de dwarsdoorsnede
23/03/2016
🖋: 

Voor wie funk kent, is Maceo Parker een van de meest klinkende namen binnen het genre. Voor wie funk niet kent, is hij waarschijnlijk totaal onbekend. De Amerikaanse funk en soul saxofonist maakte begin jaren zestig naam door op te treden als de muzikale linkerhelft van James Brown. Die kent u wel, nietwaar?

Met verdere vermeldingen bij Funkadelic, Parliament, Ray Charles, Prince en de Red Hot Chili Peppers is het palmares van Parker een om trots op te zijn. Maar zoals dat wel vaker gaat met genres die niet binnen het pop/rock-spectrum vallen, is deze funkateer globaal bij de mensen niet zo bekend. Jammer voor die mensen, goed voor ons. Door de geringere bekendheid passeert hij grotere zalen zoals Vorst of Lotto Arena waardoor hij terecht komt in hoogstwaarschijnlijk de mooiste zaal ter wereld om funky en groovy tijden te herbeleven: de Roma.

 

Heerlijke plek de Roma, het volk is net dat tikkeltje alternatiever – al zijn ze even onvriendelijk bij het gedrum om je jas weg te hangen â€“ en de sfeer is net dat tikkeltje uitbundiger. Mensen schamen zich hier minder om eens gek te doen of om een meer gewaagde dansmove uit hun mouw te schudden dan de alombekende ritmisch knikkende knie. Veel weet ik niet van jazz, soul of funk, maar ik ben grote fan van James Brown’s stijl en vuur.

 

Ook de gitaren in groepen als Funkadelic spraken altijd aan. Een concert waar alles omheen de saxofoon wordt gebouwd is daarentegen nieuw voor mij. Tijd om eens een stap in het onbekende te zetten. To get my funk on! En of de funk aan stond! Dat het anders ging worden dan een pop- of rockconcert was te voorzien, maar ik had me niet verwacht aan wat Maceo Parker en vrienden kwamen doen. Ik was niet bekend met de groep, dus ik ging al mooi de mist in toen de zangeres de trombonespeler aankondigde, een zwarte man in een uitzonderlijk strak pak. Ik begon als een gek te juichen tot ik doorhad dat ik een muzikant te vroeg uit mijn dak was gegaan. Wanneer Parker daadwerkelijk aantrad, ontving hij een gejuich en applaus dat in relatief volume – gezien er in de Roma misschien vierhonderd man zit – duizend keer luider was dan het onthaal van sterren als Muse of Tame Impala uit het rockgenre.

 

De man was waanzinnig populair en na een goede vijf minuten wist ik ook meteen waarom. Deze funkateer had geen greintje interesse in het feit dat hij al 73 jaar was en ging tekeer als iemand van mijn leeftijd die onder een goede portie stimulerende middelen zit. Al die jaren gespeeld en nog geen moment verval in het enthousiasme en dat werkte ontzettend aanstekelijk.

 

Er waren geregeld pauzes waarin duchtig gepraat werd met het publiek en ook mopjes getapt werden. Mopjes die vrees ik voorkennis vereisten, want ik snapte er niks van. Netto werd misschien anderhalf uur gespeeld, maar het publiek en ikzelf in het bijzonder zullen zelden in die mate onze heupspieren aan het werk gezet hebben. Ik denk dat ik meer met mijn poep geschud heb dan het gemiddelde schurende tienermeisje op een scoutsfuif. Funk is wereldmuziek, maar het gevoel dat het opwekt, het inwendige vuur, dat is buitenaards.



de dwarsdoorsnede
23/03/2016

Mocht u het gemist hebben, vorige week gaf de Britse rockband Muse niet één, maar vier concerten in een uitverkocht Paleis 12 in Brussel. Redacteurs en trouwe fans Jonathan en Yannick waren erbij. Was het de stress van de jacht op tickets waard? Of is Muse de magie misschien kwijt aan het raken?

Yannick

Ik hoorde deze zomer dat Muse in BelgiĂ« ging spelen en ik wilde, nee ik moĂ©st, tickets hebben. Op de dag van de verkoop was ik dus extra vroeg opgestaan en zat al om half negen de pagina te refreshen. Ik had zelfs voorzorgsmaatregelen genomen: mijn broer en ik hadden na een druk overlegd staakt het vuren een alliantie gesloten: vanaf een van ons twee binnen geraakte, zouden voor elkaar tickets bestellen, want Muse gaat boven alles. Groot was dan ook onze teleurstelling wanneer we vernamen dat de tickets voor Muse allemaal uitverkocht waren. Mijn broer stelde voor om ons nog op de wachtlijst te zetten, maar ik geloofde er niet in. Tot het ondenkbare gebeurde: de band kondigde aan dat ze nog drie concerten in Brussel zouden spelen en dat de mensen op de wachtlijst eerst plaatsen kregen! YES! Wij zaten dan toch bij de 64.000 die vorige week naar Paleis 12 afzakten!

