Maarten Van den Bussche
Over de recente aanslag op het satirische blad Charlie Hebdo, een afschuwelijke daad van geweld die op geen enkele wijze goedgekeurd kan worden, zijn de voorbije dagen reeds talloze opiniebijdrages verschenen. Ook bij mij rijzen enkele bedenkingen op, meer bepaald over de verwerking van de aanslag in praat- en duidingsprogramma's binnen de media en het taalgebruik binnen die opiniestukken.
In naam van de islam worden wereldwijd wandaden gepleegd, van terroristische aanslagen in westerse grootsteden als Parijs en New York, tot de dagdagelijkse terreur van onder andere IS en Boko Haram. ‘Gelukkig’, dixit Bart De Wever in Reyers Laat, nemen spontaan moslims en moslim-organisaties her en der ter lande, alsook wereldwijd, publiekelijk afstand van deze praktijken. Sommigen excuseren zich zelfs persoonlijk voor wat in naam van hun geloof plaatsgevonden heeft. Zo komen ze tegemoet aan de, eveneens in Reyers Laat, door Mia Doornaert gestelde vraag of ‘de echte islam wil opstaan’.
Doornaert vergelijkt dit met de discussies die in het verleden reeds gevoerd werden rond politieke ideologieën zoals het communisme. Concreet vertaalt deze vergelijking zich als volgt: In naam van het communisme werden binnen landen als Rusland, China, en nog steeds in Noord-Korea, misdaden tegen de menselijkheid gepleegd. Willen alle hedendaagse communistische partijen hier publiekelijk afstand van nemen en/of zich er voor verontschuldigen? Wil het echte communisme opstaan, alstublieft?
Een soortgelijke vraag zou je over talloze religies, ideologieën, waarden, en ideeën kunnen neerpennen. Om slechts enkele voorbeelden te geven: In naam van het christendom worden onder andere in landen als Oeganda en Rusland holebi’s tot tweederangsburgers gedegradeerd die mogen vrezen voor hun leven, worden vrouwen het recht op abortus ontzegd, wordt het gebruik van condooms en andere voorbehoedsmiddelen ontmoedigd, worden door organisaties als de Westboro Baptist Church begrafenissen onteerd en worden kinderen opgezadeld met opvattingen over seksualiteit, zondeval, en eeuwig branden in de hel. Willen alle christenen hier publiekelijk afstand van nemen en/of zich er voor verontschuldigen? Wil het echte christendom opstaan, alstublieft?
In naam van het kapitalisme worden consumptiegoederen geproduceerd in lageloonlanden waar men het maar al te vaak niet nauw neemt met veiligheidsvoorschriften, correcte verloning en menswaardige arbeidsomstandigheden. Zo konden we vorig jaar nog in alle kranten lezen over de rampen die plaatsvonden in sweatshops en fabrieken in Bangladesh. Willen alle ondernemers hier publiekelijk afstand van nemen en/of zich er voor verontschuldigen? Wil het echte kapitalisme opstaan, alstublieft?
In naam van het recht op vrije meningsuiting werd reeds opgeroepen tot haat en geweld, werd aan laster en smaad gedaan en werd de Holocaust ontkend. Wil iedereen die het recht op vrije meningsuiting verdedigd hier publiekelijk afstand van nemen en/of zich er voor verontschuldigen? Willen de echte aanhangers van de vrije meningsuiting op staan, alstublieft?
Ik hoop dat het meer dan duidelijk is dat bovenstaande oproepen, Charlie Hebdo indachtig, met enig gevoel voor satire dienen gelezen worden. Eenzelfde boodschap zou snel te schrijven zijn over hoe de Verenigde Staten meerdere oorlogen aangingen in naam van de democratie, of over de waarden die Anders Breivik meende te verdedigen. Voorvechters van de westerse waarden en normen hoeven zich niet te verontschuldigen voor de gewelddadige wijze waarop Anders Breivik deze normen wou beschermen. Net zoals een partij als de Nieuw-Vlaamse Alliantie geen afstand dient te nemen van bewegingen als Gouden Dageraad in Griekenland, het Noord-Ierse Sinn Féin, of de Koerdische PKK. Want hoewel al deze bewegingen binnen het idee 'nationalisme' vallen, weten we hoe divers ze onderling zijn. De recente hetze rond de uitspraken van bischop Bonny en de reactie daarop van het KVHV verheldert hoe normaal we het bestaan van uiteenlopende visies vinden. Zelfs de rooms-katholieke kerk, reeds een deelgroep van het christendom op zich, is intern niet homogeen. We weten dat termen als 'islam', 'christen', 'nationalist' en 'socialist' overkoepelende begrippen zijn die op een scala aan uiterst diverse praktijken geplakt kunnen worden.
