de feestdagen een saaie boel? Wij dachten het niet!

18/12/2019
🖋: 

Gezellig aperitieven rond de kerstboom, uitgebreid eten en vol spanning afwachten tot de cadeautjes eindelijk uitgedeeld mogen worden. Het klinkt iedereen bekend in de oren: een traditionele kerstavond zoals die hoort te zijn. Al kan deze vaste formule na enkele jaren wel enige verveling opwekken. Hoe dat te verhelpen? dwars to the rescue!

kerstbingo

Wees creatief en maak je eigen kerstbingo. Laat ieder familielid aan het begin van de avond een persoonlijke kaart trekken en de pret kan beginnen! Wie tijdens het kerstfeest als eerst alle afbeeldingen of stellingen kan afvinken, roept 'BINGO' en mag een jaar lang pronken met de winnaarstitel. Misschien volgt er wel een leuke prijs?

Enkele originele invullingen voor deze bingo? Die geven we je ook graag mee!

  • Vraag: ‘Geef de kroketten eens door!’
  • Muziek: All I want for Christmas is you
  • Feit: Lelijke kersttrui!
  • Feit: Zatte nonkel of tante
  • Feit: Home Alone op tv
  • Uitspraak: Het sneeuwt!
  • Vraag: ‘En, nog altijd single?’

 

zoektocht

Dat de pakjes onder de kerstboom liggen, is een echte traditie. Maar wat nu als je voor iedere persoon een klein pakje verstopt in of rondom het huis? Dan komt de ware aard van de nieuwsgierige feestvierder pas boven, plezier gegarandeerd!

PS: Zet op ieder verstopt pakje de naam van de ontvanger en spreek af dat niemand de cadeautjes die voor iemand anders bedoeld zijn verlinkt.

 

pakjes openen met ovenwanten

Of je het nu langzaam doet om het cadeaupapier te sparen en de spanning op te bouwen, of kan je gewoonweg niet wachten om het papier er gewoon af te scheuren: kerstcadeaus uitpakken is voor velen een echte sport. Maar wat nu als je beperkt wordt in je kunnen?

Laat de gelukkige zijn of haar pakje eens opendoen met ovenwanten om de handen. Het zal meteen een stuk minder vlot gaan. Binnen een halve minuut het pakje niet geopend? Dan is je beurt verkeken en mag de volgende proberen zijn of haar pakje te openen.

 

estafette

Niets leuker dan een beetje competitie. En waarom niet op kerstavond? Vorm twee of meerdere teams, afhankelijk van het aantal personen waaruit je gezelschap bestaat zodat je elkaar kan uitdagen tijdens enkele estafette opdrachten. De kinderen tegen de volwassenen? Gezin tegen gezin? Of gewoon gemixt? Het is allemaal mogelijk!

Stel je eigen estafettespel samen door leuke opdrachtjes te verzinnen. Het team dat een opdracht als laatste voltooit, verliest. Geen inspiratie? Hier zijn alvast enkele ideeën om je op weg te helpen:

  • Poop the potato: klem een aardappel tussen je billen, leg een parcours af zonder dat de aardappel de grond raakt en mik hem vervolgens in een emmer om de proef tot een goed einde te brengen. Dit alles zonder handen! Van zodra de aardappel zijn einddoel bereikt heeft, is het volgende teamlid aan de beurt voor deze hilarische opdracht.
  • Knip een nylonkous in tweeën zodat je twee aparte benen hebt. Steek een tennisbal in beide kousen. Het eerste lid van ieder team zet een nylonkous op zijn/haar hoofd en probeert een kegel of lege fles omver te slingeren. Van zodra dit gelukt is, is het volgende teamlid aan de beurt! Welk team is het snelst klaar?
  • Kies een teamlid dat verzot is op eten. Kantel het hoofd naar achteren en leg een koekje of snoepje op het voorhoofd. Hoe lang duurt het om de lekkernij zonder het gebruik van handen op te kunnen eten?

 

Veel plezier en fijne feestdagen gewenst!



Lore Mutsaers over haar debuutroman Dwaal zacht en de weg daarnaartoe

18/12/2019
🖋: 

Lore Mutsaers. 27 jaar. Kinderdroom? Zangeres worden. Realiteit? Marketing- en communicatiemedewerkster bij het Stedelijk Onderwijs Antwerpen. Maar ook: een eigen debuutroman met als titel Dwaal zacht.

verleden

“Als kind wilde ik altijd graag zangeres worden. Ik kon goed liedjesteksten schrijven, zingen was daarentegen echt niet aan mij besteed. Zodra ik kon lezen en schrijven, kwam de verhalenverteller in mij naar boven. Op achtjarige leeftijd besloot ik een avonturenreeks te schrijven genaamd ‘De avonturen van de drie nichtjes’, over mijn nichtjes die in Spanje wonen, met zeventien zelfgemaakte boekjes tot gevolg. Nadien volgden langere verhalen. Neergeschreven avonturen die ik meemaakte in De Kempen. Ook een musicalscript over elfjes dateert uit die periode, het script deelde ik uit aan al mijn vriendinnen. De musical opvoeren is er echter nooit van gekomen.”

“Zodra ik zestien was, had ik een heel andere droom voor ogen: internationale zakenvrouw worden. Op de brieven naar vriendinnen en puberale gedichten na, was ik echt niet meer bezig met schrijven. Na het middelbaar deed ik een talenjaar in het buitenland; zowel Londen, München als Barcelona kwamen aan bod. Tijdens dat jaar ontstond er weer creatieve ruimte en schreef ik ‘een boek’ van maar liefst 472 pagina’s over eerste liefde en vriendschap. Gedeeltelijk autobiografisch. Op deze manier kwam ik te weten dat ik zo’n project van lange adem aankon.”

“Ik zat in mijn tweede jaar Sociaal-economische wetenschappen aan de UAntwerpen toen ik de SchrijversAcademie ontdekte. Hierbij dacht ik meteen: ‘dat wil ik proberen’, en ik startte de tweejarige opleiding met een eigen schrijfproject over de Spaanse Burgeroorlog. Dat werk heeft me veel research gekost en ik heb er uiteindelijk vier jaar aan gewijd. De SchrijversAcademie heeft ervoor gezorgd dat ik veel meer tijd vrijmaakte om te schrijven én te lezen.”

 

heden

“Aan mijn debuutroman Dwaal zacht, die sinds afgelopen juli in de boekhandel ligt, werkte ik een jaar en acht maanden. De periode tussen het inleveren van de finale versie bij Uitgeverij Lannoo en het moment dat het boek in de winkel lag, vond ik verschrikkelijk. (Faal)angst en twijfel, schrik voor de reacties van de buitenwereld... Dat stak allemaal tegelijkertijd de kop op. Met de publicatie van een boek stel je je als persoon kwetsbaar op. Het creatief proces kan je niet volledig loskoppelen van jezelf als persoon. Met de personages uit mijn boek ben ik zowat bevriend geraakt. Ik kijk regelmatig naar situaties en vraag me af wat zij ervan zouden vinden. Een identiteitscrisis was het resultaat. Gelukkig zijn zulke crises mij niet vreemd. Ik had maandenlang aan dat verhaal gewerkt en plotseling was het af, ik had geen idee hoe ik die leegte moest opvullen. Nog altijd niet, eerlijk gezegd.”

