een vergaderstructuur”, benadrukt de logemeester.

 

“Dat is trouwens ook waarom ik lid ben geworden, omwille van mijn belangstelling voor levensbeschouwelijke vragen. Het gaat dan niet meteen om vragen als ‘bestaat God?’ of ‘bestaat er een hiernamaals?’, maar eerder om een vorm van zingeving. Ik wil met inhoud bezig zijn, maar wil die ook zelf en vrij kunnen bepalen. Anders was ik wel lid geworden van een Kerk, of als ik gewoon mensen wilde leren kennen om af en toe mee te tafelen, van een serviceclub.”

 

Zoals het zelfverklaarde aspirant-vrijmetselaars betaamt, hangen we aan zijn lippen. “Dat impliceert ook dat je er af en toe voor moet kunnen uitkomen dat je het ergens niet mee eens bent en dat is in het gezagsgetrouwe België, een filosofisch wat homogeen land, niet makkelijk. Vlamingen en Walen zijn geen debators, we zijn eerder ruziemakers en verwarren dat met debat.

 

Tenslotte laat onze beslotenheid ook toe om je kwetsbaar op te stellen, diep te gaan in je overtuiging en die te kunnen uiten zonder bang te zijn dat het de volgende ochtend in om het even welke krant staat.”

 

de achterkant van de medaille

Maar speelt die discretie ook niet in het nadeel van de maçonnieke verenigingen? “Dat is inderdaad de achterkant van de medaille. Een zeer bekend niet-vrijmetselaar heeft ooit eens gezegd: ‘Elk voordeel heb z’n nadeel’”, grapt hij met pretlichtjes in de ogen.
 

Zijn gezicht wordt weer serieuzer: “Kijk, men verwacht nogal gauw dat wij moeten roepen: ‘Joepie, wij zijn vrijmetselaar.’ Maar jullie vertellen mij toch ook niet spontaan of je katholiek, joods of atheïst bent. Daar lopen we – zeker in Vlaanderen – niet mee te koop. Waarschijnlijk omdat we ervan uitgaan dat iedereen toch een katholieke achtergrond heeft. Ik woon gedeeltelijk in Nederland en daar is dat anders. Daar spreekt men meteen over Piet die bakker is, om de hoek woont en gereformeerd is!
 

Zelf begin ik ook nooit over de vrijmetselarij, maar als men mij erover aanspreekt doe ik niet onnozel. Ik ben trots op wat ik ben en wat ik doe, anders ging ik wel iets anders doen.”
 

 

Die discretie leidt natuurlijk ook tot heel wat vooroordelen. Zitten die hem niet dwars? “Ja,” Asselbergh wikt zijn woorden en vervolgt, “maar je hebt twee soorten vooroordelen.” Hij legt uit dat sommige stereotypen onvermijdelijk zijn. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat vrijmetselaars geheime plannen of standpunten hebben, omdat ze maar moeilijk kunnen begrijpen dat we geen standpunt delen, terwijl dat net de essentie is. Dat los je niet op door bepaalde vergaderingen open te stellen, want dan geloven mensen niet dat het er elke keer echt zo aan toegaat.
 

Aan de andere kant heb je de urban legends. “Toen ik op het Atheneum zat, kreeg ik in de Retorica les van een onderpastoor uit Merksem, een hele fijne en correcte man. Op een dag sprak hij over de vrijmetselarij. ‘Die voorzitter draagt een stierenkop en eens per jaar wordt hem een maagd aangeboden’, zei hij toen! Dus als jullie me zouden vragen waarom ik echt lid ben geworden …”, lacht de man. “Gelukkig zijn we van die clichés stilaan verlost.”

 

“Vele vooroordelen zijn ook historisch geïnspireerd”, benadrukt Asselbergh en zijn woorden voeren ons terug in de tijd. Hij legt uit hoe loges de eerste vrije burgerlijke verenigingen waren, hoe je voorheen enkel onder de hoede van de Kerk of van beroepsverenigingen bijeen kon komen. In tijden met minder democratische vrijheid impliceerde dat dat vrijmetselarij zeer gezagsgetrouw moest zijn en dat lukte aardig: edellieden en vorsten waren de beweging wel genegen.

 

In de negentiende eeuw verandert dat. Alle kerken, maar de katholieke in het bijzonder, stonden altijd al zeer negatief tegenover de vrijmetselarij die hun monopolie op levensbeschouwelijke onderwerpen doorbrak. Werden de anti-maçonnieke pauselijke brieven in de zeventiende en achttiende eeuw echter nog tegengehouden door de vorsten, dan las men ze na de Franse Revolutie gewoon voor in de kerken. Zo krijgt de vrijmetselarij in de negentiende eeuw het odium van het liberalisme mee, zeker nadat de Kerk rond 1838 katholieken verbiedt om zich aan te sluiten bij een loge. Op die manier werden de Kerk en de vrijmetselarij in de rol van patron gedwongen, respectievelijk van de katholieke en de liberale partij. Dat eindigt na de Eerste Wereldoorlog met de komst van het algemeen stemrecht. Als er plots een paar miljoen kiezers zijn, dan kan je geen politieke discussies meer voeren binnen een logetempel of een kerk.

 

“Sindsdien is die politieke rol verdwenen”, voegt de logemeester er snel aan toe. “Sommige mensen denken nog altijd dat politiek in de loges bedisseld wordt en dat begrijp ik niet. Nee, Bart De Wever is geen vrijmetselaar en ook een liberaal politicus als Bart Somers is dat niet. Zelfs als die twee tot een loge zouden behoren, dan hoeven ze elkaar daar toch niet te ontmoeten? Er zijn veel gezelliger plekken om politieke besprekingen te houden.

 

En toch zei men in 1994, toen het eerste liberaal-socialistische gemeentebestuur in Gent werd gevormd of bij de vorming van de eerste regering Verhofstadt, dat het akkoord in de loge was getekend. Dat is flauwekul!”

 

“Misschien speelt ook de komst van sociale media een rol; de drang om overal een mening over te hebben en die met iedereen te delen is groot bij jongeren en maakt die discretie alleen maar wereldvreemder?” vragen we hem. “Ach,” zucht Asselbergh, “er zijn inderdaad mensen die zeggen dat vrijmetselarij sinds de komst van Facebook niet meer nodig is, maar bij ons gaat het om persoonlijke, maar weldoordachte standpunten. Wij bieden onthaasting, tijd om na te denken en da’s anders dan het gekakel op Facebook. Opinions are like arseholes: everyone has one. Dat was vroeger trouwens ook al zo hoor.”

 

selecte diversiteit

De vis hapt toe. We ruiken onze kans en vuren de volgende vraag af: Zijn er eigenlijk veel jongeren bij de vrijmetselarij?
 

“Ja, wat is veel?” Hij kijkt naar ons alsof hij zich op voorhand wil verontschuldigen voor zijn antwoord. Dat belooft niet veel goeds. “Wat vrijmetselarij zo moeilijk te begrijpen maakt is dat ze compleet verschilt van zowat elke andere vereniging. Waarom word je lid van bijvoorbeeld een voetbalclub? Omdat je wil voetballen. Die verenigingen zijn gebaseerd op een gezamenlijk doel.
 

