echte mannen eten steak

blikopener

15/05/2022

Ga in de zomer naar een typisch Vlaams gezin en vertel me wat je denkt dat ze voor het avondeten gaan doen. Een bank vooruit en een kus van de juf voor al wie op barbecueën gokte. De kans is ook groot dat in dat beeld de man in huis achter de barbecue zal staan. Maar waarom denken we dat eigenlijk? Amber Peeters, doctoraatsstudente Communicatiewetenschappen, onderzoekt de link tussen mannelijkheid en vlees, of het nu op de barbecue ligt of niet, en licht toe hoe die vork aan de steel zit.

Ambers doctoraat gaat over de link tussen mannelijkheid en vlees, met de focus op het interpersoonlijke aspect ervan. Iets concreter gaat dat over bijvoorbeeld de rol van wat je eet in je contact met andere mensen. “Het effect van vlees eten op het interpersoonlijke aspect is in veel gevallen onbewust”, zegt Amber. Ze illustreert dat aan de hand van een studie naar de aantrekkelijkheid van mannen volgens vrouwen, waaruit bleek dat een man die vlees eet aantrekkelijker wordt bevonden. “Dat komt doordat de vegetarische man tot een minderheidsgroep behoort en zijn aantrekkelijkheid daarom vermindert. Let wel, de vrouwen in de testgroepen zouden daar zelf de vinger niet op kunnen leggen. Ze waren immers niet tegen veganisme, sommigen onder hen waren zelfs ontzettend vóór de vermindering van de vleesconsumptie. En toch vonden ze een vegetarische man minder aantrekkelijk.”

Amber schreef haar eerste artikel op basis van een enquête, gebaseerd op eerder onderzoek maar ditmaal met de toevoeging van de genderdimensie, iets wat tot nu toe weinig gedaan werd. Amber verduidelijkt: “Of de respondenten vlees aten of niet, hoe gehecht ze waren aan een stukje vlees op hun bord, hoe bereid ze waren om hun vleesconsumptie te verminderen ... al die zaken bracht ik in verband met geslacht, dus puur biologisch, en met gender. Nu, die genderdimensie kan je niet vaststellen met een vraag naar hoe mannelijk iemand zich voelt of iets dergelijks, daarom heb ik dat op een schaal gezet aan de hand van stellingen als: ‘mensen vinden mijn hobby’s mannelijk’.” Wat ‘iets mannelijk vinden’ exact inhield, was aan de respondenten zelf, dat werd niet vooraf ingevuld. Ook werden er nieuwe normen van mannelijkheid bekeken en in de enquête opgenomen. “Wat ik verstond onder nieuwe mannelijkheidsnormen, vulde ik wel vooraf in, hoewel ik niet vermeldde dat het ging om nieuwe normen van mannelijkheid. Een voorbeeld daarvan is de vraag of mannen hun emoties mogen tonen op de werkvloer.”

Na die survey zat Amber niet stil. “Nu zijn we bezig met een Twitterstudie: hoe praten mensen over vlees en kunnen we dat nog altijd in verband brengen met die mannelijkheid? Mannen blijken meer over vlees te praten dan vrouwen en vrouwen meer over vegetarisme. Een tweede vraag is dan: op welke manier doen ze dat? Het interpersoonlijke aspect is ook hierbij belangrijk: wordt er in die tweets een vraag gesteld, wordt er advies gegeven ...” Na de Twitterstudie wil Amber vleesetende en vegetarische mannen bij elkaar zetten om samen te werken. “Zo kunnen we zien of de keuze om vlees te eten beïnvloedt hoe je met anderen omgaat.”

Ondertussen is het vleesvraagstuk enigszins controversieel geworden. Amber: “Het debat over vleesconsumptie wordt steeds meer gepolariseerd omdat het belangrijk aan het worden is. Ons klimaat is naar de knoppen, maar van alle dingen die we eraan kunnen doen, blijven beleidsmaatregelen omtrent onze vleesconsumptie uit. Ik zeg niet dat we collectief vegetariër moeten worden – ik ben gezondheids- noch klimaatwetenschapper – maar minder vlees eten zou ons klimaat en onze gezondheid erg vooruithelpen. En toch gebeurt dat niet, juist omdat vlees eten zo diepgeworteld in onze cultuur is.”

Die polarisering merkt ze niet in de manier waarop ze onderzoek doet. Dat staat los van wat mensen erover denken. “Ik merk wel dat ik voorzichtig moet zijn in de manier waarop ik communiceer over mijn onderzoek en resultaten. In de vrije opmerkingen van de survey zagen we dikwijls terugkomen dat de opgestelde vragenlijst ‘zeer feministisch en links’ zou zijn.” Waarom voelen mannen zich zo aangevallen als hen naar onder andere hun eetgewoonten betreffende vlees gevraagd wordt? “Als ik aan een man bijvoorbeeld vragen over nieuwe normen van mannelijkheid stel, vraag ik eigenlijk zijn visie op normen die op hemzelf van toepassing zijn. Vindt een man van zichzelf dat hij zijn emoties mag tonen op het werk? Een vrouw zal zich minder aangesproken voelen door mijn onderzoek, omdat het minder gaat over hoe zijzelf zich zou moeten gedragen.”

Een deel van die gevoeligheid omtrent de biefstuk op het mannelijke bord is te wijten aan de vervaging van gendernormen, volgens Amber. “Of je het een goede zaak vindt of niet, gendernormen zijn enorm aan het vervagen. Vrouwen doen nu veel dingen die vroeger voor mannen weggelegd waren en mannen beginnen eveneens meer naar dat klassiek vrouwelijke te gaan, hoewel dat laatste nog enigszins taboe is. Vlees is op dat punt een houvast, bij wijze van spreken het enige wat nog overblijft. Mannen die zich bedreigd voelen in hun mannelijkheid nemen hardere pro-vleesattitudes aan om te compenseren en om aan zowel zichzelf als aan anderen te bewijzen dat ze nog steeds mannelijk zijn. De link tussen mannelijkheid en vlees zit zo hard in onze cultuur en tradities ingebakken dat vlees iets veiligs is geworden waarnaar we teruggrijpen.” Wel speelt dat vooral in het Westen, merkt ze nog aan, in niet-westerse culturen ligt die associatie anders.

De eetgewoontes van mannen en vrouwen worden heel anders bekeken. “Vrouwen worden veroordeeld op wat ze niet eten, mannen worden veroordeeld op wat ze wel eten”, vat ze bondig samen. Wie geen vlees eet, wie kleinere porties en dus minder eet, is vrouwelijker, terwijl het voor mannen omgekeerd is. “Voor vrouwen liggen die verwachtingspatronen anders, deels omdat mannelijkheid bij vrouwen gemakkelijker aanvaard wordt.” Voor vrouwen maakt het daarom minder uit, zou je kunnen zeggen. “Er is wel een verschil tussen rood en wit vlees. Wit vlees is vrouwelijker; kip en kalkoen is mager en gezonder, vandaar. Rood vlees, dat is pas echt mannelijk. Denk maar aan de barbecue en steakhouses, die worden nog steeds geassocieerd met mannen. Steak is het summum van mannelijkheid.”