Onderzoek aan UAntwerpen is schering en inslag, maar toch is CurieuzeNeuzen een frisse wind. Het initiatief heeft als doel gewone burgers zonder wetenschappelijke achtergrond in te schakelen voor grootschalig onderzoek. De metingen die burgers zelf uitvoeren, zijn niet alleen cruciaal voor verder onderzoek, ze brengen wetenschap ook aan de man. Oftewel: waarom jij deze keer wél je neus in andermans zaken mag steken.
Gestart in 2016 en ondertussen al aan zijn derde editie toe – CurieuzeNeuzen slaagt erin om de wetenschap aan de man te brengen. De insteek: een grootschalig onderzoek waarbij de luchtkwaliteit in Antwerpen, ondertussen ook in Vlaanderen, in kaart wordt gebracht. Vele handen worden daarvoor ineengeslagen en krijgen de steun van partners zoals De Standaard, Ringland, de Vlaamse Milieumaatschappij, HIVA-KU Leuven en VITO. Het project streeft naar twee grote doelen: luchtvervuiling in Vlaanderen in kaart brengen en mensen bewust maken rond de huidige luchtvervuiling. En met succes. CurieuzeNeuzen Antwerpen had 2000 deelnemers, dubbel zoveel als eerst voorzien. Met dat aantal werd CurieuzeNeuzen een Europese primeur. Dat succes spoorde de organisatoren aan om het onderzoek verder te zetten: CurieuzeNeuzen Vlaanderen werd geboren. Met 52 626 kandidaten en 20 000 deelnemers overtrof de tweede editie alle verwachtingen.
De derde editie slaat een nieuwe richting in. Zo loopt CurieuzeNeuzen in de Tuin tussen april en oktober 2021. 5000 deelnemers, waarvan 600 natuur- en landbouwgebieden, zullen in deze periode een bodemsensor huisvesten. Daarmee zullen hitte en droogte in Vlaamse tuinen in kaart gebracht worden, als aanvulling op het onderzoek naar bodemdroogte en hittegolven louter in natuurgebieden. De onderzoekers vanuit UAntwerpen zijn in ieder geval enthousiast om ondersteuning te bieden aan zo’n grootschalig project.
een blik achter de schermen
Professor Meysman heeft als coördinator al sinds de start van het initiatief het potentieel vanop de eerste rij zien ontluiken: “Burgers zijn een ongelooflijk krachtig instrument om wetenschappelijke data te verzamelen. Dat werd alvast bewezen door het eerste CurieuzeNeuzen-project in 2016 en 2018 waarbij deelnemers met meetapperatuur aan hun raam stikstofdioxide maten, wat resulteerde in een uitgebreide dataset. Voor CurieuzeNeuzen in de Tuin betrekken we opnieuw duizenden burgers om hun steentje bij te dragen. Dit keer door hun tuin, speelplaats of bedrijfstuin ter beschikking te stellen voor grootschalig onderzoek naar hitte en droogte.”
Zijn persoonlijke observaties gecombineerd met de nood aan bodemmetingen in bewoonde gebieden leidden tot deze derde editie: Filip Meysman zag achter in zijn tuin een grote dennenboom doodgaan door de opeenvolgende hete zomers en realiseerde zich dat de gevolgen van klimaatopwarming geen ver-van-zijn-bedshow meer waren. Tegelijkertijd kwam de vraag vanuit SoilTemp, een wereldwijd netwerk van bodemweerstations dat klimaatdata vergaart om de impact van hitte en droogte op de bodem in kaart te brengen.
Mensen merken dat er iets moet gebeuren, maar weten vaak niet wat ze zelf kunnen doen.
Niet alleen is het een grote bijdrage op het vlak van bodemmetingen, er zal ook een blinde vlek opgevuld worden doordat de metingen vooral in tuinen uitgevoerd zullen worden. “
De impact en het potentieel van het initiatief zijn groot, op wetenschappelijk én op maatschappelijk vlak. Sanne de Rooij, communicatiemanager van het project, belicht dat maatschappelijke aspect: “We merken ook dat de urgentie voor het onderwerp bij mensen aanslaat. De afgelopen droge zomers hebben daar zeker aan bijgedragen: mensen zijn zich meer bewust van het feit dat er iets moet gebeuren, maar weten vaak ook niet wat ze zelf kunnen doen. Door hen mee te doen meten, geven we hun inzicht in de impact die hitte en droogte hebben op hun eigen leefomgeving.”
