Onze universiteit levert onderzoek van de bovenste plank, zo bewijst de Vlaamse PhD-cup. De helft van de finalisten werd namelijk vertegenwoordigd door UAntwerpen. Halve-finaliste Kathleen van Royen voltooide in 2017 haar doctoraat over seksueel grensoverschrijdend gedrag bij jongeren op sociale media.
monitoring van socialemediagedrag
De grondslagen van haar doctoraatstudie werden gelegd binnen een groter overkoepelend project, AMiCA (Automatic Monitoring for Cyberspace Applications, nvdr.). Dit was een groot project om verschillende kritieke situaties, waarmee jongeren op sociale media in aanraking komen, automatisch te monitoren. Dit kon gaan over cyberpedofilie, zwaar pestgedrag of zelfs suïcidale berichten. Het was de bedoeling om het werk van de moderatoren te verlichten door alarmerende situaties op te sporen aan de hand van automatische tekst- en beeldanalyse.
AMiCA sprak Kathleen meteen aan en zij richtte zich op het seksueel getinte grensoverschrijdend gedrag op sociale media. “Mijn onderzoek was niet specifiek gericht op het onderzoeken van de socialenetwerksites, maar wel op hoe jongeren sociale media gebruiken en welk grensoverschrijdend gedrag ze hierop tegenkomen”, legt ze uit. Voor de meerderheid was dit Facebook. Ondertussen is hier wellicht een kleine verschuiving in, aangezien het onderzoek drie jaar geleden plaatsvond.
de grenzen voorbij
Het seksueel grensoverschrijdend gedrag werd dus onder de loep genomen. Kathleen werd een aantal jaar terug gechoqueerd door een toenmalige oprichting van zogenaamde ‘hoerenpagina’s’. “Op Facebook werden er toen openbare pagina’s opgericht met onschuldige foto’s van meisjes. Die pagina werd dan gedoopt als ‘de hoeren van Antwerpen’ of ‘de hoeren van Brugge’. Die pagina’s werden niet meteen verwijderd door Facebook”, vertelt ze.
“Dit seksueel getint online gedrag gaat de sociale limieten voorbij. Ik wou weten hoe dit zich kan ontwikkelen en hoe dit voorkomen kan worden.” Het was cruciaal in het onderzoek om de stem van de jongeren mee te nemen. Daarnaast werd nagegaan wat de rol kan zijn van sociale media ter preventie, detectie en respons op zo’n soort gedrag van jongeren.
Om dit te analyseren deed Kathleen enerzijds kwalitatief onderzoek, zoals interviews in focusgroepen. Anderzijds wilde ze door middel van bevragingen meten hoe dit zich manifesteerde. Later probeerde ze de jongeren ook te sensibiliseren in hun postgedrag, door een ‘denk na voor je post’-bewustwording te testen bij hen.
preventie en reactie
Socialemediasites kunnen echt een rol hebben om preventief in te grijpen, door te werken met pop-up berichtjes, stelde Kathleen vast. “Niet alleen voorkomend, maar ook reactief kan er ingegrepen worden. Momenteel reageren ze erg weinig als er een melding wordt gemaakt van ongepast gedrag”, aldus Kathleen. “Wij hebben gezien dat dit in maar een derde van de gevallen is. Wij – en natuurlijk de jongeren ook – waren hier erg misnoegd over. Ik kan begrijpen dat de moderatoren een enorme overload aan werk hebben”, gaat ze verder, “Hier kunnen echter de automatische detectiesystemen van pas komen, die AMiCA ontwikkelde.”
Deze systemen kunnen grensoverschrijdende inhoud opsporen en zo kan die overload aan meldingen geminimaliseerd worden. Op deze manier kan er een onderscheid gemaakt worden tussen welke boodschappen prioritair ongepast zijn en welke onmiddellijk verwijderd moeten worden.
We kunnen natuurlijk niet beginnen te censureren, maar ze wel laten stilstaan bij wat ze posten om hun impulsiviteit te doorbreken.