Bij vrijmetselarij is het precies andersom: wij zijn op zoek naar een diverse mix van mensen. Je komt er dus allerlei mensen tegen die je vaak om geen enkele andere reden zou ontmoeten: er zijn managers, leerkrachten, advocaten … Ik heb in mijn loge een kapper en heb er ooit nog een havenarbeider gekend.

 

Maar wij kunnen niet zomaar verjongen. Wij kunnen niet zoals een bedrijf tegen 65-plussers zeggen dat ze de week nadien niet meer hoeven te komen. En dan is er nog de gestegen levensverwachting. Diegene die klagen over het lage aantal jongeren halen meestal bekende historische vrijmetselaars van stal, zoals Mozart die relatief jong toetrad. Je mag echter niet vergeten dat Mozart wel stierf voor z’n veertigste.
 

Daar komt bij dat ik statistisch gezien dertig jaar geleden al dood zou geweest zijn, maar vrijmetselaars leven vreemd genoeg langer dan gemiddeld. Misschien heeft dat iets te maken met de middelen waarover ze beschikken of met de selectiecriteria.”

 

Wat die selectiecriteria zijn? “Voor een kandidaat wordt toegelaten moeten er twee vragen beantwoord worden”, verduidelijkt Asselbergh. “Allereerst: is hij/zij wel geschikt om vrijmetselaar te worden? Vrijmetselaar zijn vereist immers een zeker engagement. Niet iedereen komt elke week naar de vergadering, maar volgens mij is toch ongeveer de helft aanwezig. Dat vraagt ook enige sociale stabiliteit – huisje, boompje, kindje, een job … – en dat is niet evident voor jonge mensen. De meeste nieuwe leden die binnekomen zijn veertig of ouder. In mijn loge hebben we twee mensen jonger dan dertig, maar dat is vrij uitzonderlijk”, zegt de grootmeester.
 

“Daarna komt de vraag bij welke loge de man of vrouw zich het meest thuis zal voelen. Je moet immers toch ook kijken naar”, Asselbergh wikt zijn woorden, “de social fit.” We schuifelen ongemakkelijk op onze stoel.

 

“Ik hou wel niet van de concurrentie waarmee jongeren te kampen krijgen: de kandidaatstellingen van de jong gepensioneerden. Dat zijn gepassioneerde mensen die zin vonden in hun job en een tweede loopbaan zien in het verenigingsleven: een maatschappelijk probleem waarmee niet alleen wij te maken krijgen. Ze zitten immers boordevol talent en zijn fysiek en mentaal veel fitter dan dezelfde generatie twintig jaar geleden.

 

Eigenlijk zou men de hele levenscyclus van de mens moeten herzien. De klassieke indeling – studeren tot een jaar of 25 en werken tot 65 – dateert nog uit het industriële tijdperk met een veel lagere levensverwachting. Nu vallen vele mensen na hun loopbaan in een zwart gat. In de loge komt dat wel eens ter sprake, want het is een maatschappelijke verspilling van talent en zorgt ook bij die mensen zelf voor enorme problemen. Wij zullen dé oplossing niet aanreiken, maar kunnen wel een signaalfunctie vervullen.”

 

“Als loges op zoek gaan naar diversiteit, is het dan niet vreemd dat er vandaag nog altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen mannen- en vrouwenloges?” vragen we benieuwd.
 

“Wel, soms willen vrouwen alleen onder vrouwen zijn en mannen enkel onder mannen. Zo simpel is het”, stelt de man tegenover ons. “Mag toch? Degene die mij komt vertellen dat mannen en vrouwen gelijk zijn, die vergist zich”, gaat hij voort. We zwijgen en luisteren gespannen verder. “Als ik in een loge kom waar vrouwen zijn, dan gaat het er anders aan toe dan bij ons. En dat is niet beter of niet slechter, want in reglementsloges met enkel mannen onder elkaar, durft het er soms ook boertig aan toegaan hoor. Het is gewoon anders.

 

De samenstelling van de loges is eigenlijk gewoon een afspiegeling van de maatschappij. Toen de regels van de vrijmetselarij in 1723 voor het eerst werden vastgelegd in de constitutie van Anderson, waren bond men niet toegelaten. Enkel mannen die voldoende vermogend waren om vrijuit te kunnen spreken mochten toetreden. Vandaag is haast iedereen ‘ongebonden’, maar vergeet niet dat Belgische vrouwen maar in 1948 stemrecht kregen en pas in ’76 een bankrekening mochten openen zonder toelating van hun man!

 

Of er veel vrijmetselaars zijn? “België is het vrijmetselaarsland bij uitstek.” De ogen van Asselbergh lichten op. “Wij hebben beduidend meer vrijmetselaars per aantal inwoners dan onze buurlanden op het continent: 25.000, terwijl dat in Nederland maar tussen de vijf- à zesduizend is. Daar zijn dankzij die calvinistische debatcultuur meer alternatieven voor de loges te vinden. Kijk bijvoorbeeld maar naar het verschil tussen Buitenhof en De Zevende Dag, tussen Matthijs Van Nieuwkerk en Bart Schols, dan weet je het wel. In een Nederlandse kwaliteitskrant vind je bijdragen waarvoor je bij ons … naar de tempel van een loge moet gaan.”

 

de tempel

Asselbergh staat recht en gidst ons doorheen het gebouw. Plots houden we halt. We kunnen onze ogen niet geloven. Voor ons verschijnt niet de heilige graal of het verloren paneel van het Lam Gods, maar een heuse kantine inclusief tournéé générale-bel en Croky-chips. (Wie had nu ook alweer gezegd dat een loge geen voetbalclub was?) De tempel? “Natuurlijk niet! Die bevindt zich boven”, zegt Asselbergh die naar een trap aan de andere kant van de kantine wijst.

 

Even later aanschouwen we een bevreemdende, maar prachtig georneerde tempel in Egyptische stijl. “Typisch Belgisch”, zegt onze gids. “De maan en de zon verwijzen naar het licht dat erg belangrijk is in de vrijmetselaarssymboliek. Mensen leven als het licht is, op studenten na dan misschien.” Na een massa vragen van drie veel te nieuwsgierige studenten, is het tijd om afscheid te nemen.

 

Als we de tempel verlaten, vertrouwt de sympathieke man ons nog enkele wijze woorden toe: “Kijk en luister aandachtig naar de ander en heb belangstelling voor wat er buiten je vertrouwde leefwereld gebeurt. Dat is wat jullie ook doen met jullie studentenblad.” We grijpen onze kans: “Bedankt voor dit gesprek en, wie weet, misschien treden ook wij ooit nog toe.” Asselbergh begint hartelijk te lachen om onze woorden die wel een grapje moeten geweest zijn, en leidt ons naar de voordeur. Als we buitenkomen is de hemel opgeklaard. Troostende zonnestralen verwarmen ons gezicht.



betweter
05/03/2016
🖋: 

Lees deze rubriek waarin een van de redactieleden een interessant, grappig of ronduit onnozel weetje meedeelt en word zelf een betweter.

Stadscampussers kennen de grote binnentuin van het Hof van Liere als hun broekzak. Zodra het lentezonnetje schijnt, lijkt heel studerend Antwerpen er zijn boterhammetjes te nuttigen. Op die manier krijgt de grote binnentuin al aandacht genoeg en daarom wijd ik deze betweter aan zijn kleine broer, die heel toepasselijk maar allesbehalve origineel de kleine binnentuin genoemd wordt. Dit toverachtige koertje biedt net als de grote variant een verzorgd grasperkje, een zuilengalerij en een heleboel kasseien waar je geweldig over kunt struikelen, maar daarbovenop staat er een waterput! Intrigerend, niet?

