Voor studenten zijn niet alleen Blackboard en de bibliotheek belangrijke compagnons de route. Ook professoren en docenten begeleiden hen op de weg naar kennis. Van geboren vertellers over moeilijk verstaanbare mompelaars tot klassieke of net interactieve kennisoverdragers: het hoeft niet gezegd dat de ene docent de andere niet is. Het ExpertiseCentrum Hoger Onderwijs (ECHO) nodigt professoren uit om hun manier van lesgeven kritisch te bekijken. Ze worden begeleid, zodat jij als student beter opgeleid wordt tot een competente spil in de maatschappij.
Tegenwoordig zijn er in Vlaanderen steeds meer instanties zoals het ECHO. Maar in het jaar 2000, toen er voor het eerst een docentenopleiding werd georganiseerd aan de UA, was Antwerpen nog een voorloper op het gebied van onderwijsprofessionalisering. Wat startte als een project gefinancierd door de Vlaamse overheid, bleek een groot succes en kreeg dan ook een vaste plaats binnen de Universiteit Antwerpen. Dat leidde in 2004 tot de oprichting van ECHO, een instantie die een docenten- en assistentenopleiding aanbiedt, sessies organiseert rond onderwijskundige topics (al dan niet op vraag van een groep docenten) en voor de verspreiding van onderwijstips zorgt. In tegenstelling tot leerkrachten uit het lager en secundair onderwijs hebben de meeste docenten aan de universiteit bij hun aanstelling geen onderwijskundige opleiding gevolgd. Docent aan een universiteit word je dan ook omdat je expert bent in een onderzoeksdomein, maar dat maakt je uiteraard nog geen expert in onderwijzen.
âHet doel van ECHO is docenten te ondersteunen in het verwerven van de nodige competenties en een kritische actieve leerhouding te stimulerenâ, aldus Ann Stes, coördinator en onderzoekster aan ECHO. Professoren en assistenten die zich verder willen bekwamen in hun lesmethode kunnen zich op vrijwillige basis inschrijven voor een jaaropleiding voor docenten of semesteropleiding voor assistenten. De semesteropleiding voor assistenten wordt jaarlijks georganiseerd, het programma voor docenten tweejaarlijks. Meestal gaat het om een twintigtal docenten en nog eens twintig tot vijfentwintig assistenten die het traject volgen. De studie neemt voor de docentenopleiding zoân honderd uren en voor de assistentenopleiding een zestig uren in beslag, waarbij ruime aandacht gaat naar praktijkuitwerking. Na een succesvolle afronding krijgen zij een getuigschrift om boven hun bed te hangen en in hun cv te vermelden.
ECHO pleit voor een onderwijsvorm waarbij de student niet meer de informatiespons van weleer is, maar waarbij hij gevormd wordt tot een actief zelfdenkende intellectueel. Vandaar dat studenten bijvoorbeeld steeds meer tussentijdse evaluaties en feedback op hun leerproces krijgen. Ook het belang van inzichtsvragen op examens is een vernieuwing die gericht is op de competente student in plaats van op de klassieke feitenkenner.
Profs op de schoolbanken
Behalve de docenten- en assistentenopleiding organiseert ECHO doorheen het academiejaar een zestal namiddagsessies. In deze eenmalige workshops worden enerzijds basistechnieken behandeld, zoals âhoe stel ik een duidelijke studiewijzer op voor mijn studentenâ en anderzijds heeft elke sessie een actueel en specifiek thema, zoals âhoe kan ik als docent de ontwikkeling van het academisch Nederlands van mijn studenten bevorderenâ. Daarnaast kunnen docenten zich inschrijven om onderwijstips van ECHO te ontvangen. Als een prof je ineens op de schouder slaat en zijn doelstellingen met een Obama-blik begint op te sommen, dan heb je hem waarschijnlijk betrapt op tip 24: âCoachen van studentenâ.
Niewe docenten die niet zomaar voor de leeuwen willen worden gegooid, kunnen zich wapenen met een opleidin van ECHO. Ook de waaghalzen die na een aantal jaar lesgeven toch knelpunten ontdekken, kunnen bij ECHO aangeven waar ze zich persoonlijk in willen ontwikkelen. De meeste docenten voelen zich in de arena van de collegezaal toch sterker wanneer ze onderzochte en goed bevonden onderwijsmethoden gebruiken.
Docenten ervaren de opleiding bij ECHO volgens Stes vooral als een frisse kijk op het gevestigde lesgeven. Er zijn immers meerdere technieken bruikbaar als het gaat om het schrijven van een goede cursus, het motiveren van studenten of het afnemen van examens. Daarnaast is er tijdens elke opleiding of sessie ook genoeg ruimte om de eigen ervaringen te bespreken en wordt de docent gevraagd kritisch mee te discussiëren over manieren om de student met een glimlach boven de boeken te houden.
Echo? Echo? Echo?
Of deelname van een docent aan een opleiding van ECHO daadwerkelijk effect heeft op het leren van studenten, is nog even koffiedik kijken. Uit een onderzoek naar de effecten van de docentenopleiding bleek dat studenten geen significant verschil merkten tussen het lesgeven van docenten die de opleiding volgden en van docenten die dit niet deden. âDit hoeft echter niet noodzakelijk te betekenen dat deelnemers aan de opleiding geen aanpassingen deden aan hun onderwijsâ, verklaart Ann Stes. In het onderzoek werden grote groepen studenten bevraagd en vergeleken wat betreft hun algemene perceptie van het onderwijs, niet zozeer wat betreft het gebruik van een specifieke onderwijstechniek. Eindcijfers van de studenten werden niet betrokken in het onderzoek omdat (uiteraard) de aard van examens vaak mee verandert als men wijzigingen aanbrengt in een opleidingsonderdeel. Omdat er op het niveau van studenten veel onderzoeksvariabelen meespelen die moeilijk onder controle te brengen zijn, heeft ECHO voorlopig nog geen nieuwe plannen om studenten te bevragen over het effect van haar activiteiten.
Stes wijst er wel nog op dat docenten zelf tevreden zijn over hun ervaringen met ECHO: âDe nieuwe kijk op het lesgeven maakt hen bewust van de vele methodes om les te geven.â Voorts zullen er veel studenten blij zijn dat een docent meer doet dan alleen de cursus voor zich uit mompelen.