 

 

Jonathan

Wie Muse zegt, zegt waanzinnig goede stadionrock en expliciet uitgesproken meningen over het gevaar van onze maatschappij, massahysterie en indoctrinatie van bovenaf. Muse zingt al sinds 1994 over het brainwashen van gehele volkeren en de negatieve evolutie van de menselijke individuele gedachten. Ironisch dat wanneer Livenation aankondigde dat Muse op 12 maart zou komen optreden, de fanbase van de groep zo massaal om tickets vocht dat uiteindelijk besloten is om van één concert vier concerten te maken. 64.000 mensen zouden afzakken om ’s werelds meest hallucinante rockband te kunnen aanschouwen. Beat that Adele.

 

 

Yannick

Muse is al van zolang ik het mij kan herinneren mijn favoriete band. Ik weet nog hoe ik de CD Black Holes and Revelations zo vaak opzette dat mijn ouders er gek van werden. Je kan dus ook de Hysteria begrijpen die ik voelde wanneer ik dinsdag Paleis 12 binnenging. In 2012 had ik Muse al eens live gezien in het Sportpaleis en dat was geweldig. De omgekeerde piramide, de lichgevende schermen, het was Ă f. Zouden ze dat nu verleerd zijn? Ik had speciaal zo weinig mogelijk reviews gelezen, omdat ik verbaasd wilde zijn zoals die eerste keer. Toen het concert begon zag ik dat ze de Megalomania alvast niet vergeten waren. Op een ronddraaiend podium en te midden van hun fans speelden Matt en zijn kompanen ook de derde concertavond de zaal plat. Drones zweefden door de zaal, we zagen zelfs Reapers! Op grote videoschermen werd niet alleen artwork geprojecteerd, maar ook de teksten van de nummers die luid werden meegeschreeuwd. Mercy!

 

 

Jonathan

Dat de avond een succes ging zijn, wist ik eigenlijk al voor het concert. Ik had namelijk een parkeerplaats gevonden, iets wat in Brussel geen sinecure is. Daar Brussel die avond nog steeds in terreurniveau drie vertoefde, had ik ook meteen militaire privĂ©bewaking van de auto. Datzelfde leger ging vandaag dik op de korrel genomen worden door het dynamische rocktrio. Matthew Bellamy, frontman en gitarist van wereldklasse, toont zich al twee decennia als dĂ© revolutionair binnen de muziekwereld. Sinds debuutplaat Showbiz, waar de teksten nog algemenere thema's beschreven, is Muse geĂ«volueerd naar songteksten en clips die het gevaar van het hedendaagse aankaarten. Internetpesten, drone-oorlogen, brainwashen, alles passeert op de nieuwste plaat Drones de revue. Aliens ook wel pittig vaak, daar niet van.

 

Van het voorprogramma kan ik alleen zeggen dat de wachtrijen aan de bar en het toilet aangenaam kort waren. Van Muse kan ik zeggen dat het waanzinnig was. Waanzinnig goed. Velen onder jullie hebben Muse mogelijk op Werchter zien passeren, waar net dat megalomane ontbrak waar het publiek op zoek naar was. Hier hadden ze veel meer ter hunner beschikking dan enkel hun bombastische muziek. Drones, zowel in ballonvorm en als replica's van die van het Amerikaanse leger, vlogen over het publiek. Het podium was in totaal dertig meter lang, centraal kon het platform met drummer Howard 360 graden roteren. Aan beide zijden liepen twee uitlopers, waardoor iedereen Bellamy of bassist Wolstenholme wel eens heel dichtbij kon zien passeren. Niet dat ik het altijd doorhad dat Bellamy praktisch naast me stond, aangezien ik regelmatig, zoals een koe naar een voorbijrijdende trein, naar de projectieschermen stond te staren. De artwork was wederom fantastisch. Vanaf intro song Drones, wat als een rockgospel het publiek in zweet en kippenvel drenkte, tot en met Mercy, het laatste nummer van de reguliere set. Iedereen was gevangen in de sfeer die Muse creĂ«ert. Een gevoel van verzet, van la resistance, met hoogtepunten tijdens Uprising, en nog meer bij afsluiter Knights of Cydonia, ingeluid door The man with the harmonica, van recent Oscarwinnaar Morricone voor de film Once upon a time in the West. Het heerlijk agressief meescandeerbare refrein: “No one’s going to take us alive, time has come to make things right, you and I must fight for our rights, you and I must fight to survive, yihaa!”, plus hoogstwaarschijnlijk de lekkerste riff uit het oeuvre van Muse vormden nog een laatste wall of sound. Muse blijft fantastisch, de stemkracht van Bellamy, het muzikaal geniale triumviraat in combinatie met het bombastische deed iedereen boven zichzelf uitstijgen.

 

Yannick

Met lichte Space Dementia reed ik door het Starlight terug naar huis. Wat een avond. De band liet niet alleen nieuw materiaal horen, ook nostalgische fans (zoals ik) konden bij dit concert hun hart ophalen. Het kan dan wel een formule zijn die Muse keer op keer herhaalt, van de grote bombastische concerten zijn zij toch nog altijd de meesters. En nee. Ze zijn het nog niet verleerd.



de dwarsdoorsnede

16/03/2016
🖋: 
Auteur

​dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze week: de (ver)nieuwe(nde) superheldenfilm Deadpool.

