de onzekerheid om zelfs geen geschikte titel te vinden

het lot van millennials

19/11/2017
🖋: 

Dit schrijven zit me dwars. Hoe beschrijf je zoiets als een tijdsgeest? Het lijkt wel een bepaalde mist die in de lucht hangt. Dat vage gevoel van onzekerheid, dat je bij elke ademhaling inhaleert. Onzekerheid is hierin geen bijwerking of symptoom, het is misschien wel het belangrijkste bestandsdeel.

In dit artikel ga ik op zoek naar enkele kenmerken van dit tijdsgewricht, toegespitst op jongeren die vandaag op weg zijn in de richting van een volwassen leven. Wat is typisch aan de leefwereld van deze generatie van jongeren geboren vanaf 1980? Volgens motivational speaker Simon Sinek is die vraag te beantwoorden in vier facetten: opvoeding, technologie, ongeduld en omgeving.

 

opvoeding

De opvoeding die onze generatie heeft meegekregen is volgens Sinek belangrijk. We zouden als jongeren van onze ouders meekrijgen dat we speciaal zijn, dat we alles zouden kunnen krijgen wat we willen. Misschien zijn we wel een applausgeneratie, waar alles tot een performance wordt herleid. We hebben het dan over ouders die hun kind opvangen nog voor ze gevallen zijn. Curlingouders worden ze genoemd, naar de sport waarbij spelers een ijsbaan zo glad mogelijk maken zodat de teamgenoot optimaal kan scoren. Weinig weerbaar zouden we dus zijn, en dan loopt het volgens Sinek mis eens we op de arbeidsmarkt belanden. Op ons werk komen we er al snel achter dat we niet zo speciaal zijn. Ons zelfbeeld gaat aan diggelen, met steeds dat gevoel dat we iets missen in ons leven. In deze optiek kunnen we dan slecht tegen kritiek.

Volgens ontwikkelingspsycholoog Bart Soenens is dit echter allemaal onzin. Er is volgens hem geen enkel wetenschappelijk bewijs voor een applausgeneratie, laat staan voor Curlingouders. Vergeleken met de opvoeding van onze ouders komt wel naar boven dat de opvoeding minder autoritair en minder eenzijdig directief is geworden. Abram de Swaan stelt dat we inderdaad zijn geëvolueerd van een bevelshuishouding naar een onderhandelingshuishouding. Van een fundamentele breuk is dus geen sprake, en met de huidige opvoedingspatronen veroordelen, zoals Sinek doet, daar schieten we niets mee op. Met technologie maakt Sinek een sterker punt.

 

technologie

Als jongeren zijn we steeds actiever in ons tweede leven op sociale media, waar we filters gebruiken en happy faces opzetten. We zijn er goed in anderen te laten zien dat ons eigen leven fantastisch is, ook al zijn we somber, triestig of ongelukkig. Alles onder controle, en op naar het volgende succesverhaal. Sinek koppelt dit aan het stofje dopamine dat vrijkomt in onze hersenen als we een bericht krijgen, en likes scoren op Facebook. Om die reden zouden we de likes op onze foto’s en berichten tellen, ons zorgen maken als we niet het gewenste aantal likes scoren op onze nieuwe profielfoto, en bovenal: om die reden grijpen we er elke dag naar terug en gaan we niet van sociale media af.

Het heeft dus iets verslavends, het zijn kicks die we nodig lijken te hebben om onze tijd door te komen. Dit is versterkt sinds we onze smartphone als een soort pacemaker overal mee naar toe nemen, quasi vastgeklikt aan ons lichaam en aan onze persoon. We gebruiken sociale media om de stress naar volwassenheid te temperen, waar als jonge personen stilaan de bevestiging van onze leeftijdsgenoten steeds belangrijker wordt. Maar dat werkt op sociale media eerder contraproductief. Sociale media laten de stress enkel toenemen, terwijl we onszelf proberen spiegelen in de filter van anderen. Onze smartphone is onze EHBO-kit geworden, die we voor het minste quasi gênante opendoen.

