Elk jaar vertrekken er studenten van UAntwerpen voor een of twee semesters naar het buitenland. Om te studeren, nieuwe mensen te leren kennen en een nieuw land te ontdekken. In zo’n uitwisseling kruipen heel wat uren voorbereiding en administratie, maar uiteindelijk is het dat helemaal waard, toch? Behalve als je niet mag gaan. dwars ging in gesprek met studenten, UAntwerpen en de Studentenraad om uit te zoeken wat er verbeterd kan worden.
Het mag gezegd worden dat studenten die niet kunnen vertrekken flink in de minderheid zijn. Maar aangezien UAntwerpen er zo op hamert dat op Erasmus gaan belangrijk is, valt het wel op dat studenten om een andere reden dan het niet behalen van vakken thuis moeten blijven. De redenen waarom studenten uiteindelijk niet kunnen gaan zijn erg uiteenlopend.
ervaringen van studenten
dwars sprak met de ongeluksvogels die een niet zo internationale ervaring hebben beleefd. Margot Vandersmissen heeft zelf haar inschrijvingsprocedure stopgezet. Ze zou naar Lancaster gaan om daar aan de Master Taal- en Letterkunde Engels te beginnen, maar de communicatie tussen Lancaster University en UAntwerpen verliep erg stroef. Zo dacht men in Lancaster dat ze daar haar masterscriptie zou schrijven en moest ze allerlei extra bewijzen en motivatiebrieven indienen. Aangezien ze hierdoor elke week (of zelfs elke dag) meerdere mails moest schrijven en ze tegelijkertijd haar bachelorscriptie nog tot een goed einde moest brengen, besliste ze om niet te gaan.
Voor Dido Jacobs ging het niet om stroeve communicatie, maar het gebrek eraan. Deze studente Taal- en Letterkunde Nederlands-Engels zou naar Londen gaan in september, maar kwam er veel te laat achter dat ze daar geen vakken van de opleiding Engels kon volgen. Bovendien veranderde dit jaar het curriculum van haar opleiding, waardoor vakken in Londen die eerst als vervanging konden dienen, nu niet meer aansloten op haar vakken aan UAntwerpen. Daar heeft ze echter absoluut geen waarschuwing over gekregen van de universiteit.
Daarentegen zijn er natuurlijk ook studenten die wel een erg goede ervaring hebben met hun uitwisseling. Amaury De Meulder, student Toegepaste Taalkunde, zegt bijvoorbeeld dat hij juist bijna geen problemen ervoer. Hij merkt wel op dat de aanvraagprocedure erg aan de student wordt overgelaten. Het is vaak moeilijk om vervangende vakken te vinden en contact te zoeken met de buitenlandse universiteit. Hij vermoedt zelf dat deze procedure zo ingewikkeld is om de meest gemotiveerde studenten eruit te filteren. Op die manier kunnen alleen de mensen die er de moeite voor over hebben naar het buitenland vertrekken.
UAntwerpen verheldert
Wat heeft de universiteit hierover te zeggen? De Dienst Internationale Samenwerking informeert ons dat van de 792 aanvragen die in februari 2016 werden afgesloten nu slechts 608 mobiliteiten doorgaan. Ze vermelden er wel meteen bij dat dit verschil natuurlijk meerdere oorzaken kan hebben. Zo kan het gaan om dubbele aanvragen, studenten die zelf hebben afgezien van hun aanvraag, die niet mochten vertrekken van hun opleiding of die niet werden aangenomen door de gastinstelling. Per faculteit verschillen de oorzaken, mede doordat het op elke faculteit anders geregeld wordt en ze allemaal een eigen coördinator hebben. Drie van deze coördinatoren waren bereid met ons te spreken.
De Erasmuscoördinator van de Faculteit Rechten, Mieke Briels, zegt dat de voornaamste reden voor afstel van vertrek bij haar faculteit is dat studenten in september niet voor hun vakken geslaagd zijn. Er zijn niet per se regelingen die het voor rechtenstudenten moeilijker maken, maar wel is het belangrijk dat als je naar bepaalde landen gaat (Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland) je daar wat vakken volgt in de landstaal. Vorig jaar waren er 52 kandidaturen, waarvan acht studenten werden weerhouden omdat hun studieloopbaan te zwak was. Uiteindelijk zijn er nog vijf mensen niet vertrokken omdat ze voor vertrek niet al hun vakken behaald hadden. Interessant is nog dat bij de Faculteit Rechten elke student nog vóór het indienen van de kandidatuur een persoonlijk adviesgesprek heeft. Hierin wordt gekeken naar budget, inhoud van de vakken, het verschil tussen kleine en grote steden en de taal die eventueel geleerd moet worden.
