Hoezeer het rotding ook veracht wordt, zonder cursus staat een student nergens. Collectieve cursusverbranding lijkt soelaas te bieden bij vermindering van de studielast. Vergeet echter niet dat die honderden pagina's miserie wel redding kunnen brengen.
Het is immers een stuk handiger om je leerstof samengebundeld terug te zien dan heelder brokken hoogdravende retoriek tijdens een college over te pennen. Inzicht en achtergrond worden, in boekvorm, op een dienblaadje geserveerd. Nee, het belang van een cursus valt amper te ontkennen.
Het is dan ook verdomd lastig het zonder te moeten rooien. De arme schapen van de faculteit Taal- en Letterkunde beseften dit maar al te goed toen ze boekhandel annex uitgeverij annex drukkerij Acco bij de kraag vatten. Weinig tevreden over de werking van de boekhandel werden enkele problemen aan de kaak gesteld. Acco nam zijn verantwoordelijkheid tegenover de faculteit en diende ook dwars van een snedige respons.
Dat een cursus van primordiaal belang is voor een succesvolle academische carrière staat buiten kijf. Om tegenover Acco toch enigszins beslagen op het ijs te komen lichtte professor Gerits ons eerst toe hoe een cursus eigenlijk tot stand komt. Als docent van taalvakken allerhande heeft hij een grote affiniteit ontwikkeld met cursussen en alle begeleidende rimram. Hij schetst het verleden, heden en toekomst van het concept ‘cursus', wijdt uit over hoe ze samengesteld moeten worden en gooit er nog een aantal vaktermen bovenop. Los van de problemen met Acco kan hij dus, geheel gespeend van enig vooroordeel, inzicht bieden in de boeiende wereld van de cursus. Hoewel voor alle duidelijkheid:
Bent u Acco-aandeelhouder?
Gerits Ik denk het wel...
U denkt het?
Gerits Ik heb er geen bewijs meer van. Ik heb ooit als student in Leuven, eind van de jaren '60, wel een aandeel gekocht. Tot een paar jaar geleden had ik zo'n gouden kaart waarmee ik extra korting kreeg omdat ik vroeger al eens grote bestellingen plaatste. Toen werd mijn portefeuille echter gestolen en was mijn kaart dus ook verdwenen.
Opmerkelijk is dat u uw cursussen zowel bij Acco als Universitas publiceert.
Gerits Puur toeval, ik ben bij Acco terecht gekomen nadat de cursusdienst van de toenmalige UFSIA besloot er mee op te houden. Ik kende wat mensen die toen voor Acco werkten en zij waren bereid mijn cursussen verder uit te geven. Zo was de beschikbaarheid van de syllabus gegarandeerd. Recentere cursussen bij Acco zijn louter daar omdat zij een digitale kopie van de originele uitgave hebben waardoor ik zonder al te veel moeite het een en ander kan aanpassen. Het gaat hier eigenlijk puur om praktische overwegingen. Nieuwe cursussen geef ik liever bij de cursusdienst uit omdat het me heel wat over-en-weer gependel naar Leuven bespaart. Weet u, Acco was veertig jaar geleden wel een mooi initiatief waar cursussen werden gedrukt en voor democratische prijzen verkocht.
Een tegenbeweging voor de ronduit schandalige aanpak van sommige professoren. Schandalige aanpak?
Gerits De verantwoordelijkheid een cursus ter beschikking te stellen lag toen volledig bij degene die doceerde. Koos hij ervoor niets uit te geven, dan was er ook niets. Sommige professoren hadden wel cursussen en konden zo, door een schrijnend gebrek aan alternatief, zelf de prijs bepalen. Niet direct wat je een gezonde situatie noemt, lijkt me. Als studenten namen we het heft wel eens in eigen handen en stelden er zelf een samen.
En daar was de docent niet erg mee opgezet.
Gerits Soms werd de cursus wel aan een professor voorgelegd en dan gebeurde het dat hij werd geautoriseerd, en zo promoveerde tot de officiële cursus. Toch een blijk van appreciatie lijkt me. Ooit hielp ik eens een cursus samenstellen maar heb ik er een datum fout ingeplaatst. Niet dat andere studenten het me kwalijk namen maar de desbetreffende prof heeft er tijdens de examens toch maar handig gebruik van kunnen maken om enkele blokbeesten te strikken die niet verder kwamen dan hun cursus af te rammelen.
Nu stelt u zelf uw cursussen samen. Hoe gaat dat in zijn werk?
