weggecijferd

de dwarsdoorsnede

01/10/2022

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer lezen we het meeslepende boek Ik ben er niet van de jonge Vlaamse schrijfster Lize Spit. 

De naam Lize Spit is nog niet tot ieders oren doorgedrongen. Toch kan je die niet zomaar laten passeren: ze mag dan misschien nog niet de ervaring hebben van Stefan Brijs of Bart Moeyaert, maar talent is haar zeker niet ontzegd. Lize Spit is nog maar amper 34 jaar oud en is opgegroeid in de “zo geliefde” Antwerpse Kempen. In 2005 is ze naar Brussel verhuisd. Ondanks dat het boek Ik ben er niet nog maar haar tweede roman is, is er al een hele taalkundige geschiedenis aan voorafgegaan. Tijdens haar studies behaalde ze een master Scenarioschrijven aan het RITCS. Haar debuutroman Het smelt, die in 2015 verscheen, won verschillende prijzen. Ook werd het boek vertaald in maar liefst 12 verschillende talen en werd het verfilmd. 

Ik ben er niet leest erg vlot, maar het even tussendoor lezen is niet voor iedereen weggelegd. In totaal telt het boek maar liefst 580 pagina’s, al was daar geen pagina te veel aan! Lize Spit bewees zich een meester te zijn in het uitkiezen van details. Ik ben er niet is daarom een zeer gedetailleerd, maar wel uniek boek. Hoewel je dat misschien zou verwachten, betekent gedetailleerd in dit geval echter niet saai. Lize Spit slaagt erin om in te zoomen op prachtige details en emoties. Dat kan gaan van de nauwkeurigheid in het opsommen van enkele woorden, tot het checken van het kleinste detail achter een grote complottheorie. Dat talent is niet iedereen gegeven. 

Met het kleinste detail bedoel ik echt het kleinste detail. In het boek wordt er bijvoorbeeld verteld dat Leo en Simon samen een bepaalde avocadolepel hebben. Deze hebben ze met een plakbandje rond de steel gemarkeerd zodat ze niet zouden vergeten dat die lepel enkel en alleen gebruikt mag worden om de pit uit de avocado te halen. Een ander voorbeeld hiervan is hoe Leo met Google Maps berekende hoe ver je kan schrijven met duizend pennen, dat is in één lijn ongeveer van Brussel tot Rusland. Je moet er maar opkomen. 

In vergelijking met Het smelt is Ik ben er niet een stuk realistischer. Waar ik bij Het smelt persoonlijk de verhaallijn erg drastisch en onrealistisch vond, is de verhaallijn van Ik ben er niet een heel stuk logischer. Het verhaal gaat over hoe Simon een psychose ontwikkelt, meer specifiek een bipolaire stoornis. De meest frequente kenmerken van een bipolaire stoornis komen duidelijk aan bod in dit boek. Simon is bijvoorbeeld veel opgewekter en enthousiaster dan normaal. Daarnaast geeft hij ook veel meer geld uit en is hij veel impulsiever. Zijn grote stemmingswisselingen zijn dan ook erg goed merkbaar doorheen het verhaal. Hoe zijn vrouw Leo hiermee omgaat is tot in detail beschreven.  Het boek geeft een goede inkijk in het leven van iemand met een psychose en het effect ervan op de leefomgeving. Zo is Leo bijvoorbeeld heel de tijd ongerust. Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is dat Leo niet kan slapen en dat ze Simon heel de tijd in het oog probeert te houden. Daarnaast zien we ook dat Leo, vanaf het moment dat de psychose vastgesteld is, er alles aan doet om het Simon zo comfortabel mogelijk te maken. Door dit te doen, cijfert ze zichzelf weg. 

De sublieme spanningsopbouw is gedurende het hele verhaal te voelen. Dat ik daardoor op het puntje van mijn stoel zat, is geen vraag maar een feit. Het gebruik van flashbacks en flashforwards steunt die spanningsopbouw, al maken die het verhaal niet ingewikkeld. Zelf ben ik iemand die enorm vaak struikelt over flashbacks, vaak duurt het een hele tijd voor ik doorheb waar en wanneer een bepaald hoofdstuk zich afspeelt. Bij de roman Ik ben er niet was dat echter niet het geval.  

Of het boek Ik ben er niet een aanrader is? Daar bestaat echt geen twijfel over. Dat er naast een realistische verhaallijn ook nog een prachtige schrijfstijl in verweven zit maakt het boek echt af. Ook de unieke details en de sublieme spanningsopbouw maken het verhaal tot een fantastisch boek. Dat daarbij het boek nog eens niet moeilijk te volgen is, betekent maar één ding: dit boek moet gelezen worden.