“De boekvoorstelling stond eind juni gepland bij De Groene Waterman. Een tactische zet qua timing, zodat zo veel mogelijk mensen aanwezig konden zijn. Ook de locatie was niet toevallig: mijn boek speelt zich af in Antwerpen, in de omgeving van de Wolstraat. Wegens vertraging zag het ernaar uit dat ik een boekvoorstelling zou geven zonder boek. Halverwege onderbrak mijn redacteur de voorstelling en stormde ze als redder in nood binnen met de eerste vijftig gedrukte exemplaren, recht van de pers uit West-Vlaanderen. Daar stond ik dan. Met al die ogen op me gericht kreeg ik het allereerste exemplaar van mijn boek in handen gedrukt op het podium, achteraf bekeken een grappig moment.”

“Negatieve reacties heb ik nog niet gekregen, wat ik overigens wel erg verdacht vind. Ik vermoed dan ook dat diegenen die het niet goed vinden, me dat misschien niet durven vertellen? Enkele weken geleden mocht ik voor het eerst signeren op de Boekenbeurs, een aangename ervaring. Zowel bekenden als onbekenden kwamen langs tijdens mijn signeersessie, en aan die laatste groep vroeg ik steevast: ‘Ken ik u van ergens?’, want ik kon maar niet geloven dat die mensen zonder concrete aanleiding zouden langskomen.”

 

toekomst

“De toekomst is een raadsel. Ik heb heel intensief gewerkt aan dit boek en moet daar nog even van bekomen. Ik moet het verhaal en de personages nog loslaten en het boek nog verder de wereld in sturen. Het zou aanvoelen als verraad als ik nu al aan iets nieuws begin. Het is fijn om terug even wat dingen te doen die ik lang niet heb kunnen doen. Een fulltime job combineren met schrijven is trouwens niet gemakkelijk, ik heb dat onderschat. Het is zoeken naar een evenwicht tussen je job en vrije tijd, maar ook financieel moet er ruimte zijn om aan een boek te kunnen doorwerken. Ik probeer daarom momenteel zo weinig mogelijk ideeën toe te laten of ze on hold te zetten. Ideeën zijn erg verslavend voor mij, ze achtervolgen me en ik wil ze meteen uitwerken. Wanneer ik een beter evenwicht gevonden heb, zijn ze wel weer van harte welkom! En daar zal mijn zoektocht naar een nieuwe hobby of poging om meer te sporten dan ook meteen stoppen. Dat idee krijgen zal voelen als een geluk bij een ongeluk, maar het is wat het is: ik heb het schrijven nodig om te kunnen zijn wie ik ben.”

 

Dwaal zacht, Lannoo, 20,99



voor iedereen met nog een leeg kerstlijstje

18/12/2019
🖋: 

Yes! Het is eindelijk zo ver: de feestdagen, de meest hartverwarmende dagen van het jaar, komen er weer aan. Maar voor alle studenten ook een periode van pure horror. Die ontelbare kerstfeestjes met een secret santa waar niemand een lijstje voor maakt en jij maar een idee uit je hoed moet toveren, én niet te vergeten de periode waarin elke student meer dan ooit aan zichzelf twijfelt: de blok. Ongelooflijke waanzin in deze periode van het jaar, we zeiden het al. Dit lijstje betaalbare kerstcadeaus, voor jezelf of voor anderen, verlichten alvast één last de komende weken.

nooit meer koude voeten

Ten eerste het alom gekende probleem: koude voeten. Welke vampier lukt het om met ijsblokken aan het lichaam te studeren? Dit eerste geschenk legt de lat onmiddellijk onbereikbaar hoog voor alle andere geschenkjes. Het is fluweelzacht, oogstrelend beige en geeft er héérlijke voetmassages bovenop. Vanaf nu kan je dus tijdens het studeren je voeten laten masseren. Wedden dat het daardoor een stuk beter gaat?

Interesse? Dan moet je hier zijn!

 

 

 

bevroren vingers, tot nooit meer

Deze wintermaanden is ‘kou’ niet voor niets het meest gebruikte woord. Als je een hele dag op je computer moet tokkelen om dat examenessay rond te krijgen, voel je stilaan je vingertoppen afsterven. Ook daar hebben we iets voor gevonden: wanten die de bovenkant van je hand warm houden én nog eens extra verwarmen. Je zou het een elektrisch dekentje voor je handen kunnen noemen. Deze vingersreddende attributen lijken op glimlachende boterhammetjes en maken deze koude periode alleen maar aangenamer!

Deze kant op!

 

 

 

liefde, recht uit de microgolf

Vanaf nu kunnen deze zielsverwarmende luiaard of megaschattige lama dienst doen om de laatste bevriezende delen van je lichaam terug wat leven in te roepen. Iedereen heeft tenslotte lichaamswarmte en knuffelige liefde nodig tijdens de studiedag. Maar of je nu alleen bent of je partner is zelf even hard aan het zwoegen of maakt geen tijd vrij, dit vertederend geschenk zal je nooit teleurstellen. Even in de microgolf en hup, daar is je portie liefde!

Zus of zo, het kan allemaal.

 

 

 

niet geschoten is altijd mis!

We kennen het allemaal. Je probeert keihard, maar concentreren lukt écht niet meer. Automatisch jaag je je daardoor op en een kleine agressie steekt de kop op. In plaats van tegen je mama te staan roepen, het arme mens, schaf je nu deze oplossing aan.
Iets om te gooien, want wat geeft nu een beter gevoel dan met iets gooien?! Verdoezeld als een onschuldig basketballetje en een net lijkt het niet meer dan een (toch wat zielig) spelletje voor de hardwerkende student. Maar als je er wat kracht achter zet en goed gooit… Dan zal het zeker en vast wel aankomen! Als je kan mikken natuurlijk.

Niet de onhandigste op het veld? Perfect.

 

 

 

de eindeloze wensput vol cadeautjes

Tot slot kunnen we je best doorverwijzen naar de duizenden leuke websites die gadgets verkopen. Als student zal je het schuifbalkje om de maximumprijs aan te passen snel vinden. Een koffiemok met koekjeshouder is ook nog een aanrader, bijvoorbeeld. Want zeg nu zelf: wat is er beter dan cafeïne? Cafeïne met een koekje en een superschattig lachend diertje! Of badparels, met de geur van je favoriete drankje... Zo kan je tijdens deze helse periode wegdromen in warm water terugdenkend aan het voorbije, maar toch weer legendarische semester. Of je kan al vooruitblikken op het nieuwe, met nog veel meer momentjes waarin je die geur zal herkennen.