 

waterput Hof Van Liere (© Natasja Van Looveren | dwars)Weggestoken achter een klimopmuur van een van die prachtige uniefgebouwen waar je nooit een voet binnenzet, gaapt een verbazingwekkend diepe, maar nu met boombladeren en spinrag gevulde waterput. Een gat dat leidt tot de diepste krochten van onze universiteit en tot nader order onontgonnen terrein lijkt te zijn – de enige informatie die de website van UAntwerpen over de put verschaft is dat hij ‘waarschijnlijk aangeeft waar zich vroeger de keuken bevond’. Listige prietpraat als je het mij vraagt, tactisch neergepend om de curiositeit van buitenstaanders te temperen. Wat schuilt werkelijk in dat gat? Een gangenstelsel dat leidt naar geheime kamers van de universiteit? Een schuilkelder die als laatste toevluchtsoord moet dienen als iemand de grote rode knop indrukt? Misschien het verloren paneel van het Lam Gods, de heilige graal (en moet ik me dan zorgen maken over een moordlustig konijn?) of de Bende van Nijvel? Zoveel vragen, zo weinig antwoorden. Tijd voor diepgaande onderzoeksjournalistiek.

 

Met m’n heupgordels al vastgegespt en Petzl-materiaal bij de hand stond ik op het punt de put af te dalen, toen een wit uitgeslagen, zwaar transpirerende doch vriendelijke secretaresse kwam aangestormd en me dringend verzocht op m’n stappen terug te keren. Ze wees mij op de absurditeit van mijn onderneming en drong stevig aan de hele zaak te laten voor wat ze was. “Kom eens op koffie en dan zal ik je alles vertellen over de historiek van dit feitelijk erg ordinair waterputje”, zei ze vervolgens poeslief. “Wist je bijvoorbeeld dat er zich vroeger een keuken bevond?” Hah, slinkse secretaresse. Ik weet wel beter.



cultuurstrookje
05/03/2016
🖋: 
Auteur

Je lichaam versieren met onuitwisbare inkt is een gebruik dat in veel culturen voorkomt. Sommigen onder jullie huiveren al bij de gedachte aan een gitzwarte alcoholstift, contrasterend op jullie witte winterhuidjes, anderen pronken graag met kleurige tattoos die de tand des tijds zullen moeten doorstaan. Deze tattoodragers bestaan in alle vormen en maten: Antwerpse havenwerkers met ankers, studenten met het logo van hun studentenclub, of een doodgewoon redactielid van dwars. Elke versierde mens heeft wel zijn of haar reden om voor de naald te kiezen.

 

De tentoonstelling Body Art in het MAS brengt je niet alleen op ideeën rond inkt. Naast een verstopbare tattoo op de bil, kan je onderhuidse implantaten in je gezicht plaatsen, zal een korset je silhouet veranderen zodat je eer doet aan de verwijzing naar een wesp, of kan je opteren voor scarificaties (littekens) om aan te tonen bij welke volksstam je hoort. De expo gaat na waarom mensen iets aan hun lichaam willen (of moeten) aanpassen: uit schoonheid, als ritueel of om spirituele redenen bijvoorbeeld. Aan de hand van foto’s, filmpjes met getuigenissen, beeldjes en andere voorwerpen kom je te weten waar levende kunstwerken hun inspiratie en motivatie vandaan haalden. Een paar lotusschoentjes toont meteen dat ik met mijn schoenmaat 41 gelukkig niet in het oude China geboren ben. ‘Waarom?’ is de vraag die deze expo leidt. Een beetje wordt onze ‘hoe?’-vraag beantwoord, maar veel plaats is er niet om meer te weten te komen over de processen van bodyart zelf. De expo-zaal op de derde verdieping is niet groot, maar wel de moeite om te bezoeken.



02/03/2016
🖋: 

Muziek die betovert met haar wondermooie eenvoud en dan weer begeestert met haar energieke ritmes en hectische samenspel. Accordeon, fluit, viool, gitaar, contrabas en piano treden harmonieus in dialoog met elkaar, om even later radicaal te botsen. Afwisselend en inspirerend, dat is de muziek van Aranis altijd. Saai, dat nooit! De getalenteerde musici hebben diepe wortels in de klassieke muziek, maar tasten onbevreesd hun muzikale grenzen af.

dwars sprak met Aranis naar aanleiding van een van hun volgende concerten. Op dinsdag 19 april 2016 treedt Aranis op in AMUZ. Dit concert Classic with a Twist heeft als doel om jongeren kennis te laten maken met klassieke(re) muziek. Aranis zal het jonge publiek zeker weten te bekoren met een mix van klassieke muziek en andere genres, steeds met de onmiskenbare Aranisklank.

 

 

 

Hoe is Aranis ontstaan?

 

Marjolein (accordeoniste)  Wij hebben op het conservatorium van Antwerpen een groep gevormd en 5 jaar lang gebruik gemaakt van de lessen en examens om te ontwikkelen. We studeerden allemaal samen en voor het vak Kamermuziek moet je sowieso een ensemble vormen. Zo zijn we begonnen met muziek van Astor Piazzolla. Op een bepaalde dag kwam Joris (bassist en componist) met een stukje dat hij zelf geschreven had en stilaan is dat verder gegroeid.

 

Joris (bassist en componist)  Elk jaar speelden we meer concertjes. Er zijn mensen bijgekomen en de bezetting is ook een beetje veranderd. Onze groep heeft dus een evolutie gekend, maar de kern, de muzikanten en de instrumenten, is altijd hetzelfde gebleven. We hebben onze eerste cd opgenomen tegen de tijd dat iedereen afgestudeerd was.

 

 

 

 

 

 

Hoe is jullie stijl geëvolueerd doorheen de jaren?

 

Joris  We hebben veel geëxperimenteerd doorheen de jaren, maar de typische Aranisklank en -samenstelling van instrumenten zijn nog altijd dezelfde als in het begin. We hebben bijvoorbeeld een programma gespeeld met zangeressen, waardoor de klank helemaal anders werd. Daarna hebben we een project gedaan met een percussionist. Dat was iets ruwer, iets harder. Daarna zijn we begonnen met onze Made in Belgium-reeks.

 

Jana (fluitiste en zangeres)  Dat is voor de eerste keer dat we composities gebruikten van andere componisten, want daarvoor schreef Joris al onze muziek. We hebben ook nevenprojecten gedaan. Toen we Gouden Vleugels (muziekprijs om jong Vlaams muziektalent te ondersteunen en het imago van klassieke muziek te verruimen, nvdr.) wonnen, werden we gekoppeld aan een fluitist. Toen hebben we muziek uit andere stijlperiodes moeten studeren en hij heeft onze muziek moeten studeren. Dus dat was langs beide kanten leerrijk.

 

Joris  Ik denk dat het voor ons altijd belangrijk is om een identiteit te hebben en te behouden. Als wij muziek van anderen spelen kiezen wij die stukken die bij ons passen.

 

Jana  Anders ben je bijna een coverband.

