De vergrijzing van de bevolking is een feit. Eerder dit jaar waarschuwde het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) ons dat er een tekort is aan geriaters en verpleegkundigen met geriatrische expertise. Mensen worden ouder en dat brengt nu eenmaal gevolgen met zich mee. In België lijden 165.000 mensen aan dementie, 50 tot 75 procent hiervan onder de vorm van de ziekte van Alzheimer. Er zijn echter nog veel meer verschillende vormen van dementie, waarvan zelfs enkelen vermeden kunnen worden.
Wanneer spreken we nu eigenlijk van dementie en wanneer van Alzheimer? Dementie is de ouderdomsziekte bij uitstek, het is een verzamelnaam voor een heel aantal syndromen die veroorzaakt worden door een vermindering van hersenfuncties. Het woord dementie is afkomstig uit het Latijn: ‘mens’ is geest of verstand, en ‘de’ duidt op het verlies hiervan. Geheugenverlies is dan ook een symptoom dat op de voorgrond staat, net als gedragswijzigingen en oriëntatieverlies. De ziekte van Alzheimer is veruit de meest voorkomende vorm van dementie, met als oorzaak de opeenstapeling van het eiwit amyloïd tussen de zenuwcellen van de hersenen. Daarnaast ontstaan hierbij ook kluwen van eiwitten die normaal het skelet van de zenuwcellen moeten vormen. Alzheimer is een ongeneeslijke hersenziekte waarbij cellen in sommige delen van de hersenen ophouden te functioneren en afsterven. Dit is een onomkeerbaar proces, waardoor onderzoek naar de preventie en vroegtijdige opsporing van deze ziekte van groot belang is.
verschijningsvormen en risico’s
Andere veel voorkomende vormen zijn fronto-temporale dementie en vasculaire dementie. Dat eerste is een overkoepelende term voor vormen waarbij taalproblemen of gedragsstoornissen op de voorgrond staan. Vasculaire dementie is te wijten aan een gebrekkige doorbloeding, bijvoorbeeld wanneer iemand gereanimeerd is na een hartstilstand of herseninfarct. Ook bestaat er zoiets als secundaire dementie, hierbij is het dementieel syndroom het gevolg van een andere ziekte of psychosociale factor. De factoren die zo’n secundaire dementie voorgaan, zijn meestal wel behandelbaar, dus hoe sneller je deze identificeert hoe beter.
Een voorbeeld hiervan is de zogenaamde alcohol-dementie, een minder frequent voorkomende vorm. Hierbij kunnen mensen eerst lijden aan het syndroom van Korsakov, dat veroorzaakt wordt door jarenlang overmatig alcoholgebruik. Het kortetermijngeheugen slaagt er dan niet meer in om informatie op te slaan, terwijl het langetermijngeheugen nog deels bewaard blijft.
Wie ondanks deze symptomen alcohol blijft drinken, zal evolueren naar een alcoholdementie, waarbij ook het langetermijngeheugen wordt aangetast. Korsakov is te behandelen door het toedienen van vitamine B1 in combinatie met een alcoholstop, wanneer het niveau van alcohol-dementie is bereikt is het proces daarentegen irreversibel.
Velen onder jullie zullen wel een familielid hebben dat aan dementie lijdt, wat niet per se wil zeggen dat jouw kans op de ziekte aanzienlijk vergroot. Slechts plusminus 1 procent van dementie is het gevolg van een erfelijke fout in onze genetische code. Bij mensen met deze erfelijke vorm kan de dementie al relatief jong optreden, meestal tussen de 45 en 60 jaar. Hoge leeftijd blijft echter de grootste risicofactor. Zo heeft in België 5 procent van de 65-plussers een vorm van dementie en dit loopt zelfs op tot 60 procent (!) bij de 80-plussers. Het aanbieden van gespecialiseerde zorg is dus een zeer belangrijk aspect voor zowel het welzijn van de patiënten als hun omgeving, zeker omdat er geen oog is op verbetering.
onderzoek en sponsoring
Christine Van Broeckhoven, hoogleraar aan Universiteit Antwerpen en als moleculair biologe een ware autoriteit op het gebied van Alzheimeronderzoek, gaf aan dwars in een eerdere editie al mee: “Het is eigenlijk paradoxaal, er is niets dat ons meer mens maakt dan onze psyche en net daarvan schrikken.” Hiermee slaat ze de nagel op de kop. Want ondanks de enorm hoge prevalentie blijft dementie een weinig tastbare ziekte, omdat deze zich voornamelijk afspeelt in de geest van een individu. Hetgeen ervoor zorgt dat het voor hun omgeving moeilijker is om dit te kaderen en begrijpen, en er nog steeds een vorm van taboe rond heerst.
Die taboe wordt natuurlijk gevoed wanneer door de ziekte het gedragspatroon verandert en in het extreme wanneer iemand lijdt aan een vorm van dementie die ervoor zorgt dat je ongeremd ongepaste opmerkingen gaat spuien. Ook de patiënten zelf zijn soms beschaamd tijdens korte momenten van helderheid met het besef dat hun geheugen niet meer de oude is.
Sociaal isolement treedt geregeld op bij dementie, waarbij de patiënt zich vervreemd voelt van de wereld om zich heen. Wanneer dit verschijnsel zich aanbiedt is het echter niet nutteloos om eens een bezoekje te brengen aan de dokter voor een controle van de ogen en oren. Aangezien het (meestal) over oudere mensen gaat, kan het zijn dat hun zicht en/of gehoor zo zijn achteruitgegaan dat het lijkt alsof ze zich in een andere dimensie begeven. Onthoud dat men pas van dementie spreekt indien de stoornissen in het denken, de stemming en het gedrag van een persoon zo ernstig zijn dat normaal functioneren in het dagelijks leven beperkt wordt.
Dat Universiteit Antwerpen over excellente onderzoekscentra beschikt, wordt ook bevestigd door de recente schenking van Microsoft-gigant Bill Gates, die een mooie drie miljoen euro over heeft voor onderzoek naar een vaccin tegen kinderverlamming (polio), met als doel tegen 2019 deze ziekte volledig van de aardbol te doen verdwijnen.