Gegroet studenten! Nu ik afgestudeerd ben, heb ik jullie land verlaten. Daar waar pintjes vloeien als rivieren, cursussen meer kosten dan je 18m2-onderdak en niemand omkijkt wanneer je van maandag tot donderdag cornflakes als avondeten nuttigt. Met aarzelende, doch harde sprong kom ik terecht in het lage gras van het niemandsland. Ik noem het ‘niemandsland’, omdat ik geen andere gepaste term vind voor het jaar waarin mijn laatste check-in op SisA (bye bye winkelkarretje) en de eerste check-in op de werkvloer (de sleutelhanger voor die badge ligt al klaar) plaatsvinden. Mijn doel is hier elke maand neer te pennen wat mijn pad en gedachten kruist.
De grond van het niemandsland is stevig, er lopen elk jaar duizenden jonge mensen over. Ik heb het jaar na mijn afstuderen bijna 'overbrugd', en bij elke trede hoorde een column in dit boekje, zeven in totaal. Voor de laatstejaarsstudenten rest er nog één belangrijke periode (of twee), voor je de voetjes landt op de plaats waar ik ook stond. De plek met meer dan vier windrichtingen die je toefluisteren om kronkelende wegen te ontdekken, met onzekere momenten van stilstaan of stappen waar je van de ene in de andere rolt.
De examendagen die als rode vakjes in je kalender zijn aangeduid tonen dat de eindmeet nabij is. Daarna worden de ‘af’ en ‘eind’ van de studententijd grandioos gevierd: afscheidsdrinks voor reizigers die hun kleine kot vaarwel zeggen, afstudeerfeestjes met de familie op restaurant, en het eindfeest van de geneeskundestudenten dat eens ergens anders plaatsvindt dan in een modderige kelder. De laatste dagen van onze studentenidentiteit vieren we met het gezelschap dat naast ons zat in de aula en ons bijstond tijdens de blok.
Wanneer we onze studentenkaart haar geldigheid zien verliezen, wordt dit moment vaak met krokodillentranen bezegeld. Alsof je met dat plastieken kaartje alles wat je plezier geeft achterlaat en we te gebrand zijn op het zinnetje dat zegt dat onze studententijd de beste tijd is van je leven. Vergeet niet dat elke levensfase waar je doorwandelt haar eigen leuke en minder leuke kanten heeft en andere vrijheden en liefdes meebrengt. Wanneer je dan weer een ‘af’ en ‘eind’ nadert, ben je nieuwsgierig en warm gemaakt voor de volgende.
De (studenten)kaart wissel je in voor een ander object dat gepaard gaat met een identiteit: de badge van het werk, de Omnipas op de bus of het huurcontract van je eerste eigen stekje. Iedereen neemt op eigen tempo een stapje in zijn of haar eigen richting, we zitten niet in een levenswegrace waar we om ter snelst een zes moeten gooien. Zoek naar wat je energie geeft en gelukkig maakt. Zoals iedereen die voor mij niemandsland doorkruiste bevestigt: “Je rolt er gewoon in.”
Geniet in deze laatste maanden van de studententijd van de vrijheid om nog eens in het midden van de dag een duik te nemen in de zwemvijver van het Boekenbergpark, de tijd om nog eens een volledige dag met je ouders te spenderen en van de cursussen die je eigenlijk wel interessant vindt, ondanks dat geklaag tijdens de examens. Je kan al dromen over het komende spannende jaar, en hoeft geen schrik te hebben dat je al het vorige de rug toe zou keren. Je danst nog steeds met vrienden op feestjes nadat je bent afgestudeerd, je mag nog altijd dat kookboek voor kotstudenten gebruiken en in mijn geval blijft mijn Go Pass nog een jaar geldig.
- Log in to post comments