 

Joris  Maar dat kan ook tof zijn. Er zijn heel veel klassieke ensembles die zich specialiseren in een bepaalde stijl of bepaalde componisten en die daar dan super goed in worden. Voor ons is het andersom: wij gaan eerder die stukken zoeken uit het repertoire die bij ons passen als groep of zelf muziek schrijven.

 

Stijn (gitarist)  Wij zijn ook gespecialiseerd, maar in onszelf (lacht). Maar dat wil niet zeggen dat we maar één ding doen, we proberen ook bestaande muziek naar onze hand te zetten.

 

 

 

Op welke manier kan jullie muziek jongeren aanspreken?

 

Joris  Ik denk dat jongeren in onze muziek zullen herkennen hoe hectisch het leven in West-Europa er aan toegaat. Als je over straat loopt zijn er heel veel indrukken. Ook door het internet komt er veel op je af en onze muziek is soms ook heel hectisch. Het is op die manier wel een verklanking van wat er vandaag de dag gebeurt. We zitten niet in een bergdorpje waar alles heel rustig is. Onze muziek zou helemaal anders klinken, moesten we daar opgroeien.

 

Jana  Jongeren herkennen onze muziek niet van de radio, op dat vlak zal het voor hen een ontdekking zijn. Als jongeren iets vernieuwend willen zien binnen klassieke muziek, zijn ze bij Aranis aan het goede adres. Het woord klassiek zal hen op het eerste gezicht misschien afschrikken, maar ik hoop duidelijk te maken dat dat zeker niet nodig is.

 

Stijn  Het hoeft geen niche muziek te zijn. Het is meer het ontdekken, leren appreciëren en gewoon worden van deze muziek.

 

 

 

classic with a twist

Op dinsdag 19 april 2016 treedt Aranis om 20.00 op in AMUZ (Kammenstraat 81, Antwerpen). Studenten betalen in voorverkoop slechts 5 euro voor een ticket (7 euro aan de kassa), niet-studenten betalen in voorverkoop 10 euro (12 euro aan de kassa). De opbrengst gaat bovendien naar USAB, de Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding. De organisator van het concert is COFENA vzw, waarbij de uitvoering van de organisatie door studenten uit de Master Handelsingenieur gebeurt, in het kader van het vak Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

 

Meer info en tickets: www.classicwithatwist.be



Antwerp MUN 2016 – Deel 2

29/02/2016

Donderdag 25 februari ging op de universiteit van Antwerpen de vierde editie van de Antwerp Model United Nations (kortweg MUN) van start. MUN's zijn simulaties van zowel de Raad van de Europese Unie als van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waar studenten in de huid kunnen kruipen van een diplomaat die zijn land moet vertegenwoordigen op een internationaal forum. Geen gemakkelijke opdracht, want de MUN vergt heel wat voorbereiding alsook heel wat politieke vaardigheden. Onderhandelen, toespraken houden en bondgenoten vinden; het hoort allemaal bij de MUN-ervaring. dwars begaf zich onder de politieke zwaargewichten van morgen en brengt verslag uit.

Vrijdag 13u00 – Na een goede nachtrust begeef ik me opnieuw onder de jonge diplomaten die momenteel hun lunch nuttigen in een van de receptiezalen in de majestueuze rechtervleugel van het Hof van Liere. Belust op sensatie probeer ik zoveel mogelijk mensen te vragen in welk luxueus restaurant ze de avond voordien hebben gedineerd, maar het wordt al snel duidelijk dat deze nog verse generatie politici zich nog geen decadente allures heeft aangemeten. Iran en Macedonië zijn samen Belgische frietjes gaan eten, maar de meeste MUN'ers aten net als ik gewoon thuis.

 

Mijn bronnen vertellen me dat er ook op de traditionele kroegentocht geen al te gortige uitspattingen waren. Er werd wat gedronken, wat gebabbeld … kortom, niks al te exuberant, of zo wordt me toch verteld. Ik hecht niet veel belang aan deze lauwe verklaring en ga zelf op onderzoek. De eerste persoon die ik aanspreek is Bartosz, een Pool die Finland vertegenwoordigt in de VN-simulatie. Met een opvallend frisse kop antwoordt hij me droogjes dat hij gisteren 'maar’ vier Duvels, acht pinten en ‘een stuk of vijf’ Jägerbombs gedronken heeft. Een kater heeft hij niet, want de lever van de ware diplomaat is onverwoestbaar.

 

In de wandelgangen wordt er druk gesproken over de ludieke ‘straffen’ die sommige MUN-participanten deze ochtend moesten ondergaan. Sommigen leden van de Raad van de Europese Unie waren te laat en daarom verzonnen de voorzitters een passende sanctie voor hen. Onder pianobegeleiding van voorzitter Robin mochten de laatkomers een liedje zingen om het goed te maken.

Ondertussen wordt er ook nog ernstig politiek bedreven. De afgevaardigde van Israël vertelt me met pretoogjes dat hij aan een verdrag werkt met militaire grootmachten Rusland, de VS, Egypte en Turkije om tot een snelle en grondige oplossing van het vluchtelingprobleem te komen. Na de militaire en economische stabilisatie van de regio kunnen vervolgens de vluchtelingen naar hun land van herkomst worden teruggestuurd. Een definitief verdrag afsluiten wordt echter een race tegen de klok. Turkije geeft vrijdagnamiddag verstek en de gedelegeerde van Israël heeft zaterdag sabbat.

 

de Raad van de Europese Unie

15u10 – Ik ga langs bij de Raad van de Europese Unie waar met bittere ernst een zeer technische discussie wordt gevoerd over de formaliteiten van een resolutie over drugstrafiek via het internet. De vertegenwoordiger van Oostenrijk, zelfzeker en doelbewust, zet de lijnen uit. Zweden en Spanje maken hier en daar kanttekeningen en voorkomen zo dat de Raad onder impuls van Oostenrijk al te voortvarend wordt. Het debat wordt gemodereerd door voorzitters Ruben en Robin, die een wat meer relaxte, doch effectieve stijl hanteren in vergelijking met de meedogenloze chair van de Algemene Vergadering van de VN. “Een kwestie van aanvoelen”, zegt Ruben, die een ontspannen indruk maakt. “Als je een grote vergadering moet voorzitten zoals met de VN, dan moet je gewoon strenger optreden. Anders is er geen discipline.”

 

Maar ook in de gemoedelijke sfeer van de relatief kleine Raad van de Europese Unie wordt de discipline gehandhaafd, al is dat vaak met een kwinkslag. Zo wijzen voorzitters Ruben en Robin de wat pompeuze vertegenwoordiger van the UK er droogjes op dat hij moet afzien van het gebruik van ‘The Empire’ wanneer hij verwijst naar zijn land. “We told you yesterday and now we tell you again: The Empire officially ended in 1978, so we suggest you use ‘The United Kingdom of Great-Britain and Northern Ireland’ instead. We understand you suffer from nostalgia, but we urge you to adhere to the rules of procedure.”

 

16u07 Ondanks de demonstratie van die ochtend is het blijkbaar nog niet tot alle deelnemers doorgedrongen dat men bij de MUN belang hecht aan punctualiteit. Tsjechië kwam na de pauze vijf minuten te laat terug binnen en moet als straf een pikante passage uit Fifty Shades of Grey voordragen. De persschuwe Tsjechische afgevaardigde wenste hierover geen verklaring af te leggen.