 

"Here's to a lousy Christmas and a crappy New Year!" O ja, en ne goeie blok!



meer bewustzijn rond zelf- en lichaamsbeeld

12/12/2019
🖋: 

Het ideale lichaam, wat is dat? Moeten we ons laten leiden door de modellen die onze sociale media rijk zijn of die in videoclips van internationale sterren figureren? Of mogen we ook gewoon tevreden zijn met onszelf, zonder een bepaald voorbeeld na te streven? Een van de initiatiefneemsters van The Blind Body Positive Protest ging in gesprek met dwars.

Samen met Ruby Glazenmakers, Romy Schlimbach en Gaëlle Wauthier, organiseerde Kilien Natens (21) in september The Blind Body Positive Protest in hartje Leuven. The Blind... wat? Dit is een protestactie waarbij de deelnemers geblinddoekt en in ondergoed opgesteld staan om hun lichaam te tonen aan toevallige passanten. Een krijtbord vertelt het persoonlijke verhaal van iedere deelnemer. Het doel? “Aantonen dat iedereen op zijn of haar manier mooi en perfect is. Cellulitis, striemen, een buikje, littekens, ... Ze maken je tot de persoon die je bent; schaamte of angst is nergens voor nodig", aldus Kilien.

 

toxisch schoonheidsideaal

“Ik kwam in aanraking met de body positivity-gemeenschap in augustus 2018. Als fotografe zet ik graag gewone mensen voor de camera, mensen zonder ervaring als model en die niet voldoen aan de voorgeschreven modellenmaten. Ik houd echt niet van de ‘gemaakte plaatjes’ op Instagram. Toen mijn vijf jaar jongere zus de uitspraak deed dat ze geen koffiekoeken meer mocht eten omdat ze dan te dik werd, besefte ik dat ik een alternatief moest bieden. Vanuit die redenering zag mijn fotografieproject Chair Chaude het licht”, vertelt Kilien. Échte foto’s van échte mensen, van Photoshop geen sprake. “De modellen poseren in hun ondergoed en zonder make-up. De beelden die uit die shoots voortkomen zijn puur en stralen dan ook kwetsbaarheid en herkenbaarheid uit”, verklaart ze.

Tijdens de fotoshoots leerde Kilien haar modellen goed kennen: “Met enkelen onder hen klikte het meteen, de shoots schepten een band. We kwamen snel tot het besef dat we meer wilden doen om iedereen ervan bewust te maken dat het idee van een schoonheidsideaal toxisch is.” Met inspiratie uit de Verenigde Staten, organiseerde Sharon Grobben de allereerste Vlaamse Diversity Catwalk op de Meir in Antwerpen, waaraan ook drie organisatrices van The Blind Body Positive Protest deelnamen. “De deelnemersgroep was groter dan verwacht en ook de media schonken het project de aandacht die het verdiende. We waren bovendien erg verrast door de positieve reacties van de omstaanders, al moet het gezegd zijn dat Vlamingen veel terughoudender zijn dan pakweg Parijzenaars.”

In september was het protest in Leuven aan de beurt: “De passanten werden hier uitgenodigd om de persoonlijke verhalen van de deelnemende modellen te lezen en nadien een boodschap achter te laten op hun lichamen.” Zelf nam Kilien niet actief deel aan dit protest: ze stond de voorbijgangers te woord en hield een oogje in het zeil. “Ook tijdens deze actie waren de reacties overwegend positief. Online klinkt er vaak een ander geluid: berichten over het promoten van obesitas en een ongezonde levensstijl, reacties dat diëten de oplossing is of dat het ronduit om aandachttrekkerij gaat. Dat soort reacties zien we elke keer weer passeren van zodra er over body positivity gesproken wordt, maar het is duidelijk dat deze mensen niet begrijpen waarover we het écht hebben.”

 

het einde nog niet in zicht

“Of de impact van onze acties groot is? Dat is lastig te zeggen, in Vlaanderen staat de beweging nog in haar kinderschoenen. Het begint op te komen, de afgelopen tijd zijn er wel wat zaken over het onderwerp in de media gepasseerd”, vertelt Kilien. Ze benadrukt dat het belangrijk is om de juiste visie voor ogen te houden: “Het zal ons niet lukken de marketingstrategieën van alle grote bedrijven te ondermijnen. We moeten ons niet focussen op wat er boven ons staat, maar op de mensen rondom ons. Op hen hebben we namelijk een rechtstreekse invloed. Langs deze weg verspreidt de boodschap zich als een lopend vuurtje”, verklaart Kilien. Voornamelijk aan jongeren – die aan het begin van hun ontwikkeling staan en daardoor nog enigszins kwetsbaar zijn – de boodschap overbrengen is voor haar erg belangrijk.

Een tweede editie van The Blind Body Positive Protest zal er naar alle waarschijnlijkheid komen, dit keer in Antwerpen. “We zijn volop bezig om de eerste editie te beoordelen, zodat we in de toekomst meer deelnemers en publiek kunnen aantrekken”, aldus Kilien. Zelf gaat ze de komende maanden opnieuw aan de slag in de studio om nieuwe shoots te doen voor Chair Chaude. Ook haar podcast krijgt binnenkort opnieuw wat meer aandacht. De gesprekken die ze hierin voert, gaan over diverse onderwerpen, maar ook body positivity komt iedere keer aan bod.

Kilien gelooft niet dat ze het einde van deze strijd nog zal meemaken: “De vijand is heel groot en we zijn ook nog maar pas begonnen. Er is een mentaliteitsverandering nodig en die creëer je niet in 1-2-3. Het is fijn dat ook veel (toekomstige) mama’s de beweging steunen en zo de boodschap kunnen doorgeven aan hun kinderen”, besluit ze.

 

Meer weten over body positivity? Kilien geeft enkele Instagramtips mee:



of waarom niet zo onschuldige volwassenen toch nog steeds Sinterklaas zouden moeten vieren

05/12/2019
🖋: 

Het nakende winterlandschap wordt alweer ontsierd door pikzwarte rookpluimen. Nee, ze ontvluchten dezer dagen niet louter de bakstenen fabriekstorens. Het zijn de brandstapels in het noorden die de sneeuw zwart kunnen doen kleuren. Door traditionalistisch gebakkelei een traditie vergallen – het is allemaal wat ironisch. Maar ik laat het mijn hart niet te nauw naderen. Ik vier immers geen feest van blanke baas en zwarte knecht. Ik vier een hoger idee. Dat doe ik zelfs nog nu ik negentien ben. En eigenlijk zou iedereen dat moeten doen.

Alleszins mág iedereen dat. Want voor wie het nog niet doorhad: er zijn wel degelijk stoute kinderen geweest dit jaar, aanstootgevende huilbaby’s, onhandelbaar grut en talrijke jeugdcrimineeltjes. Toch beweerde Jan Decleir in elke toespraak het tegenovergestelde – sinds dit jaar doet Wim Opbrouck dat trouwens, de pretendent. Die bewering heeft natuurlijk alles te maken met het rooms-katholieke geloof in de onvoorwaardelijkheid van Gods liefde. Tegenwoordig is zeker niet iedereen die Sinterklaas viert een devote kerkganger, maar laat de achterliggende idee wel net zijn blijven hangen. Ook vele moeders en vaders willen jaarlijks toch even die formele bevestiging van ouderlijke genegenheid aan hun kinderen meegeven. Alleen heb ik dat nu door.

