dwars had een exclusief interview met de laatkomer van De Mol, Hans De Winter. In het programma ziet Hans er misschien wat schuchter uit, maar na een supervlotte en toffe babbel met deze professor in de Farmaceutische Wetenschappen, is dat beeld helemaal weggevaagd. En wie weet kom je hier wel iets meer te weten over de vraag die op de lippen van elke Vlaming brandt: wie is de mol?
Dag professor! Hoe kijkt u terug op uw deelname aan De Mol?
Dat is iets wat ik nooit zal vergeten! Ik wist eigenlijk al een tijdje dat ik graag eens wilde meedoen, maar ik was onzeker over een heel aantal dingen. Wat zal de pers zeggen? Zal ik herkend worden op straat? Zal ik dat leuk vinden of zal ik dat haten? Hoe zal de groep zijn? Wat zullen de proeven inhouden? Eigenlijk weet je niets op voorhand, en daar had ik wel een beetje schrik voor. Maar uiteindelijk dacht ik: Hans, je mag niet kijken naar de dingen die je niet weet, want die weet je toch niet, en je moet gewoon kijken naar wat je zelf wilt doen. En als ik nu De Mol op tv zie, ben ik zó blij dat ik heb meegedaan!
Soms moet je eens durven springen in het leven, eens onnozel zijn ...
Wat is uw levensmotto?
Wat ik altijd zeg is: “Ge leeft maar ene keer, toevallig nu.” Ik heb dat van mijn vader geleerd, en eigenlijk heeft hij gelijk. Dat is ook een beetje de reden waarom ik aan De Mol heb meegedaan. Toen het seizoen van vorig jaar gedaan was, dacht ik: Godverdekke, dat moet zo leuk zijn geweest! Toen heb ik beslist om deel te nemen, want als je het nu niet doet, komt het er nooit meer van. Soms moet je eens durven springen in het leven, eens onnozel zijn, daar heb je achteraf meestal geen spijt van!
Wat wilde u als kind graag worden?
F-16-piloot, zonder twijfel. Sorry, dat is misschien een cliché-antwoord hè. (lacht) Enfin, ik wist ook wel dat me dat niet zou lukken, want ik was te groot en ik draag al van mijn zes jaar een bril, maar dat was echt wel een droom. Zeker toen die film met Tom Cruise uitkwam (Top Gun, nvdr.), dacht ik: wauw, dat wil ik worden.
En hoe bent u dan in de Farmaceutische Wetenschappen terecht gekomen?
Goh, eigenlijk ben ik daar ingerold. Ik wilde eerst dierenarts worden, maar toen ik na het middelbaar moest kiezen, wou ik per se naar Leuven, en het eerste jaar Dierengeneeskunde kon je daar niet volgen. Ik deed graag biologie en chemie, dus Farmaceutische Wetenschappen was dan wel een goede combinatie. Ik heb eigenlijk nooit gedacht aan het beroep van apotheker hoor; Ik vond gewoon die vakken interessant, en ik wou echt naar Leuven. Vervolgens heb ik gedoctoreerd en daarna heb ik twee jaar in Australië gezeten om nog een postdoc te doen. Na bij Janssen Pharmaceutica te hebben gewerkt en nog een eigen bedrijfje te hebben opgericht, ben ik dan als professor aan UAntwerpen begonnen, eigenlijk door gewoon spontaan te solliciteren met het gedacht van ‘we zullen wel zien’. Hoewel ik eigenlijk een planner ben en graag alles goed georganiseerd heb, heb ik dus nooit echt iets gepland op professioneel vlak.
We hebben allemaal gezien dat u achtervolgd werd door een struisvogel, maar waar bent u echt bang van?
