“Je kan democratie niet opleggen”

Shaher Bak Jordaans Staatsminister van Buitenlandse Zaken
06/10/2003

Het Midden-Oosten staat op ontploffen. Voor de zoveelste keer. De Amerikaanse aanwezigheid in Irak zorgt wereldwijd voor kopbrekers. De niet aflatende reeks bloedige zelfmoordaanslagen in Israël en de recente beslissing om als vergelding aanvallen op buurland Syrië uit te voeren, komen de stabiliteit in de regio geenszins ten goede. Het koninkrijk Jordanië lijkt wel een oase, te midden van al dat gewoel.

In tegenstelling tot zijn buurlanden heeft Jordanië zeer weinig natuurlijke rijkdommen. Olie kon het tot voor kort goedkoop aankopen in Irak, een unieke uitzondering op het voor Irak wurgende embargo. Voor de watertoevoer is Jordanië dan weer afhankelijk van een vredesakkoord met Israël uit 1994. De voornaamste eigenschap van dit land is dan ook zijn rol als buffer en baken van rust in de brandhaard van het Midden-Oosten.

 

Het geplande bezoek aan Antwerpen van Shaher Bak, Jordaans Staatsminister van Buitenlandse Zaken, is deze zomer niet doorgegaan. Toch vond hij de tijd om ons de bijzondere situatie van Jordanië in het Midden-Oosten te schetsen. We hadden een telefonisch interview met hem, enkele dagen na de Israëlische uithaal naar Syrië.

 

Shaher Bak Het is betreurenswaardig wat nu in Israël en Syrië aan de gang is. We moeten de problemen onmiddellijk het hoofd bieden, op een vreedzame manier, met onderhandelingen. De situatie is echter al grotendeels geëscaleerd. Men moet beseffen dat militair geweld een kortetermijnoplossing blijft, en niet voor een mentaliteitsverandering in de richting van een duurzame oplossing zal zorgen.

 

Doorheen het gesprek herhaalt Shaher Bak deze boodschap meermaals: als er vrede komt in het Midden-Oosten, dan zal dat slechts kunnen gebeuren na moeilijke en slepende onderhandelingen. Minister Bak is een carrièrediplomaat, die onder andere ambassadeur was in Spanje en Zuid-Afrika. Zijn eerste zending als jonge politiek attaché was echter naar Irak, nog vóór de heerschappij van Saddam Hoessein.

 

Bak Het was de periode vlak na de militaire staatsgreep van 1958 in het toenmalige koninkrijk Irak, waarbij de koning (familie van het Jordaans koningshuis, nvdr.) werd vermoord. De uitstekende relaties die onze landen toen hadden werden verbroken, en bleven tijdens mijn verblijf nadien heel wisselvallig.

 

Uiteindelijk zullen we beseffen dat we allemaal ongeveer hetzelfde willen.

 

Tot vijftig jaar geleden was de geschiedenis van Jordanië en Irak heel gelijklopend. In beide landen bestond het koningshuis uit Hasjemieten, directe afstammelingen van de profeet Mohammed. Na de staatsgreep werd Irak een republiek, maar in Jordanië bleef het koningshuis heel populair.

 

Bak Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog was er een beweging in het Midden-Oosten om de Arabische landen te bevrijden van de Ottomaanse heerschappij. Het idee was om één Verenigd Arabisch Koninkrijk op te richten onder Hasjemietisch bestuur. De Britten en de Fransen verdeelden na de oorlog het gebied onder elkaar. Zo viel het toenmalige Transjordanië onder Brits mandaad van 1921 tot 1945. De lokale bevolking bleef echter streven naar onafhankelijkheid; een jaar later werd het koninkrijk Jordanië opgericht.

 

Bestaat de wens nog om één grote Arabische staat op te richten?

Bak Het is spijtig dat de oprichting toen niet mogelijk was. Volgens mij droomt het Arabische volk daar nog steeds van. Zelf ben ik voorstander van een meer doorgedreven samenwerking tussen de verschillende landen in de regio, zoals jullie hebben met de Europese Unie. Twee vernietigende oorlogen hebben hun sporen nagelaten, maar uiteindelijk is de huidige eenmaking er gekomen door onderhandelen. Dat is een traag maar sterk politiek proces. Europa is een echt voorbeeld voor de Arabische staten. Waarom zouden we de fouten maken van anderen, als we kunnen leren uit hun geschiedenis?