Afgelopen maandag kreeg ik op weer zo een druilerige doordeweekse avond telefoon van enkele voetbalvrienden. Of ik niet mee naar de cinema ging. Ik had effectief niets te doen en een avondje cinema was toch al weer meer dan een jaar geleden, aangezien ik enkel teveel geld wil uitgeven aan films die ik echt wil zien. Toen ze vertelden dat ze Deadpool wilden zien, de nieuwe Marvel film, wilde ik afhaken. Superheldenfilms zijn namelijk echt niets voor mij. Maar omdat een mens al eens zijn gewoontes moet doorbreken, ging ik last minute toch nog mee. “Weer zo een superheldenfilm 
”

 

Het personage Deadpool was al eerder op het grote scherm te zien in X-Men Origins: Wolverine, een film die door velen slecht werd ontvangen. Daar werd de rol van Deadpool eveneens gespeeld door acteur Ryan Reynolds. Toch zijn de twee acteerprestaties dag en nacht verschil. Mede door de betere special effects, een beter kostuum maar zeker ook door de vrijere rol die Reynolds kreeg. In verschillende interviews gaf hij te kennen dat de mopjes over zichzelf en soms donkere humor toevoegingen van zijnentwege waren.

 

Een van de opvallende dingen aan de film is dat Deadpool weet dat hij een comic book personage is. Hierdoor doorbreekt hij op regelmatige basis de vierde wand en spreekt hij de kijker zelf toe. Ook de vele referenties naar andere acteurs, films, X-Men-personages en eerdere acteerprestaties van Ryan Reynolds zorgen voor hilarische momenten. De humor is vrij hard en donker op sommige momenten en de vechtscĂšnes zeer expliciet. De liefde die ook in zowat elke superheldenfilm een belangrijke rol speelt, wordt hier helemaal anders ingevuld. LiefdesscĂšnes worden niet ontweken, maar de vriendin van Deadpool is meer een gelijkaardige wederhelft in plaats van de zachtaardige, weerloze vrouwen van de andere superhelden. In mijn ogen ook een enorme vooruitgang op vorige films.

 

Er kunnen naar mijn mening boeken vol geschreven worden over deze film. Over de verwijzingen, vernieuwingen, Easter eggs ... Ik wil echter niets uit de film verklappen aangezien dit echt een film is die volgens mij iedereen wel weet te appreciëren. Mocht je een dood moment hebben: rep je zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde cinemazaal en kies voor Deadpool. Not your typical superhero movie.

 

 

 

 



de dwarsdoorsnede

14/03/2016
Bron/externe fotograaf

Stef Stessel

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat ermee langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. De tijd van pratende diertjes ligt ver achter ons, maar dat weerhoudt De Roovers niet om een sprookje op te voeren en een teddybeer een stem geven.

 

"Er was eens ..." is achterhaald. Op zaterdagavond 12 maart maken we kennis met het sprookje van de toekomst. Houdt De Roovers ons met de grote spot aan het begin van de voorstelling een glazen bol voor? Het einde van België. Verdronken landschappen. Sirenes van kerncentrales. Melkboeren met zure melk. Implosies als nieuwe vorm van crematie. Pratende teddyberen. Een zelfmoordenares. Onze zestienplussers krijgen de kans om op te groeien met "Er zal ooit eens zijn ..." Het herschrijven van sprookjes moet nu gebeuren, voor we aanbelanden in de tijd waarin kinderen uiterst zeldzaam zijn en de verhaaltjes samen met België uitsterven.

 

 

Het mag wel duidelijk wezen. Dit is geen opgekuiste versie van een zedenlesje. Zonder pardon worden we geconfronteerd met onze angsten. Vergeet het licht gehuppel met mandjes in het bos. In HETPALEIS ligt het woud er drassig bij. Met hun laarzen wegzakkend in de aarde gaan de kolonel (Robby Cleiren) en de melkboer (Nico Sturm) – de laatste Belgen – op zoek naar Kareltje en de moordenaar van de zelfmoordenares. In de stijl van Sherlock ploeteren ze zich door de bomen. Door de verhalen. De leugens. De waanbeelden. Het afschuwelijk gekrijs van een moeder die haar kind verloor. (Wat een performance van Sofie Sente!)

 

 

De tekst van Frank Adam laat gelukkig de zon af en toe eens piepen doorheen de dikke bladerlaag. De dialogen zijn misschien (soms iets te) stroef en vaak absurd, ze toveren ondanks de duisternis van de achterliggende betekenis een glimlach om je lippen. Stef Stessel is het genie achter de (ook letterlijk) laaghangende wolken. Hoe goed de vertolkingen van de avond ook zijn, hij is dé tovenaar van de avond. De setting doet de avond donderen en de rillingen over je lijf lopen. Sprookjes voor kinderen? Wij denken van niet. Net wanneer je "en ze leefden nog lang en gelukkig" wil zuchten, grijpt deze zevenkoppige topcast je naar de keel. Het lesje van de avond: wees niet te optimistisch. Zet die roze bril af. Het woud is donker.

 

 

België, een sprookje speelt in de grote zaal van HETPALEIS van 12 maart tem 1 april 2016. Laat je nog eens een sprookje vertellen. Het is de moeite.

