Je kent het wel. Het einde van het academiejaar komt eraan en je probeert de naderende examens met man en macht te negeren. Hoorcolleges worden steeds angstaanjagender en er wordt met voorbeeldvragen naar je hoofd gesmeten. Ik besloot mezelf te verlossen van die dagelijkse sleur en ging als student Taal- en letterkunde naar een les Cultuurfilosofie van de eerste bachelor Wijsbegeerte.
De les begon om 14u stipt, maar dat hadden mijn medestudenten niet goed begrepen. Maar liefst vijf keer kwamen studenten te laat binnen. Professor Cools ging onverstoord verder en startte de les met een tekst over het Europese nihilisme. Cools vroeg of iemand de noodzaak had om een bepaalde passage onder de aandacht te brengen. Die noodzaak had niemand.
Daarna vroeg Cools ons waardoor het Europese nihilisme ontstond. Een dappere student antwoordde: “De waarde van waarachtigheid brengt een notie van zelfondermijning met zich mee.” Een antwoord dat me volledig van mijn stuk bracht. Tot mijn opluchting haalde ook Cools de obscuriteit van dat antwoord aan, maar dat sprankeltje hoop werd al snel weggeveegd wanneer Cools begon aan een lange, verwarrende aanloop voor zijn antwoord. Om te concluderen was het Nietzsche die met de legendarische woorden “God is dood” de basis legde voor het Europese nihilisme. Tijdens deze uitleg viel het me op dat vrijwel niemand notities nam. Ik schaamde me een beetje omdat ik als enige in de aula vigoureus aan het typen was. Misschien zijn de studenten gewoonweg zo gebeten door het nihilisme dat ze de waarde van notities ontkennen.
Waarheid was een belangrijk concept in de les. Cools stelt dat waarheid een centrale waarde is in onze samenleving. Tegelijkertijd is die waarde ook de bron van ons nihilisme. Degene die waarheid claimt, is namelijk altijd vatbaar voor het in vraag stellen van de aangeboden waarheid. Elke generatie zal opnieuw de ‘waarheden’ van haar voorganger in vraag stellen. Om dat alles te concluderen, zei Cools het volgende: “Wat ik waarneem is waar, maar is dat wel waar? Er is geen zekerheid in wat ik ervaar.” Een streepje poëzie, kan ik altijd waarderen. Ook wanneer het mijn hersenpan door elkaar schudt.
Hoewel Cools enorm zijn best deed om alles goed uit te leggen, bevond ik me in een staat van complete verwarring. Dat werd alleen maar erger wanneer het tijd was voor input van de studenten. Toen iemand een opmerking maakte over waarheid, was dat volgens Cools een nietzscheaanse opmerking. Dat triggerde een verhaal over Nietzsche en zijn fascistische zus. Ook een andere vraag over Nietzsche en zelfmoordcijfers wakkerde een lang verhaal aan dat de student geen antwoord bood. Hierdoor tuimelden de twee samen in een gesprek met vraag-geen-antwoordstructuur. Iemand zuchtte hoorbaar en na een tijdje had Cools door wat er gebeurde: “Maar dat was niet uw vraag denk ik hé?” Uiteindelijk werd de discussie afgesloten. Toen Cools ten slotte vroeg of er iemand nog een probleem had met de tekst, besloot ik maar te zwijgen. Wat deed het er uiteindelijk toe dat ik er niets van begrepen had?
- Log in to post comments