Gerits Eerst ga je druk aan de slag door zoveel mogelijk materiaal te lezen over het te doceren vakgebied. Hier kruipt al heel wat tijd in. Je toetst de verschillende teksten naar kwaliteit maar ook naar actualiteitsgehalte. Je moet de nieuwste ontwikkelingen zien mee te nemen. Natuurlijk zijn die weer gebaseerd op de theorie, een fundament dat door de jaren heen veelal ongewijzigd blijft. De voorbije zomervakantie spendeerde ik zo aan lezen en selecteren toch ettelijke uren per dag. Als je cursus eenmaal is samengesteld en uitgeschreven dien je hem in bij een uitgeverij naar keuze. Je vraagt ze de teksten wat te fatsoeneren en te lay-outen, zelf heb ik daar niet zoveel kaas van gegeten. En daar houdt het zo'n beetje op.
Een van de grote moeilijkheden bij het samenstellen lijkt me in te schatten waar de lat moet liggen voor de gemiddelde student.
Gerits Je moet er van uitgaan dat studenten niet altijd met alles mee zijn. Ik geef nu les in zowel Taal- en Letterkunde als Rechten. Ik merk dat de kennis van bijvoorbeeld klassieke literatuur er aanzienlijk op achteruit gaat. Ook de parate kennis van het Latijn is niet meer wat het geweest is. Dan moet je een aantal dingen wel nader toelichten. Een zorgwekkende ontwikkeling is ook de toename van studenten die het Nederlands niet beheersen als moedertaal. Dat deze mensen beschikken over de nodige intellectuele kwaliteiten, daar bestaat geen twijfel over. Maar ga hen maar eens uitleggen wat een gallicisme nu juist is. Dergelijke dingen moet je dus ook incalculeren, zonder dat het ten koste gaat van de andere studenten.
Latijn doet het natuurlijk niet zo goed in cyberspace.
Gerits Je ziet het hele studielandschap meer en meer verschuiven naar het internet. Blackboard is een centrale plaats aan het innemen in het leven van de student. Er zal veel meer zelf geprint moeten worden. Of dit een goede evolutie is weet ik niet, het lijkt me alleszins niet goedkoper. Een dergelijk systeem is natuurlijk wel handig in een faculteit als PSW. Daar moet je constant op de actualiteit kunnen inspelen. Als men daar nu bijvoorbeeld een basishandboek ter beschikking stelt en dat aanvult met on-line documenten waarmee er op de actualiteit kan worden ingespeeld, dan is het natuurlijk wel een mooie evolutie. Er is natuurlijk nog het systeem van printing-on-demand.
Printing-on-demand?
Gerits Belangrijke boeken van diverse auteurs worden in een on-line database verzameld en je kan de tekst die je nodig hebt gewoon daar bestellen. Er worden geen massareeksen boeken meer gedrukt met een oplage van enkele duizenden stuks – waarvan uiteindelijk toch een deel in de uitverkoop belandt – maar enkel je eigen exemplaar rolt uit de persen. Dergelijke evoluties dankzij het internet lijken erg handig maar betekenen natuurlijk ook een gevaar, er is altijd kans op overkill. Er is geen kost verbonden aan iets on-line publiceren. Daardoor komt er veel te veel irrelevante informatie ter beschikking van de student. Ook professoren gaan er bij hun selectie aan informatie niet altijd even oordeelkundig mee om waardoor de student toch een beetje verweesd achter blijft. Misschien wordt de werkbelasting voor de student wel te groot. Maar het is aan hen daar iets aan te veranderen.
Acco spreekt
Studenten aller landen, verzamel u en zet een opstand in gang. Niet de cursus maar het internet is de grote boosdoener. Met dat in het achterhoofd werd de confrontatie aangegaan met een delegatie Acco-afgevaardigden. Zelden mensen ontmoet die zo gepassioneerd zijn door meters cursussen.
Toegegeven, Rob Berrevoets en Bart De Prins zijn als respectievelijk directeur-uitgever en uitgever wel erg thuis in de business. Door in loondienst te staan van één van 's lands grootste uitgeverijen vormen beide heren de ideale gesprekpartners om het cursuslandschap eens wat grondiger te verkennen.
Na het academische wereldje bij monde van professor Gerits, de bedrijfswereld dus. Hoewel het onderscheid tussen die twee misschien toch niet zo groot is als algemeen aangenomen.
Berrevoets Acco werd opgericht door enkele Leuvense studenten, halverwege jaren '50. De studiekost was toen torenhoog dus deden ze er alles aan om deze te drukken. Naast studentenrestaurants en -homes zag ook een cursusdienst het levenslicht. Opgericht als coöperatieve vereniging zocht Acco vooral aansluiting bij een ruime basis studerende zielen die voor een meer dan redelijke prijs een aandeel konden aanschaffen om zo de werking te financieren. Het basisprincipe dat toentertijd gehanteerd werd – een goede prijs/kwaliteitsverhouding –, blijven we tot op de dag van vandaag hoog in het vaandel voeren.
