Cantus ex, editoriaal in! Toen ik een jaar geleden met het idee begon te spelen om de hoofdredactie van ieders favoriete studentenblad te vervoegen, maakte ik lijstjes van pro’s en contra’s. Als ik toen wist dat ik een theecantus zou moeten voorzitten, had dat ongetwijfeld in grote vette letters bovenaan het, voor de rest zeer korte, contralijstje gestaan. Sinds het vierde middelbaar heb ik geen woord Latijn meer in de mond genomen, schijnwerpers zijn niet aan mij besteed en aan de microfoon wil ik zelfs niet denken. Ik aan een voortafel? Recipe for disaster, dacht ik.
Nu het achter de rug is en de stress is gaan liggen, besef ik dat een cantuszaal voor de senior eigenlijk een utopie is. Wie wil er nu niet per direct van al haar problemen verlost zijn door simpelweg “cantor habes” te zeggen? Maak je toch een fout, dan trek je een ad (of sip je van warme thee) en is alles vergeten en vergeven. Ja, ik zou er zelfs voor willen pleiten om de cantuscommando’s te integreren in het dagelijkse leven. Staan er weer eens verkopers voor je deur? Non habes en deur dicht. Geen zitplek op de tram? Surgite en zelf snel neer gaan zitten. Kotgenoten die het bont maken op onmenselijke uren? Silentium!
Toegegeven, heel goed hoef je me niet te kennen om te weten dat ik nooit de moed bij elkaar zou kunnen schrapen om mensen zo te commanderen. Toch spreekt het idee van die duidelijke communicatie me wel aan. Gedaan met “Ik vroeg me af of je misschien als je dat ziet zitten…” en “Ik kan me vergissen, maar ik dacht dat je vorige week had gezegd dat…” Gedaan met nadenken hoe ik mijn boodschap moet verpakken. Gedaan met wekenlang twijfelen. Vanaf nu enkel nog korte en eenduidige uitspraken. Vanaf nu duidelijk zeggen wat ik wil.
Misschien is dat wel de belangrijkste les die ik tijdens die cantus begin maart leerde: met mezelf af en toe in de schijnwerpers zetten is helemaal niets mis. Anderen mogen zoveel konkelfoezen, elkaar toedrinken of het woord vragen als ze willen, dat maakt wat ik te zeggen heb niet van ondergeschikt belang. In het dagelijkse leven zullen mensen niet snel “waar is die cantus heen” scanderen, maar als ze echt eerlijk zijn, willen ze misschien zelfs wel dat ik mijn mond opentrek en mijn mening deel. En ik leerde dat ik niet zo moet stressen en het uiteindelijk allemaal wel goed komt, dat ook.
Dan is het nu tijd voor vrije versies. Sla de pagina maar snel om want een student die dwars leest, wouldn’t do us any harm. And we’ll roll the old chariot along...
Pebbles Antonissen, hoofdredacteur
PS Om de redacteur gerust te stellen die op pagina 10 haar mening uit over mensen die praten tijdens concerten, voel ik me genoodzaakt toe te voegen dat ik mijn recent geleerde les niet zal toepassen in concertzalen.
- Log in to post comments