 

 



editoriaal
12/03/2016

Ah, maart, de lente is in het land! Dit redactieweekend liet de zon zich eindelijk nog eens zien, maar in de Ardennen lag er sneeuw en waren de skipistes open. Of hoe ons mooie Belgenland niet alleen op politiek vlak vol tegenstellingen zit. Minder groot zijn de verschillen tussen onze rectorkandidaten. De verkiezing wordt (nog) spannend(er): geen van beide professoren is magna cum laude geslaagd. Wij hadden nochtans graag geklonken op de uitslag met ons huisbier, maar nu heeft de Cum Laude nog een hele week de tijd om te acclimatiseren in onze koelkast (pagina 14).

Wie de nieuwe rector ook wordt, het is sowieso een ‘hij’, aldus de oude. De toekomstige rector emeritus zal alvast zijn kantoor niet missen, te weinig kasten, zo merkten ook wij op. Zijn verhuisfirma zal dus niet veel werk hebben, prof. dr. Alain Verschoren waarschijnlijk nog wel. En anders is hij vast nog welkom bij zijn favoriete studentenvereniging (pagina 22).

 

Calamartes toonde overigens nog eens de culturele kant van die verenigingen (pagina 18). Ook uw favoriete blad ontbrak niet op het festival. Onder de auspiciën van dwars debatteerden vier kleppers over de mediatisering van seks in de Spiegeltent. Wij overdrijven daarin niet, vrije tepels op de cover lieten we alvast achterwege. Annebeth Bels zal ons dat wel vergeven (pagina 10).

 

Seks is misschien steeds gemakkelijker te vinden, de juiste weg door ons geliefd Antwerpen vinden is de laatste tijd alleen maar ingewikkelder geworden (pagina 35). Vele straten werden versierd met gele strepen, wellicht ter compensatie voor het verlies van hun loof. Door het gebrek aan bomen zien wij Het Bos niet meer. Een gebrekkig oriëntatievermogen is nu helemaal gevaarlijk: spookrijden bijvoorbeeld, behoort tot de mogelijkheden. Daarom plaatsten we op onze cover een echte schim: wij strikten een heuse vrijmetselaar en als een echt spook liet hij zich niet fotograferen (pagina 4). Kan hij misschien ons pad verlichten



Alain Verschoren
11/03/2016
🖋: 

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/ haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Deze maand doen we uitzonderlijk een rectorprofiel: Alain Verschoren zal nog één maal in deze hoedanigheid het woord tot ons richten.

Professor, wat denkt u van de uitslag die net bekend gemaakt is? Het is duidelijk een nek-aan-nek race geworden.

Ja inderdaad, maar dat is voor mij geen verassing. De trein is gestart in een bepaalde richting, dus die is moeilijk van zijn koers af te brengen. Elke kandidaat heeft wel zijn eigen accenten, maar hun programma gelijkt sterk op elkaar. Voor de studenten verandert er eigenlijk niet veel. Daarom is het verschil in de stemming maar één procent, als vijf mensen anders gestemd hadden, dan was het resultaat anders. De tweede ronde zal uitwijzen hoe het verder zal lopen, maar ik heb geen echte voorkeur en dat mag ook niet (lacht).

 

Wat was uw mooiste moment als rector?

Natuurlijk waren er veel mooie momenten, maar één van de recentste was een artikel waarin het ging over studentenaantallen. Men schreef dat de grote universiteiten status quo waren gebleven. Antwerpen rekenden ze onder die grote universiteiten! Dat zou toen ik begon als rector zeker niet het geval geweest zijn.

Daarnaast vind ik Calamartes ook elk jaar een hoogtepunt. Daar heerst een echt familiegevoel. Zo zie je dat studenten meer zijn dan alleen maar zuiplappen, en ook cultureel en sociaal geëngageerd zijn.

 

Waarvan gaat u het meest genieten als uw termijn afloopt?

Ik weet niet of ik veel zal genieten, ik vind rector zijn super plezant. Ze betalen mij voor mijn hobby. Natuurlijk raak je verwikkeld in de administratie of het ‘beleid’ zoals dat heet, maar ik heb een goed team. Als rector moet je niet alleen goed je dossiers kennen, maar ook communicatie is zeer belangrijk. Als enkeling maak je niet het verschil. Met de nieuwe rector wil ik overleggen wat mijn functie zal zijn na mijn termijn. Ik heb heel graag lesgegeven en dat wil ik blijven doen, maar ik denk dat de universiteit meer aan mij heeft in een andere functie dan docent. Ik zou bijvoorbeeld de nieuwe rector kunnen bijstaan. Ik wil me niet met het beleid bemoeien, maar eerder helpen op de achtergrond.

 

Heeft u al enkele tips voor uw opvolger?

Ja en nee, maar dat is natuurlijk een vreemd antwoord. Ik wil niets dicteren! Volgens mij moet een rector vanuit zijn eigen persoonlijkheid werken. Ervaring is cruciaal, maar ook EQ is belangrijk! Praten met mensen is geen tijdverlies. En dan bedoel ik met iedereen. Een rector moet zijn mening durven zeggen, maar hij mag geen rector magnificus zijn, eerder een primus inter pares. Mijn deur staat normaal gezien open. Je moet wel een afspraak maken, want ik kan geen 22.000 studenten ontvangen (lacht).

