USOS
De Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking − afgekort USOS − ambieert, als vzw verbonden aan onze universiteit, een ambitieus doel: het streven naar mondiale rechtvaardigheid. dwars ging met campuscoördinator Janus Verrelst en studente SEW Isaura Bonneux, tevens deelneemster aan de exposure naar Rwanda, rond de tafel zitten om het wie, hoe en wat van dit engagement bloot te leggen.
Noord en Zuid: twee handen op één buik
Studenten die zich de afgelopen maanden vol enthousiasme in alle details van de nieuwe korfvakken hebben verdiept, zullen de naam USOS ongetwijfeld herkennen. Sinds dit academiejaar wordt het vak Debating Development, door USOS samen met het Instituut voor Ontwikkelingsbeleid (IOB) ingericht, opgenomen in de reeks van facultatieve B-vakken binnen deze korfverbredende vakken. Binnen dit specifiek vak, met “the intention to expose students and the interested public to contemporary development topics”, worden zes debatten georganiseerd waar, naast Antwerpse studenten, ook collega’s uit het Zuiden aan deelnemen. Onze universiteit ontvangt elk jaar heel wat studenten uit het globale Zuiden die hier komen studeren over alle faculteiten heen. Voor sommigen is dat verblijf in Antwerpen hun eerste contact met Europa. Janus en Isaura vertellen ons in functie daarvan enthousiast over de spiksplinternieuwe buddy-app, die studenten uit het Noorden en het Zuiden met gemeenschappelijke interesses makkelijk in contact brengt met elkaar.
Deze twee manieren van een brug slaan tussen het Noorden en het Zuiden zijn een mooie illustratie van de opdracht van USOS, die op hun website omschreven wordt als “prioritair aandacht besteden aan het lot van minder geprivilegieerden in het globale Zuiden.” Hiervoor hebben ze zowel een campus- als een partnerwerking uitgerold. Bij de campuswerking wordt er gestreefd naar het aanscherpen van het mondiaal burgerschap bij studenten en personeel van Universiteit Antwerpen. De partnerwerking daarentegen focust op een gelijkwaardige samenwerking met academische partners in het globale Zuiden in functie van armoedebestrijding, bescherming van mensenrechten en wereldwijde ecologische en economische duurzaamheid. Door de jaren heen is USOS de ondertussen diepgewortelde samenwerking aangegaan met vier landen: India, Nicaragua, Democratische Republiek Congo en Marokko. Door te investeren in jonge onderzoekers en zo ook in sociale rechtvaardigheid, zetten ze in op een capaciteitsuitbouw in deze landen. Dit is tevens gelinkt aan maatschappelijke projecten op het terrein zelf.
jezelf (durven) blootgeven
Mondiaal burgerschap wordt niet alleen hier in onze eigen studentenstad gekneed, maar ook gevormd door de blootstelling aan een nieuwe cultuur en de daarbij horende dagdagelijkse realiteit. Vanuit die filosofie organiseert USOS ook tijdens de zomermaanden twee of drie exposures naar de landen waarmee ze een samenwerkingsverband onderhouden. Er wordt bewust gekozen om deze reizen niet te omschrijven als ‘inleefreizen’ om zo een paternalistische connotatie te vermijden. Bovendien is het praktisch onmogelijk zich in te leven in de geest van een ander. Exposure, letterlijk vertaald als ‘blootstelling’, slaat dan ook beter de nagel op de kop: een maand meeleven met hun gastfamilie. Dit houdt ook in dat de Antwerpse studenten het moeten toelaten om echt ‘gast’ te zijn, met afhankelijk van de cultuur het risico enorm verwend te worden. Het vertrekken vanuit een positieve ontmoeting is daarbij ook essentieel. Studenten met gemeenschappelijke interesses aan elkaar koppelen helpt om een band te creëren. Voor Isaura en haar gastbroer Arsène was dat bijvoorbeeld hun gedeelde liefde voor pianospelen.
Deze exposures worden mee begeleid door personeel van Universiteit Antwerpen en staan open voor Antwerpse studenten en personeelsleden. Hier leef je een jaar lang naar toe, terwijl je een traject doorwandelt van meerdere weekends waar je de nodige achtergrondinformatie van je gastland meekrijgt en interculturele competenties opbouwt om je exposure tot een goed einde te brengen. Omdat USOS tevens inzet op duurzaam engagement, kunnen studenten ook vrijwilligerswerk doen bij een armoedevereniging in België. Hoewel ze de kostprijs voor de deelnemers bewust democratisch houden, willen ze zich door de focus te leggen op duurzaamheid onderscheiden van de gecommercialiseerde vorm van vrijwilligerswerk die soms sterk gelinkt kan worden aan toerisme.