 

Zo’n doorgedreven samenwerking zou de zaken al heel wat vooruit helpen. De huidige Arabische Liga is nog veel te ver verwijderd van dat ideaal. We streven in Jordanië naar stabiliteit, vrede en vooruitgang in de regio. We moeten de problemen die zich stellen kordaat aanpakken. De belangrijkste voorbeelden van hoe het mis kan gaan, zijn de Israëlisch-Palestijnse kwestie en de toestand in Irak. We moeten de Arabische landen beter organiseren, meer samenwerken als we vrede willen.

 

In zekere mate is er al vrede in de regio. In 1979 sloten Israël en Egypte vrede, en in 1994 volgde Jordanië.

Bak Inderdaad, maar een vredesverdrag teken je niet zomaar. Er gaan ellenlange onderhandelingen en vergaderingen aan vooraf. Er moet een juiste atmosfeer geschapen worden. En dat is niet altijd even gemakkelijk.

 

Na de Tweede Wereldoorlog en het oprichten van Israël bleven de Arabische landen in staat van oorlog met dat nieuwe land. Na 1967 (de Zesdaagse Oorlog, zie kaderstukje) zijn er vele initiatieven geweest om alle landen van het Midden-Oosten dichter bij elkaar en bij vrede te brengen.

 

Road Map

Bak Het laatste initiatief in dit rijtje is de befaamde Road Map. Jordanië heeft sinds 1967 altijd deel uitgemaakt van initiatieven om een vredevolle oplossing te zoeken voor het Arabisch- Israëlisch conflict, waarvan de strijd met de Palestijnen de kern en het hart is. Jordanië is ook het land dat het meest verbonden is met de Palestijnse zaak vanwege de geografische, historische en demografische relaties.

 

Jordanië vond dat de binnenlandse omstandigheden na de Oslo-akkoorden van 1993 eindelijk geschikt waren om vrede te sluiten met Israël. Sinds de Tweede Intifada is de atmosfeer echter terug zeer verslechterd. De onderhandelingen tussen Palestijnen en Israëli’s moeten onmiddellijk terug worden opgestart. De Road Map is daartoe een zeer goed initiatief, maar is geen bijbel.

 

Eén van de noodzakelijke voorwaarden lijkt toch dat de Arabische landen de staat Israël erkennen.

Bak U herinnert zich ongetwijfeld het Arabisch Initiatief, dat in maart 2002 werd afgesloten op de Arabische top in Beiroet. Met dat initiatief besloten alle Arabische staten dat ze Israël zouden erkennen, en zelfs vrede zouden sluiten als het plan, zijnde de implementaties van de VN-resoluties, werd gevolgd. Dit plan voor erkenning ligt nog steeds op tafel! De Road Map is uitgelezen mogelijkheid om dit Arabische Initiatief een serieuze kans op slagen te geven. Wat er zo bijzonder is aan de Road Map, is dat het een háálbaar plan is. The Road Map is not dead yet.

 

Hoe is de relatie tussen Jordanië en Israël nu?

Bak Toen we het vredesakkoord met Israël sloten dachten we dat de zaken er echt op gingen verbeteren. Het is geen geheim als ik zeg dat de bilaterale relaties tussen Jordanië en Israël echter enorm afhankelijk blijven van de toestand van het Palestijnse volk. Deze drie landen, Jordanië, Israël en de Palestijnse staat, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarom zit ons land ook zo verwikkeld in het vredesproces. Daarom zal ons land ook nooit de onderhandelingen verlaten. Sterker nog, er is zelfs een stuwende kracht naar vrede vanuit Jordanië, zoals onlangs is gebleken op de top van Al-Aqabah, onze grootste kuststad.

 

Amerikaans engagement

Hoe ziet u de toekomst van de Israëlisch-Palestijnse kwestie?