 

Gaat u uw kantoor missen?

Nee hoor, zie jij hier bijvoorbeeld kasten staan? Ik leid de universiteit met mijn Ipad en Iphone. Die twee toestellen heb ik altijd bij. Samen met mijn vrouw zijn dit de vaste reisgezellen op mijn jaarlijkse maandlange reis naar Andalusië. Men vindt het soms vreemd dat ik mijn werk meeneem op vakantie, maar als je een halfuurtje per dag je mails bekijkt dan is je werk ook gedaan. Dan kan je het je permitteren om een maand weg te gaan.

Ik probeer ook zoveel mogelijk papierloos te werken, dat zijn dan weer wat bomen gespaard.

 

Wat is uw guilty pleasure?

Ik heb er veel een paar daarvan mag je niet weten (lacht). Ik heb bijvoorbeeld lang getwijfeld tussen talen of wiskunde en uiteindelijk voor wiskunde gekozen. Maar ik ben nu ook heel veel bezig met taal. Ik heb bijvoorbeeld thuis nog hoge stapels boeken liggen, die dringend eens gelezen moeten worden.

Ik heb ook een echte competitiedrang. Ik wilde voor ik met pensioen ging alle West- Europese talen kennen en ik spreek de meeste daarvan al vlot. Nu ben ik Arabisch aan het lezen, want dat is ook een West-Europese taal nu.

 

Wat is uw favoriete gerecht?

Dat is moeilijk. Ik ben een bon vivant, ik kan niet zeggen dat ik dingen niet graag heb. Het enige dat ik echt niet lust, is ossentong. Dat is precies iets dat al in je mond gehad hebt! Ik kook ook zelf graag. Ik experimenteer, nu maak ik bijvoorbeeld vooral Arabische gerechten, dat past goed bij de taal. Ik heb ook eens paella gemaakt in Granada op een houtvuur. Je zou dus kunnen zeggen dat ik een Bourgondiër ben, maar ik hou niet van vreten. Als rector moet je ook heel vaak tafelen met andere mensen en dat heeft voor- en nadelen. Ik kan bijvoorbeeld achteraf thuis niet meer zeggen wat ik gegeten heb tijdens meetings. Die gaan meer over business dan iets anders. Dat vind ik jammer.

 

Wat is uw favoriete studentenvereniging?

WINAK natuurlijk! In hart en ziel! Ik ben laatst nog eens gaan cantussen, dat is daar een zotte bende en dat mag. Natuurlijk zijn er regels waaraan je je moet houden, maar amuseer u! Met alleen kennis geraak je niet ver!

 

Wat is uw favoriete wiskundige formule?

 Er zijn er veel natuurlijk. Maar er is er een die ik wel tof vind: eiπ = -1. Dit is de identiteit van Euler, een formule die alle domeinen van de wiskunde verenigt. Natuurlijk ben je als wiskundige ook misvormd: de nummerplaat van mijn vrouw bijvoorbeeld onthoud ik als een wiskundige formule.

 

Van welke uitspraak over de universiteit, ten slotte, wordt een rector wild?

Die waarmee ik begonnen ben: dat Universiteit Antwerpen tot de drie grote  universiteiten wordt gerekend. EĂ©n van mijn programmapunten toen ik nog rector van RUCA was, was mezelf afschaffen en dat is gelukt: daarna zijn we door de fusie naar 22.000 studenten gegaan. Nu staan we in de top honderd van de beste universiteiten, dat had ik nooit durven denken.



de dwarsligger
10/03/2016
🖋: 

De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat: het ouderlijke huis.

Je leest het goed. We presenteren je geen kotstudent in deze editie. De dwarsligger deze maand is (de wervel van) Julie Colpaert. Vier weken zonder onze hoofdredactrice in het redactielokaal, dat weegt. Tijd om een ziekenbezoekje te brengen en haar weer in dwars te krijgen, me dunkt. Ik klop aan zonder tros druiven en gewapend met een dictafoon.

 

Vele koffiedates hebben we al op onze teller, maar het is de eerste keer dat ik haar in bed aantref. Wat doen vier weken stilliggen met onze spring-in-het-veld? Ze grijnst: “Die vraag stel je alleen omdat je mij te goed kent!” Ik was mijn handen in onschuld. “Ja, mijn oma zei altijd al dat ik geen ‘zittend gat’ heb. Ze heeft geen ongelijk vrees ik. En ik herinner mij dat mijn ouders mij vroeger met een kookschort aan de stoel bonden zodat ik niet ging lopen tot iedereen van tafel mocht. Al kan dat misschien ook aan de voorgeschotelde kookkunsten liggen 
 Ik heb er alleszins een voorliefde voor lang en uitgebreid tafelen aan overgehouden. Maar jij alludeert uiteraard op mijn ongeval.” Haar stem klinkt even weer serieus. “Ik besef heel goed hoeveel geluk ik heb gehad. De aanrijding heeft mijn hele leven in tien seconden compleet overhoop gehaald. Maar ik mag niet klagen. En ik word ongelooflijk goed in de watten gelegd: post, bloemen, bezoek, taartjes en pralines 
 Ik word er alleszins niet magerder op.” Daar is onze moppentapster weer.

