Cartoon’s overleeft 25 jaar

01/03/2004
🖋: 

Een beetje weggedoken in de Kaasstraat, in de schaduw van de kathedraal en het stadhuis en aan de oevers van de Schelde, ligt Cartoon’s, één van de 5 arthouse bioscopen die Vlaanderen “rijk” is. De oudste en kleinste cinema in Antwerpen bestaat precies 25 jaar. Het is een trotse cinema. Hij overleefde een faillissement en de opkomst van de bioscoopcomplexen, maar wil nog altijd alleen de betere film tonen.

Het is een goed jaar, zegt algemeen directeur Werner Lanneau. Hij nam in 2002 het roer over van Eric Kloeck, die bijna 24 jaar lang zaakvoerder was. “Cartoon’s gaat erop vooruit: we zullen dit jaar de kaap van 80.000 toeschouwers halen, dat betekent zo’n 15% meer dan vorig jaar.” Zij komen naar de bioscoop voor de gezellige intieme sfeer en natuurlijk vooral voor het alternatieve aanbod aan films. Er worden namelijk geen grote Amerikaanse megaproducties maar kwalitatief hoogstaande films gedraaid. Het gaat voornamelijk om Europese en niet-Westerse films. “Wij tonen de filmpareltjes die in de multiplexen geen kans krijgen”, klinkt het als mission statement.

 

Toch was het 25 jaar geleden gemakkelijker om volle zalen te trekken. In 1978 werd Cartoon’s opgericht door Eric Kloeck in een privé-club rond een hockeyploeg. “Aanvankelijk draaiden we enkel klassiekers zoals Last tango in Paris, werk van Hitchcock en The godfather. “Dat het allemaal in besloten kring begon, is helemaal niet vreemd”, meent Lanneau, “er waren veel minder ontspanningsmogelijkheden, video en dvd bestonden toen nog niet.” Tot in de jaren negentig bleven populaire klassiekers vlot volk trekken. Cartoon’s bracht films die nergens anders een platform kregen en dat leverde voor het publiek enkele prachtige ontdekkingen op. “De eerste films van Almodovar, La ley del deseo bijvoorbeeld, kenden dankzij arthouse cinema’s als Cartoon’s een geweldig succes.”

 

In 1993 kende Cartoon’s zijn eerste dieptepunt. Cinema Rex sloot net als de andere overgebleven Antwerpse cinema’s de deuren en Metropolis ging buiten de stad van start. Die gebeurtenissen legden een zware druk op Cartoon’s: de lat voor arthouse moest lager, de filmdistributeurs wilden hun films immers ook graag in de binnenstad. Het zorgde voor grote successen: Il postino draaide zo 55 weken en bracht weer geld in het laatje. Toch voelde Cartoon’s zich niet goed bij de situatie. “Het is niet omdat een film in het buitenland gemaakt wordt, dat hij ook voor kwaliteit staat en past in een arthouse cinema,” maakt Lanneau duidelijk. Pas met de komst van Gaumont (1997) brak opnieuw een aangenamere periode aan; Cartoon’s kon zich weer toeleggen op arthouse en kwaliteit. In 1997 gaf Kloeck Cartoon’s over aan de Kladaradatsch-groep, op voorwaarde dat hij de programmering bleef doen. Door wanbeleid en zware concurrentie van ketens als Kinepolis, ging Kladaradatsch-Cartoon’s in 2000 failliet. Anderhalve maand later opende het echter opnieuw de deuren, na een snelle overname door distributeur ABC (Amsterdam Brussel Cinemadistributie). De zalen werden vernieuwd en de zitjes comfortabeler, maar de filmkeuze bleef gelijk.

 

Enkel in Vlaanderen kan arthouse cinema niet genieten van subsidies.

 

Volgens Lanneau is er zeker toekomst voor arthouse: “de omzet van arthouse cinema steeg dit jaar met 17%, terwijl de multiplexen er op achteruit gingen. Dat heeft deels ook te maken met de warme zomer van 2003. De megabioscopen trekken een publiek tussen de 16 en 19 jaar, die willen bij warm weer van de zon genieten en laten de cinema dan links liggen. Ons publiek wil gewoon een goede film zien en laat zich niet beïnvloeden door het weer.” Een verrassend positieve evolutie voor arthouse cinema blijkt het succes van de dvd te zijn. De betere film is nu op dvd verkrijgbaar; zo kunnen ontzaglijk veel mensen “ons soort cinema” leren kennen en appreciëren. Het is o.a. de reden waarom de eerste generatie die opgegroeid is met multiplexen nu toch zijn weg vindt naar Cartoon’s.

 

Maar om arthouse cinema’s echt rendabel te houden moet er toch iets veranderen, geeft Lanneau toe. Televisie en het onderwijs kunnen daar zeker toe bijdragen. Op dit moment bestaat er in scholen nauwelijks een beeldcultuur: dat past blijkbaar niet in de eindtermen. En als er op televisie al eens een kwaliteitsfilm vertoond wordt, dan vaak op een laat uur, zodat bijna niemand nog kijkt.

 

“Om echt te kunnen opboksen tegen de grote bioscoopcomplexen zou overheidssteun goed van pas komen. In de ons omringende landen is dat trouwens al jaren het geval. Enkel in Vlaanderen kan arthouse cinema niet genieten van subsidies.” Cartoon’s is een vennootschap en geen vzw, en dus blijft steun onmogelijk. Toch krijgt bijna elke goede film een kans om zich te bewijzen, maar als hij niet meteen aanslaat wordt hij afgevoerd. “We streven ernaar om break even te draaien, “zegt Lanneau. “zolang er goede films zijn is er hoop voor arthouse.”