Ondanks het feit dat er nu eindelijk een wetgevend kader voor studentenparticipatie op alle niveau’s van de Vlaamse universiteiten en hogescholen is gecreëerd, blijft de deelname aan en de interesse voor de verkiezing van de studentenvertegenwoordiging, ook op onze universiteit, laag. Het VVS (Vlaamse Vereniging van Studenten) heeft met dit gloednieuwe handboek voor de studentenvertegenwoordiger een poging ondernomen om de betrokkenheid van de studenten bij de besluitvorming van hun instellingen weer de hoogte in te krijgen.
Er is geprobeerd om op een 130-tal bladzijden een zo groot mogelijk overzicht te geven van zo wat alles waar de modale geëngageerde studentenvertegenwoordiger mee in aanraking kan komen tijdens de uitoefening van zijn mandaat. Het boekje is echter niet alleen nuttig voor zij die zich actief willen engageren in hun studentenraad, ook voor andere studenten kan het nuttig zijn om eens een overzicht te krijgen van hoe en wat er juist beslist wordt in het Vlaamse onderwijslandschap. Het eigenlijke handboek bestaat, buiten een korte inleiding en lijst van contactadressen, uit drie grote delen. In het eerste deel wordt er een droge opsomming gegeven van alle denkbare bestuurs- en adviesorganen, wie waar allemaal in mag zitten en wat ze juist te zeggen hebben en dit netjes verdeeld over de verschillende organisatieniveau's (Instelling, Associatie, Vlaanderen, Internationaal). Dit eerste deel is meteen ook het saaiste, zeker mocht het u geen fluit kunnen schelen, maar voor diegenen die dingen willen veranderen op hun instelling of iets of wat begaan zijn met de onderwijsproblematiek geeft het een mooi overzicht van de belangrijkste spelers.
Het volgende deel leest al veel vlotter en behandelt de werking van een studentenraad, maar ook mensen die in een ander soort vereniging of drukkingsgroep zitten, zullen in dit deel een aantal handige tips vinden. Het enige probleem met dit stuk is de beknopte uitleg bij sommige punten, maar dit kan ook niet anders als je op niet meer dan 33 bladzijden zowel een paar elementaire vergadertechnieken als groepsdynamica, de Belgische VZW-wetgeving, onderhandelingstechnieken, het organiseren van betogingen en bezettingen, het uitwerken van een perscommuniqué, het lezen van een begroting en nog een hoop andere dingen wilt behandelen. Dit wil echter zeker niet zeggen dat er geen nuttige zaken terug te vinden zijn in dit hoofdstuk, het mocht alleen iets uitgebreider zijn.
Het laatste grote hoofdstuk, dat goed is voor de helft van dit handboek, behandelt naast de recente en toekomstige Vlaamse en Internationale onderwijshervormingen en -verdragen, ook telkens de standpunten van het VVS over het gevoerde beleid. Verder wordt er ook ruim aandacht besteed aan een aantal van de kerneisen van de studentenkoepel voor een verdere democratisering van het hoger onderwijs. Zeker noemenswaardig zijn de eisen voor een basisbeurs (een basisbedrag dat elke maand op de rekening van iedere student wordt gestort voor de duur van zijn opleiding), de afschaffing van de numerus clausus bij de (tand)artsen en kinesisten en de eisen met betrekking tot het garanderen van meer diversiteit op de campus. Ook de gretige blik van de associaties naar de studentenvoorzieningen (sovo's) toe kan niet op veel sympathie van het VVS rekenen die deze voorzieningen liever op regionaal niveau georganiseerd ziet worden (vooral de neiging tot kannibalisme van een zekere instelling uit het Leuvense valt in ongenade).
Al bij al is ‘Studentenvertegenwoordiger in een wip' zeker geen onnuttig werkje voor iedereen die zich wilt informeren over het beleidsdomein onderwijs, de soms onsamenhangende stijl en de eerder abrupte overgangen van het ene naar het andere onderwerp moet je er dan wel bijnemen. Het handboek kost 7,5 euro en kan besteld worden via de site van het VVS: www.vvs.ac