Ik begrijp nu namelijk dat mijn ouders zich uitgerekend die zesde decemberdag toe-eigenen om hun liefde te materialiseren. Het mooie is dat door dat besef het geschenk van wezenlijk in louter symbolisch verandert – maar blijf vooral een deugniet en vertel hun niet dat je de cadeautjes feitelijk niet meer nodig hebt om de boodschap te doorgronden. Ergens is Sinterklaas dus ook een fiat van het kind aan zijn of haar ouders om die liefde te kunnen blijven tonen. Die reden is althans voor mij fundamenteel. Maar voor wie er niet zo diep over nadenkt, blijft het uiteraard een uitgelezen kans om cadeaus te krijgen. 

Bovendien had ik steeds het geluk niet alleen beschoten te worden met clementines en chocolade aan het thuisfront, ook mijn middelbare school droeg steevast haar steentje bij. Ze hoeft niet eens katholiek te zijn om te beseffen dat een mooi gebaar de nakende examens net dat beetje minder angstaanjagend maakt – en laat ons eerlijk zijn, gratis eten wordt telkens weer met open armen ontvangen. Zo voelde ik mij gesteund en gesterkt door mijn school (dankzij mijn volle maag, weet je wel). Even hield die me namelijk teder het hand boven het hoofd en ervoer ik haar gekke, ondefinieerbare, onpersoonlijk-institutionele liefde. Voorwaar: fervent regent die uitdovende herinnering jaren later nog als assen neer in mijn betoog. 

Enigszins gelaten betrad ik dan vorig jaar de aula op mijn eerste universitaire 6 december. Ik had me op mijn negentiende laten verrassen door mijn ouders, omdat ik in het kielzog van hogere studies het einde van een traditie gevreesd had. Maar nee, daar was ie weer geweest, hun onvoorwaardelijke liefde. Ik was benieuwd naar wat de studentenverenigingen voor ons in petto hadden… Halverwege onze oersaaie les stormden ze binnen, zwarte Sint en witte Piet – in latex. Niet langer kon ik mijn hart nog bedwingen: ik veerde recht, ramde opgewonden mijn vuisten op de vouwtafeltjes naast me, maar voor ik uit volle borst ‘Zie ginds’ kon aanvangen, lag ik buiten westen op de grond. Fruittella in m’n oog. Een roze. 



de levensgenieter

21/11/2019
🖋: 

In het tijdperk waar het ‘moeten’ regeert, is het in onze maatschappij een absolute must om je gelukkig te voelen. Tegelijkertijd raakt om ons heen de een na de ander verzeild in depressie, angststoornis of zelfisolatie. Voor al die klachten is er een even groot aanbod aan remedies. Zijn we met ons allen gewoonweg vergeten hoe gelukkig te zijn met wie we zijn, wat we hebben en wat we doen? Of ligt het probleem ergens anders? Is er nog hoop voor ons? De Levensgenieter springt voor jullie in de bres en gaat op zoek naar een beter leven. Geluksvogeltjes.

Wanneer alles in je leven verkeerd gaat, kan je op zijn minst nog in je relatie vluchten. Jammer dat we toch zo veel fout lijken te doen. Om specifieker te zijn: we moeten romantiek, absolute monogamie en kieskeurigheid loslaten. Tenminste, wel als we ooit écht gelukkig willen zijn. De liefde is immers de essentie van het leven. Neem bijvoorbeeld de mooiste Griekse mythe (vind ik, geheel objectief). Tussen de eerste schepselen stapten man en vrouw, stevig aan elkaar vastgekleefd. Vier armen, vier benen en twee hoofden. Vergeleken met dat beest was ieder ander wezen een misbaksel: het was het slimst, het sterkst en het snelst van allemaal. Op een dag waren de goden het zat en kliefden ze die eerste mensen in twee. Vanaf die dag zijn man en vrouw gedoemd om gescheiden van elkaar te leven. Iedereen zoekt naarstig door naar diens wederhelft – en wanneer we die dan vinden, zijn we eindelijk weer compleet. Onoverwinnelijk.

Dat gezegd zijnde, laten we ons verdiepen in Alain de Botton. Deze Britse filosoof is een stuk praktischer, zo ook in de liefde. Volgens hem is de romantiek een van de grootste leugens waarop onze huidige maatschappij gebaseerd is. We koesteren het giftige maar aanlokkelijke beeld van de geliefde als iemand die jou in de armen neemt en ver wegvoert van alle pijn. Maar je moet oppassen: niet iedereen heeft het beste met je voor. Om te kunnen bepalen of iemand wel echt geschikt voor je is, moet je eerst jezelf goed kunnen behandelen.

Is jouw lief dan toch echt wel de juiste en de enige voor je? Toch een kleine waarschuwing van psycholoog Esther Perel: ze vindt monogamie een ontzettende misstap. We leggen onszelf de eis op dat we de rest van ons leven trouw blijven aan die ene ideale persoon. In de praktijk blijkt dat vaak vrijwel onmogelijk. Al moet ik zelf echt niet denken aan polygamie of een open relatie, niet wanneer ik écht van iemand houd. Toch zegt Perel: voeg een ontrouwclausule toe aan je samenlevingscontract. Iets in de trant van: “Ik begrijp dat je op een dag geen nee zal kunnen zeggen. Dat mag. Ik wil het alleen nooit te weten komen.” Op die manier kun je ‘zo monogaam mogelijk’ leven, terwijl je erkent dat eeuwige trouw meer een ideaal is dan een realiteit. Klinkt al een stuk oprechter, vind ik.

Maar wat zijn mijn eigen ervaringen daarin? Awel, om te beginnen: rustig aan, hè. Ik ben pas 22, ik heb nog alle tijd om te leren liefhebben. Ik vind dat we elkaar verrekte weinig kansen geven. Zo ben ik het sinds een jaar met mezelf erover eens dat veel ongelukkigheden rondom mijn dates voortkomen uit een onbegrip voor ongemak.

Een voorbeeld. Op een huisfeestje werd ik laatst geïntroduceerd aan een carrièretijger. Hij vroeg naar mijn schrijfambities, daarna naar mijn nummer. Twee weken later spraken we af in een karaokebar. Op mijn 'Ik ben er al!' reageerde hij met 'Ik vertrek zo!'. Negen uur werd elf uur en veranderde zelfs in twee uur 's nachts. 'Waar blijft-ie nou?', vroegen mijn vrienden tussen de nummers door. Om een rokerige vier uur 's nachts vroeg hij: 'Ben je daar nog?'. Heerlijk. Mijn Hollandse inborst had de dijk voor deze jongen al ruimschoots doorgestoken, maar alsnog sprak ik een week later opnieuw met hem af. Voor díé date nam hij me mee naar een galabal. Niet slecht, denk ik zo. Al laat een derde keer nu toch een tijdje op zich wachten. Tja.

