ik luister, hart tegen hart, naar de woorden waar wij nooit in geloofden
geheime fluisteringen bedolven onder het gewicht van onze zucht
ik reik, in een ondoordringbaar zwart, naar het vuur dat wij elkaar beloofden
de assen die neerdwarrelen uit een eenzame lucht
we rennen, hand in hand, lachend door de velden van onze fantasie
mijn nagels spellen het patroon van ons in een eeuwig getik
we dansen, balancerend op de rand, op een prachtige symfonie
onze scherven passen samen in een wankel mozaïek
met glassplinters die langzaam onze vingers opensnijden
met bloed dat in spiralen drupt op de grond
onze lippen, uitgeput, willen onze zinnen mijden
kussen roodgevlekte huid na een laatste morgenstond
we rapen onze stukjes in stilte bij elkaar
en dragen ze zachtjes weg van ons gezamenlijk gevaar
- Login om te reageren