 

Antwerp MUN 2016 - Toespraak (© Lukas DC Photography)Antwerp MUN 2016 - Resoluties (© Lukas DC Photography)

Antwerp MUN 2016 - Israël (© Lukas DC Photography)

 

dwars verzoent

18u00 – Na afloop van de zittingen verneem ik dat Azerbeidzjan en Armenië het opnieuw bont maakten in de Algemene Vergadering. Ook Polen haalde opnieuw uit naar de struisvogelpolitiek van de staten van de Perzische Golf inzake de vluchtelingencrisis; deze keer richtte het zich rechtstreeks tot Qatar. Omdat dwars de internationale dialoog hoog in het vaandel draagt, breng ik als verzoenende reporter de ruziënde schobbejakken samen zodat ze in een openhartig gesprek hun geschillen kunnen bijleggen.

 

"Azerbeidzjan moet zich concentreren op de problematiek die nu op tafel ligt. Het mag deze vergadering over de vluchtelingencrisis niet gebruiken als een internationaal podium om persoonlijke vetes uit te vechten en eigen belangen na te jagen", vindt Robert Avagyan, vertegenwoordiger van Armenië. Azerbeidzjan reageert bitsig: "Wij willen enkel wat rechtvaardig is, en dat is dat een einde wordt gemaakt aan de illegitieme bezetting van Nagorno-Karabakh door Armenië!" Na een felle bekvechtpartij lachen de twee gedelegeerden om elkaars passie en beginnen ze een gesprek over hun gemeenschappelijke studie Rechten. Een verdere escalatie van het conflict lijkt voorlopig afgewend. Ook Polen en Qatar leggen hun geschillen bij en poseren broederlijk voor de lens van persfotograaf Lucas. Opnieuw een brandje dat vakkundig geblust werd door de therapeutische kracht van de pers.

 

Antwerp MUN 2016 - Polen & Qatar (© Lukas DC Photography)

Polen en Qatar schudden elkaar de hand

 

quiz en galabal

21u00 – Vrijdagavond is er een quiz. Voor even vergeten de 'gedistingeerde delegaten' alle politieke intrigues en bekommeren ze zich slechts om één ding: het smeden van een goed uitgebalanceerde quizploeg. De kandidaten worden getest op hun kennis over de internationale politiek. Het team van de voorzitters moet het daarbij afleggen tegen het team met de wat luie ploegnaam 'Something Funny'.

 

Zaterdag 10u00 – Ook tijdens het weekend wordt er druk gepalaverd in de Tassiszaal. Zowel in de Raad van de Europese Unie als in de Algemene Vergadering van de VN trachten de afgevaardigden de resoluties die op tafel liggen in hun definitieve vorm te gieten. De debatten zijn dan ook erg technisch vandaag en ik verbaas me er opnieuw over hoe vertrouwd deze jonge snaken al blijken te zijn met het reilen en zeilen van de internationale politiek. Soms is hun oeverloze kennis ronduit verontrustend. Vooral de hoge mate van expertise die de EU-vertegenwoordigers aan de dag leggen wat betreft de internationale drugsmarkt doet de wenkbrauwen fronsen.

 

Of het MUN-galabal in de IKON van vanavond daarom ook goed bevoorraad zal zijn van spotgoedkope onversneden cocaïne, is nog niet duidelijk. Jammer genoeg zal ik door een familiefeest niet zelf aan den lijve kunnen ondervinden wat de geneugten van de politieke elite juist inhouden. Ik stuur collega Yannick naar de IKON om er de sfeer op te snuiven. Zijn verslag:

 

Op zaterdagavond is het tijd voor het traditionele galabal. Helaas kon onze vaste MUN-correspondent niet aanwezig zijn, en dus gaf hij mij de opdracht om hier mijn ogen en oren open te houden. Achter de schermen worden immers vaak nog enkele deals gesloten: de pers is alvast klaar voor de scoop!Hoewel ik probeer het politiek gekonkel en de achterkamerintriges te ontdekken, lijken de afgevaardigden vooral zin te hebben in dansen. Op de beats van onder andere Stromae en Major Lazer verbroederen de landen die enkele uren voorheen nog bitsig debatteerden over ingewikkelde materie. Dat ontspanning na een intensieve sessie noodzakelijk is weet natuurlijk de meest gehaaide diplomaat en daar hoort ook zeker een Belgisch pintje bij. Uiteindelijk zwicht ook ik en begeef me op de dansvloer: Alors on danse!

 

prijsuitreiking

Zondag 10u30 – Zondag vonden de comité-sessies plaats in de wondermooie zalen van het Vredescentrum. Voorzitter Sina moest de deelnemers persoonlijk begeleiden, maar had zich na een zware nacht overslapen. Voor hem geen vernederend dansje als straf, wel een speech waarin hij zich omstandig excuseert voor zijn zwijnengedrag van die ochtend – en van de avond ervoor. In de zalen van het Vredescentrum worden nog de laatste loodjes gelegd aan de resoluties waar de afgelopen dagen druk over onderhandeld werd. De sfeer is ontspannen en collegiaal. Niets lijkt erop te wijzen dat iemand zenuwen heeft voor de door de pers fel geanticipeerde prijsuitreiking later die dag.

 

Sina excuseert zich - Antwerp MUN 2016 (© Lukas DC Photography)

 

16u30 – Inderdaad, de voorzitters van de MUN kennen ook awards toe aan de meest waardige diplomaten! Bij de VN vielen de afgevaardigden van Irak, Roemenië en Iran in de prijzen. Tarak, de afgevaardigde van Irak, kreeg de prijs voor beste afgevaardigde. Hij bewees reeds in zijn openingsrede een erg geletterde diplomaat te zijn en toonde zich meermaals een welbespraakt orator. Ook de jury is zijn charme niet ontgaan. De pittige vertegenwoordigster van Roemenië, Vidette, werd benoemd tot 'meest gedistingeerde afgevaardigde'. Met haar emotionele en af en toe wat dramatische stijl was deze uit de UK afkomstige powerhouse de persoonlijke favoriet van de pers. Iran, dat vertegenwoordigd werd door Johannes uit Duitsland, won tenslotte de prijs voor de beste voorbereidingspaper. Deze timide diplomaat koos zorgvuldig zijn momenten uit om het woord te nemen en was vooral erg bedrijvig achter de schermen.

 

Bij de Raad van de EU waren het Kwinten voor Oostenrijk, Franz voor Tsjechië en Helen Jacobs voor Nederland die met de prijzen gingen lopen. Kwinten werd zoals verwacht verkozen tot beste afgevaardigde en Franz werd uitgeroepen tot 'meest gedistingeerde afgevaardigde'. Misschien hadden zijn voordrachtkwaliteiten daar wel meer mee te maken dan zijn stiptheid; Fifty Shades of Gey is nu eenmaal een crowdpleaser. Helen Jacobs schreef voor Nederland de beste voorbereidingspaper. De voorzitters van de Raad van de Europese Unie hadden ook nog enkele bijkomstige awards in petto. Binnen de subdiscipline 'funny awards' werd de UK verkozen tot 'Party animal'. 'Best seducer' was Oostenrijk, Letland ging het best gekleed en België won de award voor 'Future dictator'.