Ik denk dat het belangrijk is om de liefde eens goed te bestuderen en te bespreken. Met vrienden, maar zeker met de geliefden in kwestie. Mensen lijken vaak in hun hoofd te hebben dat alles vanzelf gaat zodra je de ware jakob gevonden hebt. Alsof het de evidentie zelve is dat je aanvoelt wat een ander mens nodig heeft en omgekeerd. Daar is het de ware voor, schijnen we te denken. Naar mijn mening maak je met dat soort optimisme van je hart geen toevluchtsoord, maar juist een moordkuil. Niemand begrijpt je immers zoals jij jezelf begrijpt.

Zet daarom in op matige minnaars in plaats van mythische. Zo raak je minder teleurgesteld en leer je ondertussen veel over wat jij wel en niet zoekt in iemand. Plaats vraagtekens bij de fundamenten van de ideale liefde waarnaar iedereen op zoek lijkt. Sommige vragen vallen niet enkel met het hart te beantwoorden: je zal een helpend handje nodig hebben van de grootste filosofen en academici ter wereld. Schaam je daar vooral niet voor. We zijn nog jong en hebben nog zoveel te ontdekken. Wees je daar bewust van en gebruik het in je voordeel. En onthoud: je zal je wederhelft nooit kunnen herkennen voor je zelf compleet bent.

 



het Vlaams Actieplan voor Taal

21/11/2019
🖋: 

Het aantal taalstudenten keldert. Zowel in het hoger onderwijs als in secundair verliezen de taaltroepen mankracht. Tijd om in actie te schieten, pleit Hoogleraar Taalkunde Alex Housen van de VUB, medeoprichter van het Vlaams Actieplan voor Talen.

Op vijf jaar tijd zagen de opleidingen Toegepaste Taalkunde en Taal- en Letterkunde samen het aantal inschrijvingen met 23 procent dalen, zo bleek vorig jaar uit een onderzoek van de VUB. “De interesse om talen te studeren daalt, zowel hogerop als in het secundair onderwijs. Frans en Engels zijn verplicht, daarnaast kan je Duits of Spaans kiezen. Het aantal leerlingen dat ervoor kiest, vermindert: er zijn nog nooit zo weinig mensen geweest die Duits volgen, terwijl het een van de grootse talen van Europa is en Duitsland onze voornaamste handelspartner is. Erg verontrustend, vooral voor een meertalig land als België”, aldus Housen.

 

het manifest

Vijf jaar geleden heeft de overheid een succesvolle campagne gelanceerd om jonge mensen aan te sporen STEM-richtingen (Science Technology Engineering Mathematics) te volgen. Dat is een goede zaak volgens Housen. “Ik weet niet of er een causaal verband is tussen het moment dat die campagnes gelanceerd werden en de afname van het aantal studenten dat voor richtingen uit de geesteswetenschappen kiest. Vooral de keuze voor talen is sterk gedaald. Je ziet in ieder geval die twee dingen tegelijkertijd gebeuren.”

“Na STEM, nu tijd voor de taalvakken! Vooral in België is meertaligheid een van de sterktes die we dreigen te verliezen. Een eerste aspect van het Actieplan voor Taal is de focus op de lerarenopleiding, die grondig hervormd wordt. Via educatieve masters hoopt de minister studenten aan te sporen tot het lerarenberoep; na twee jaar een educatieve master te volgen kan je rechtstreeks het onderwijs in. We willen ook inzetten op de eindtermen en leerplannen voor de moderne talen, die aantrekkelijker mogen.”

"Ten tweede kunnen subsidies van de overheid een verschil maken. Scholen krijgen op dit moment extra subsidies om STEM-richtingen aan te bieden, dat wil ik voor talen. Sinds kort kunnen scholen in Vlaanderen een CLIL-traject (Content and Language Intregrated Learning) aanbieden. Dat houdt in dat je algemene vakken zoals aardrijkskunde in een andere taal volgt, bijvoorbeeld in het Engels of Frans. Als school kan je het vak dus aanbieden in een andere taal, maar daar krijg je géén subsidie voor. Terwijl dat scholen juist zou motiveren om daarop in te zetten."

"Ten slotte lijdt het lerarenberoep aan imagoschade", volgens Housen. “Als je kijkt naar landen zoals Finland of Singapore, zie je dat het daar een prestigieuze functie is. Die landen scoren ook hoog op PISA-rankings, die onder andere kijken naar de leesvaardigheid in de moedertaal en het Engels. Vlaanderen had altijd een koppositie, maar heeft die verloren. In die andere landen zijn de loopbanen ook minder vlak en kan je groeien. In ons land begin je als leerkracht en eindig je als leerkracht, hoe hard je ook je best doet. Zoiets werkt demotiverend. De opleiding en het beroep van leerkracht zijn toe aan een grondige herwaardering. Als we een kennismaatschappij willen zijn, moeten we op alle aspecten inzetten. Als er geen leerkrachten zijn, krijg je geen leerlingen enthousiast voor talen.”

 

afstoffen van aanzien

Met het Actieplan wil Housen taal meer onder de aandacht brengen en vooroordelen uit de wereld helpen. “Clichés zoals ‘taal is stoffig’ of ‘dat is gewoon zinsontleding’ hopen we te doorbreken. Het is zoveel meer. Kijk maar naar neurolinguïstiek: hoe taal zich manifesteert in je hersenen. We kijken naar hoe kinderen taal leren of op welke manier een standaardtaal ontstaat. Wat zijn de cognitieve processen die een rol spelen bij het lezen of spreken? Is het Engels makkelijker te leren dan het Duits of Frans? Het antwoord is nee, niet per se. Hoe makkelijk het te leren is, hangt af van je moedertaal.”

"Letterkunde is niet alleen sonnetten van Shakespeare opdreunen, maar ook naar de cultuur en maatschappij kijken waarin bepaalde literatuur ontstaat", gaat Housen verder. "De sociale context waarin  literatuur wordt geschreven, is ook een onderdeel van taal. Dat uit zich via intermedialiteit: literatuur vermengt zich onder andere met beeld. Het is wel nog steeds de polsslag van de maatschappij. Die vooroordelen ontstaan misschien in het secundair onderwijs", stelt de professor. "In de leerplannen zouden andere aspecten dan grammatica of zinsontleding naar voor moeten komen. Dat is belangrijk, maar er is nog zoveel meer. Aan de universiteit komt het wel aan bod en daar wil het Actieplan jongeren bewust van maken."

 

taal garant voor toekomst

Niet alleen rond de talenstudie heersen stigma’s, ook rond de werkkansen na het studeren. Nochtans vindt volgens de laatste cijfers van VDAB 97 procent van de mensen met een masterdiploma Taal- en Letterkunde een jaar na het afstuderen een job. “Als je talen studeert, krijg je inzicht in de mechanismen die erin meespelen. Creativiteit en kritisch denken worden door het World Economic Forum naar voren geschoven als de twee sleutelcompetenties voor de arbeidsmarkt van de toekomst. Dat zijn net de vaardigheden die aangescherpt worden tijdens de taalopleidingen.”