Hoewel de Antwerpse studenten met een groepje van maximaal negen en begeleid door een personeelslid van Universiteit Antwerpen naar hun gastland trekken, komen ze elk in een eigen gastgezin terecht. Er worden gezamenlijke activiteiten ingericht, zoals de lessen die aangeboden worden door de partneruniversiteit of projectbezoeken, maar de focus ligt op de individuele ervaring. Isaura vertelt hoe die mix voor een gezond evenwicht zorgt: “Je kunt je eigen band met je gastfamilie opbouwen, maar doordat de gebruiken bijvoorbeeld heel anders zijn, komt het je ook wel eens hoog te zitten. Dan lucht het op dat je de anderen nog eens kunt zien om er samen over te praten. Dat helpt om alles te relativeren.”
van Congo naar Rwanda
Dat zulke reizen organiseren niet evident is, bleek afgelopen zomer. Na een jaar vol voorbereidingen en veelbelovende vooruitzichten voor de exposure naar Bukavu, een stad in het Oosten van Congo, stak rector Van Goethem hier twee maanden voor vertrek een stokje voor. “Oost-Congo is conflictgebied, niet voor niets is de VN daar aanwezig. Op zich is Bukavu een relatief veilige stad en bovendien had onze partneruniversiteit de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen”, verklaart Janus. “Maar ebola was in opmars. De verspreiding van de ziekte was nog op een veilige afstand, maar het kon onvoorspelbare gevolgen met zich meebrengen, zoals het sluiten van de grens.” Ze waren het niet eens met de beslissing van de rector, maar ze hebben zich erbij neergelegd. Het is begrijpelijk dat de rector bezorgd is om de veiligheid van studenten, besluiten Janus en Isaura.
Twee maanden voor vertrek een volledige reis van een maand omgooien is geen sinecure. “Zowel wijzelf, als onze gastgezinnen in Congo hadden heel hard uitgekeken naar deze reis. Vooral onze Congolese vrienden − we hielden doorheen het jaar al dagelijks contact met hen − zouden erg teleurgesteld zijn”, aldus Isaura. Al bleek er volgens Janus uiteindelijk makkelijk een mouw te passen aan de onverwachte change of plans: “Op weg naar Bukavu zouden we een tussenstop maken in Rwanda. We besloten uiteindelijk de exposure te verleggen van Congo naar buurland Rwanda en gaven deze reis zo een extra dimensie.” Niet enkel de Antwerpse studenten, maar ook de geselecteerde Congolezen kregen de kans om mee te gaan naar Rwanda. “Aangekomen in Kigali (de hoofdstad van Rwanda, nvdr.) bestonden we zo uit een groep van 24 personen: acht Belgen, acht Congolezen en acht Rwandezen. De dynamiek tussen de Congolezen en Rwandezen was overigens erg interessant”, volgens Isaura.
Dat de exposure last minute werd verlegd, bleek voor een merkbare desillusie te zorgen bij de Congolese gastgezinnen: “De Congolezen vonden het erg jammer dat we uiteindelijk naar Rwanda gingen; de Congolese gastfamilies keken er erg naar uit ons te ontvangen”, vertelt Isaura. “In Congo is toerisme erg moeilijk, dit in tegenstelling tot Rwanda dat een goede infrastructuur heeft, veel toeristen mag ontvangen en heel wat internationale samenwerkingen heeft lopen.” Toen ook de grens met Congo werd bezocht, bleken de Congolezen veel meer op hun gemak en maakten ze van deze gelegenheid gebruik om het gezelschap op hun beurt rond te leiden.
voorwaardelijke exposures
Eerder werd een exposure naar Nicaragua al een keer afgelast. “Dit werd besloten in onderling overleg binnen USOS vanwege de heersende repressie in het land”, licht Janus toe. Onlangs werd aan onze universiteit een adviescommissie in het leven geroepen om zendingen van personeel of studenten naar risicogebieden (dit zijn gebieden met een negatief reisadvies door de ambassade, nvdr.) te beoordelen op hun veiligheid. Momenteel wordt de aanvraag voor nieuwe exposures naar Nicaragua en naar Bukavu behandeld door deze commissie. Voor Bukavu wordt opnieuw Rwanda als plan B voorzien.
Verder staat ook een exposure gepland naar Marokko, onder begeleiding van USOS-medewerker Yasmien Naciri. Meer informatie over de voorwaarden, aanmelding en het startweekend zijn terug te vinden via de website van USOS.
is mondiale samenwerking voorwaardelijk?
In Vlaanderen ontspint zich een tendens van terughoudendheid om studenten en/of personeelsleden naar risicogebieden te laten gaan. Hoewel veiligheid uiteraard blijft primeren, kunnen aan het verstrengen van het beleid ook nadelen verbonden zijn. “Bovendien zend je als universiteit een dubbel signaal uit als je eredoctoraten uitreikt aan Congolese academici, maar ondertussen studenten en personeel verhindert om naar het land zelf te reizen”, voegt Janus toe. “Veel mensen in de wereld liggen wakker van mondiale problemen zoals armoede, ongelijkheid, klimaat en migratie. Mondiale samenwerking is voorwaardelijk om die mondiale problemen aan te pakken.” Eén land kan dat immers niet alleen doen, waardoor (universitaire) samenwerking belangrijk en nodig is; contact tussen de studenten leidt tot opbouw van de competenties die vereist zijn om later actief te zijn in internationale samenwerkingen.
- Login om te reageren