 

We krijgen gezelschap van CĂ©cile. “Ze beschouwt mijn schoot als een upgrade van haar mandje”, verklaart Julie. Wanneer ik beken dat ik toch meer een hondenmens ben, veert Julie bijna overeind. “Katten hebben bij mij toch een streepje voor. Ik hou van hun onafhankelijkheid. Ze hebben iets majestueus over zich. Al blijft mijn favoriete dier bij uitstek toch wel de koningspinguĂŻn.” Of ze zichzelf misschien spiegelt aan hun onhandige manier van lopen? “Lach maar! Ik zou mezelf heel graag even elegant zien voortbewegen als CĂ©cile, maar helaas heb ik twee linkervoeten.” Ze haalt haar schouders op. “Laat het ons erop houden dat ik motorisch gestoord ben dankzij mijn kleine voeten: een schoenmaat 38 ten opzichte van mijn 1 meter 78? Logisch dat ik snel omval!” De voorbeelden van Julie haar onhandigheid zijn ondertussen legio en legendarisch. Onze variaronde tijdens vergaderingen kunnen onmogelijk saai genoemd worden dankzij haar verhalen over knallen tegen glazen deuren en kommen soep die in handtassen belanden. “De frase ‘schaamrood op de kaken’ is mij inderdaad niet vreemd”, lacht ze.

 

We halen nog andere variaverhalen op. Dat zijn er wel wat. Je verzamelt een hoop anekdotes op drie jaar tijd. “Drie jaar dwars”, zucht ze. We mijmeren even. “Wat een ongelooflijk schone tijd toch. Dat fantastische team, kunnen schrijven over wat jou interesseert: ik kan het iedereen aanraden!” Moest ik niet al in dit team zitten, ik zou me stante pede opgeven dankzij haar vurig enthousiasme. “Volgend jaar geef ik de fakkel door, maar dat ik het ga missen; amai mijne frak!” En dat wij haar gaan missen. Gelukkig fungeert ze in de tussentijd als bewaarengel. Vanuit haar bed, die hemel mag nog tientallen jaren wachten. Onze Julie krijgen ze niet klein!



10/03/2016
🖋: 
Auteur

Handen omhoog wie al gehoord heeft van de vzw Antwerpen Studentenstad! Toch niet zo veel lezers dus. Toegegeven, die naam klinkt niet even aanlokkelijk als het nieuwe vlotte ‘GATE15’. Antwerpen Studentenstad trok anderhalf jaar geleden een hip jasje aan en bouwde een huis in de Kleine Kauwenberg. Het cement van de moderne stek mag dan nog niet zo lang droog zijn, het grondvest werd dertien jaar eerder al gelegd. Josse Van Steenberge en Gert Nielandt hebben elk op een ander moment aan de poort gestaan van onze studentenstad.

De nieuwe locatie van de thuishaven voor studenten biedt meer mogelijkheden dan het vroegere Huis van de Student op de Sint-Jacobsmarkt. Gert Nielandt, directeur van GATE15, benadrukt hoe belangrijk het gebouw is om hun doelstellingen te bereiken. Toen de deuren eind 2014 openden, moest GATE15 een werking zijn naar de studenten toe en een landmark voor stad en student. Die glazen deuren gingen ook open in de figuurlijke zin: het werd als open huis gepromoot dat voor en door studenten is. Ze kunnen er terecht met hun vragen, hebben er een plek om te studeren, vergaderen en feesten, en helpen de organisatie om te weten wat er leeft in onze hoofden.

 

Zeventien maanden later. Vindt GATE15 zelf dat ze hun doelstellingen bereikt hebben? “We zijn op de goede weg”, zegt Gert Nielandt. “Het gebouw en de werking zijn nog relatief nieuw, dus we hebben daar nog een weg in te gaan. De bezoekcijfers tonen aan dat we goed bezig zijn, maar we zijn er nog niet natuurlijk, we zijn nog wat ambitieuzer. We willen dat studenten GATE15 zien als hun plek in de stad.” Het is inderdaad vroeg om nu al de bereikte doelstellingen af te vinken en aanpassingen vinden voortdurend plaats. Zo werd in december het concept STUDY360 bedacht, dat tegemoetkomt aan de grote vraag van studenten die samen willen blokken.

 

De noden en vragen van studenten worden gehoord door GATE15 omdat ze hun doelgroep willen betrekken bij de werking: jobstudenten bemannen bijvoorbeeld de balie en het Antwerps Studentenoverleg wordt geraadpleegd. Sociale media zorgen eveneens voor een handig klankbord. De student was echter niet altijd even bereikbaar. De fundering waaruit het piepjonge GATE15 is ontsproten, heet de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen (AUHA). Josse Van Steenberge was voorzitter van AUHA in 2003, de periode die gekenmerkt werd door de fusie van de drie universiteiten en eveneens de periode waarin Antwerpen uitgroeide tot een studentenstad.