 

Antwerp MUN 2016 Vredeszaal (© Lukas DC Photography)

 

onwerkelijke ervaring

Met de ceremoniële plechtigheid van de prijsuitreiking kwam de Antwerp MUN van 2016 meteen ook ten einde: een unieke en bijwijlen ook onwerkelijke ervaring. Op de MUN is het soms onduidelijk waar de echte wereld stopt en de schijnwerkelijkheid van de simulatie begint. Tijdens de vier dagen dat ik er reporter was, zijn er mij vaag zaken ter ore gekomen over Turteltaksen, schietpartijen in Rotterdam en een explosie in de Antwerpse haven. Het kon me niet deren, ik zat in een andere wereld. Een veel spannendere wereld van internationale verdragen, politieke intriges en complotten. Ik sprak met Qatar, Azerbeidzjan, Tsjechië en met Papoea Nieuw-Guinea. Israël en Egypte informeerde mij over hun militaire plannen en ik dronk fruitsap met China. Bedwelmd door deze privileges waande ik mij voor even in de cenakels van de macht. Bedankt daarvoor MUN, en tot volgend jaar!

 

 

 

 

 

 

impressie Antwerp MUN 2016 door Natasja, onze fotografe ter plaatse



Dagen zonder Vlees – week 3
26/02/2016
🖋: 

Van 10 februari tot 26 maart loopt de Dagen Zonder Vlees-campagne. Die is bedoeld om het besef over de impact van onze voedingsgewoontes op het milieu te vergroten en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Dwarse redactrice en omnomnomnivoor Jutta doet er nog een schepje bovenop en gaat helemaal de geitenwollensokkentoer op als veganist. Ware het niet dat de geitenwollensokken in de kast moeten blijven want veganisme betekent afstand doen van alle dierlijke producten. Bye bye honing, geen cappuccino tussendoor en dag lederen handtassen en dito schoenen. Een mens moet wel gek zijn. 

Deze week interviewde ik De Groene Meisjes ofte Jamie (24) en Merel (28) die met hun kleurrijke blog mensen willen inspireren om bewuster te eten, reizen, denken ... kortom groener te leven. Wie denkt dat je door groen te leven vooral groen gaat lachen, moet zeker een kijkje nemen op hun website! Groen Meisje Merel aan het woord.

 

 

Het succes van DZV is grotendeels te danken aan de idee dat alle beetjes helpen. Minder in plaats van helemaal geen vlees, vis ... Volstaat dat om groen te leven? Is veganisme een noodzakelijke voorwaarde om écht het verschil te maken?

Merel  Uiteindelijk is veganisme natuurlijk wel een grotere oplossing dan vegetarisch eten. Immers, je vermijd ermee een aandeel te leveren aan de zuivel-, wol-, ei-, enz- industrie. Ik geloof heel sterk in alle kleine beetjes die helpen, maar ik geloof ook in grotere beetjes die nóg meer helpen. 

 

 

Wat vinden jullie van allerlei vervangproducten voor vlees, vis en zuivel? Sommigen daarvan (zoals bijvoorbeeld vegan bacon of vegan kaas) zijn niet echt ‘natuurlijk’ te noemen. Is het niet beter, gezonder om helemaal anders te eten in plaats van een ‘gewoon’ dieet te willen aanhouden?

Merel  Zelf eet ik ze niet, omdat ik het niet nodig heb. Ik kan prima zonder, omdat ik precies weet hoe ik met andere plantaardige, meer natuurlijke producten, mijn behoeften kan vervullen. Maar ik ben een groot voorstander van goede vegan vleesvervangers, omdat ze het makkelijker maken voor mensen die graag een beetje willen experimenteren met een vegan lifestyle. Het maakt de drempel lager en daar ben ik blij mee. Daarbij komt dat ik zelf soms toch wel heel erg graag een goede veggieburger eet – gewoon omdat ik van een broodje met iets erop houd. 

 

 

Hoe kan je veganist worden/zijn zonder uren opzoekwerk over de plantaardige bronnen van alle voedingsstoffen die je lichaam nodig heeft?

Merel  Het is eigenlijk vooral boerenverstand werk. Toch raad ik wel aan om een goed boek te lezen, waarin even op een rijtje wordt gezet welke voedingsstoffen je nodig hebt. Ik adviseer iedereen Vegan for Her en Vegan for Life

 

 

Hoe kan je als veganist én arme student rondkomen met je budget en toch gebalanceerd eten?

Merel  Vegan eten kan heel goedkoop zijn! Groenten, peulvruchten, zaden, granen, pasta ... je kunt het zo duur of zo goedkoop maken als je zelf wilt. In feite is een vegan dieet een super eenvoudig dieet, waar je weinig luxemiddelen voor nodig hebt. 

 

 

Op jullie website weren jullie doelbewust shockerende beelden over dierenleed. Dat is nochtans een van de pijlers van het veganisme. Hoe speelt dat voor jullie een rol?

Merel  We weten er alles van, we zullen er ook over spreken, maar we vinden de Groene Meisjes gewoon niet de plek om dat soort dingen te vertonen. Wij kiezen voor de passief-activistische weg. We laten mensen liever zien hoe het óók kan. En wanneer we wel een keer een documentaire bespreken die wat heftiger is, dan bieden we ook altijd meteen een oplossing. Dus: dit is er allemaal mis in de zuivelindustrie, en dit kun jij eraan doen. We willen mensen niet met een naar gevoel achterlaten. 

 

 

Wat met groene jongens? Springen meisjes en jongens op een andere manier om met milieuproblematiek, gezond eten, groen wonen, leven en reizen?

Merel  Over het algemeen eten meisjes sneller vegan, omdat ze het voor hun gezondheid doen. Jongens zijn over het algemeen wat activistischer en ze kijken meer naar wat vegan eten voor het milieu betekent. Meisjes daarentegen zijn meer bezig met dierenleed. Ieder op zijn eigen manier dus.

 

 

Groen en hip lijken soms moeilijk te combineren, wat is jullie geheim om niet te vervallen in een geitenwollensokken-imago?

Merel  Ik vind niet dat groen en hip moeilijk hand in hand gaat. Er is zoveel moderns en leuks te kiezen tegenwoordig! Je hoeft niks te missen, je hoeft geen 'ander persoon' te worden. Je kunt gewoon een modern, leuk, spannend, hip en uitdagend leven hebben en veganist zijn tegelijk.

 

 

Neem zeker eens een kijkje op www.degroenemeisjes.nl of op de bijbehorende facebookpagina en de even kleurrijke instagramaccounts van Jamie en Merel. Probeer een van de vele overheerlijke en vaak poepsimpele recepten uit – zoals deze (zoete) aardappelfriet met huisgemaakte ketchup en veganaise – of snuister in hun vintagevondsten. dwars blijft verschijnen in zwart-wit, maar laat dat je vooral niet tegenhouden om wat groener te gaan leven!

 

 

Social Media van de Groene Meisjes


Antwerp MUN 2016 – Deel 1
25/02/2016
🖋: 

Donderdag 25 februari ging op de universiteit van Antwerpen de vierde editie van de Antwerp Model United Nations (kortweg MUN) van start. MUN's zijn simulaties van zowel de Raad van de Europese Unie als van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, waar studenten in de huid kunnen kruipen van een diplomaat die zijn land moet vertegenwoordigen op een internationaal forum. Geen gemakkelijke opdracht, want de MUN vergt heel wat voorbereiding alsook een flinke portie lef. Of zie jij jezelf al zonder te verpinken een Engelstalige redevoering houden voor zeventig mensen over de positie van pakweg Moldavië in het vluchtelingendebat – en dat volledig volgens het voorgeschreven protocol? Ik alvast niet en daarom trok ik er niet als diplomaat, maar als reporter op uit om te berichten over deze jonge haaien van de internationale politiek. Verslag van een bewogen dag.

