UAntwerpen heeft met de Leerstoel Club Brugge een unieke onderzoekssamenwerking in huis, misschien zelfs een Europese primeur. Steve Nuyts, doctoraatsonderzoeker, maar ook voormalig profvoetballer bij onder andere Geel en Lierse SK, is intussen al een jaar onderweg. Steve nam plaats aan de virtuele tafel, zodat ik hem het hemd van het lijf kon vragen over de ontwikkelingen van zijn onderzoek.
schenking voor het algemeen nut
Zodra ik vraag welke rol Club Brugge binnen het onderzoek vervult, verheldert Steve meteen mijn beeld: “Voordat we het onderzoek opstartten heeft Vincent Mannaert (Algemeen Manager bij Club Brugge) samen met Robby Houben (Leerstoelhouder) al in grote lijnen uitgedacht wat het ging worden. Een leerstoel is een constructie waarbij een bedrijf of organisatie een schenking doet aan in dit geval Universiteit Antwerpen waardoor er op een objectieve, academische manier onderzoek kan worden verricht. Wanneer het onderzoek wordt afgemaakt moeten de resultaten ook worden gepubliceerd.”
Niet alleen Club Brugge heeft dus baat bij het onderzoek, wel onderhoudt Steve nauw contact met de club: “Als ik interessante bevindingen heb, zal ik ze met Club Brugge bespreken, maar vaak is dat iets wat al op de markt is. Ik publiceer geen tussentijdse updates; aangezien het om een snel bewegende sector gaat, heeft dat weinig zin. Bepaalde zaken die ik een half jaar geleden heb geschreven moet ik nu alweer gedeeltelijk aanpassen omdat er intussen nieuwe regels zijn.”
Toch betekent dat niet dat de leerstoel vier jaar lang geen publieke output heeft gehad. In plaats van tussentijdse publicaties worden congressen georganiseerd rond thema’s die ook in het onderzoek aan bod komen. Het eerste congres vond op 14 oktober plaats. “We proberen die congressen op regelmatige basis te organiseren, waarbij we elke keer de specifieke problematiek van de voetbalsector willen aankaarten”, legt Steve uit.
regelgeving enerzijds, organisatie anderzijds
Met de nodige Engelse termen steekt Steve dan uiteindelijk van wal over het doel dat de Leerstoel Club Brugge voor ogen heeft: “De scope van het onderzoek bestaat uit twee grote delen. Het eerste deel is het regelgevend kader, dat gaat bijvoorbeeld over de competition law, maar ook tax en social security. Het andere deel bekijkt de interne governance van de voetbalclubs. Daarvoor werden er negentien Europese clubs geselecteerd waarbij we bekijken hoe hun structuur in elkaar zit en welke extra regels zij intern opvoeren.” Het internationale karakter van het onderzoek schijnt al duidelijk doorheen de uitleg: zowel bij het onderzoeken van de organisatiestructuur van clubs als bij de wetgeving zal een groot deel van de informatie die hij doorspit enkel in het Engels beschikbaar zijn.
Is het dan alleen een dossieronderzoek, of wordt ook met de gekozen clubs overlegd? “Bij het regelgevende kader ga ik hoofdzakelijk regelgeving doornemen, dat kan ik bijna helemaal op mezelf doen. Voor het in kaart brengen van organisatiestructuren was het wel de bedoeling dat ik de clubs zou contacteren en ze zou interviewen over hun interne werking. Door corona heb ik helaas mijn plannen moeten wijzigen en ben ik het afgelopen jaar vooral bezig geweest met het regelgevingsonderzoek.”
aanbevelen en afwachten
Omdat België toch over het algemeen minder grote clubs heeft dan bijvoorbeeld Engeland en Spanje, lijkt het evident dat bij de keuze voor de clubs niet alleen de competitieve resultaten een factor zijn geweest. Steve beaamt dat en weidt uit: “De keuze van de clubs is niet noodzakelijk gebaseerd op hun aantal Champions-Leaguetrofeeën. Elke club die we hebben gekozen is op een bepaalde manier goed bezig, ze hebben allemaal een specifiek model waarin ze uitblinken. Om een voorbeeld te nemen: Atlético Bilbao is gekozen omdat het vooral met spelers vanuit de eigen regio werkt terwijl het op Europees vlak nog altijd sterk presteert.” Op de vraag of hij ondertussen een ideale structuur heeft gevonden die Belgische clubs zouden moeten toepassen, reageert Steve afwijzend: “Je moet een case-per-caseanalyse maken gebaseerd op onder meer de grootte van de club. Meer specifiek de omzet en het aantal werknemers van bij de club kunnen hier als eerste indicator dienen.”
Waar Belgische clubs organisatiestructuren aanbevelen het ene doel is, zijn aanbevelingen voor de Belgische wetgeving het andere. Bij het onderzoek daarvoor wordt ook vooral buiten de landsgrenzen gekeken, met name naar het Europees recht. Steve geeft daarbij meteen aan dat er veel te winnen valt wat betreft de harmonisatie van Europees en nationaal voetbalrecht. “Transferregelgeving wordt bijvoorbeeld in eerste instantie door FIFA uitgevaardigd, maar per land kan je ook nationale regels hebben, of regels die door een voetbalbond zijn uitgevaardigd. Dat staat zeker niet altijd recht op elkaar, vaak is dat een lappendeken van regels. FIFA en UEFA moeten daar een belangrijke rol in spelen, en ervoor zorgen dat regelgeving simpeler en beter wordt.”
Het blijft natuurlijk afwachten of er met de aanbevelingen die Steve over enkele jaren naar voren hoopt te brengen iets gedaan wordt, zowel op regelgevend als organisatorisch vlak. Toch is simpelweg afwachten hoe alles zich ontwikkelt geen optie volgens Steve: “Het is belangrijk dat we nu al de oefening maken om te kijken hoe iedereen bezig is. Als je dat pas over zoveel jaar doet, kom je te laat. Dat is ook de visie van Club Brugge en de reden waarom ze dat mogelijk hebben gemaakt.” Eens de resultaten er zijn zal de voetbalonderneming van morgen in ieder geval al een stapje dichterbij komen.
- Log in to post comments