Ja, van die struisvogel was ik inderdaad bang! (lacht) Weet je wat, wij wisten dat iets in dat doolhof ons zou tegenhouden, maar wanneer je dan ineens oog in oog staat met zo’n struisvogel, dan schrik je wel hoor! Die beesten zijn even groot als ik! En die komen dan zo op u afgelopen, dat is wel angstaanjagend. Maar mijn grootste angst is dat mijn kinderen niet gelukkig zullen zijn in hun leven. (Hans heeft twee kinderen, van 24 en 21 jaar, nvdr.) Nu zijn ze gelukkig hoor, maar ik hoop echt dat ze nooit iets meemaken waardoor dat niet meer zo is. Verder hoop ik dat ze de kansen die ze krijgen in het leven grijpen.
Wat is uw grootste talent?
Ik denk organisatie, het plannen van iets. Ik ben een initiatiefnemer en ik boks graag dingen in mekaar. Het helemaal afwerken van die plannen, daar ben ik dan weer minder goed in, maar initiatief nemen, dat is wel mijn grootste talent.
En waar bent u dan juist helemaal niet goed in?
In het juist aanvoelen van mensen die hypersensitief zijn, die heel veel emoties tonen. Ik kan niet zo goed om met heel gevoelige mensen, want ik ben juist iemand die meteen zegt: “Bon, we moeten daar een oplossing voor zoeken.” Dikwijls is dat het verkeerde antwoord, die mensen willen gewoon gehoord worden met hun emoties.
Dus u bent meer het rationele type. Heeft u het dan ook moeilijk gehad met mensen die emoties toonden tijdens uw deelname aan De Mol?
Goh eigenlijk niet, omdat het daar redelijk ‘ieder voor zich’ was. Er waren trouwens ook niet echt mensen die overgevoelig reageerden, alleen Annelies een beetje, maar die kon je wel een beetje meesleuren van “kom, we gaan dat zo doen Annelies”.
Met wie kwam u daar het beste overeen?
Uiteindelijk met iedereen hoor. De groep wordt ook wel een beetje zo geselecteerd dat de deelnemers met elkaar overeen zullen komen. Maar je zoekt toch altijd een beetje meer contact met de mensen van je eigen leeftijd, omdat je daar ook meer raakvlakken mee hebt. Bij mij waren dat dus Robin en Annelies, en ook Jolien wel, omdat zij ook kinderen had. Annelies was zelfs heel blij dat ik er nog bij kwam, omdat er dan nog iemand was die ongeveer haar leeftijd had.
Als u opnieuw zou mogen kiezen, zou u dan bij de eerste proef (in de auto’s, nog voor het vertrek van de kandidaten, nvdr.) wél op de rode knop hebben gedrukt?
Nee, ik zou dat opnieuw niet doen. Ik begrijp nog altijd niet waarom die anderen dat wel hebben gedaan. Ten eerste neem je geen enkel risico om niet te mogen meegaan als niemand drukt, want dan hadden we met elf mogen vertrekken, en ten tweede win je 5.000 euro. De mol had in dat geval sowieso ook niet gedrukt. Ik vind dat nog steeds een heel domme beslissing, want degene die het spel nu zal winnen, krijgt daardoor 5.000 euro minder. Hadden we met elf mogen afspreken, dan had er niemand gedrukt, daar ben ik zeker van, maar er zijn er altijd bij, hé. Ik mocht toen trouwens met Jessica overleggen, en omdat wij het er direct over eens waren dat wij niet op de knop zouden drukken, hebben wij heel veel tijd gehad om nog te praten. Ik wist dus wat haar beroep was, en toen Bouba en ik nog als enigen in de auto zaten, drukte ik dus meteen op 'student LO' bij haar foto. Ik was echt bijna zeker dat ik kon meegaan, maar blijkbaar was Bouba toch een honderdste van een seconde sneller dan ik.
Ik begrijp nog altijd niet waarom de anderen wel op die rode knop hebben gedrukt.
Wat ging er dan door uw hoofd, toen u dacht dat u meteen naar huis moest gaan?
