De Konijnepijp is een begrip in het Antwerpse studentenmilieu. Sinds mensenheugenis verzamelen feestneuzen zich aan het Paradeplein in het Wilrijkse Fort VI om heupwiegend de nacht door te brengen. Vorig academiejaar maakte het feestgedruis echter plaats voor zand, kuilen en graafwerken – de mop over het konijn schrijft haast zichzelf.
Een nieuw gebouw van het Stedelijk Lyceum Topsport rees pal over de Konijnepijp uit de grond. In diens zog werden het Paradeplein en alle nutsvoorzieningen onder handen genomen. De Konijnepijp sloot een tijd de feestpoorten, maar onderging geen ingrijpende veranderingen, laat Agnes Coeckx van het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten weten. “Naast de aankoppeling van nieuwe leidingen en de installatie van een branddetectiesysteem, werden er geen werken uitgevoerd.”
Dat de universiteit de werken aan de Konijnepijp betaalt, mag niet verwonderen: de feestlocatie is in het bezit van UAntwerpen, valt onder de Sociale Sector van de universiteit en staat onder toezicht van het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten. In de begrotingsbijlage van de Sociale Sector voor 2018 lezen we dat er 20.000 euro werkingskosten en 27.000 euro infrastructuurkosten naar de Konijnepijp vloeien. “Dat zijn de budgetten van de terugkerende kosten”, geeft mevrouw Coeckx aan. “De Sociale Sector neemt daarmee onder meer alle energiekosten en kleine herstellingen voor zijn rekening.” Uit de begrotingsbijlage maken we bovendien op dat de universiteit geen opbrengsten uit de Konijnepijp haalt. “De studenten betalen enkel (een gedeelte van) de schoonmaak en de afvalverwijdering. En bij beschadiging geldt ‘potje breken is potje betalen’.”
een blijvend probleem
De Konijnepijp opent al een tijdje opnieuw de deuren, maar met de ingrepen van vorig jaar zijn jammer genoeg niet alle hindernissen van de baan. De KP kampt namelijk met een aanzienlijke hoeveelheid vocht, simpelweg omdat de feestlocatie in essentie de kamer van een fort is. “Het vochtprobleem is inherent aan de fortgebouwen. Er valt weinig aan te verhelpen”, meldt mevrouw Coeckx. “Ventileren is de beste optie, die nog verder onderzocht wordt.” ASK-Stuwer beaamt dat het probleem moeilijk op te lossen is. “Dat zou lange en dure werken met zich meebrengen, iets waar de universiteit noch de student op zit te wachten.”
Ondertussen vormt het vocht een hindernis. Zo reageerde de universiteit tijdens de laatste Stuvoraad aarzelend op de verzuchting van ASK-Stuwer om nieuwe apparatuur, want ze zou niet graag haar nieuwe aankoop door vocht aangetast zien. Terwijl beide partijen onderhandelen, rijst bij ons de vraag waarom de universiteit blijft vasthouden aan de Konijnepijp. Is het niet gemakkelijker voor zowel ASK-Stuwer als de universiteit om een andere plaats te faciliteren, een waar geen inherente hindernissen aan verbonden zijn?
Voor studentikoze tradities als TD’s en cantussen wordt er niets voorzien.
Mevrouw Coeckx antwoordt temperend op deze opmerking en wijst erop dat feesten in Fort VI een traditie is, ontstaan uit het feit dat er weinig privé-aanbod is voor fuiven in de omgeving van de buitencampussen. Naast de Konijnepijp, De Spoed, Den Hagar en ’t Biokot, die overigens allemaal aan het Paradeplein liggen, heeft de Wilrijkse student geen andere uitvalbasis om te feesten – of ze moeten afzakken naar Antwerpen-centrum. Ook ASK-Stuwer moet van geen alternatief weten: “De Konijnepijp is een ideale locatie, des te meer omdat studenten daar niemand overlast bezorgen.” En voor het vochtprobleem mag dan geen definitieve oplossing bestaan, het valt volgens ASK-Stuwer wel in te dijken: “Met een regelmatige schoonmaak en door het gebruik van een trekkast is de overvloed aan vocht te controleren.”
een unieke locatie
Als uitgangsplek die gefinancierd wordt door de universiteit, is de Konijnepijp uniek. Op de Stadscampus is een soortgelijke locatie afwezig. “De universiteit biedt haar infrastructuur aan voor academisch gerichte activiteiten, maar voor studentikoze tradities als TD’s en cantussen wordt er niets voorzien”, zegt Unifac-voorzitter Marnik Aerts. Waarom de universiteit een verschil in aanpak heeft? “Volgens mij omdat er op de Stadscampus vanzelfsprekend minder ruimte beschikbaar is en die ruimte hoe dan ook duur zou zijn. Bovendien moet er met de buurt rekening gehouden worden en krijg je almaar moeilijker een milieuvergunning. De vraag naar een locatie als de Konijnepijp is er dus zeker, maar de universiteit communiceert duidelijk dat dit geen optie is.”
Agnes Coeckx beaamt: “Om de leefbaarheid van de buurt te vrijwaren, wil de universiteit geen concentratie van dit soort activiteiten rond de campus.” Ze voegt eraan toe dat studentenclubs in de omgeving van de Stadscampus voldoende mogelijkheden hebben via privé-uitbaters om fuiven te organiseren. In de omgeving van Wilrijk is dat niet het geval.
Marnik Aerts geeft aan dat er in de stad inderdaad meer mogelijkheden zijn, maar benadrukt dat die mogelijkheden enkel gelden voor kleinere feestjes. “Als je een grotere TD wil organiseren, blijven er nog maar een aantal zalen over. Bovendien is de huur van zo'n zaal en vooral de uitkoop van de drank duur. Als een club zich toch aan die uitkoop waagt, kan ze wel studentikoze prijzen bieden. De EuroDeals TD van PSW is daar een mooi voorbeeld van. Maar vaak vormt zo'n uitkoop een te groot financieel risico en regelen de clubs het als volgt: de zaal regelt de catering en strijkt dus de opbrengst van de verkochte drank op, en de clubs krijgen de opbrengst van de ticketverkoop. Dat de zaal de catering verzorgt, heeft wel tot gevolg dat de drankprijs gemiddeld drie euro bedraagt. En dat valt dan weer niet studentikoos te noemen.”
Studentenclubs die een TD in de Konijnepijp organiseren, hoeven niet wakker te liggen van huur of een uitkoop. De drankprijs is er bijgevolg veel schappelijker en bovendien uniform, want ze wordt elk jaar op de kringraad vastgelegd. Alle clubs bestellen hun hoeveelheid drank bij ASK-Stuwer en zij zorgt ervoor dat die klaarstaat.
een medaille van twee zijdes
Omdat er weinig tot geen (privé)feestlocaties in en nabij Wilrijk aanwezig zijn, faciliteert de universiteit de Konijnepijp. De organiserende buitencampusclub heeft dus weinig keuze – het is een TD rond het Paradeplein of niet (in Wilrijk) – maar kan wel altijd op een uiterst studentikoze locatie rekenen, waar ze voor de drankjes niet veel moeten vragen en waar geen buurtbewoners over het nachtlawaai komen klagen. En al vloeit het vocht soms hinderlijk door de vertrekken, ASK-Stuwer noch de universiteit moeten weten van een zoektocht naar een alternatieve locatie. Bijna zou je medelijden krijgen met de clubs op de Stadscampus die uit meerdere feestlocaties kunnen kiezen, maar de student vaak blauw moeten laten betalen en de buurt moeten trotseren. Het is maar hoe je het bekijkt.
- Log in to post comments