‘God is dood’, schreef de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche aan het einde van de negentiende eeuw. Een profetie die volgens velen waarheid geworden is. Maar is God daadwerkelijk dood? En als dat zo is, wat hebben we dan in Zijn plaats gesteld? Dat geloof anno 2018 nog altijd een hot topic is, blijkt uit de 823 reacties op onze enquête over dit onderwerp. Wat er ook met God gebeurd is, religie is in ieder geval niet dood.
De respondenten lijken de Vlaamse studentenpopulatie te weerspiegelen. 59,9% van de deelnemers is vrouw, 39,5% man en 0,6% X. Ook qua faculteiten wordt iedere sector goed vertegenwoordigd, met Letteren en Wijsbegeerte als enige uitschieter van 25,6%. Van alle deelnemende studenten is 81,7% van Belgische afkomst. We stelden deze studenten vragen over hun religieuze overtuigingen, opvoeding en ontwikkelingen. De volgende concepten hebben we alvast gedefinieerd: agnosticisme (geen overtuiging over het wel of niet bestaan van bovennatuurlijke machten), ietsisme (geloof in een onbepaalde metafysische kracht). Nu deze drogere gegevens gepresenteerd zijn, mogen we eindelijk de resultaten met jullie delen.
(on)gelooflijk
Op kop ligt het atheïsme, dat met bijna een derde van de studenten het meest vertegenwoordigd wordt. Dan komt het christendom, waar 27,4% zich mee associeert. Op de derde plaats vinden we het agnosticisme: een vijfde van de studenten laat weten eigenlijk geen uitspraak te kunnen (of willen) doen over of er iets als een god bestaat.
Naast atheïst beschouw ik mezelf als cultuurchristen.
De meerderheid is met andere woorden niet overtuigd van het bestaan van God. Toch is 60% van de deelnemers religieus opgevoed. Ruim de helft van deze studenten is in meer of mindere mate bij zijn of haar geloof gebleven. 13,5% van deze studenten is actiever geworden binnen hun geloof. Daarentegen hebben 42 studenten, ruim 8%, zich tot een ander geloof bekeerd, waarvan er 3 van het atheïsme naar een religie zijn gestapt. Zij hebben zich tot de islam, het christendom en het hindoeïsme bekeerd.
niet zomaar een dak
Kan je eigenlijk wel religieus zijn als toekomstig wetenschapper? Om hier achter te komen hebben wij onze toevlucht gezocht bij Gert Van Langendonck en Hassna El Gazuani. Zij werken bij Zomaar een dak, de pastorale dienst van de Universiteit Antwerpen. Zomaar een dak is katholiek geïnspireerd en uitgegroeid tot een plaats waar studenten van alle achtergronden welkom zijn om zich te uiten over hun levensvragen. Zo is Hassna door haar eigen achtergrond een aanspreekpunt voor de moslimstudenten van de universiteit. Als koppeling tussen geloof en de universiteit, hoopten wij hier antwoorden te vinden.
Gert ziet de zoektocht van de jongeren die hij spreekt als een natuurlijk proces, dat iedere mens op een redelijk gelijke manier doormaakt. “Een kind heeft een heel letterlijk, antropomorf godsbegrip. Dat wordt geleidelijk abstracter, tot er een moment komt waarop oude beelden niet meer blijken te kloppen. Dan keert men zich af van religie. Vanaf je twintig bent, is er een soort nieuwe integratie. In onze maatschappij zijn echter veel klassieke, traditionele raamwerken weggevallen. Hierdoor is het tegenwoordig veel intensiever voor jonge mensen om weer religieuze aansluiting te vinden.” Beiden bemerken dat veel studenten nadenken over religie, maar dat dit vaak op een erg afstandelijke, intellectuele manier gebeurt.
tweestrijd
Ondanks dat meer dan de helft van de studenten niet meer gelovig genoemd kan worden, is religie volgens Gert niet noodzakelijk anti-wetenschappelijk. Hij vindt scheiding tussen religie en wetenschap een valse scheiding. “Een van de grote overtuigingen van onze tijd is dat er een zekere dichotomie is tussen religie en wetenschap. Wetenschap is een taal die inherent logisch is. Religie is de ervaring of de beleving van wat dat te betekenen heeft. Wanneer de twee door elkaar gebruikt worden, kan er onduidelijkheid ontstaan.”
Religie gaat dus over andere thema’s dan wetenschap. De vraag ‘waarom’ is hier een duidelijk voorbeeld van. Binnen de wetenschap peilt deze vraag naar een oorzaak. Bij religie draait ze echter om betekenis en om zingeving. Religie draait niet enkel om feiten, waardoor de twee dus niet per se elkaars tegenpolen zijn.
een slechte reputatie
Niet alleen het denkkader van de wetenschap beïnvloedt hoe er naar gelovigen gekeken wordt. De discussie over extremisme speelt een grote rol in het huidige discours. Gert denkt dat de drang naar radicalisme deels ontstaat door het wegvallen van de centrale rol van religie. “Als je religie wegsnijdt uit de maatschappij,” begint hij, “dan hebben mensen geen taal en structuur meer om met hun problemen om te gaan. Dan lopen mensen vast.” Enerzijds zorgt dit ervoor dat mensen zich afkeren van religie, anderzijds kan het er ook voor zorgen dat er meer mensen bij radicale bewegingen terechtkomen. “Wat je van voor uit het raam kiepert, komt van achteren terug binnen. Het zijn waardevolle dingen die verdwijnen”, merkt hij op.
