Leve Uw Depressie

een bescheiden tirade
08/11/2005
🖋: 

Dit is een mislukt artikel. De opzet was de lezer te trakteren op een stevig staaltje maatschappijkritiek. Ik zou namelijk een stukje wijden aan de alomtegenwoordige gelukscultus in onze samenleving die eeuwigdurende vrolijkheid oplegt en zelfs geen plaats laat voor een simpel dipje. Wee uw gebeente als u alles even niet megacool, superdemax en hyperfantastisch vindt, niet opgewekt bent, laat staan ronduit slecht gezind. Ik zou van leer trekken tegen de onechte glimlach, tegen het opgeklopt enthousiasme, de gelukzalige-gezichten-reclame en de daaruit volgende bergen geconsumeerde Prozac. Ik ging vol overtuiging de stelling verdedigen dat er enkel sprake kan zijn van oprecht geluk als er ook plaats is voor een depressie, als het ook toegestaan is om je een tijdje minder fleurig te voelen. Maar, u raadt het al, ik bleek totaal onkundig.

Ijdel was mijn hoop toen ik dacht mijn sores aan het papier te kunnen toevertrouwen. Uit mijn pen vloeide niets dan oeverloos geëmmer, een ware jeremiade overgoten met een dikke saus pathetiek. Hoe meer ik probeerde, hoe erger het geraaskal en al zwoegend en zwetend werd mijn schrijven enkel schrappen. Een lichte aanval van hysterie liet dan ook niet op zich wachten maar na menig meubelstuk al krijsend vernield te hebben (de details zal ik u besparen), besloot ik de moed niet op te geven. Ik besefte dat ik het gewoon kleiner moest zien en zal me dan ook beperken tot aanklagen van een randverschijnsel van het eerder vermelde fenomeen:

 

U bent er ongetwijfeld allen al door begroet geweest en het is zelfs zeer waarschijnlijk dat u de woorden reeds in eigen mond genomen heeft; ik heb het over onze hedendaagse begroetingskreet: “Alles goed?” “Ja, en wat dan nog?”, denkt u nu misschien, maar ik wil enkele kanttekeningen bij dergelijk gedrag plaatsen, sterker nog, ik teken er protest tegen aan. Deze uitroep is namelijk gebaseerd op de bijzonder ridicule, volledig uit de lucht gegrepen hypothese dat alles ook daadwerkelijk ooit goed zou kunnen zijn. Stel je voor...

 

Alles moet goed zijn, en wel nu! Je zou voor minder angstig ineenkrimpen.

 

Bovendien is het mij ook te doen om de manier waarop deze woorden doorgaans gebruikt worden. Zo gaat het haast nooit om een vraag maar eerder om een bevel dat op meedogenloze wijze naar je hoofd geslingerd wordt. Alles moet goed zijn, en wel nu! Je zou voor minder angstig ineenkrimpen. Door de band genomen krijgt men trouwens ook nauwelijks de tijd om op de vraag te antwoorden. Zelfs al wil je braaf bevestigen, de kans is groot dat de begroeter in kwestie zijn aandacht reeds op een ander gevestigd heeft of, nog erger, zijn weg al heeft verder gezet en je ongegeneerd gepasseerd is.

 

Ik heb het dan nog niet eens gehad over de mogelijkheid om hem of haar van een waarheidgetrouwe repliek te voorzien, laat staan in donkere tijden. Het blijkt namelijk totaal ongepast om eerlijk te vermelden dat het huilen je nader staat dan het lachen en dat de eenzaamheid je rond de oren slaat. De reacties zijn pijnlijk voorspelbaar: van de hand Gods geslagen zal men je aanstaren en zenuwachtig uitkijkend naar een vluchtweg zullen ze er zich met wat geneuzel van afmaken om zich zo snel mogelijk uit de voeten te kunnen maken. Begrijp me goed, natuurlijk verwacht ik niet van iedereen interesse in 's mens diepste zielenroerselen, noch constante aandacht voor andermans leed. Wel wil ik bij deze een oproep doen. Dames en heren, indien het u niet interesseert, als u niet wilt weten of alles daadwerkelijk goed is, gelieve er dan ook niet naar te vragen. U bent gewaarschuwd, de volgende die mij nog op deze kwaadaardige wijze durft aan te spreken en mij de gewraakte woorden brutaal toebrult, mag zich verwachten aan een eerder agressieve woordenstroom van mijnentwege of toch ten minste aan een welgemeende toek op zijn bakkes.