In onze vorige editie publiceerden we een artikel over de problemen van de Faculteit Ontwerpwetenschappen, waar veel reactie op kwam. Daarom besloten we met een studentenvertegenwoordiger (of Stuver) te spreken om wat meer duidelijkheid te scheppen over zaken waar een vicedecaan niet kan of wil uitweiden. dwars sprak met Arno Beunen, Stuver in de Algemene Vergadering van de Studentenraad en in de Faculteitsraad van Ontwerpwetenschappen.
organisatorische rompslomp
Sinds het vertrek van decaan Kristiaan Borret wordt de Faculteit Ontwerpwetenschappen geleid door een uitgebreid dagelijks bestuur. Dit is een overgangsmaatregel, tot er een nieuwe decaan wordt aangesteld. In dat bestuur zetelen vicedecaan Sigrid Pauwels, de voorzitters van de Onderwijscommissies en faculteitsdirecteur Felix Hicguet. "De betutteling van de universiteit kan ik enerzijds wel begrijpen, omdat er in het verleden en ook nu nog inspanningen geleverd moeten worden om de inkanteling rond te krijgen," zegt Arno. "De samenwerking binnen de faculteit komt wel op gang, maar moet zeker nog uitgebreid worden. Een voorbeeld daarvan is dat studenten van Conservatie-Restauratie pas heel recent keuzevakken kunnen volgen bij Monumenten- en Landschapszorg. De samenwerking kan nog verbeterd worden op vlak van materiaal, infrastructuur, docenten, enzovoort. De opleidingen zitten nog te veel op hun eigen eilandje. Er is bijvoorbeeld veel vraag naar overkoepelende keuzevakken. Meer samenwerking kan alleen maar tot boeiende synergieën leiden. Al onze opleidingen draaien tenslotte rond ontwerpen."
Op financieel en praktisch vlak is er nu erg veel controle en minder vanzelfsprekendheid. “Op de hogeschool konden wij gewoon een pot verf kopen, de rekening binnenbrengen en dan kregen wij het geld terug. Nu is het een rompslomp met papieren en financiële diensten en dan nog krijgen we soms zelfs helemaal geen geld. Een studente heeft 160 euro moeten betalen voor materiaal dat normaal door de opleiding betaald wordt, maar hoewel dat al gemeld is aan de docenten, stroomt dat geld niet door tot bij haar.” Eén van de positievere resultaten van de inkanteling was het oprichten van volwaardige organen voor studentenvertegenwoordiging. “Op de hogeschool was er geen gelaagde structuur van studentenvertegenwoordigers zoals dat nu op de universiteit het geval is. Vroeger was er wel een studentenraad die adviezen kon formuleren, maar echt inspraak was er niet. Dat is nu wel sterk verbeterd en de faculteit moedigt het Stuverschap nu ook aan.”
losliggende tegels
Een ander groot pijnpunt binnen de faculteit zijn de gebouwen van de campus Mutsaard. “Het belangrijkste probleem is dat de universiteit en de hogeschool nog altijd niet overeenkomen. De gebouwen worden gedeeld en in principe betaalt iedereen de helft, maar er is constant ruzie over wie welke rekening moet betalen. Er heerst een ‘voor wat, hoort wat’-mentaliteit die een logisch gebruik van middelen en lokalen in de weg staat. De communicatie verloopt zeer kinderachtig en de studenten zijn daar de dupe van. Door de academisering zijn er nu meer lessen in grotere groepen, terwijl we nog steeds maar één grote en drie kleinere aula’s hebben, waardoor studenten vaak in te kleine lokalen les krijgen.” Ook het onderhoud van de gebouwen laat te wensen over. “Gaten in de muur waar je een vinger kan doorsteken, trappen met losliggende tegels, ramen die met kozijn en al uit de muur vallen. Het duurde ook bijna een jaar om de glazen daken van de schilderslokalen, vernietigd door de hagelstorm vorig jaar, te repareren. Het onderhoud van de campus is een oud probleem, maar het raakt niet opgelost."
De elektronische leeromgevingen van de universiteit zijn ondertussen wel al goed ingeburgerd. “Op de hogeschool werkten we al met Blackboard, maar onze vakken werden via een aparte module binnen Blackboard geregeld. Oudere studenten hadden wat moeite met de omschakeling naar SisA, maar de nieuwe studenten zijn daar snel mee weg. Wel vervelend is dat er nu drie aparte systemen zijn: SisA, Blackboard en de externe webmail. We hebben nu ook binnen de faculteit administratief personeel dat zich specifiek bezighoudt met die systemen. Wat wel handig is aan SisA, is dat je het lessenrooster kan linken aan je agenda op je smartphone en op Apple Calendar.”
De gedrevenheid waarmee Arno spreekt, maakt duidelijk dat hij erg betrokken is bij de problemen van de faculteit. "Als Stuvers proberen we natuurlijk ons best te doen om ervoor te zorgen dat de studenten zo min mogelijk last hebben van al die problemen. Met de inkanteling hebben we vaak onze plan moeten trekken, maar na twee jaar word je dat wel een beetje beu. Hoewel het niet altijd even vlot loopt, is er toch al veel vooruitgang geboekt." De Stuvercultuur vindt echter maar langzaam ingang op de faculteit. "Studenten zijn vaak geneigd om proffen aan te spreken met praktische problemen, maar dat zijn juist zaken waar Stuvers voor bestaan.”