De angst voor (voor)oordelen lijkt in ieder geval niet uit de lucht gegrepen. Zo beweerde iemand in een ongenuanceerde reactie op de enquête dat “moslims terroristen zijn”. Een andere respondente deelde ons mee dat ze religie ziet als een manier van onderdrukken die verboden zou moeten zijn. Hassna is het hier niet mee eens. Zij vindt dat mensen de ruimte moeten krijgen om zichzelf uit te drukken zonder in hokjes geplaatst te worden. Een respondent deelde een soortgelijke mening: “religie mag door ieder individu beleefd worden zonder vanuit een ander standpunt aangevallen te worden”.
samen alleen religieus
Uit de enquête kunnen we opmaken dat zowel wereldreligies (boeddhisme, christendom, hindoeïsme, islam en jodendom) alsook het atheïsme tegenwoordig niet helemaal aansluiten bij waar studenten zich mee identificeren. Ruim 33% associeert zich met een andere religie. We hebben de ruimte opengelaten om eigen religies op te geven en daar is uitgebreid gebruik van gemaakt. Kimbangisme, paganisme, anti-theïsme, deïsme, humanisme, geloof in de wetenschap... Het spectrum van religies is veel diverser gekleurd dan verwacht. Deze verscheidenheid duidt niet alleen op diversiteit, maar kan ook geïnterpreteerd worden als een sterke drang naar individualisme. Een mooi voorbeeld hiervan is een van onze respondenten, Louis Rombouts.
“Ik ben bezig met het uitwerken en verfijnen van mijn persoonlijke spirituele filosofie”, vertelt Louis. “In de eerste plaats is dit een investering in mijzelf. Ik ben me ervan bewust dat experimentatie en onderzoek naar spiritueel welzijn niet voor iedereen bovenaan het interesselijstje staat.” Dat religie en spiritualiteit voor hem beginnen bij het individu betekent echter niet dat hij zijn ondervindingen alleen voor zichzelf wil houden. “Uiteindelijk hoop ik tot concrete toepasbare principes te komen die ook voor anderen van nut kunnen zijn. Gedeeld geluk is dubbel geluk.”
Wanneer je religie wegsnijdt uit de maatschappij hebben mensen geen taal en structuur meer om met hun problemen om te gaan.
De zoektocht naar individuele invulling van religie kwam bij meer respondenten aan het licht. Niet alleen als volledig eigen invulling, maar bijvoorbeeld ook binnen de islam. “Ik probeer de oplossing voor mijn vragen bij de bron te halen: vrede en liefde, in plaats van steeds uit de geschriften. Ik geloof dat het voor een deel zo moet zijn dat je zelf je geloof bepaalt en dit uit je eigen ethische en respectvolle zelfbewustzijn moet komen”, vertelt een respondent. Het lijkt er op dat studenten zich niet meer onder een bepaalde noemer willen plaatsen. Gert heeft de laatste jaren ervaren dat zelfdefinitie niet alles zegt over iemands levensbeschouwing. “Soms weet je niet wat je bent, of schaar je jezelf onder een noemer die eigenlijk niet helemaal bij je past. Geloof is nooit een aankomst, het is altijd een proces.”
ruimte voor bezinning
Wij spraken ook Luc Vansina, gardiaan van de Sint-Franciscuskerk aan onze geliefde Ossenmarkt. Hij gaf aan bijna nooit studenten over de vloer te krijgen, maar open te staan voor eventuele samenwerking met de universiteit. Vansina speelt in ieder geval met de vraag hoe religie weer hip te maken. Het antwoord van het Vaticaan lijkt te liggen in iets waar we tegenwoordig vaak het hippe woord gamification voor gebruiken. Zo releaseten ze enkele weken geleden de app Follow JC Go, een soort Pokémon Go, voor mensen die op zoek zijn naar Jezus.
Maar is er in de hedendaagse maatschappij wel behoefte aan religieuze invulling? Voor veel studenten lijkt dit niet het geval te zijn. Zo deelde een respondente ons mee dat ze niet gelooft in de Kerk als instituut, maar wel in de waarden van het christendom. “Ik zal mijn kinderen later zeker christelijk opvoeden, maar dit staat voor mij niet gelijk aan ze wekelijks naar de mis sturen.”
De tussenweg voor studenten lijkt te liggen bij het ietsisme. Omdat bij het ietsisme dat waar in geloofd wordt onbepaald is, is hier ruimte voor het individu en voor een zoektocht naar zingeving en betekenis. De grote religieuze stromingen en het atheïsme sluiten in ieder geval niet voldoende aan bij waar studenten naar op zoek zijn. ‘God is dood’ schreef Nietzsche. Maar uit onze enquête blijkt eerder dat Hij last heeft van een identiteitscrisis.
- Log in to post comments