“We zien met lede ogen aan dat er steeds minder jongeren in Vlaanderen zich interesseren in taalstudies. Die trend zet zich voort in andere delen van Europa. Je ziet dat ook in de richtingen die tot de Letteren en Wijsbegeerte behoren, zoals Geschiedenis of Filosofie. Jongeren kiezen een opleiding waarvan ze denken dat die rechtstreeks toegang tot arbeidsmarkt geeft. De cijfers bewijzen echter dat de taalstudies een hoge jobgarantie hebben.”

Talen studeren betekent taalbeheersing. Meertaligheid is altijd een grote troef geweest voor België, vertelt de linguïst. “We zijn een transitland. Van onze soft power moeten we het hebben: meertaligheid is belangrijk voor investeerders. Het is een van de redenen waarom bedrijven hun hoofdkwartier hier vestigen. Dat is goed voor de werkgelegenheid. Het blijkt uit een Zwitserse studie dat de economische return van een meertalige beroepsbevolking aanzienlijk is. Er zijn zowel economische als culturele en sociale redenen om die meertaligheid in ere te houden. Ons land is een van de linguïstisch meest heterogene plekken ter wereld. Als die meertaligheid wegvalt, staat onze culturele en sociale cohesie onder druk.”

 

oh the times they are a-changin'

Het aanpakken van de taalcultuur lijkt een oplossing voor de toekomst. Maar waar is het misgelopen? “De leescultuur gaat achteruit”, oppert Housen als mogelijke verklaring. “Zeer triest: neurologische studies tonen aan dat lezen veel delen van je hersenen activeert. Dat is een veel intenser proces dan bijvoorbeeld naar YouTube kijken. Die filmpjes zijn te vergelijken met fastfood.  Een vlugge hap die snel een verzadigingsgevoel geeft. Lezen is volkorenpasta: een stuk gezonder".

Als er dan wel gelezen wordt, blijft dat vaak oppervlakkig. “De finesse ontbreekt, de belangrijke details. The devil is in the details. Kennis wordt veel oppervlakkiger opgenomen”, zegt de professor. “Als je in Google Search iets zoekt, klik je aan wat bovenaan staat. Je denkt: oké, dat is genoeg, en kijkt niet meer verder. Dat draagt bij aan het feit dat er weinig nog zeker is, iedereen verkondigt maar. De kritische ingesteldheid ontbreekt. Ik betreur dat. Sommigen zeggen dat het vechten is tegen de bierkaai. Een andere generatie is opgestaan en gaat anders om met kennis en de waarheid. Perhaps I’m an old fart. Een dino, met uitsterven bedreigd.”

“De afgelopen 4000 à 5000 jaar is kennis overgedragen via taal, vooral via geschreven bronnen. Dat dreigt nu te vervallen”, waarschuwt Housen. “Het onderwijs hamert nog altijd wel op lezen, maar de leerkrachten klagen dat leerlingen slecht scoren op een lees- of luistervaardigheidstest. De geletterdheid staat onder druk.”

 

een unieke soort

“Mijn collega’s en ik betreuren het, maar we zijn een andere generatie. We weten niet of we het bij het rechte eind hebben. Een van de Vlaamse troeven was altijd die meertaligheid, en dan bedoel ik niet tweetaligheid. De hele westerse wereld kent Engels. Maar wij hebben het Frans als streepje voor. Dat verstrekt ons toegang tot meer arbeidsmarkten en culturen. Een goede tekst schrijven is een parel. Dat opent een wereld en laat dingen in de plooi vallen.”

Taal is het enige wat ons onderscheidt van alle andere soorten, aldus de expert. “We zijn niet de enigen die communiceren, maar wel de enigen die taal als communicatiemiddel hebben. Zelfs de slimste bonobo slaagt er niet in om meer dan drie concepten naast elkaar te plaatsen, terwijl wij door middel van taal hele werelden kunnen oproepen en vertellen over wat ooit of nooit geweest is. Een dier kan dat niet. Taal is wat ons mens maakt. Als je de mens wil begrijpen, moet je zijn taal snappen.”

“Ergens nemen we taal voor lief. Iedereen heeft er ook een mening over; iedereen heeft een moedertaal, dus iedereen is een beetje specialist. In een land als België ligt taal gevoelig. Het is verstrengeld met de politieke structuur van dit land: geldverslindend en ingewikkeld. Maar er is nog geen druppel bloed gevloeid in de strijd tussen de taalgemeenschappen. Dan maar vier of vijf regeringen”, sluit Housen af.



blikopener

21/11/2019
🖋: 

De associaties die meestal in je hoofd gemaakt worden bij thema’s als ‘oude handschriften’, ‘renaissance’ en ‘vroegmoderne Nederlandse letterkunde’ kunnen we nu definitief van de baan schuiven. Sven Molenaar rondde immers onlangs zijn doctoraat af rond Het Mengelmoes. Hij onderzocht het integrale zeventiende-eeuwse handschrift, dat lange tijd onder de radar bleef en sinds 2000 aanwezig is in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Hij gaf reeds vele interviews aan Vlaamse kranten, waarbij de koppen dan vaak uitpakken met woorden als ‘pornografie’ en ‘ondergronds’. Voor dwars lichtte hij dat verder toe.

 

Sven Molenaar ontdekte Het Mengelmoes via Hubert Meeus, gewoon hoogleraar aan UAntwerpen en alom bekend onder Taal- en Letterkundestudenten. Het handschrift maakte in 2004 deel uit van een tentoonstelling, maar bleef verder onaangeraakt. Het bleek in eerste instantie een interessante bron voor de masterscriptie van Molenaar. Daarvoor maakte de student transcripties van alle veertig historieliederen in het handschrift, waarvan hij er zes selecteerde. Die handelden over de Negenjarige Oorlog aan het einde van de woelige zeventiende eeuw. In die periode was alles wat literatuur betrof onderhevig aan zowel kerkelijke als wereldlijke censuur. Daardoor kregen we tot voor kort een eenzijdig beeld van de literatuur uit de zeventiende eeuw. De renaissance is bijgevolg voor velen niet de meest geliefde periode uit de geschiedenis. Het Mengelmoes bevat alternatieve literatuur, die heel anders dan godsdienstige teksten die bekend zijn uit de periode. Het komt uit de Zuidelijke Nederlanden, ongeveer het huidige België zonder de provincie Luik.  Deze alternatieve literatuur liet zien dat er al in de zeventiende eeuw libertijnse teksten circuleerden waarin seksuele vrijheid als onderwerp voorkwam. De teksten die Molenaar onderzocht, leggen dus een ondergrondse cultuur bloot, die voordien onbekend was.

 

pornografie?

