kabberdoes

het laatste woord

22/11/2018
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze editie het begrip ‘kabberdoes’.

Om maar met de deur in huis te vallen: een kabberdoes, of kabberdoeske in de Vlaamse spelling, is een hoerenkot. Zoveel directheid had je misschien niet verwacht, maar we konden niet anders. Een bordeel zet immers ook altijd alles wat je over de inhoud wil weten meteen op display.

Nu is het overigens niet zo dat een bordeel alle inhoud aan het woord kabberdoes geeft. Het betekent ook nog iets anders, namelijk een slecht aangeschreven kroeg. Of een kroeg slecht was, werd bepaald door een regeling die Napoleon in het leven had geroepen. In deze regeling deelde hij de herbergen, ofwel cabarets, in zijn land op in twaalf kwaliteitscategorieën. De laagste categorie in deze opdeling noemde hij “cabaret douze”, een woordencombinatie waar ons kabberdoeske vandaan komt.

Je zou je kunnen afvragen waarom een keizer zich bezighield met het categoriseren van alle herbergen in zijn land. Misschien vraag je je ook wel af of Napoleons penis weleens een dergelijk etablissement aan de binnenkant heeft gezien. Terechte vragen, alleen kunnen er over de tweede vraag lastig uitspraken worden gedaan. De eerste daarentegen is zeker een goede vraag, maar een die het regelresumé van de kleine generaal zelf al beantwoordt. Diezelfde Napoleon is ook verantwoordelijk voor het kadaster, ons meetsysteem, je achternaam en zo kan je nog wel even doorgaan. Een echte regelfreak dus.

Die regelfreak schuilt ook in ons. Het ongegeneerd categoriseren van onze hedendaagse horeca doen we nog altijd, al is het maar om onze arme medestudenten te redden van slechte koffie. De zin, aangesterkt met de gebruikelijke superlatieven en vergelijkingen, rolt ondertussen waarschijnlijk al over je tong: “Die koffiebar moet je echt vermijden, het levenloze drabje dat daar wordt geserveerd, zou ik mijn plant nog niet geven!” Met die uitlating schuift de koffiebar vervolgens langzaamaan naar de onderkant van de onofficiële koffiebarranking, om nooit meer binnengelopen te worden. Napoleon zal trots op je zijn.

Maar goed, genoeg over koffie, je wilt natuurlijk weten of het woord zelf in de kabberdoes nog bekend is. In dat geval wordt het hoog tijd om eens een veldonderzoek uit te voeren.