Waarom sluiten we ons dan zo makkelijk aan bij dat woordje ‘gelukkig’ van Bart De Wever? Organisaties links en rechts, aanhangers van het volledige politieke spectrum vinden het een positief gegeven dat moslims openbaar afstand nemen van deze feiten. Zelfs al vindt niet iedereen publieke excuses en distantiëring even noodzakelijk als De Wever, toch juichen we toe dat dit zo wijdverspreid en spontaan gebeurt.
Ik ontken niet dat discussies over wat de ‘ware’ islam inhoudt, of opiniebijdragen zoals die van Mark Van de Voorde (waarin onderzocht wordt waarom moslims, in tegenstelling tot christenen het zo lastig hebben met satire en spot), mogelijks interessante inzichten kunnen opleveren, maar ze gaan voorbij aan de vraag waarom we de islam nog steeds als een homogene identiteit beschouwen. Soms versterken ze zelfs de idee dat er zoiets bestaat als ‘de islam’, een en ondeelbaar.
Als student Taal- en Letterkunde werd me ingeprent dat taal en ons taalgebruik helemaal niet zo neutraal en onschuldig zijn als je zou denken. Laat er nu net een opmerkelijk verschil bestaan tussen de taal die we hanteren met betrekking tot de islam en de taal die we hanteren wanneer we spreken over een andere religie, zoals het christendom, of een politieke ideologie, zoals het nationalisme. Wanneer hoorde u voor het laatst een nieuwsbericht over ‘het christendom’? We krijgen berichten over het Vaticaan, de paus, protestante christenen, koptische christenen, etc. Men spreekt over de Westboro Baptist Church, niet over radicale christenen. We krijgen nieuws over chassidische joden, en over Koerdische onafhankelijkheidsstrijders. Steevast wordt niet de overkoepelende term christenen, joden, of nationalisten gebruikt, maar wordt zo specifiek mogelijk genuanceerd tot welke deelgroep, welke concrete praktijk van de religie of ideologie de personen en gebeurtenissen behoren. Dat dit gebeurt beschouwen we zelfs als evident, het zou absurd zijn de informatie enkel tot ‘christen’ te beperken aangezien we allemaal weten wat voor een diversiteit er binnen het christendom heerst.
Vergelijk dit met het taalgebruik over moslims en de islam. Verdere nuancering over welke groep binnen de islam precies van tel is komt haast enkel voor bij burgeroorlogen tussen sjiieten en soennieten, of bij een radicale strekking als het salafisme. In het eerste geval is deze verdere precisering noodzakelijk omdat twee partijen die elkaar bevechten niet dezelfde naam kunnen dragen. In het tweede geval wordt er net een stroming binnen de islam aangehaald die de heersende opvattingen en vooroordelen over het overkoepelende begrip, de islam, bevestigd. Nochtans is aan een vluchtige blik op Wikipedia genoeg om te beseffen dat er binnen de islam een even grote verscheidenheid aan vertakkingen en deelgroepen heerst als binnen het christendom. Toch blijven we spreken over de islam en de moslim.
Dat moslims zich nu geroepen voelen zich te distantiëren en te verontschuldigen, mag dus niet op gejuich onthaald worden. Het bevestigt enkel de opvatting dat moslims een homogene groep zouden zijn. Dat willekeurige moslims zich voor dit soort daden zouden moeten excuseren is een even absurde gedachte als vinden dat elke christen zich persoonlijk aangesproken moet voelen door de acties van een organisatie als Westboro Babtist Church en dat elke ordernemer zich publiekelijk moet distantiëren van de sweatshops in Bangladesh. Willen we dit als maatschappij alstublieft inzien en ons taalgebruik over 'islam' en 'moslims', zowel binnen als buiten de media, aanpassen aan de realiteit? Er is slechts één gemeenschap die dit geweld expliciet moet veroordelen: de mensengemeenschap.
Maarten Van den Bussche is student Taal- en Letterkunde aan Universiteit Antwerpen. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naam. Reageren op dit artikel? Stuur een mail naar contact@dwars.be
Referenties