Het begrip pornografie moeten we in dat tijdskader wel anders benaderen. Sven Molenaar verduidelijkt: “In deze tijd is pornografisch materiaal een realisatie van de fantasieën van de pornograaf. In de tijd van Het Mengelmoes was dat niet zo. Toen was pornografie bedoeld om de maatschappelijke orde en moraal te ondermijnen. Daarnaast moest het lustopwekkend zijn." Wat we dan kunnen verwachten in deze geschriften, legt hij verder uit: "Het gaat eerder om lange omschrijvingen van genitaliën en beschrijvingen van seksuele handelingen. Het lustopwekkende van toen werkt nu eerder op onze lachspieren, maar was zeer progressief in de tijd dat het werd geschreven.”

Ellenlange stukken over seks in de geschriften uit die tijdspanne zijn bijzonder. Er bestaat helaas niet iets als een databank van handschriften en hun inhoud. Dat zou wel een interessant beeld geven: er zou een overzicht ontstaan van alles wat er voorhanden is en misschien nog onderzocht kan worden. In de tientallen andere handschriften die Molenaar onderzocht, vond hij niets gelijkaardigs aan de vondsten in Het Mengelmoes. Al sluit hij zeker niet uit dat er elders nog teksten van die aard te vinden zijn.

"Wil jij me jouw vogelhuisje lenen?" "Uw vogel mag mijn huis wel in, mag maar er pas weer uit nadat hij heeft gehuild."

ondergronds

Het Mengelmoes is een ondergronds handschrift. Dat houdt in dat het lang onder de radar kon blijven en nooit werd nagekeken door de censuur, in tegenstelling tot gedrukte boeken. Daarbuiten circuleerden in beperkte kringen enkele losse teksten. Liederen werden vervolgens gezongen, en prozateksten en gedichten werden voorgedragen. De libertijnse opvattingen werden op die manier verspreid en de teksten zorgden voor een hechtere band tussen de leden van de literaire kring(en). Buiten die kringen zagen de teksten weinig tot geen daglicht. Met andere woorden, de teksten bleven echt binnen de libertijnse groepen. Zo zie je maar dat subversief gedachtegoed van alle tijden is. “Deze bron kunnen we het best vergelijken met een besloten groep op Whatsapp of Facebook. Iemand met een hoge functie en een goede naam wil in de publieke ruimte geen uitspraken doen die tegen hem kunnen worden gebruikt, maar in een besloten groepje kan die persoon wel eens uitspraken doen die lijnrecht tegenover zijn publieke ideologie staan”, verduidelijkt Sven Molenaar. “O, tempora; o, mores! Wat een tijden; wat een zeden.”

Voor de onderzoeker is het besluit klaar en duidelijk. Er bestaat niet zoiets als de lange, saaie zeventiende eeuw. Het draait om perceptie en volledigheid. Zijn onderzoek toont aan dat er nog heel wat te ontdekken is. Met Het Mengelmoes zien we voor het eerst teksten die een veelzijdiger beeld geven van de literatuur uit de late zeventiende eeuw. Met die kennis worden er hopelijk blikken verruimd, hoopt hij. Het dwarse gedachtegoed is ook in deze tijd nog uitermate herkenbaar. Vogelhuisjes hebben ondertussen hun erotische connotatie wel verloren, maar over vogeltjes is het laatste woord nog niet gezegd.



de visie van rector Van Goethem op het jezuïetenerfgoed

21/11/2019
🖋: 

Universiteit Antwerpen kent een rijke geschiedenis die sterk is beïnvloed door de jezuïeten. Ook vandaag laten de jezuïeten hun invloed nog voelen binnen onze universiteit. Maar wie of wat zijn de jezuïeten en hoe zijn ze binnen de muren van de universiteit terecht gekomen? Eerder schreven we al over de invloed van de jezuïeten in Antwerpen en over hun visie op onderwijs en de blijvende invloed ervan op onze universiteit. In dit sluitstuk van deze reeks interviewde dwars rector Herman van Goethem. Hij schreef het historische werk Antwerpen en de jezuïeten: 1562-2002. Dat maakt van hem de geknipte persoon om ons te vertellen wat er nog rest van de onderwijsvisie van de jezuïeten aan onze universiteit.

het erfgoed van de Antwerpse jezuïeten

De jezuïeten zijn van de zestiende eeuw tot 1773 ononderbroken aanwezig in België. Op de vooravond van grote sociale veranderingen nam paus Clemens XIV in 1773 echter de beslissing om de Sociëteit van Jezus, beter bekend als de jezuïeten, te ontbinden. Het gevolg daarvan was de gedwongen openbare verkoop van alle gebouwen en collecties. Ook verhuisden alle Antwerpse jezuïeten naar Brussel, toen in het Oostenrijkse rijk. Van Goethem begint: “De jezuïeten bouwden inmiddels een belangrijke verzameling manuscripten van mystieke religieuze teksten op, vooral uit de veertiende en vijftiende eeuw, rond Ruusbroec”. Mystiek was een religieuze beweging die zich toelegde op de persoonlijke ervaring van God. Jan van Ruusbroec was de belangrijkste mysticus van de Lage Landen en is tot vandaag de meest vertaalde Nederlandstalige auteur op Anne Frank na. Vanaf hun heroprichting in het kersverse België in 1830 stortten de jezuïeten zich op het stichten van scholen en het terugvinden en bestuderen van oude manuscripten. "In die tijd toerde een pater met zijn brommer langs kloosters en vroeg of het Ruusbroecgenootschap hun oude manuscripten mocht hebben. Daarmee hebben ze ongetwijfeld heel wat kostbare manuscripten gered. Het gebeurde nog dat men ze verknipte, er werden zelfs kaarsen van gemaakt.” Het nog steeds bestaande Ruusbroecgenootschap is indertijd opgericht voor het bestuderen van vrome middeleeuwse literatuur.

De gebouwen op de Stadscampus zijn het zichtbaarste deel van het jezuïetenerfgoed. In 1929 kochten de paters hun vroegere gebouwen rond het Hof van Liere opnieuw aan en renoveerden ze die. Dat was om verschillende redenen opmerkelijk. Pas in de jaren 1970 waren de aankoop- en renovatiekosten afbetaald; een groot deel van deze kosten werd betaald met de wedden van paters die op UFSIA doceerden en hun geld in een fonds staken. Toen UFSIA in 2003 opging in UAntwerpen, heeft de jezuïetenorde de gebouwen cadeau gedaan aan de Universiteit Antwerpen. "Dat is toch heel bijzonder, en haast niemand die dat weet!" onderstreept de rector. Bij de oprichting van UAntwerpen richtten de jezuïeten ook UCSIA (Universitair Centrum Sint-Ignatius) op met als missie het verderzetten van het jezuïtenproject. Ook het Ruusbroecgenootschap met de kostbare collectie kreeg een apart statuut.

menswordend onderwijs versus de harde realiteit

In het vorige artikel interviewde dwars oud-UCSIA-directeur Luc Braeckmans over menswordend onderwijs. Een van de principes van de jezuïetenpedagogie is de cura personalis: de student moet zijn studieprogramma doorlopen, maar ook worden uitgenodigd om meer mens te worden door onder andere individuele begeleiding. Op de vraag wat zijn visie hierover is als rector nuanceert hij: “Globaal genomen is de onderwijsvisie van de jezuïeten overgenomen over heel Europa. Hierbij begeleidt, respecteert en stuurt men leerlingen individueel met het uitgangspunt van plus est en vous. Het is daarom belangrijk te vermelden dat de cura personalis geen monopolie is van de jezuïeten. Van school tot school bestaan er volgens mij grote verschillen, maar eerlijk gezegd denk ik niet dat jezuïetenscholen nog zo anders zijn dan andere scholen.”

