een onaantrekkelijke en Irrational Man

de dwarsdoorsnede
17/09/2015
🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Ooit was het de man die zijn nervositeit, angst voor de dood, liefde voor jazz, filosofie en steden als New York en Parijs op magistrale wijze naar het witte doek kon vertalen. Oké, wie Woody Allen van begin af aan al een irritant, raar mannetje vond, kon waarschijnlijk ook met klassiekers als Annie Hall en Manhattan niks aanvangen. Maar zelfs de grootste fan heeft het moeilijk de man zijn laatste werk, los van de controverse rondom zijn persoon, te verdedigen. Irrational Man is een zwakke, maar bittere pil.

De perfecte moord. Het is bekende stof voor pulpromans, miniseries en cafépraat, en nu gaat ook Allen ermee aan de haal. In plaats van een spannend detectiveverhaal af te leveren, plaatst hij ‘de perfecte moord’ binnen het filosofisch vraagstuk van de ethiek. Professor in de filosofie Abe (Joaquin Phoenix) luistert in een diner een gesprek af van een moeder in scheiding, die de dupe is van een corrupte rechter. Abe raakt ervan overtuigd dat de wereld een betere plek is zonder die rechter en hij de perfecte moord kan plegen. Zo gedacht, zo gedaan en eind goed al goed zo lijkt het; moord gepleegd, rechter dood, impotentie (ja...) verdwenen, geen verdenking of arrestatie. Het leven is weer een feest. Totdat zijn plan toch niet zo’n perfecte uitwerking blijkt te hebben. Dit alles komt allemaal wat kabbelend voorbij, tegen de achtergrond van een universiteitsstadje aan de Amerikaanse westkust. Allen weet bij vlagen je aandacht erbij te houden door er nog wat nerveuze jazz onder te steken.

 

Maar het is toch Woody Allen? Zijn quirkiness en cynisme kunnen een slap plot toch van fantastische sneren voorzien om het zo alsnog te laten smaken? Valt dat even vies tegen. De typische Allen-elementen zitten erin, maar hebben al hun charme verloren. Bijna elke scène begint met zinnen zoals "Kierkegaard zei ooit…" en "Als je bedenkt hoe Kant…" Dat de hoofdpersonages rondlopen op de faculteit Filosofie is slechts een slap excuus voor de bijzonder snoeverige, maar lege dialogen. Bij gevolg rolt ondergetekende zo met haar ogen dat een onverschillige puber er jaloers op zou zijn. Slappe dialogen daar gelaten, het plot dat niet bijster origineel is maar potentieel heeft, wordt omlijst met keuzes die compleet overbodig en bij gevolg wat smakeloos zijn. De oudere en aan lager wal geraakte professor is, ondanks een waslijst aan onaantrekkelijke eigenschappen, een begeerlijk object voor vrouwen. Zowel jong, de studente gespeeld door Allens nieuwe muze Emma Stone, als oud, de collega in midlifecrisis gespeeld door cultcomedy heldin Parker Possey. En ja, de jonge studente en de professor beginnen een affaire, alsof onze Woody nog eens wil laten weten dat hij lak heeft aan de roddels over zijn persoonlijke relaties.

 

Deze film is nergens goed voor: geen lach, geen uitzonderlijke acteerprestaties, geen stof tot nadenken. Het enige wat hiervan overblijft is een ambigu gevoel tegenover de aantrekkingskracht van Joaquin Phoenix (die mysterieuze blik: ja! De obsceen in beeld gebrachte bierbuik: nee! Verwarring!). De tijd dat je zonder nadenken naar de nieuwe Woody Allen ging kijken en tevreden buitenkomt is officieel voorbij.