 

Het samensmelten van de universiteiten en later ook de hogescholen kwam er niet op vraag van de studenten, maar van hogerop. “Het was meer een beleid. Er waren natuurlijk contacten met de studentenorganisaties, maar die waren ook verdeeld over de drie campussen en moesten elkaar leren kennen”, zegt Josse van Steenberge. De structuur en de mentaliteit lag in die tijd anders: alles wat gezegd werd door de studentenorganisaties moest meegedeeld worden via pers en vergaderingen, wat een langzame stroom naar de studenten toe inhield. “Bovendien had elke hogeschool en universiteit haar eigen traditie en eigen filosofie”, vertelt hij verder. Door de samenwerking en de associatie is de argwaan en concurrentiestrijd weggevallen. Iedereen zit meer op één lijn. “GATE15 is dan uiteindelijk een van die realisaties.”

 

In een dwarsartikel uit 2005 zei Josse van Steenberge al dat “de rol van de student binnen de Associatie in de toekomst zeker en vast uitgebreid zal worden.” Is GATE15 dan nu wat de associatie in gedachte had? “Ja, eigenlijk wel,” antwoordt hij, “door bijvoorbeeld studenten te helpen aan een job en sociale ondernemers te steunen. ‘Innovatie, ondernemend, internationaal’ zijn zo wat de kernwoorden die ik nu bij mijn opvolgers gerealiseerd zie en daar droomden wij wel van.”

 

Op de dertien jaar durende weg riep de associatie, samen met partners zoals de Stad Antwerpen, projecten en diensten in het leven van de student, waaronder Kotweb en de gegeerde cultuurcheques. AUHA en GATE15 werken nu nauw samen en studenten worden steeds meer betrokken bij de organisaties. Wanneer ik vraag aan Gert Nielandt of GATE15 een moederfiguur is, of de oudere broer van de studenten om raad aan te vragen, antwoordt hij dat ze de student als gelijkwaardige partner zien. “De werking stoelt op studenten. We ondersteunen de studenten graag, maar zien hen als partners. Zonder hen zouden we niet bestaan.”

 

GATE15 wil zich nu richten op het vergaren van bekendheid en het beantwoorden van vragen en noden van de student. Meer cantusruimtes is een van de huidige behoeftes van de studentenclubs. “We proberen voor de Tarmac een evenwicht te zoeken voor de verschillende functies die we daarvoor hebben bedacht, waaronder studeren en vergaderen. Samen met Antwerps Studentenoverleg (ASO) hebben we beslist dat cantussen niet echt een plaats heeft in de Tarmac. We willen ook opletten dat we geen concurrentie vormen voor de cafĂ©s en cantusruimtes in de buurt.” GATE15 maakt geen beloftes, maar zegt inspanningen te willen doen om hier samen met ASO een oplossing voor te vinden.

 

De samenwerking tussen de stad, de universiteiten en hogescholen, de organisaties en de studenten is de laatste vijftien jaar veel veranderd en blijft zich ontwikkelen. Het is spannend om te zien wat de toekomst brengt en hoe GATE15 er over vijf jaar zal uitzien. Wat zeker duidelijk is, is dat de mening en visie van de student nu sneller en makkelijker worden gehoord.



hedendaagse elektronische muziek
09/03/2016
🖋: 

Dit weekend is er een gloednieuw driedaags evenement, verspreid over de beste clubs en concertzalen in Antwerpen. Wie zich kan vinden in elektronische muziek, zal er vast wel van gehoord hebben. Trek je dansschoenen aan en leef je uit bij eigentijds festival Over Tijd. dwars sprak met Petrol-patron Philip De Liser van 5voor12.

“Over Tijd is een nieuw festival, met de focus op hedendaagse, soms experimentele elektronische muziek. 5voor12 heeft de afgelopen decennia reeds 10 Days Off in Gent en De Nachten in De Singel georganiseerd, dus we weten hoe we een festival op touw moeten zetten.”

 

“Er is geen gelijkaardig festival in BelgiĂ« en zeker niet in Antwerpen. We hebben verschillende locaties, die elk hun eigen profiel hebben. De Trix is een concertzaal, hier zullen dus artiesten live aan het werk gaan. AmpĂšre is een uitgesproken nachtclub, dus hier staan DJ’s meer centraal. De Petrol is eigenlijk een combinatie van de twee. In De Studio is er op zondag de meer de experimentele, arty muziek, die al door de dag begint.”

 


foto door Koen Bauters voor Poppunt

 

“Naast muziek beluisteren, kun je professionals ook aan het werk zien tijdens workshops. Afgevaardigden van Raster-noton, NONOTAK studio, BINKBEATSmusic, Andrew Claes (STUFF.), Nord Keyboards en anderen zijn in de Trix en De Studio te volgen in hun creatief proces. Naast workshops wordt er ook aandacht besteed aan visuals tijdens de optredens, we willen ook beeldende kunst aan bod laten komen.”

 

“Over Tijd is voor mensen met een open kijk, een vooruitstrevende groep die nieuwe dingen wil ontdekken. Het is de eerste editie, we verwachten 5.000 bezoekers verspreid over de drie dagen. Een tip voor wie niet weet naar welk evenement hij moet komen: De Trix op zaterdag. Hier ligt het zwaartepunt voornamelijk. Over Tijd is dag en nacht, vroeg en laat, maar vooral nu.”