In het begin vooral ongeloof. Oké, je doet mee aan De Mol en in het slechtste geval kan je er de eerste keer al uitliggen, maar het was nooit in mij opgekomen dat dat effectief zou gebeuren. Dat was misschien wat naïef. Ik dacht: Pff, ik ben nog niet eens vertrokken, en ik lig er al uit! Ik wilde mij uitschrijven, dat die afgang nooit op tv zou komen. (lacht) Weet je, je bent al bezig met die inschrijvingen vanaf april, alleen je kinderen en je vrouw weten dat. Je zit zo in die flow, en ineens gaat dat niet meer door. Gelukkig wist ik al snel dat ik wel mee mocht gaan.
Was het lastig om later bij de groep te komen?
Ja, dat was wel niet gemakkelijk. Maar ik wist dat op voorhand hoor, de psychologen hadden dat al tegen mij gezegd, dat de groep in het begin haar stekels zou uitzetten. Dat is ook normaal, want in zo’n nieuwe groep hecht je je meteen aan de eerste die je ziet. Als er dan iemand uit die hechte groep geëlimineerd wordt en ik kom daarvoor in de plaats, is het logisch dat die mensen je in het begin een beetje uitsluiten. Dat is totaal niet persoonlijk bedoeld, dat weet ik, maar in het begin was dat voor mij ook wel even moeilijk. Je hoort ook wel die reacties als “het is door Hans dat er nu twee mensen uit moeten”, en dat is niet plezant. Gelukkig duurde dat niet lang, want wij waren snel weer een hele hechte groep.
Die dagen dat ik er nog niet bij was, waren eigenlijk ook wel heel tof om achter de schermen eens mee te kijken, omdat ik zo kon zien hoe de productie in zijn werk gaat! Ik mocht trouwens ook wat beslissingen nemen. Die foto waar ik achteraan opspring? Ik mocht bijvoorbeeld mee nadenken hoe we dat zouden doen.
Wat was het moeilijkste en het leukste moment tijdens uw deelname?
Het moeilijkste moment vond ik toen mijn vrouw, Carine, weer naar huis moest vertrekken. De partners waren een dag naar Zuid-Afrika afgereisd om mee een spel te doen, maar achter de schermen kon je toen nog eens een normaal gesprek voeren, zonder dat je voortdurend op je woorden moest letten. Toen kon ik echt even terug mezelf zijn. Het mooiste moment was voor mij eigenlijk het moment waarop ik nog in de auto zat tijdens de eerste proef, toen ik net van Bouba verloren had. Toen Bouba mijn auto passeerde, deed die nog even teken van “sorry Hans”. Dat vond ik echt heel schoon van hem.
Wat was de grootste overwinning voor jezelf, tijdens de opnames?
Ik ben iemand die graag controle heeft, die graag dingen op voorhand weet, en ginder werd je echt geleefd. Je had geen gsm, geen horloge, je wordt daar wakker gemaakt, je weet niet wat je die dag zal doen, je weet niet waar je gaat slapen ’s avonds … Je weet niets, en je wordt geleefd van begin tot einde. Dat was voor mij wel een overwinning, dat ik dat overleefd heb.
Het is gewoon zo leuk om met een aantal mensen een geheim te hebben!
Wat staat er nog op uw bucketlist, nu u De Mol hebt afgevinkt?
Eigenlijk vooral reizen. Ik heb twee jaar in Australië gewoond, en dat zou ik graag aan mijn kinderen tonen. Ten tweede zou ik graag alle vier de Grand Slams zien. De Australian Open en de US Open heb ik al gezien, nu nog Wimbledon en Roland Garros. Jammer genoeg is het niet zo gemakkelijk om aan tickets te geraken!
En dan nog de laatste vraag: wie is de mol?
Daar kan ik niets over zeggen natuurlijk! Maar ik zou daar zelfs niets over willen zeggen, ook al stonden er geen boetes op, en ik denk de andere kandidaten ook niet. Het is gewoon zo leuk om met een aantal mensen een geheim te hebben! Waarom zou je daar iets over willen verklappen? Het is voor de kijkers toch ook leuker om nog niet te weten wie de mol is?
- Log in to post comments