Bak Soms is het zeer moeilijk, zoals bijvoorbeeld de laatste maanden. Velen hebben het geloof in en de hoop op vrede in het Midden-Oosten verloren. Daarom is er momenteel een zo neutraal mogelijke partij nodig, die kan bemiddelen tussen de verschillende betrokkenen. Wij geloven dat de enigen die nu écht verandering kunnen brengen in de Palestijnse kwestie, de Amerikanen zijn. Ze kunnen echter veel meer doen. Wat het Kwartet (de EU, de VN, Rusland en de VS, nvdr.) nu doet, is zeer belangrijk en zinvol. Toch zijn de Amerikanen de enigen die echt schot in de zaak kunnen brengen, vanwege hun speciale relatie met Israël. Zonder deze directe betrokkenheid is vooruitgang bijna niet te verwezenlijken.

 

Momenteel blijken de Amerikanen echter teveel andere prioriteiten te hebben om zich honderd procent in te zetten. Ze zitten in de nasleep van enkele oorlogen, maar hebben duidelijk ook interne redenen om zich niet volledig te engageren. Daarmee doel ik op de presidentsverkiezingen van 2004.

 

De Amerikanen willen blijkbaar ook eerst hun zaken op orde stellen in Irak. Hoe kan in het huidige Irak een cultuur van democratie langzaam groeien als iedereen er zoveel haast achter wil zetten?

Bak De enige manier om een degelijke cultuur van democratie in Irak te ontwikkelen, is er vandaag mee te beginnen. De Irakezen hebben een parlement nodig, een door het volk verkozen president, rechtbanken, politiediensten, ministeries, een leger, banken, enzovoort. Er moet ook zo snel mogelijk een nieuwe grondwet komen, meteen gevolgd door verkiezingen. Wat er ook gebeurt, het is belangrijk dat de Iraakse politieke instellingen er terug staan, ditmaal op democratische wijze.

 

De aanwezigheid van de Amerikanen vormt een probleem, maar hun onmiddellijk vertrek zou dit ook zijn. We beseffen wel dat het nog een tijdje zal duren, maar men moet er absoluut vandaag mee beginnen.

 

Hoe zou u de relatie tussen Jordanië en Irak beschrijven?

Bak We hebben de voorbije honderd jaar een zeer nauwe band gehad met Irak. Voor, tijdens en na Saddam Hoessein. De relatie tussen onze twee volkeren gaat immers ver terug in de geschiedenis. Tijdens het regime van Saddam Hoessein was Irak onze voornaamste handelspartner. We importeerden olie en exporteerden industriële artikelen en landbouwproducten. Ons land was, door de uitzondering die op het embargo gemaakt werd, de enige poort naar de buitenwereld voor de Irakezen. De relaties tussen onze landen zijn hierdoor nog versterkt.

 

Na de Tweede Golfoorlog waren wij het eerste land dat humanitaire hulp zond naar Irak. We waren daar al mee begonnen voor het einde van de oorlog. Jordanië herbergt een immens aantal Irakezen die hun vaderland ontvlucht zijn. Dit is een tijdelijke regeling, maar het versterkt de band tussen onze twee volkeren. Het is een band die verder gaat dan een regime, verder dan het soort machthebber.

 

Wanneer het huidige overgangsbestuur in Irak vroeg deel te mogen nemen aan de Arabische Liga, waren wij bij de eersten om dat te steunen. We zouden Irak in de toekomst graag stabiel en eengemaakt zien. We zijn dan ook tegen een opsplitsing van Irak op religieuze of andere basis. We zouden graag een Irak zien waarin iedereen burger is, zonder zich druk te hoeven maken over afkomst als Soenniet, Sjiiet, Koerd, Turk,... We zullen ons regime of systeem niet proberen te exporteren. Ze hebben zelf genoeg opgeleide mensen. De Irakezen hebben veel geleden, en het wordt tijd dat ze op een degelijke manier worden gesteund. Als Jordanië daarbij kan helpen, zal het dat niet nalaten.

 

Op binnenlands gebied is Jordanië toch ook niet uiterst stabiel? Zo zijn er meer Palestijnse inwoners dan oorspronkelijke Jordaniërs.

