Doctoraatsstudenten: wie zijn ze, wat doen ze, wat drijft hen? "Wie doctoreert, heeft een passie voor onderzoek!" stelt de website van onze universiteit. We gingen op zoek naar zo’n gepassioneerde onderzoekster die zich tot voor kort nog onder ons, studenten, bevond, maar zich nu mag rekenen tot de wondere wereld van de doctors in spe. Rosa Lambert is een vierentwintigjarige doctoraatsstudente op het Departement Letterkunde. "Wat als letters dansen voor je ogen?" lijkt een vraag voor de oogarts, maar kan ook door Rosa beantwoord worden. Binnen de theaterwetenschap onderzoekt ze namelijk de strategieën die gebruikt worden in hedendaagse podiumkunsten om tekst en beweging te laten overlappen.
van passie naar onderzoek
Vanuit een grote passie voor theater begon Rosa Lambert in 2013 aan de opleiding Engels en Theater-, film- en literatuurwetenschappen. Adaptatie, Theatergeschiedenis en Opvoeringsanalyse waren maar enkele colleges die Rosa’s voorliefde voor theater verder aanwakkerden – de overige vakken nam ze er graag bij. De korte maar krachtige master in de Theater- en filmwetenschap was een logisch vervolg. Mastercolleges reikten heel wat interessante onderwerpen aan, wat de keuze voor een doctoraat binnen de theaterwetenschappen verklaart. “De focus lag in de master minder op geschiedenis en opvoeringsanalyse en meer op theorie en filosofie", vertelt Rosa. "Zo ben ik het liefst met theater bezig: vanuit de vraag hoe denken en bepaalde denkkaders iets kunnen vertellen over theater. Deze filosofische en theoretische vragen prikkelden mij ook meer waneer ik zelf naar een voorstelling ging kijken.”
de rol van tekst op een podium
Vanuit een theoretisch kader kijkt Rosa naar hedendaags werk – zowel theater, performance als dans – dat op een of andere manier tekst inzet als motor voor beweging. "Dit kan zich uiten in een vrij narratieve voorstelling," licht Rosa toe, "zoals die van de Nederlandse theatermaakster Abke Haring. Ze koppelt woorden voortdurend aan beweging, zoals een choreografie. Die hybriditeit tussen dans als choreografie en theater als tekst komt samen in haar werk. Daarnaast heb je ook dansers en choreografen die beginnen te spreken of met woord aan de slag gaan om een soort muzikaliteit en beweging te creëren die zich echt binnen taal situeert. Het valt me op dat er nu veel werk gemaakt wordt waarin tekst en beweging met elkaar worden verstrengeld." Rosa’s onderzoek brengt al deze pogingen samen om te achterhalen wat tekst kan doen op een podium. Zo analyseerde ze bijvoorbeeld de voorstelling new skin van Hannah De Meyer. “De Meyer heeft zich voor deze voorstelling gebogen over teksten die dialogeren met feminisme, dekolonisatie en ecologie", legt Rosa uit. "Deze lectuur heeft bij Hannah een heftige lichamelijke reactie getriggerd. Vanuit die ervaring begon ze zelf een tekst te schrijven die ze opvoert. De echo’s van die gevoelens klinken door in haar opvoering door middel van bewegingen die ze maakt bij haar tekst. Tekst en beweging vloeien op deze manier in elkaar over.”
een nieuwe bril
Tekst krijgt dan ook een centrale plaats in het onderzoek van Rosa. Tijdens haar opleiding werd ze aan het denken gezet over tekst. Doet tekst niet meer dan verhalen vertellen of klanken produceren? "Wat er zich op tekstueel vlak binnen de theaterwereld afspeelt, wijkt af van wat we algemeen verstaan onder een theatertekst. Er is nood aan een kader waarin we over tekst kunnen nadenken als iets dat overlapt met beweging", stelt Rosa. In haar onderzoek tracht ze te definiëren wat daarmee aan de hand is. Ze merkt ook dat proffen en onderzoekers binnen de theaterwetenschap enthousiast zijn over haar onderzoek. "Zij hebben veel werk zelf bekeken door een bril die ik nu wil afzetten", vertelt Rosa. "Binnen mijn onderzoeksveld is er dus gelukkig ruimte voor vernieuwing." Rosa probeert de nodige academische aandacht te vestigen op deze nieuwe theaterpraktijk. "Het lijkt me belangrijk dat theoretici die recente ontwikkelingen meenemen in hun denken over tekst, want de praktijk gaat vooraf aan de theorievorming. Maar dit theoretisch denken zit voorlopig nog ‘verborgen’ in de voorstellingen en performances. Het denken van de makers is vluchtig, mijn denken bevindt zich op papier. Mijn onderzoek wil de theorie uitlichten en doen resoneren door verschillende voorstellingen naast elkaar te plaatsen en zo een synthese maken.”
schipperen tussen theaterzaal en bureel
Het werkveld rond Rosa’s onderzoek zorgt voor heel wat interessante ontmoetingen die voor een aangename afwisseling zorgen met het bureauwerk. Ze bevindt zich dan ook regelmatig in een theaterzaal of op een lezing, waar ze haar onderzoek deelt met anderen uit het veld. Dit gaat van studenten tot andere theaterwetenschappers tot de artiesten zelf. Doctoraatsstudenten hebben een vrijheid van vier jaar waarin ze zich kunnen verdiepen in hun onderzoek. Discipline mag dan ook niet ontbreken om dit parcours tot een goed einde te brengen. “Je moet jezelf je werkdag opleggen. Ik begin om halfnegen en eindig om zes uur. Als ik naar een voorstelling ga kijken die relevant is voor mijn onderzoek, reken ik die natuurlijk ook tot mijn werkdag. Theater blijft nog steeds, naast mijn studie en onderzoek, mijn favoriete ontspanning. Al moet ik opnames van een voorstelling tot drie keer toe opnieuw bekijken, het blijft zalig. Het is veel en hard werken en je moet echt gebeten zijn door je onderwerp om dit werk vol te houden. Het zijn de voorstellingen en de ontmoetingen met de makers die mij motiveren dit onderzoek voort te zetten."
- Log in to post comments