Het was het begin van het academiejaar 2000-2001. Mooie woorden klonken in de Leuvense academische hallen. Een nieuwe overdrachtregeling werd van kracht. Dat jaar betekende elke 12 een permanente vrijstelling en waren scores tussen 10 en 12 goed voor een vrijstelling van tweede zit als je er voor de helft van de vakken door was in eerste zit of 50% had.
Als je dit voor het eerst hoort, lijkt je hier als student mooi voordeel aan te doen. Neem je resultaten van vorig jaar er maar eens bij en schrap alle tienen en elven van je lijstje voor tweede zit. Helaas is er zoals altijd ook een keerzijde van deze medaille. De proffen weten ook wat die nieuwe regeling is en passen zich ook aan. Vooral bij mondelige examens kan dat nogal nefaste gevolgen hebben op jouw punten. Wanneer meneer professor in het oude systeem vond dat je de stof in die mate kende dat het niet aan zijn vak moest liggen dat jij tweede zit had, maar hij nu ook weer niet overtuigd was van jouw geweldig inzicht in de materie, betekende dat vroeger een 11 op 20. Je bent er wel door, maar je hebt geen vrijstelling. Nu wordt dat echter een 9 op 20, want een 10 is een vrijstelling, weet je wel.
De uitkomst van het spel blijft ongewijzigd.
Het is zoals de speltheorie het voorspelt: ‘Wanneer de spelregels van een spel veranderen, zullen alle spelers hun gedrag zo aanpassen dat de uiteindelijk uitkomst van het spel ongewijzigd blijft.’ Het barema voor tweede zit wordt wel lager, maar de proffen verlagen hun punten ook, zodat uiteindelijk alles hetzelfde blijft. Je hebt er dus niks bij gewonnen, behalve dan misschien een paar extra buispunten.
Zie ook: Vrijgesteld op tien