9.55u - Ik arriveer in de Agora waar ik zo'n half uurtje te laat ben voor de registratie van de deelnemers. Enkele medewerkers van de MUN vertellen me dat Jemen deze morgen werd afgevoerd nadat hij een epilepsieaanval gekregen had. Eenmaal in het ziekenhuis bleek dat alles in orde was met hem. Oef!

 

De vertegenwoordigster van België is net als ikzelf te laat. Samen gaan we op weg naar de Tassiszaal, waar de MUN-sessies plaats zullen hebben. Maar die zaal laat zich niet zo gemakkelijk vinden, zo blijkt. Samen met België dwaal ik ietwat verloren door de gangen van de indrukwekkende rechtervleugel van het Hof van Liere. In de vijf jaar dat ik ondertussen aan UAntwerpen studeer was ik hier nog nooit geweest. De prachtig aangeklede trappenhal en de statige portretten geven het gebouw een aura van ernst en plechtigheid die je in de gangen van de Meerminne en de R-blok nooit gewaar wordt. "Het lijkt hier wel Zweinstein", zei België, en ze heeft volkomen gelijk.

 

Als we binnenkomen is professor Burssens al bezig met een welkomstspeech. De meeste studenten rondom mij zitten strak in pak. Sommige moedige zielen durfden het aan in een meer casual outfit te verschijnen, waaronder de vertegenwoordiger van Litouwen die met zijn felrode ruitjeshemd onmiddellijk een kleurrijk figuur belooft te worden. Ook valt het meteen op hoeveel vrouwen er aanwezig zijn; bij de Antwerp Model United Nations hebben ze alvast geen vrouwenquota nodig.

 

Na de welkomstspeeches van professor Burssens en Sina, voorzitter van de Antwerp MUN, is het de beurt aan de twee gastsprekers. Manolo Tersago, hoofd van het drugsdepartement van de federale politie, komt spreken over drugssmokkel in de Antwerpse haven en Samuel Cogolati, die onderzoeker is bij KU Leuven, had het over hoe de mensenrechten dienen te worden toegepast op de vluchtelingencrisis. Het zijn meteen de twee thema's van respectievelijk de EU- en de VN-simulatie.

 

Receptie

12u00 - De receptie is mooi verzorgd. Er zijn broodjes, thee, fruitsap en er is ook koffie. Ik neem een tas en ik sluit me aan bij een groepje enthousiaste deelnemers die al druk aan het netwerken zijn. Er wordt gefluisterd dat de Duitse delegatie van de Raad van de Europese Unie verstek heeft gegeven. Te veel schoolwerk, luidt het. Ik beland al snel bij een groepje doorwinterde MUN-fanaten die me wat meer vertellen over het reilen en zeilen van de simulatie. Ruben heeft al vijf MUN sessies op zijn conto staan, verspreid over heel Europa. Hij modereert als voorzitter de vergadering van de Europese Unie die negentien deelnemers telt. Zijn palmares verbleekt echter bij dat van zijn Poolse vriendin Michalina, die samen met Floor de 66 landen van de Algemene vergadering van de VN voor haar rekening neemt.

 

Ik merk al snel dat ‘Micha’ niet de enige Poolse is hier. Ik ontmoet een heuse delegatie van Poolse diplomaten. Met vier zijn ze. Eén van hen vertegenwoordigt China bij de VN. Hoewel hij nog maar zeventien is, wordt dit al zijn vierde deelname aan een MUN – en zijn tweede keer als China. “Ik ben misschien wat jong in vergelijking met de rest van het deelnemersveld hier, maar het is erg populair in Polen,” zegt hij, “ook voor leerlingen van de middelbare school.”

 

Antwerp MUN 2016 - netwerken (© Lukas DC Photography)

 

De Antwerp MUN is een internationaal evenement. Naast Polen vind je er ook nog Duitsers, Limburgers en twee Italianen. De vertegenwoordiger van Oostenrijk was zelfs die ochtend nog met de auto helemaal van de Oostkantons gekomen. “Je kan hier mensen leren kennen uit heel Europa,” vertelt Ruben me, “een ideale manier om een couchsurf-netwerk uit te bouwen!”

 

Terwijl de deelnemers zich naar de binnenplaats van het Hof van Liere begeven voor de foto’s, luistervink ik hoe Polen en Litouwen een gesprek voeren over hoe ze hun eerder linkse politieke overtuigingen moeten rijmen met hun respectievelijk te vertegenwoordigen landen. MUN is ook roleplaying. En dat heeft de vertegenwoordiger van de UK goed begrepen: hij draagt een dandyeske hoge hoed en drinkt op de recepties enkel thee – Westminster Tea wel te verstaan.

 

Antwerp MUN 2016 - The Empire (© Lukas DC Photograhpy)

 

Openingsspeeches

14u00 - Na een kort mock debate, waarin de deelnemers vertrouwd worden gemaakt met de procedures en het protocol die gelden in de Algemene Vergadering van de VN, is het tijd voor de openingstoespraken. Volgens alfabetische volgorde moet elk land daarin duidelijk zijn standpunt naar voor brengen. Een moeilijke oefening, want hiervoor hebben ze maar één minuut. Het is het uitgelezen moment voor elke vertegenwoordiger om zijn visitekaartje af te geven. Azerbeidzjan maakt meteen gebruik van deze gelegenheid om een flinke veeg uit de pan te geven aan Armenië dat momenteel zeven van zijn provincies bezet.

 

Ook Frankrijk viel op met een emotionele toespraak waarin het aandrong op de volledige vernietiging van de terroristische organisatie IS. België maakte dan weer heel erg duidelijk dat het geen vluchtelingen meer kan en wil opvangen – "We simply don’t want them." – en volgens Israël kunnen vluchtelingen niet veilig worden opgevangen op hun grondgebied omdat er overwegend Joden wonen en vluchtelingen overwegend Arabieren zijn.

 

“Dat lag een beetje aan de zenuwen en het gebrek aan tijd. Ik moest op laatst ter plekke improviseren omdat ik merkte dat mijn voorbereide toespraak te lang was voor één minuut spreektijd”, gaf de vertegenwoordiger van Israël toe, die overigens een keppeltje droeg. Geen roleplaying deze keer, maar gewoon praktiserend joods. De vertegenwoordiger van Jemen, die ondertussen opnieuw was binnengekomen, kan in extremis toch nog zijn toespraak houden. Later op de middag moet Israël echter verstek geven wegens griep.

 

There is no I in MUN

Antwerp MUN 2016 - voorzitsters Micha en Floor (© Lukas DC Photography)

 

De strenge maar rechtvaardige voorzitsters ‘Micha’ en Floor kijken toe of alle deelnemers de juiste procedures hanteren en het protocol tot op de letter naleven. De deelnemers hebben vooral moeite met het vermijden van het hardnekkige ‘I’ – in het Nederlands: ik – wanneer ze het woord nemen. Er is geen ik in de MUN-simulaties van de VN; de deelnemers vertegenwoordigen immers een land en zijn daarvoor niet democratisch verkozen. De wij-vorm is dus aangewezen. Dat het protocol soms ook een enorme pain in the ass kan zijn, ondervindt de vertegenwoordiger van Macedonië, die erop staat steevast de officiële naam van zijn land te gebruiken. Doordat hij telkens 'The former Yugoslav Republic of Macedonia' moet uitbrengen, is hij telkens zo'n vijftien seconden spreektijd verloren.