 

ongeduld

Bedrijven worden er steeds beter in om hun producten sneller tot bij ons te brengen. Volgens Sinek wordt onze generatie daar ongeduldig van, vooral bij thema’s die langdurig en met vallen en opstaan ontwikkelen. Zoals levensvreugde, tevredenheid op het werk, een liefdesrelatie, zelfvertrouwen, ervaring. We kunnen niet verwachten dat we die zomaar even bij elkaar swipen.

 

omgeving

Als laatste punt haalt Sinek de omgeving aan waarin we als jongvolwassenen moeten functioneren. Jammer genoeg heeft hij het slechts met één zin over een gebrek aan leiderschap, en daar houdt hij op. Wat betreft omgeving is er veel meer aan de hand: we leven in vloeibare tijden, zou socioloog Zygmunt Bauman stellen. Zekerheden zijn misschien wel iets van vroeger. Het enige wat er nog van zekerheid lijkt over te blijven, is dat we in dat ongrijpbare moment genaamd “nu” zitten. Dat versterkt een soort rusteloze druk om maar steeds door te gaan, dravend naar vooruitgang. Vroeger was het een stokpaardje van optimisten, maar vandaag begint het begrip vooruitgang eerder te lijken op het tegendeel. Volgens Bauman is vooruitgang omgeslagen tot een zwetend anticiperen van onweerkeerbare verandering, een soort permanente crisis die geen moment rust toelaat. Vooruitgang is een soort eindeloze stoelendans geworden, aangedreven door angst, waarin een moment rust onverbiddelijk leidt tot verlies en onomkeerbare uitsluiting. Zoete dromen over de toekomst ruimen plaats voor nachtmerries over achtergelaten worden en de boot missen. Fear of missing out heet dat, stel je voor dat je er niet bij hoort op het einde van de dag.

Vloeibare tijden komen we ook op de arbeidsmarkt tegen. Op ons werk wordt ons steeds gevraagd ons flexibel op te stellen. Men verwacht ervaring van ons nog voor dat we ergens begonnen zijn. We moeten constant op onze hoede zijn, en in staat zijn op elke willekeurige tel onze strategie 180 graden te kunnen wijzigen. Business Agility noemt men dat in het jargon, een combinatie die flexibiliteit tot gevolg heeft, die nodig is om globalisering en technologische ontwikkelingen enigszins het hoofd te bieden en competitief te blijven. Als werknemer worden we daar ook niet gelukkiger van. Op het werk vallen we maar al te snel in een beknellende trechter, waar we uitgeperst als citroenen aan de onderkant uitvallen. Opgebrand. Uitgeput. Leeg.

Misschien ontbreekt het ons aan een heilig doel, een ultieme lotsbestemming. Als geseculariseerde burgers geloven we al lang niet meer voltijds in God. Misschien leggen we ons heil vandaag wel bij onze partner die ons gelukkig moet maken, en die ons enkele tellen niet doet denken aan de angst en het gevoel dat we iets missen in ons leven.

Dat gevoel dat we de boot missen in ons leven hangt vaak samen met een geloof dat we als persoon niet goed genoeg zijn. Dat geloof proberen we weg te werken, met de overtuiging dat we nu op dit moment leven in dé tijd van ons leven. Huppend van de ene desillusie in de andere, vergezeld door angst die ons als een schaduw achtervolgd. Kunnen we nog tien minuten alleen in een park op een bankje zitten in vrede met onszelf? Even zonder de smartphone, en even zonder op die daverende sneltrein te moeten stappen? Kunnen we ook eens even niets doen en genieten van rust en stilte?

Tot slot wil ik graag een wens doen. Ik hoop dat we er echte vriendschappen en relaties aan over houden. Misschien is dat wel de ondertitel die ik zoek. Ik hoop dat we onze medemens in alle schoonheid face to face kunnen ontmoeten, zodat we even onze pacemaker vergeten, en met volle teugen kunnen genieten van een authentiek leven, vol wederzijds begrip.