Een bedrijf dat niet louter in termen van (economische) winst redeneert. Indrukwekkend.
Berrevoets Momenteel varen we nog steeds onder de vlag van coöperatief vennootschap. Om dat even bondig toe te lichten: winst gaat niet naar een eigenaar maar vloeit terug naar de onderneming zelf. Wanneer we kiezen te investeren in bijvoorbeeld nieuwe technologische toepassingen kunnen we van die meeropbrengst gebruik maken. Daarnaast is er nog steeds onze Raad van Bestuur die de dagelijkse leiding ervan behoedt onoordeelkundige keuzes te maken naar de studentenpopulatie toe. Versterkt in hun rangen door vijf studenten slagen zij daar uitstekend in.
Zijn die vijf studenten dan geen 'excuus-Truzen' waarmee het management beleidsbeslissingen kan rechtvaardigen zonder ze echt invloed te laten uitoefenen?
Berrevoets Het is voor hen uiteraard moeilijk om een evenwicht te zoeken: enerzijds moeten ze de bedrijfsbelangen verdedigen maar anderzijds dienen ze ook hun achterban (de studenten) in het achterhoofd houden. Als de Raad Van Bestuur zich teveel verliest in de cijfertjes en groeimarges dan is het aan de studenten om gepast te reageren. Wanneer bijvoorbeeld de korting wordt bepaald die aandeelhouders genieten, is dit een belangrijk punt van inspraak voor de studentenvertegenwoordigers.
Acco is actief in Antwerpen maar toch kan de stad zich niet beroepen op vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur.
Berrevoets Wij staan zeker niet weigerachtig tegenover iemand die de Antwerpse studentenpopulatie vertegenwoordigt. Het initiatief moet echter uitgaan van de overkoepelende studentenvereniging.
Nochtans was er heel wat ophef toen Acco de failliete boekhandel Fonteyn-Wouters overnam. De studenten zouden niet geïnformeerd zijn.
Berrevoets Als wij aan onze Raad van Bestuur vragen de onderhandelingen rond de overname stil te houden uit bedrijfseconomische overwegingen dan moet de zetelende student beseffen dat op zo'n moment de achterban even in het ongewisse moet blijven. Anders zouden we wel een persbericht uitgeven.
Is dat niet een beetje misbruik maken van het gebrek aan mondigheid van de hedendaagse student?
Berrevoets Onze bedrijfsvoering is geïnspireerd op het solidariteitsprincipe. Weet je wat dat is?
Het klinkt in elk geval tamelijk communistisch...
Berrevoets Om even te schetsen: het solidariteitsprincipe stelt dat een student die uit een kleine richting komt, denk aan sinologie, even veel moet betalen voor zijn cursussen als iemand uit rechten. Puur economisch gezien is de opbrengst van tien cursussen sinologie echter een stuk lager dan vijfhonderd cursussen strafrecht. De lagere opbrengsten van de een proberen we zo te compenseren met de hogere opbrengsten van de ander. Een dergelijk systeem heeft Acco trouwens altijd al gehanteerd. Medio jaren '60 kwamen kinderen uit de minder gegoede klassen steevast in ‘kleinere' richtingen terecht terwijl de rijkeluiszoontjes eerder op de grote faculteiten zaten.
De Prins Dit is momenteel ook nog een van de grote problemen. In principe zou de bladprijs voor rechten lager moeten zijn maar toch kiezen wij voor het compromis. Je zal zien dat de doorsnee student er dan sowieso beter uitkomt.
Het is waarlijk ontroerend te weten dat Acco in de erg concurrentiële boekenwereld toch nog een dergelijk principe toepast.
Berrevoets Wij zijn allemaal zowel collega's als concurrenten. Het zou dus tamelijk onbescheiden zijn te stellen dat wij de besten zijn. Stiekem is het natuurlijk wel zo hoor.
De Prins Universitas of De Groene Waterman hebben naast hun cursussen ook nog andere activiteiten terwijl Acco haar inkomsten toch vooral uit de verkoop van cursussen en handboeken put. Onze uiterst stevige verankering met de academische wereld snijdt aan twee kanten: zij zijn afhankelijk van ons maar wij ook van hen. Daar vind je onze bestaansreden. Naast onze service naar studenten toe kunnen wij ook de professoren een uitstekend pakket aanbieden, het gebruik van digitale kopies wordt enorm geapprecieerd.