 

Ook onderling babbelen wordt niet geduld door de voorzitters. Bovendien wordt er nog eens op gewezen dat de dresscode dient te worden nageleefd. Op de MUN dien je jezelf te kleden met de distinctie van een diplomaat.

 

Maar ook de voorzitsters zelf worden bij wijlen terecht gewezen. De vertegenwoordiger van Hongarije vraagt na enkele minuten verontwaardigd om de afbeelding te verwijderen die sinds de lezing van Cogolati op het projectiescherm stond te pronken. Het betreft een krachtige foto van een jong kind dat door een vluchteling wordt overhandigd onder de prikkeldraad van de streng bewaakte Hongaarse grens.

 

Hope for a New Life - Warren Richardson

 

Achterdeurpolitiek

In de MUN hebben deelnemers ook de mogelijkheid om tijdens de zitting met elkaar te onderhandelen aan de hand van een tot de verbeelding sprekende correspondentie van geheime briefjes. Vooral Rusland, Iran en Litouwen zijn voortdurend druk in de weer met het uitwisselen van kleine briefjes. Snode plannen worden gesmeed achter de schermen en dat is wel degelijk de bedoeling. In de openingsspeech hadden MUN-president Sina en professor Burssens er meermaals op gewezen dat dit deel uitmaakt van de MUN-ervaring.

 

18u00 - Met deze wetenschap in het achterhoofd, vertrek ik na de vergadering huiswaarts voor het avondmaal, me er pijnlijk van bewust dat er in mijn afwezigheid allerlei deals bedisseld zullen worden aan de tafels van de prestigieuze en minder prestigieuze restaurants van Antwerpen. Ik heb geen geld en geen diplomatieke allure, dus ik eet gewoon thuis bij hotel Mama. Na hun diplomatenmaal trekken de jonge haaien nog op kroegentocht. Ook op deze activiteit zal ongetwijfeld druk genetwerkt en onderhandeld worden. Jammer genoeg moet ik ook het politiek gemanoeuvreer op café aan mij voorbij laten gaan. Het leven is hard voor een onbezoldigd journalist. Ik trek me op aan morgen, een nieuwe dag MUN, een nieuw dwarsverslag.

 

 

Antwerp MUN 2016 - kroegentocht (© Lukas DC Photography)



toekomsttheorieën
24/02/2016
🖋: 

Ergens op het internet, far far away van modeblogs, make-up tutorials en bodybuilding fora, vind je filmpjes van nerds die urenlang met bittere ernst over de volgende Star Wars film speculeren. Met The Force Awakens nog vers op het netvlies gebrand, discussiëren fanboys en fangirls van allerlei allooi al gretig over hoe het plot zich in Episode VIII verder zal ontwikkelen. Daarbij worden ook de wildste theorieën niet geschuwd. Een kleine bloemlezing.

Eén van de onderwerpen waar het drukst over gespeculeerd wordt, is de rol die Luke Skywalker zal spelen in het volgende luik van de nieuwe Star Wars trilogie. In The Force Awakens zagen we al het bejaarde koppel Han Solo en Prinses Leia, maar de eigenlijke held van de originele Star Wars trilogie, die op het einde van film een kleine maar gewichtige cameo maakte, blijft vooralsnog gehuld in mysteries. We weten dat Luke koos voor een leven in ballingschap, maar de reden hiervoor is onbekend. Waarvoor doet hij juist boete? En waarom laat hij de wereld in de steek nu de tirannieke First Order gans het heelal terroriseert? Het personage van Luke is een groot in mysterie

 

Sommigen beweren daarom dat Luke is overgelopen naar de dark side en dus mogelijk binnenkort onthuld zal worden als een Sith Lord. Een plausibele theorie, gezien Lukes traumatische verleden. Want ondanks het gegeven dat hij de vrede herstelde in the galaxy, liep het Luke niet altijd voor de wind. Eerst komen zijn pleegouders op gruwelijke wijze om in een brand. Luke wordt voor de tweede keer in zijn leven wees. Vervolgens wordt hij verliefd op een gevangen genomen prinses die achteraf zijn zus blijkt te zijn. Later komt hij ook nog te weten dat de in leder gehulde, gemaskerde man die zijn zus opsloot eigenlijk zijn vader is. Het hoeft dus niet te verwonderen dat Luke dertig jaar na deze feiten mogelijk wat in de knoop zit met zichzelf. Of hij daarom ook een planetenverwoestende psychopaat geworden is, valt nog af te wachten.

 

Darth Jar-Jar

Een nog onwaarschijnlijkere theorie stelt dat niet Luke, maar Jar-Jar Binks, het komische randpersonage uit episode I, II en III, als de ultieme bad guy zal worden gecast in de nieuwe trilogie. De geeks die deze fan theory aanhangen baseren zich vooral op George Lucas’ gerenommeerde voorliefde voor contra-intuïtieve plotwendingen. Denk maar aan Leia die Lukes zus blijkt te zijn, Darth Vader die “I am your father” zegt, en dat oude gekke mannetje dat uiteindelijk meester Yoda blijkt te zijn, de machtigste jedi in het universum.

 

 

Leia = Snoke?

Sommige stemmen op het internet vragen zich dan weer luidop af of Generaal Leia Organa wel volledig te vertrouwen is. Ondanks dat het verzet onder haar leiding erin slaagde Starkiller Base te vernietigen op het einde van The Force Awakens, is het volgens deze fantheory niet ondenkbaar dat Leia ook een verborgen agenda heeft. Net als Supreme Leader Snoke is ze angstvallig op zoek naar de verdwenen Luke Skywalker, maar haar motieven hiervoor zijn eerder vaag. Waarom maakte ze bijvoorbeeld geen gebruik van de Force om met haar broer in contact te komen? En waarom stuurt ze op het einde van de film Rey er op uit om Luke terug te halen – waarom van alle mogelijke kandidaten uitgerekend Rey, die in het begin van de film niet eens wist dat Luke echt bestond? Wat houdt haar tegen om zelf haar broer op te zoeken? Is ze soms bang voor een confrontatie?

 

Bovendien stelt deze theorie dat Leia's positie als opperbevelhebber van het leger maakt dat ze erbij gebaat is dat de conflicten met de First Order verder escaleren. In een pacifistische galaxy staan generaals immers niet op de loonlijst van de republiek. De oorlog met de First Order zou daarom wel eens georchestreerd kunnen zijn door een op macht beluste Generaal Organa die gedesillusioneerd is geraakt met het inefficiënte bureaucratisch apparaat dat een democratie op galactische schaal nu eenmaal met zich meebrengt.

 

Dat Snoke zich slechts toont aan het publiek als een hologram onderschrijft verder het vermoeden dat er misschien wel eens iemand onverwacht achter de schermen aan de touwtjes zou kunnen trekken. Een dergelijke onthulling zou alvast geen primeur zijn in het Star Wars-universum; reeds in de prequels speelde senator Palpatine al een gelijkaardige dubbelrol.