Bak Die feiten zijn achterhaald, maar je hoort ze nog regelmatig. Vooral toen de Westelijke Jordaanoever nog deel uitmaakte van Jordanië leefden er meer Palestijnen dan Jordaniërs in ons land. Vandaag is dat niet meer het geval. Onze grondwet maakt op geen enkele wijze onderscheid op basis van afkomst. Of je nu van oorsprong Palestijn of Jordaniër bent, iedereen heeft dezelfde rechten als burger. We proberen nu dus een harmonieuze gemeenschap op te bouwen en afkomst als argument in discussies weg te werken. Wat je er persoonlijk bij voelt, is juist dat: iets persoonlijk.

 

We zouden graag een Irak zien waarin iedereen burger is, geen Soenniet, Sjiiet, Koerd, Turk, ...

 

Lijdt Jordanië als baken van rust dan niet onder de massale stromen van immigranten uit de buurlanden? Is de aard van het land mettertijd niet veranderd?

Bak Natuurlijk, natuurlijk, maar vergeet niet dat de meeste immigranten ook Arabier waren en dus zonder al te veel problemen konden integreren. Trouwens, de instroom is de ontwikkeling van Jordanië zeker ten goede gekomen.

 

Anderzijds steeg het bevolkingsaantal soms fenomenaal, en dat was niet altijd te voorzien en te voorspellen. Vele programma’s die de staat had uitgewerkt, konden niet verlopen zoals gepland. Jordanië heeft immigratiepieken gekend in 1950, in 1967 en tot slot in 1990 toen er na de Eerste Golfoorlog vele Jordaniërs terugkwamen uit Koeweit. Die laatste stroom veroorzaakte een stijging van het bevolkingsaantal met tien procent. Enerzijds waren er zo’n 350.000 Jordaniërs die terugkwamen uit de Golfstaten, anderzijds zo’n 300.000 Irakese vluchtelingen.

 

Dit heeft ons land telkenmale drastisch veranderd. Het stijgend bevolkingsaantal stelde de middelen van de staat sterk op de proef. Jordanië heeft daardoor nooit een voorspelbare ontwikkeling gekend. De hoofdstad Amman is bijvoorbeeld onherkenbaar veranderd sinds de jaren ’40, toen ik jong was. In die tijd was het een groot dorp, terwijl het nu een ontwikkelde stad is, onherkenbaar voor mijn jongere ik.

 

Hoe dan ook, op elk vijfjarenplan moesten er minstens enkele aanzienlijke correcties worden uitgevoerd. Zo was het inkomensverlies door het terugvallen van het toerisme sinds september 2001 een kaakslag voor de hervormingen.

 

Hoe staat het met de hervormingen van de Jordaanse staat?

Bak Soms sukkelen we maar wat voort, en af en toe worden er fundamenteel goede en degelijke veranderingen doorgevoerd. De beste ontwikkeling vind je op gebied van onderwijs en cultuur. Veel werd echter bemoeilijkt door de twee golfoorlogen en intifada’s. Steeds weer moesten we ons aanpassen. De democratisering van Jordanië staat op de sporen. We hebben echter nog een aantal problemen. Zo tellen we voor ruim vijf miljoen inwoners maar liefst zevenentwintig politieke partijen. Dat maakt de werking van een parlement er niet eenvoudiger op. Het blijkt wel dat weinig nieuwkomers echt doorbreken. Een uitzondering is de Islamitische Groep, die je kan vergelijken met de christendemocratische partijen in Europa. We zijn trouwens het enige land in het Midden-Oosten waar zulk een partij actief deel uitmaakt van het politieke landschap. Zes jaar geleden zaten ze zelfs even in de regering. Zolang ze blijven werken binnen de democratische grenzen van het politieke systeem, is er geen probleem.

 

Is Jordanië een democratie?

