Het oorlogsverhaal Dunkirk van de Britse regisseur Christopher Nolan lokt na een maand nog heel wat volk naar de Belgische zalen. En zoals dat wel vaker gaat met films die veel aandacht vergaren, splitst het kijkerspubliek zich in twee onverzoenbare kampen: één die de film fanatiek aanhangt en een ander die hem faliekant afschrijft. De gulden middenweg lijkt ook voor onze redacteurs een brug te ver en dus kruisen ze de pennen over de polariserende stelling: is Dunkirk geniaal of overrated? Hopelijk moeten na afloop de reddingsbootjes niet uitrukken.
overrated! – Emilie
Duizenden soldaten in rijen achter elkaar op het strand, wachtend om geëvacueerd te worden van het helse Duinkerke. Dunkirk begint veelbelovend met visueel mooie beelden waaruit meteen de uitzichtloze situatie van de gestrande soldaten duidelijk wordt. Met spanning wachtte ik op de eerste introductie van een van de personages, op dialogen die de kijker zouden meeslepen in het verhaal. Na een kwartiertje film werd duidelijk dat ik eraan was voor de moeite: dit is een film zonder dialoog, zonder emotionele meerwaarde.
Nolans aanpak, waarbij gefocust wordt op de actiescènes en gebeurtenissen zelf en niet op de personages, doet de film vlak en bijna saai aanvoelen. De film komt te koud over en faalt om me mee te slepen in het verhaal. Hoe kan ik het nu erg vinden dat één van de zwijgzame hoofdpersonages sneuvelt, als ik zijn naam pas te weten kom in de credits? Het enige dat het monotone karakter van de film wat onderbreekt, zijn de twists in de chronologie. De continue en vloeiende overgangen tussen verschillende tijdspunten brengen wat variatie in de eindeloze stroom van actiescènes, hoewel ze op zichzelf ook weer niet echt een meerwaarde zijn voor de film.
Ik geef eerlijk toe dat ik tijdens het kijken van de film meerdere keren op mijn horloge tuurde om te kijken hoe lang Dunkirk me nog aan mijn cinemazeteltje zou kluisteren (al werd ik misschien beïnvloed door de filmmuziek van Hans Zimmer die je zo’n kleine twee uur doet luisteren naar een tikkende klok). Het mag dan een van de meest gehypete films zijn van dit jaar, voor mij is Dunkirk eerder een documentaire en dan nog eentje zonder uitleg.
geniaal! – Stijn
Stel, het is stralend weer buiten en je hebt je zinnen gezet op een verfrissend dagje Vlaamse zee. Met de zwemshort of bikini al vastgesnoerd, stap je in de auto en een klein uurtje later kan je je fluokleurige strandhanddoek over het mulle zand uitspreiden. Dat de zon je bleke velletje tot prikkend rood papier-maché herleidt, lijkt de enige zorg in de wereld. De zee ruist geruststellend, spelende kinderen lachen in de verte en alles is pais en vree. Je bevindt je op de hemel op aarde.
Stel je nu voor dat je op datzelfde strand zit, maar met een militair uniform aan in plaats van zwemgerei, terwijl uit de overhangende wolkenlaag enkele Duitse gevechtsvliegtuigen opdoemen die met hun loeiende mitraillettevuur je kompanen en het mulle zand de lucht in bombarderen. Je geraakt niet van het strand af, want in de rug houden je Franse strijdmakkers slechts met moeite het oprukkende nazi-leger tegen. De geringe diepte, het traag wisselende getij en de voortdurende dreiging van vijandelijke torpedo’s maken een ogenschijnlijk simpele ontsnapping via het water bovendien onmogelijk. Als sitting duck ben je gedwongen telkens opnieuw het Duitse torment uit de lucht te ondergaan, terwijl de hel zich ontvouwt op de plek waar je normaal zandkastelen bouwt en sandwiches met kaas binnenspeelt.
Het is precies die kwelling die in 1940 duizenden Britse soldaten op het strand van Duinkerke met elkaar verbond. Door enkele meesterlijke filmische ingrepen zorgt Nolan ervoor dat een fractie van die kwelling ook jou bekruipt wanneer je Dunkirk in de plaatselijke bioscoop bekijkt. Tussen hoofdpersonages waar je nooit echt de naam van te weten komt, word je via viscerale camerastandpunten en oorsuizende geluidseffecten middenin het strijdgewoel geplaatst. Vergeet de ‘we-leren-ieder-personage-kennen’-clichés, waarin onbeduidende expositie ons meer vertelt over de één z’n zieke oma of de afgeschoten teennagel van de ander. Het is verdorie oorlog! De acute overlevingsstrijd van jongens die louter door toeval hetzelfde lot delen en 77 jaar geleden jij en ik hadden kunnen zijn, bevat tig keer meer ziel en emotie dan de hele rimram blockbusters die in de overige cinemazalen gedraaid wordt. In Nolans favoriete niet-lineaire vertelling duik, vlieg, vaar en verdrink je mee tot het je daagt hoe ongelooflijk miraculeus de hele reddingsoperatie wel niet was. Ondertussen tikt een perfect enerverende soundtrack almaar door, schijnbaar voortdurend in crescendo. En wanneer het stukje genialiteit van Hans Zimmer samen met de even geniale vertelling tot een einde komt, lijkt het alsof je het record adem inhouden verbroken hebt.
Niemand combineert het artistieke filmische met (het in dit geval morbide) entertainment zoals de Britse grootmeester dat doet. Als Dunkirk de trend zet voor de toekomst van de big budget zomerfilms, wil ik alvast mijn cinemazeteltje reserveren voor juli 2018. Laat het Vlaamse zeetje dan maar voor wat het is.
- Log in to post comments