Een prachtig resultaat op zich, maar CurieuzeNeuzen in de Tuin blijft verder innoveren. “Het unieke aan dit project is de innovatieve technologie die we koppelen aan grootschalig burgeronderzoek en klimaatwetenschap”, zegt Sanne. “De bodemsensoren koppelen we aan het Internet of Things van Orange. De 5000 sensoren sturen elke dag hun meetgegevens door naar onze database en vervolgens naar het persoonlijke dashboard van de deelnemer.” Het Internet of Things is het netwerk dat tussen fysieke objecten, zoals auto’s of sensoren, met technologie tot stand wordt gebracht en dat deze objecten de mogelijkheid geeft om via het internet te communiceren. Op die manier worden de metingen efficiënter verzameld en kunnen de deelnemers de huidige stand van hun tuin opvolgen. Maar hoe gaat dat exact in zijn werk?
voeten op de grond
CurieuzeNeuzen in de Tuin focust zich op drie vragen. Hoe verkoelend werkt je tuin? Hoe goed houdt jouw tuin het regenwater vast? Hoe goed slaat jouw tuin koolstof op? Door de eerste vraag te beantwoorden, kunnen we weten welke factoren doorslaggevend zijn om de temperatuur te reguleren. Daarnaast kunnen de temperatuurverschillen in Vlaanderen in kaart worden gebracht. De tweede vraag zoekt de doorslaggevende oorzaken voor de droogtegevoeligheid van je tuin. Op die manier kan een prangende vraag beantwoord worden: hoe red ik mijn gazon van de droogte? De laatste vraag richt zich op het effect van tuinen op CO2. Is er een manier om de tuinen meer CO2 te laten opnemen? Welke tuinen nemen beter CO2 op? Waarom is dat zo? Interessante vragen die met CurieuzeNeuzen in de Tuin hopelijk beantwoord worden, want tuinen vormen 9% van de oppervlakte van Vlaanderen. Een groot potentieel in onze strijd tegen klimaatverandering.
CurieuzeNeuzen vult een blinde vlek in het klimaatonderzoek.
Slimme bodemsensoren zijn het middel om deze vragen te beantwoorden. Je steekt hem eenvoudigweg in een stuk gras dat tussen april en oktober ongeroerd zal blijven en je volgt de metingen vanuit je luie zetel. De sensor, ook wel de slimme gazondolk genoemd, maakt de metingen zelf en stuurt ze meteen door naar UAntwerpen. Dat kan via het Internet of Things. De gazondolk bestaat uit drie grote delen: drie temperatuursensoren, een vochtsensor en de technische onderdelen om de metingen en de communicatie mogelijk te maken. In de bodem, aan de oppervlakte en op vijftien centimeter boven de grond wordt de temperatuur gemeten. De vochtsensor werkt via elektromagnetische pulsen die sneller of trager verzonden worden, afhankelijk van de vochtigheid van de bodem. De metingen gebeuren elke vijftien minuten en eenmaal per dag worden de data doorgestuurd. De batterij kan zes maanden mee — tijd genoeg dus voor de metingen.
hoofd in de wolken
Luchtkwaliteit is een complex probleem met vele factoren. Een belangrijke indicator is de stikstofdioxideconcentratie. Luchtkwaliteit is namelijk niet enkel een probleem van de grote steden. Vele kleine gemeenten overschrijden de Europese norm voor de NO2-concentraties. De norm is er gekomen omdat NO2 een grote invloed heeft op de gezondheid en het milieu. Irritatie van de luchtwegen, astma, chronische bronchitis … het zijn maar enkele gevolgen. En het milieu krijgt het ook te verduren. NO2 vormt smog en draagt bij tot de verzuring van de oceanen. De metingen gebeuren door middel van twee diffusiebuisjes die met behulp van een karton aan de buitenkant van een raam worden bevestigd. Ze bevatten een filter die selectief NO2 aan zich bindt. Na vier weken wordt het gemiddelde resultaat van de twee buisjes berekend. Op die manier kan de luchtkwaliteit in Antwerpen en Vlaanderen ingeschat worden.
Burgers zijn een ongelooflijk krachtig instrument om wetenschappelijke data te verzamelen.
de cijfers stromen binnen
Op CurieuzeNeuzen in de Tuin is het nog even wachten, maar de resultaten van de vorige twee edities zijn al binnen. CurieuzeNeuzen Antwerpen toonde aan dat verkeersdrukte in de straat en de nabijheid van de Ring de belangrijkste factoren zijn voor de luchtkwaliteit. De Singel, de bruggen over de Ring en drukke verkeerspunten bevatten dus de hoogste NO2-concentraties. Linkeroever en de zones met beperkt verkeer toonden de laagste concentraties.
CurieuzeNeuzen Vlaanderen bouwt voort op deze resultaten. De hoogste gemeten NO2-waarde was 75,3 µg/m3 (microgram per kubieke meter) en werd gemeten in Limburg. Dat is bijna zevenmaal de laagst gemeten waarde, namelijk 10,9 µg/m3, eveneens gemeten in Limburg. De gemiddelde NO2-concentratie in Vlaanderen bedraagt 22,8 µg/m3. De ranking is als volgt: provincie Antwerpen scoort het hoogst, gevolgd door Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Vlaams-Brabant en last but not least Limburg. Of misschien in dit geval toch wel, want Limburg zit gemiddeld maar liefst 5 µg/m3 lager dan Antwerpen. In West-Vlaanderen zaten de concentraties opvallend dicht bijeen.
Wat ook opvalt, is dat er op korte afstand hele grote verschillen kunnen voorkomen. Soms is dat zelfs merkbaar binnen dezelfde straat. CurieuzeNeuzen concludeert: de belangrijkste factoren voor de NO2-concentratie zijn de lokale verkeersemissies en de lokale straatconfiguratie.
- Log in to post comments