Bak Nee, toch zeker niet zoals België en Zweden dat zijn. Een autoritair regime zijn we daarentegen ook niet. Het democratisch systeem moet deel worden van onze cultuur, het moet groeien bij het volk. Ik herinner me zeer goed een uitspraak van Tariq Aziz (minister van BZ onder Saddam Hoessein, nvdr.) die verkondigde dat mensen in het Midden-Oosten niet klaar zijn voor democratie. Ik ben het daar grondig mee oneens! De jonge generatie Jordaniërs is hoog opgeleid, ze begrijpen de rechten van de mens en het belang van veiligheid maar al te goed.

 

Je mag een democratie niet onmiddellijk opleggen, het moet traag gaan, stap voor stap. De mensen moeten democratie leren kennen door ermee in aanraking te komen in hun dagdagelijkse leven, ze moeten ermee vertrouwd geraken. Jordanië staat waarschijnlijk zelfs het verst van alle Arabische landen bij het democratiseren.

 

Als we vergelijken met Egypte...

Bak Ik verkies op dat punt geen uitspraken te doen. Ik ken de interne ontwikkelingen in die andere landen niet goed genoeg. Ik beperk me tot uitspraken over mijn eigen land.

 

Hoewel hij het nooit expliciet zo vermeldt, stelt Shaher Bak zijn Jordanië voor als een gidsland voor de andere Arabische staten. De man is gedreven op zoek naar een beter leven voor zijn land- en streekgenoten en is daarin duidelijk geëngageerd.

 

Bak Ik zou nog graag een boodschap meegeven aan de jongeren van de universiteit waarvoor u schrijft. De toekomst behoort de jongeren toe, het zijn zij die later op een verantwoorde manier hun land zullen moeten leiden. Het is gemakkelijk om kritiek te hebben, maar het is soms zeer moeilijk wanneer je verantwoordelijkheid draagt. Daarom vraag ik de jongeren van nu om te bouwen en niet af te breken. Wat je ook doet, er zal steeds kritiek zijn, maar dat zou niemand mogen afschrikken.

 

De wereld wordt kleiner en brengt mensen samen op economisch, politiek en vooral cultureel valk. We moeten met elkaar praten en elkaar begrijpen. Uiteindelijk zullen we beseffen dat we allemaal ongeveer hetzelfde willen.

 

 

Jordanië gesitueerd

Jordanië

  • is ontstaan na de Grote Opstand van 1916 tegen een eeuwenlange Turkse overheersing.
  • heette sinds 1921 het Emiraat van Transjordanië. Dit land werd in 1946 geschapen door de internationale gemeenschap, in dit geval voornamelijk de voormalige kolonisator Groot-Brittannië.
  • is een Hasjemietisch koninkrijk. De Hasjemieten zijn directe afstammelingen van de profeet Mohammed.
  • heeft tot heden drie koningen gekend. De eerste, koning Abdullah was de zoon van Sharif Hoesein bin Ali, die de Grote Opstand had geleid. Koning Abdullah werd in 1951 vermoord in de Al-Aqsa- moskee te Jeruzalem, dat toen nog op Jordaans grondgebied lag.
  • had als tweede koning de zoon van Abdullah, Hoessein. Hij was immens populair en bleef maar liefst 39 jaar aan de macht.
  • vocht tijdens de heerschappij van Hoessein wel twee oorlogen uit met Israël. Het moest ook een opstand van Palestijnse guerrilla’s in Amman onderdrukken, en het land behield een relatieve rust tijdens de Golfoorlog van 1990.
  • heeft sinds 1999 Abdullah II als koning. Hij werd pas een maand voor het overlijden van Hoessein aangeduid als troonopvolger.
  • sloot vrede met Israël op 26 oktober 1994, na 46 jaar oorlog tussen de twee staten. In dit verdrag werden de westelijke grenzen van Jordanië formeel vastgelegd, wat door de Jordaniërs werd geïnterpreteerd als het einde van de Israëlische denkwijze “Jordanië is gelijk aan de Palestijnse Staat”.

 

Jordanië nu

  • telt ongeveer 5,5 miljoen inwoners.
  • is grofweg driemaal zo groot als België.
  • heeft van alle Arabische staten de langste grens met Israël. heeft geen eigen olievelden. Het regime van Saddam Hoessein voorzag Jordanië van goedkope olie.