Socialemediasites zouden meer moeten doen om jongeren te beschermen, vindt de doctoranda. Zo kunnen ze preventief grensoverschrijdende berichten detecteren en jongeren doen stilstaan bij de gevolgen van hun post door middel van een melding. “Je kan dit vergelijken met een paswoordfeedback, die aangeeft hoe sterk je wachtwoord is. Zo krijg je voordat je op ‘enter’ drukt een melding.” Een bedenking hierbij is dat dit toch gepost kan worden. “We kunnen natuurlijk niet beginnen te censureren, maar ze wel laten stilstaan bij wat ze posten om hun impulsiviteit te doorbreken”, licht ze toe.
geen vrij spel
“Vaak hebben jongeren het gevoel dat ze in hun eigen wereld zitten, maar ze moeten beseffen dat er ook op sociale media normen gelden. Het is geen freezone, er iets gemeen zeggen is even kwetsend dan als je het zegt in iemands gezicht”, zegt Kathleen. De bedoeling is om op de juiste plaats en op het juiste moment de jongeren extra na te laten denken.
Kathleen verwacht niet dat Facebook dit direct zal gebruiken. Ketnet Community of Messenger Kids, waarop kinderen een profiel kunnen aanmaken, zouden dit daarentegen eerder kunnen implementeren. “Zo kunnen we samen werken aan de bewustwording van kinderen", legt ze uit. “Het is geen omgeving waar je zomaar alles kan doen en iedereen kan kwetsen. De look en feel van de sites zouden ook aangepast kunnen worden om meer empathie op te wekken.”
Dit kan via nudging – mensen in een bepaalde richting sturen – bijvoorbeeld door bepaalde kleuren te gebruiken. “En een algoritme dat empathie opwekt, alhoewel dat misschien een beetje dromerig klinkt. Een ander voorbeeld van zo’n nudge kan zijn dat je positieve, empathische boodschappen vaker laat zien.”
proef op de som
Eerst werd er met jongeren samengezeten om te praten over wat zij tegenkwamen op sociale media en wat zij van Facebooks acties verwachten. Vervolgens werd er een bevraging gedaan bij meer dan duizend jongeren van elf tot en met negentien jaar. Eén vraag was of zij iets ongewenst, seksueel grensoverschrijdend hadden meegemaakt de afgelopen zes maanden en of zij dat hadden gemeld.
Uit die informatie kwam naar voren dat jongeren wel hun autonomie willen behouden, maar anderzijds vragen om meer na te denken voor het posten. “Vanuit deze piste zijn we gekomen tot de pop-upboodschappen en hebben we hiermee een experiment gedaan”, verklaart de doctoranda. “We hebben een situatie opgesteld, waarbij zij op een neppe socialenetwerksite zaten en dan lokten we grensoverschrijdend gedrag uit, waarop een pop-upberichtje getoond werd.”
Het was zeer effectief te stellen dat bijvoorbeeld hun ouders mee konden kijken naar wat zij deden.
Het bleek dat dit wel degelijk een effect had. De jongeren apprecieerden dit, maar op lange termijn vonden ze die herhaling wel wat vervelend. “Er circuleerden drie soorten pop-ups”, aldus Kathleen. “Een eerste was het feit dat er iemand meekijkt. Hun ouders konden zo bijvoorbeeld meekijken naar wat zij deden. Als tweede werd er als waarschuwing gegeven ‘dit bericht kan kwetsend zijn, ben je zeker dat je dit wil posten?’. Het laatste was dat anderen het bericht zouden afkeuren.”
voorstel van verzet
Er was een daling te zien in het aantal jongeren dat de intentie had om die zaken te posten. Dat is absoluut een fantastische vaststelling. “Bij websites waar ook spelletjes worden gespeeld met chatruimtes, ben je natuurlijk nog anoniemer en wordt de drempel lager om zomaar te zeggen wat er in je opkomt. Dit bevordert zo’n soort gedrag. Socialenetwerksites werken dit in de hand en moeten daarom ook deel van de oplossing zijn.”
Kathleen is ervan overtuigd dat websites zo’n gedrag kunnen counteren. “Door de triggers aan te pakken, kunnen we het proces omkeren, namelijk zodat jongeren zich minder anoniem voelen, meer controle ervaren en beseffen wie er allemaal meekijkt.”
- Log in to post comments