Enkele weken geleden schreef Comac een opiniestuk getiteld 'CEO’s, vermogensbeheerders en bankiers achter de schermen bij Universiteit Antwerpen', in de aanloop naar de acties voor een kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen die in heel België plaatsvonden. Daarin namen we de samenstelling van de 'Hoge Raad' van de universiteit van Antwerpen onder de loep. Dat orgaan hoort te zorgen voor de “inbedding van de universiteit in de bredere samenleving” en is daartoe “samengesteld uit vertegenwoordigers van openbare instanties, politieke, socio-economische, religieuze, levensbeschouwelijke en culturele milieus.” Klinkt goed. Tot we er iets meer in detail naar keken.
Vooral het 'socio-economische milieu' was erg opvallend. Dat bleek synoniem voor 'het bedrijfsleven', want Guy Peeters van de Socialistische Mutualiteiten loopt als enige vertegenwoordiger van de sociale sector volledig verloren tussen twaalf CEO's, voorzitters van raden van bestuur en gedelegeerde bestuurders van een uitgelezen clubje bedrijven. Bekaert, Belgacom, BASF, Janssen Pharmaceutica, Solvay, Umicore; allemaal hebben ze hun zitje in de Hoge Raad. Ook de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka heeft er een vertegenwoordiger. Klap op de vuurpijl is Geert Noels, hoofdeconoom van Econopolis, een bedrijf dat zich bezighoudt met het “beheren van vermogens op een vernieuwende manier” onder de veelzeggende slogan 'Less is more'.
Evenwicht
We zijn blij te zien dat ook dwars deze raad in zijn laatste nummer aan de hand van ons artikel op de korrel neemt. In de vorige editie publiceerden ze een kritisch opiniestuk dat terecht vraagtekens plaatste bij de coöptatie van Liesbeth Homans in de Raad van Bestuur. Nu legden ze professor Ronny Blust, de voorzitter van die Raad van Bestuur, op de rooster over de samenstelling van de verschillende raden die de universiteit rijk is. Op diens – behoorlijk vage – antwoord kon een reactie van Comac niet uitblijven.
Volgens prof. Blust is de “samenstelling van raden een dynamisch gebeuren [...], met de nodige aandacht voor evenwicht en kwaliteit.” Even recapituleren: 12 van de 23 leden komen uit de bedrijfswereld, tegenover één uit de sociale organisaties. Slechts drie politieke families zijn vertegenwoordigd en de Kerk blijkt het enige 'levensbeschouwelijke milieu'. Over de kwaliteit laten we ons niet uit, maar bij een evenwichtige samenstelling hebben de meeste mensen toch net iets anders in gedachten.
Verfrissing
Verder blijven de leden uit de Hoge Raad volgens Blust “uitermate neutraal” en hebben ze “heel frisse ideeën.” “Ze zitten niet mee in de regiestoel, dat is ook hun rol niet. Ze geven advies.” Een advies is natuurlijk niet 'neutraal', ideeën evenmin. Niet dat we dat vragen, wanneer we bij iemand advies inwinnen, veronderstellen we dat die zich uitspreekt. Maar door het volkomen onevenwicht in de samenstelling van de Raad zijn de ideeën ervan, hoe fris ook, vanzelfsprekend gekleurd.
Volgens Comac zou het pas verfrissend zijn als men ook andere stemmen uit de maatschappij aan het woord zou laten: migrantenorganisaties, vakbonden, groene bewegingen, andere levensbeschouwelijke oriëntaties dan enkel de Kerk. Zo komen we uit onze ivoren toren en kunnen we echt nadenken over hoe we de universiteit kunnen inbedden in de maatschappij.
Dit debat gaat over meer dan enkel de samenstelling van de Hoge Raad. Het gaat over de vraag of we een universiteit op maat van de bedrijfswereld willen, bestuurd door de CEO's en geadviseerd door Voka, of dat we ervoor kiezen de universiteit werkelijk in te bedden in de maatschappij. Ons advies is, hoewel niet neutraal, zeer verfrissend: laten we eindelijk eens met dat tweede beginnen.