Hei!
Elkaar begroeten in Noorwegen is niet echt anders dan in België, zo zie je maar. Ik heb ondertussen al een kwart van mijn verblijf hier afgelegd en jij... drie dagen?! Hier zit ik dan in Bergen, de stad met de meeste regen, met de meest grijze wolken, met de meest diverse kleuren van huizen (als compensatie volgens mij), waar rubberen laarzen in elke schoenwinkel worden verkocht en door iedereen op straat worden gedragen, waar 'the fish market' een toeristische plek is, waar alles naar het Noors wordt vertaald terwijl films ondertiteld zijn. En dit zonder familie, zonder vriend, zonder hond – zelfs mijn knuffel ligt nog thuis (wegens veel te groot om mee te brengen)! Waar ben ik aan begonnen. In de kamer komen, de deur valt dicht, een eerste keer alleen in een witte ruimte met blauwe gordijnen, je verwacht een groot raam, maar neen, een van de gordijnen bedekt een enorm stuk muur, met hout óveral, met oranje kussens en matras. Dit moet je dan 'thuis' gaan noemen voor vijf maanden. Na een slik (lees: huilbui nummer negen?) een paar foto's ophangen, boeken in de kast zetten, kortom: aankleden dit kot! En nu, een maand en acht dagen later betrap ik mij erop dat ik de neiging krijg om effectief naar 'thuis' te refereren terwijl ik mijn kamertje in Fantoft bedoel, dat ik kan ronddolen in de stad alsof ik ze van buiten ken, de taal vloeiend spreek en op en top Noors ben. Maar toch blijf ik vasthouden aan mijn Belgische neigingen (zeker dat hier nergens een frituur is? Mama, kan je nog wat chocola opsturen?) en wil ze delen met alle nationaliteiten. Cake maken die nog geen halfuur overleeft, cupcake-avonden organiseren waar hongerige gasten moeten toezien hoe de goddelijke dwergmuffins afkoelen en daarna door de koks overvloedig versierd worden (zou ik nog chocoladesaus maken en erover sprenkelen? Oh ja!)... Ik ben omringd door mensen 24/7 en ik zal er maar beter aan wennen. Maar natuurlijk zijn er ook de *ik-voel-me-eenzaam-wat-oh-wat-zal-ik-deze-keer-bakken-momenten*. De liefde van een vriend gaat door de maag, of hoe zat dat ook weer?
Kos deg og ha det bra!
Sofie
Olà Sofia!
Voor mij is het avontuur inderdaad nog maar net begonnen. Het afscheid thuis lijkt ondertussen al ver weg, maar veel tijd voor heimwee is er nog niet geweest. Drie volle dagen waarvan de zon, de mooie uitzichten, het vele ronddwalen mij bijblijven. Drie dagen vol tegenstellingen. Op dag één van het veilige, knusse bed van mijn lieveling naar een onbekende kamer in Coimbra. Met een mede ex-Antwerpse studente slaap ik voor één nacht in een blijkbaar onveilige jongensgang. (Doe vooral de deur op slot, meisjes!). Op dag twee de stad verkend. Globale eerste indruk: Portugezen zijn vriendelijk en behulpzaam. Als je een beetje verloren loopt, krijg je een lift. Miguel van de internationale dienst helpt bij het zoeken naar koten en vergezelt ons bij het bezichtigen van de kamers. Mijn nieuwe Portugese kamergenote laat me graag zien waar je goedkoop busticketjes vindt. Die vriendelijkheid is echter zoek bij de Portugese honden. Ik verklaar mij nader: 's avonds staan we te wachten op een taxi om weer naar het centrum te geraken, maar deze rijdt ons voorbij. Al roepend en zwaaiend lopen we achter de taxi aan, echter zonder te letten op een horde honden die plots luidkeels blaffend vanuit de struiken tevoorschijn komen. Als in een slechte horrorfilm lopen ze achter ons aan en drijven ons in het nauw! Blaffende honden bijten niet, zei ik tegen mezelf, maar echt overtuigd was ik niet. Gelukkig kwam er een auto aan waardoor de mormels afdropen, en konden we nadien onze nog knikkende knieën vergeten bij een glas wijn. Vandaag dag drie en eerste Portugese aankoop gedaan: een zonnebril! Op dat vlak moet ik je jaloers maken, de zon is onze metgezel, waardoor het leven hier tot nu toe wat helderder lijkt. Jammer genoeg moet ik jouw bakkunsten wél missen.
Stuur jij me een cakeje, dan stuur ik je wat zon?
Liefs,
Anneleen