Zoals te lezen was in het vorige nummer van dwars, zal de opleiding Geneeskunde het komende academiejaar grote veranderingen ondergaan. “We gaan bijvoorbeeld de algemene natuurwetenschappelijke vakken op een andere manier aanbieden. Vanuit scheikundig oogpunt is het interessant om te kijken naar processen die zich voordoen op een temperatuur van 600 graden. Vanuit medisch oogpunt is het dat niet, want een dokter zal nooit een patiënt met zo’n extreem hoge temperatuur tegenkomen”, legt decaan van Geneeskunde Paul Van de Heyning uit.
"Het studieklimaat is veranderd en daar moeten we ons als opleiding aan aanpassen. Het Bologna-akkoord van 1999 – dat de BaMa-structuur introduceert – is daar een onderdeel van. We moeten daaraan meedoen, hoewel dat voor Geneeskunde extra moeilijk is. De BaMa-structuur verlangt immers dat een bachelordiploma alleen, dus zonder de master, al een bepaalde finaliteit heeft. Dat is voor Geneeskunde echter niet het geval: na drie jaar studeren ben je nog geen dokter."
"Vervolgens is er sprake van een onwaarschijnlijke technische revolutie in de geneeskunde. Toen ik zelf nog studeerde, was er bijvoorbeeld nog geen scan-apparatuur, tegenwoordig wel. De opleiding van nu moet inspelen op die nieuwe kennis. Natuurlijk was dat al het geval voordat we de vernieuwingen van het studieprogramma bedachten, maar de laatste keer dat we het curriculum veranderden is acht à negen jaar geleden. Het werd dus weer tijd om nieuwe ontdekkingen op medisch gebied structureel in de opleiding op te nemen."
"Daarbij moet je wel keuzes maken: er is zoveel medische kennis dat een student dat onmogelijk allemaal kan onthouden. Details over weinig voorkomende ziektebeelden moet een opleiding zijn studenten bijvoorbeeld niet per se voorschotelen. Iemand die tijdens zijn opleiding het een en ander heeft geleerd over een zeldzame ziekte en deze aandoening jaren later als arts in de praktijk ziet, is die informatie alweer vergeten."
"Om studenten efficiënter te laten studeren, zullen we in het nieuwe programma gaan werken met het zogenaamde CanMed-model. Dit model stelt de honderdtwintig meest voorkomende ziektebeelden aan de orde. Daarnaast besteedt het aandacht aan de praktische vaardigheden van de toekomstige artsen: ze moeten bijvoorbeeld kunnen samenwerken en goed met hun patiënten kunnen communiceren."
"Internationaal gezien is het CanMed-model meer en meer de norm aan het worden voor medische opleidingen. Dat betekent dat het makkelijker wordt voor Antwerpse studenten Geneeskunde om een tijd in het buitenland te gaan studeren. Buitenlandse studenten kunnen op hun beurt makkelijker in het Antwerpse curriculum instromen, omdat hun opleiding veel meer aansluit bij die van ons dan voorheen het geval was. Waar we met het nieuwe studieprogramma ook meer op aansluiten is de faculteit Geneeskunde in Hasselt: dat maakt het mogelijk voor Hasseltse studenten om hun studie in Antwerpen voort te zetten."
"Met de vernieuwde opleiding zullen de studenten meer kennis en ervaring kunnen opdoen buiten de muren van de universiteit. Zo is er bijvoorbeeld een project over verslavingszorg, waarvoor de studenten dan ook naar een centrum voor verslaafden zullen kunnen gaan en in de praktijk kunnen zien hoe het er daar aan toe gaat."
"Naast praktijkervaring is er ook aandacht voor de rol van de arts in de maatschappij. Een patiënt is wel een individu, maar je kunt hem of haar niet los zien van zijn maatschappelijke context. Iemand die iets mankeert kan je wel medicijnen voorschrijven als dat aansluit bij de diagnose, maar andere maatregelen zijn soms doeltreffender. Denk hierbij bijvoorbeeld aan hygiëne: in sommige gevallen is het veel nuttiger om te zorgen voor een schonere leefomgeving dan om geneesmiddelen te gebruiken."
"Dit klinkt allemaal normaal, maar het was niet structureel geïmplementeerd in de opleiding. Als arts mag je de medische handboeken niet te rigide opvolgen. Het is niet zo dat wanneer een patiënt ziekte X heeft, je zonder na te denken geneesmiddel Y moet voorschrijven. Er zijn andere factoren die een rol spelen in het ziektebeeld."
"We hopen met het nieuwe curriculum de te bestuderen modules beter op elkaar te laten aansluiten. Vroeger was het zo dat er bijvoorbeeld in het eerste Bachelorjaar theoretische uitleg werd gegeven over zuren en basen, hoewel de studenten deze kennis pas nodig hadden in het derde jaar."
"Meer nog dan nu het geval is zullen studenten vanaf volgend jaar in kleinere groepen les krijgen, vaak in de vorm van zogenaamde responscolleges. Hiermee is het onder andere de bedoeling dat studenten gestimuleerd worden om regelmatig te studeren. De studiebelasting moet verspreid zijn over een heel semester: er mag geen sprake zijn van pieken. Het doel is immers dat de studenten goede artsen worden, niet dat ze alleen voor de examens slagen."