Bij de Faculteit Ontwerpwetenschappen weet Nele Simons ons te vertellen dat het percentage studenten dat bij hen niet vertrekt elk jaar erg schommelt. Maar er is wel altijd genoeg plaats voor studenten die willen gaan, “Eigenlijk hebben de studenten dus zelf hun lot in handen.” Ze denkt niet dat het op bepaalde faculteiten moeilijker is om te gaan, maar er zijn wel vakken die moeilijker te vervangen zijn en dan wordt er samen naar een oplossing gezocht. Haar advies is om op tijd met je aanvraag te beginnen, goed te informeren naar de vakken die een universiteit biedt, de verslagen op Blackboard te lezen van studenten die al zijn geweest en je zeker niet blind te staren op de bestemming.
Tot slot zegt Piet De Vroede dat het bij de Faculteit Sociale Wetenschappen op dezelfde manier werkt als bij de Faculteit Ontwerpwetenschappen. Ook daar is er een vak dat studenten niet mee kunnen nemen naar het buitenland, Statistiek II. Er is voor gekozen om voor uitgaande studenten een speciaal traject uit te bouwen, zodat ze het vanop afstand kunnen volgen. Zij zitten dit jaar met ongeveer twintig procent van de ingeschreven studenten die uiteindelijk niet vertrekken, maar daar zijn opnieuw heel uiteenlopende oorzaken voor.
kritische blik
De Studentenraad is al even bezig met de problemen rond Erasmusuitwisselingen. Elk jaar krijgt ze weer nieuwe klachten binnen en zelf kijkt ze ook kritisch naar hoe het proces verloopt.
Het valt Anaïs Walraven, voorzitter van de Studentenraad, op dat studenten vaak niet weten wanneer ze wel of niet mogen vertrekken. Soms komen studenten er op het laatste moment achter dat er iets mis is. Natuurlijk mag je van studenten verwachten dat ze zelf wat opzoekwerk doen, maar als het zo vaak fout gaat, is de oorzaak misschien dat ze te weinig ingelicht zijn. Studenten realiseren zich vaak ook niet dat de aanvragen faculteitsgebonden zijn. Ze horen dan van vrienden van een andere faculteit verhalen over Erasmus en vragen aan hen hoe je dat het best regelt. Ze weten dan niet dat op hun faculteit misschien andere regels van toepassing zijn. Daarnaast worden modeltrajectstudenten steeds zeldzamer. Studenten die geen modeltraject volgen, voelen zich geen uitzondering meer en realiseren zich soms te laat dat ze bepaalde vakken hadden moeten behalen vooraleer ze op Erasmus zouden vertrekken.
Aangezien UAntwerpen zo expliciet zegt dat er meer studenten op uitwisseling zouden moeten gaan, zou ze ook moeten proberen de begeleiding elk jaar te verbeteren. De Studentenraad probeert alle problemen bij de universiteit aan te kaarten. Het enige probleem is dat ze pas kan ingrijpen wanneer het al is misgelopen. Want wie controleert of de coördinatoren hun werk doorheen het jaar wel goed doen? Anaïs spoort studenten aan om hun verhaal te delen, zodat ze op die manier kunnen voorkomen dat dezelfde problemen het jaar erna weer ontstaan.
Om erachter te komen welke problemen studenten tijdens hun uitwisseling ervaren, startte de Studentenraad in samenwerking met dwars een enquête. De resultaten hiervan wil ze graag aan de Dienst Internationale Samenwerking voorleggen. Naast de vaker voorkomende problemen kwam hier onder andere een verhaal uit van een student die in het buitenland geen verblijfplaats heeft kunnen vinden. De hieraan gerelateerde feedback was dat studenten graag nog een informatiesessie zouden hebben voor vertrek. Daarin zou dan, in plaats van informatie over de inschrijving, informatie over huisvesting en verzekeringen moeten worden gegeven.
hoe moet het nu verder?
Stel, je bent een van deze ongeluksvogels. Wat doe je dan het best? Alle coördinatoren die we spraken, waren het erover eens dat het jaar erna nog eens proberen een goede optie is. Het is een geweldige ervaring en werkgevers zien het graag terug op je CV.
Bedenk wel: zij zijn er nu eenmaal om de uitwisselingen te promoten. Het is natuurlijk best begrijpelijk dat je – met het vooruitzicht misschien weer niet te kunnen vertrekken – niet nog eens het hele traject wilt doorlopen. Gelukkig zijn er meer dan genoeg andere opties. Je kunt een stage of vrijwilligerswerk in het buitenland doen, geregeld via de universiteit (denk aan USOS) of via een studentenorganisatie (AIESEC). En ook heel belangrijk, deel je ervaring met de Studentenraad, zodat zij terugkerende problemen kan voorkomen.