Georgien Overwater
Het boek ‘Floor is Smoor’ is een kinderboek geschreven door de Nederlandse Marjon Hoffman. Voor mij was het de eerste kennismaking met Floor, maar het is al het zesde deel in de reeks ‘De Regels van Floor’. De lieve tienjarige neemt me tijdens de blok terug mee op enkele avonturen over verliefd worden, Valentijnsbriefjes schrijven en gedumpt worden (weliswaar door een paard).
De charmante, grappige Floor leidt een leventje dat voor elke jonge tiener herkenbaar is. Ze heeft een vervelende oudere broer, haar ouders kunnen maar niet begrijpen dat ze wel volwassen aan het worden is en de jongens op school “plagen om zoentjes te vragen”.
De veertien hoofdstukken van Floor is Smoor worden telkens geïntroduceerd door één van haar regels. Deze zijn erg herkenbaar voor meisjes tussen acht en twaalf jaar. Iedereen had op die leeftijd wel eens een reeks afspraken met hun beste vriendin, zus, broer of in een clubje op de speelplaats. “Nooit manege spelen zonder elkaar op de speelplaats” of “Als we van mama niet mogen blijven slapen, moeten we bij papa gaan klagen”. En de belangrijkste regel: “Als jij niets zegt over mijn extra snoepje, zeg ik niets over jouw extra potje chips”. Elk hoofdstuk stelt Floor zo’n regel van haar voor en neemt ze de lezer mee op een avontuur waarin deze vervolgens wordt toegepast.
Het boek is in de eerste persoon geschreven en dat maakt het persoonlijker voor de lezer. Daarnaast geeft het de jonge lezers – natuurlijk ook het doelpubliek – een extra gevoel van herkenbaarheid waardoor ze erg meeleven in het verhaal. Hoffman gebruikt een vlot, informeel Nederlands dat past in het dagelijkse taalgebruik van de lezers. Bijvoorbeeld in hoofdstuk 9: Floor zit aan tafel met haar broer Kees terwijl hij zijn huiswerk maakt. “Ik eet mijn boterham en kijk naar het stapeltje schriften. Op het bovenste schrift zit een paarse sticker. Het is een fotosticker van een meisje met blond haar en blauwe oogschaduw.”
Als ik dit boek nu tien jaar later opnieuw lees, wordt het me duidelijk dat Floor eigenlijk veel geluk heeft. Haar beste vriendin woont aan de overkant van de straat. Daardoor kunnen ze elke dag samen naar school wandelen en samen spelen wanneer ze willen. Ze mag heel veel weg uit het huis zonder begeleiding van haar ouders en haar broer, Kees, komt amper zijn kamer uit. Wat een gelukzak is Floor toch. Voor een twintigjarige is het boek nog steeds een bron van ontspanning. Tegenwoordig kan ik het wel op enkele uren uitlezen en doe ik er geen week of twee meer over. Het taalgebruik lijkt me nu wel erg informeel en als studente Nederlands zijn er sommige constructies waar ik van huiver, zoals de zin: “De heerlijke paprikachips kraakt in mijn mond”, waarbij chips eigenlijk meervoud is. Desondanks is het een aangenaam, grappig en vlot boek om te lezen.
Het boek katapulteert me terug naar toen ik zelf zo oud was als Floor. Toen nam ik het mijn ouders ook erg kwalijk als ik geen extra potje chips mocht eten. De avonturen die ze meemaakt zijn grappig en ondanks de kleine ruzies tussen Floor en haar beste vriendin Margreet hebben ze de leukste tijd samen. In het eerste hoofdstuk schrijven ze als grapje Valentijnsbrieven naar alle jongens in de buurt, maar vergeet Floor haar naam uit te gommen op het kaartje. In hoofdstuk 8 krijgen de vriendinnen ruzie omdat Margreet over niets anders kan praten dan haar paard Jeronimo. Het wordt zo erg dat Margreet zelfs verliefd wordt op haar paard. Als dat op de kliffen loopt, omdat Jeronimo de foto van Margreet in zijn stal op eet, staat Floor wel direct klaar om haar beste vriendin te troosten.
Deze grappige, lieve verhaaltjes van het tienjarige meisje dat volgens haar eigen regels leeft – en ook wel braaf naar haar ouders luistert – zijn een prachtige combinatie van humor en ontspanning. Voor de jonge lezers zijn ze herkenbaar en daardoor geliefd. Voor de oudere lezers zijn de verhaaltjes een bron van nostalgie en ideaal als blokpauze. Back to the good old times.
- Log in to post comments