De homo sapiens studentus, of dwarsligger in de volksmond, is een bijzondere soort. Naast de kenmerkende activiteit van studeren, staan de exemplaren van dit ras vooral bekend als genieters van het (nacht)leven. Maar hebben zij ook andere geheimen prijs te geven? dwars zoekt het uit in hun natuurlijke habitat, het kot. Of in dit geval: het rusthuis.
Wanneer ik een rustig woonerf insla in de wijk Sint-Andries, vraag ik me af of ik wel op de juiste plek ben; voor me staat geen typisch kotgebouw, maar een woonzorgcentrum. Tristan vertelt me aan de telefoon dat het gebouw niet langer ouderen huisvest en wel degelijk zijn kotgebouw is. Hierop ga ik binnen en een kotgenoot neemt me mee naar boven in de ietwat gammele, verouderde lift. Op de gang naar Tristans kamer moet ik opletten dat ik geen bal tegen mijn hoofd krijg, want de gang wordt tijdens mijn bezoek gebruikt als sportruimte. Achter een deur beplakt met memes en de twee grootste googly eyes die ik ooit heb gezien, bevindt zich de kamer waar ik moet zijn. Hier woont Tristan: 22, student TEW aan UAntwerpen, quaestor van Mythica en iemand die je zo in het woordenboek zou kunnen vinden onder de term joviaal.
het kot
Allereerst geef ik hem een bos bloemen, want Tristan heeft iets te vieren: twee dagen eerder won hij de eerste praesesverkiezingen van Mythica, een studentenclub die zich richt op geeks en nerds van alle Antwerpse hogeronderwijsinstellingen. Dit toont zich ook in zijn kamer: achter het bed ligt een twintigzijdige dobbelsteen en een hoop stripboeken, zijn nachtkastje zit vol met kaartspellen, Dungeons & Dragons-posters sieren de muur en het bureau ligt bezaaid met materiaal om miniatures te schilderen en onafgewerkte character sheets. Tussen deze spullen zie ik ook een gitaar, foto’s van zijn vrienden en lief en een bak bier. Het toont meteen wat ik moet verwachten: een sociale levensgenieter en een geek.
Ik neem met Tristan plaats op zijn bed − dat trouwens nog steeds het vroegere ziekenhuisbed is − en vraag allereerst waarom hij in een voormalig woonzorgcentrum woont. “Dit is een heel oud WZC en ze willen een nieuw gebouw zetten, maar daarvoor hebben ze vergunningen nodig. In de tussentijd besloten ze de kamers als koten te verhuren. Eerst hadden ze geschat dat het een jaar ging duren, maar ondertussen zit ik hier al twee jaar. Waarschijnlijk zullen binnenkort voor het derde jaar de inschrijvingen beginnen.” Na die twee jaar is er al een hechte sfeer: zo kwamen zijn kotgenoten spontaan mee supporteren op de praesesverkiezing zonder dat ze zelf konden stemmen. Ook het kille WZC-interieur hebben de studenten gezellig weten te maken. Zo hebben ze de oude leefruimte naast de keuken ingericht met gratis zetels van Facebook Marketplace. Overal op de muren van de gangen en leefruimtes plakken memes en googly eyes. Dat laatste is geheel Tristans werk.
Ik vraag of hij hier ook al leuke lotgevallen heeft meegemaakt: “We vonden hier een vervloekte pop en ik heb die Anne-Marie genoemd, naar een van mijn favoriete cantusnummers. We plaatsten haar overal en zette haar voor iedereens deur. Ik was een avond op café gegaan en had blijkbaar mijn kamerdeur niet op slot gedaan. Toen ik terugkwam stond Anne-Marie ineens op mijn toiletpot. Ik weet nog steeds niet wie dat gedaan heeft.” Dan is er ook nog het verhaal waarbij hij met een maat en drie vriendinnen, die hij pas een week daarvoor leerde kennen op een cantus van Mythica, pasta ‘Carabonara’ kookte. Dat is gewone pasta carbonara maar het kookwater is deels Cara Pils. “Ik haat het om het toe te geven, maar eigenlijk was het heel lekker”, aldus Tristan.
studentenclub
Het is duidelijk dat Tristan niet zomaar tot praeses verkozen is; je ziet meteen dat zijn studentenclub een heel centrale rol inneemt in zijn leven. Hij zegt zelf dat 70% van zijn sociale leven rond de club draait en dat hij daar het merendeel van zijn vrienden, en zelfs zijn lief, heeft leren kennen. “Ik had een jeugdvriend verloren – iemand waar ik zeer close mee was – en ik had ruzie met mijn vrienden van het middelbaar, waardoor ik niet echt steun had. Toen heeft iemand die ik ken van mijn lessen mij meegenomen naar de Geeky Cauldron, het stamcafé van Mythica. Dankzij hem heb ik daar mensen leren kennen en later ging ik mee naar de spelletjesavond van Mythica. Daardoor had ik onmiddellijk een hele groep mensen die om mij bezorgd waren en mij door deze moeilijke tijd hielpen.”
Hij vertelt me een verhaal over een keer dat ze op het ledenweekend van Mythica met zes personen achteraan in een laadbak zaten om alcohol te gaan halen voor de volgende avond. Niet echt legaal, maar hij verzekerde me dat iedereen nuchter was en dat ze over rustige wegen reden. “Ik denk dat dat het studentenleven is: spontaan domme dingen doen, impulsief, en er zit altijd wel een kantje alcohol aan.” Later in het gesprek benadrukt hij evenwel dat hij genoeg fantastische momenten heeft gehad toen hij nuchter was en je niet moet drinken om als student plezier te hebben: ook bij Mythica wordt alcohol nooit verplicht.
Zelf beschrijft hij op kot gaan en lid worden van Mythica als de twee beste keuzes van zijn leven. Qua afstand moet hij eigenlijk niet op kot; zijn ouderlijk huis is maar twintig minuten met de tram van de campus. Volgens hem was het een goede keuze om verantwoordelijkheid op te nemen en onafhankelijk te worden. Bovendien merkte hij dat zijn punten erop vooruitgingen. Ik vraag hem nog naar zijn laatste advies voor andere studenten: “Ik heb talloze verhalen gehoord van studenten die zich eenzaam voelen en die dan de juiste studentenclub vinden – niet per se de onze – en dat is meestal waar hun sociaal leven begint. Voor het mentale welzijn van de student vind ik studentenclubs ongelofelijk belangrijk. Dat is ook mijn allerbelangrijkste tip die ik kan geven aan nieuwe studenten: ga bij een studentenclub.”
- Login om te reageren