Houdt zo'n professor eigenlijk nog een centje over aan het schrijven van een cursus?
Berrevoets Als je de tijd die hij erin steekt in rekening brengt, dan blijkt dat hij zich beter nuttig kan gaan maken en zijn kelder verven in plaats van cursussen te schrijven. Ze schrijven geen nieuwe Dan Brown (nvda: schrijver die een aardig fortuin heeft verdiend met De Da Vinci Code). Er is voor tien procent royalty's voorzien maar veel profs laten die opbrengsten doorstorten op een gemeenschappelijke rekening van de universiteit waarmee dan bijvoorbeeld didactisch materiaal aangeschaft wordt.
De Prins Ik concretiseer even, een cursus kost tien euro en 200 studenten dienen die aan te schaffen. Reken maar uit, dat levert hem uiteindelijk 200 euro op. Als hij er voor kiest dat bedrag zelf te houden dan gaat er nog eens de helft belasting af. Er schiet dus niet al te veel meer over. Je moet het uiteindelijk maar als een min of meer symbolisch bedrag beschouwen. Ook maar normaal dat een professor iets toegestoken krijgt gezien de inspanning die het kost.
Even recapituleren. Op 29 januari werd een vergadering belegd tussen de vertegenwoordigers van de faculteit Taal- en Letterkunde. Zij formuleerden enkele concrete eisen gestoeld op veelvuldige klachten van studenten. Het duurde simpelweg te lang voor diverse Acco-cursussen in de boekhandel verschenen en de prijs van sommige cursussen swingde de pan uit. Dat zijn ernstige aantijgingen tegen een bedrijf dat zich beroept op het solidariteitsprincipe en het sociale met economische tracht te verzoenen.
Er zijn problemen gesignaleerd met de beschikbaarheid van verschillende cursussen.
Berrevoets Het is moeilijk in te schatten hoeveel cursussen er beschikbaar moeten zijn aan het begin van het jaar, zeker door de hervorming van KaLi naar BaMa. Studenten hebben nu de kans een bevreemdend vakkenpakket samen te stellen waar bijvoorbeeld zowel Oudgrieks als Duits in vervat zit. Ga daar maar eens op inspelen. Door een verbeterde communicatie met de administratie hopen we dit probleem, voor zover mogelijk, toch op te kunnen lossen.
De Prins Dan spreken we alleen nog maar over de cursussen, bij handboeken kan het veel complexer liggen. Voor een Amerikaanse uitgever ben je maar een kleine garnaal op wereldniveau. België is qua afzetmarkt op zijn zachtst gezegd niet onmetelijk groot. Dat maakt dat het lang kan duren vooraleer bijbestellingen hier geraken.
Een ander punt van kritiek zijn dure en schommelende prijzen.
Berrevoets Wij staan altijd open voor kritiek van studenten. Volgend academiejaar gaan we proberen dat bladprijs nog wat omlaag te krijgen. Voor handboeken ligt het echter niet zo eenvoudig. Daar is het volledig afhankelijk van de prijs die de uitgever vraagt en de korting die hij toestaat.
De Prins Het is niet moeilijk ons het verwijt te maken dat we te dure prijzen hanteren. Loop een aantal willekeurige boekhandels binnen en je zal er altijd wel een vinden waar de prijs voor een bepaald boek vijf of tien eurocentjes lager ligt. Goedkoop is echt een relatief begrip. Bij ons krijg je er nog context en visie bovenop.
Berrevoets De evolutie in de grafische sector gebeurt in sneltreintempo, van loodzetterij tot een tijdperk waarin alles digitaal gebeurt, we moeten als bedrijf daarin meegaan. (mijmert weg) Toen ik student was werd je tenminste verondersteld alles te noteren. Toen kon je een kopie van je nota's nemen door een calqueerpapier onder je blad te leggen. Eén groot voordeel was dat de stof minder groot was doordat we alles enkel maar konden noteren.
Elk examen meters cursussen moeten blokken is dus de schuld van de uitgeversbranche?
Berrevoets De grafische sector is misschien sneller geëvolueerd dan het leervermogen van de gemiddelde student. Ik denk dat je de uitvinder van de computer trouwens ook het een en ander kwalijk mag nemen. Hoewel Acco zich dus niet op alle fronten vrij kan pleiten, wordt er wel verandering beloofd waar nodig. Dan rest er enkel nog de conclusie dat feitelijk het mythische internet – redder van vele papers en andere taken – de belangrijkste dader is van een vermeerderde studielast. Laat die collectieve cursusverbrandingen dus toch maar achterwege.