 

Voor meer info kun je terecht op www.overtijd.be of op de gelijknamige Facebookpagina



Dagen zonder Vlees – week 4
09/03/2016
🖋: 

Van 10 februari tot 26 maart loopt de Dagen Zonder Vlees-campagne. Die is bedoeld om het besef over de impact van onze voedingsgewoontes op het milieu te vergroten en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Dwarse redactrice en omnomnomnivoor Jutta doet er nog een schepje bovenop en gaat helemaal de geitenwollensokkentoer op als veganist. Ware het niet dat de geitenwollensokken in de kast moeten blijven want veganisme betekent afstand doen van alle dierlijke producten. Bye bye honing, geen cappuccino tussendoor en dag lederen handtassen en dito schoenen. Een mens moet wel gek zijn.

drie onzevaders en twee weesgegroetjes

Het is zo ver, ik heb gezondigd. En ik heb er voor mogen boeten ook. Het zat zo: ik moest naar een begrafenis en was uitgenodigd op de koffietafel. Een mooie traditie waarbij de tristesse van de eigenlijke uitvaart wegebt en vaak plaats maakt voor zeer levendige taferelen, waarbij de heldendaden van de overledene centraal staan. De traditie wil dat er naast koffie en thee steevast een ruim assortiment pistoleekes, charcuterie en koffiekoeken op tafel staat. Omdat ik vind dat tradities gerespecteerd moeten worden en omdat ik in een vorig leven (vier weken geleden om precies te zijn) dol was op boter, kaas en hesp – om over chocoladebroodjes en croissants mĂ©t boter nog te zwijgen â€“ besloot ik om niet dwars te gaan liggen als veganist aldaar. In my defence: het enige veganistisch verantwoorde voedsel was een door midden gesneden kerstomaat die ter versiering bij de charcuterie lag. Dat noopte mij tot een broodje met kaas – wĂ©l nog braaf vegetarisch –, nog eentje, maar dan met boter erbij en toen liep het helemaal uit de hand. Een opsomming van wat ik allemaal heb gegeten zou echt te gĂȘnant zijn, maar met de kernwoorden ‘hesp’, ‘salami’, ‘vleessla’, ‘croissantje’ en ‘half chocoladebroodje’ kom je al een heel eind. Als je iets doet, moet je ‘t goed doen zei ik stoer, maar een paar uur later piepte ik al wat minder luid: omdat mijn hele spijsvertering is afgesteld op plantaardige voeding heb ik de rest van de dag liggen kermen van de buikpijn. That’s what they call Karma.

 

Wie het nu waagt om triomfantelijke "zie je wel, eens een vleeseter, altijd een vleeseter" te zeggen, maakt een zware onderschatting. Niet alleen ben ik meteen na mijn schandalige uitbarsting gewoon doorgegaan met planten eten, ik begin paradoxaal genoeg echt mijn draai te vinden in die veganistische levensstijl. Ik vind het niet meer vreemd om overal eten mee naartoe te slepen, hoewel ik niet had gedacht mijn brooddoos ooit nog nodig te hebben na de middelbare school. Wanneer ik kook, kost het me geen moeite om lekkere recepten te vinden en die indien nodig te veganizen. Chili sin Carme en een simpele tomatensaus met kappertjes zijn Ă©cht wel een goede basis voor volwaardige diners. De jongens in de keuken van het restaurant waar ik werk, beginnen te onthouden dat ik mijn groentjes senza niente (‘zonder niks’) eet. Ze rollen zelfs al niet meer met hun ogen als ze mij m’n bord vol vitamientjes geven en zijn waarlijk onder de indruk van mijn volharding. Hen heb ik natuurlijk niet verteld over het pistolet-incident, zo goed is mijn Italiaans nu ook weer niet.

 

 

body and mind

Op zondag 6 maart vond in Antwerpen de Urban Trail plaats, een parcours van 12,5 kilometer door, op en onder de stad. In de massa van tienduizend deelnemers liep een opvallende figuur: groengeschilderd van kop tot teen vroeg deze joggende selderstengel om aandacht voor een veganistische levensstijl. In diezelfde massa liep ook een onopvallende figuur, minder springerig dan de selder, maar minstens even springlevend en al even plantaardig. Die 12,5 kilometer liep ik op m’n (roze) sokken uit, de cake die we onderweg kregen aangeboden sloeg ik af. Om maar te zeggen: lichaam Ă©n geest varen wel bij dat veganisme. En nee, ik heb de roze cava die mijn trouwe loopvriendin me na afloop inschonk niet gecheckt op barnivore (website waar je kan controleren of een merk van bier of wijn veganistisch is), maar dat is nog steeds minder schandalig dan een vreetbui op een begrafenis.

 

Een stemmetje in mijn hoofd waagt het om af en toe te fluisteren "wat als je nu eens veganist bleef, ook nĂ  Dagen Zonder Vlees?" Ik heb me alvast voorgenomen om op Pasen, als de vasten gedaan zijn en er wéér zo’n berg pistolets op me wacht, minstens margarine te smeren in plaats van echte boter.