Wanneer we het echter over de evolutie van het Vlaamse hoger onderwijs hebben, kunnen we toch een schaalvergroting vaststellen met een schijnbaar verminderde individuele begeleiding. Waar UFSIA een kmo was met een paar honderd personeelsleden, is UAntwerpen momenteel een van de grootste werkgevers in de provincie Antwerpen met zijn 5000-koppig personeel. Samen met colleges van soms honderden studenten tegelijk wordt de notie eerder een nummer te zijn dan een ‘mens’ toch sterker. De rector bevestigt dat: “De onderwijsfinanciering bepaalt de manier van onderwijs aanbieden, daarom kunnen wij niet anders dan lesgeven in grote groepen. We kunnen absoluut geen Angelsaksisch systeem hebben waarin aan kleine groepen lesgegeven wordt met een soort tutorship”. Interessant is dat de faculteit Rechten wel een tutorship integreert in haar onderwijs. Iedere student krijgt een professor of assistent toegewezen die hij of zij drie keer per jaar ziet en open staat voor vragen en met hem of haar de examenresultaten bespreekt. Waarom dan geen onderwijs in kleine groepen? “Dat is gewoon niet te betalen", aldus de rector.

Onderwijs in grote groepen betekent niet dat aan de Antwerpse universiteit maatwerk geheel uitgesloten is. Zo bestaat er het Departement Sociale, Culturele en Studentgerichte Diensten. “Er is een hele reeks projecten die erop gericht zijn om studenten op te sporen waarvan je denkt: die zouden weleens in moeilijkheden kunnen komen of zijn dat nu al. Daar zit cura personalis wel heel sterk in, hè.” Dat de jezuïeten verantwoordelijk zijn voor deze vorm van begeleiding wil de rector niet stellen. Deze manier van werken heeft volgens Van Goethem meer te maken met het bredere maatschappelijke gegeven dat de jezuïetenonderwijsvisie in de negentiende eeuw is uitgedijd over andere onderwijsorganisaties in heel Europa.

tussen levensbeschouwing en vorming

Over levensbeschouwing koestert de rector een sterke mening: “Onderwijs dat niet levensbeschouwelijk is, dat kan niet.” Volgens hem moet men levensbeschouwing breder zien dan godsdienst of vrijzinnigheid. Dat was ook sterk te merken in zijn programma tijdens de rectorverkiezing in 2016. Hij vond dat het vak levensbeschouwing een te enge invulling kreeg. Hij wilde het concept verbreden met oog op de meer multiculturele, diverse en gelaagde samenleving van vandaag. De korf van verbredende vakken waaruit de student vanaf dit academiejaar mag kiezen, vervangt het voorheen verplichte levensbeschouwelijke vak. De vakken in deze korf vullen de oorspronkelijke levensbeschouwelijke component minder expliciet in. In zekere zin kan men stellen dat de jezuïetentraditie van levensbeschouwing en religie geven in de opleiding niet meer wordt voortgezet. Van Goethem ontkent dat niet, maar wijst wel op een ander aspect. “Als je maatwerk wil leveren gericht op cura personalis, geef de studenten dan ook de mogelijkheid om algemeen vormende vakken te kiezen.”

“Vroeger waren er kandidaturen en licenties; de opbouw was beter, vind ik persoonlijk.” Kandidaturen duurden twee jaar en daarin kreeg je veel algemeen vormende vakken, zoals filosofie en psychologie, ongeacht welke richting je deed. Pas bij de licenties ging je je specialiseren en vakkennis opbouwen. “Dat was echt een humanistisch concept: je legt eerst een brede basis en daarop bouw je voort.” In 1999 kregen we het bachelor-mastersysteem waarbij er in de drie jaar durende bachelor meer kernelementen van de opleiding gegeven moeten worden. “Het jammere daarvan is dat het algemeen vormende element onder druk kwam te staan”. De rector stelt dat het invoeren van de korfvakken in zekere zin een antwoord is op de BaMa-hervorming en hoopt deze korf studenten stimuleert om naar meer keuzevakken vragen.



het laatste woord

21/11/2019
🖋: 
Auteur

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Of een woord dat je altijd uit een andere taal gebruikt, zonder überhaupt te bedenken of het ook in onze taal bestaat. Ook dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties weer te hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een vreemd woord, eentje waar de grappigste verhalen achter schuilgaan, een onvertaalbaar woord met een lading van betekenis of uitdrukking waarvan de herkomst al tijden niet meer duidelijk is. Deze editie het begrip ‘kwispedoor’.

Pruimtabak. Het is een fenomeen dat inmiddels diep in de geschiedenisboeken verdwijnt. Bij het horen van de term zullen onze nakomelingen wellicht hun wenkbrauwen fronsen, zich afvragend wat een pruim in godsnaam met tabak te maken heeft. We kunnen hen dan vertellen dat bij die tabak geen fruit kwam kijken, maar dat het een grof gesneden tabak was die in de mond genomen werd. Dat plukje in de mond werd pruim genoemd, het kauwen zelf pruimen. De onwetende telg zal zich dan afvragen wat er gebeurde met het verzamelde slijm, in combinatie met de gekauwde tabak. Moest deze substantie doorgeslikt worden en zo bijdragen aan de slinkende gezondheid van de gebruiker? "Nee," zeggen we dan, "daarvoor gebruikte men een spuugbak, de zogenaamde kwispedoor."

Nog verder in de geschiedenis vinden we hoe in 1596 de VOC, de Nederlandse handelsreus, de Oost-Indische kust bereikte met een aantal koopvaardijschepen. De handelsorganisatie zegevierde en koloniseerde de arme Indonesiërs om er handel te drijven. Weinig origineel, aangezien de Portugezen een eeuw daarvoor net datzelfde plan ten uitvoer brachten. Het woord cuspidor lieten ze in de Oost-Indische volksmond achter als aandenken. Een dat ook de Nederlandse koopman kon bekoren. Die doopte het woord om tot, je raadt het al, kwispedoor.

In het Wilde Westen kon de gemiddelde Indiaan zich een wereld zonder kauwtabak niet voorstellen. Maar de gemiddelde Indiaan had het mis. Spugen in het openbaar werd in de negentiende eeuw door verschillende overheden van dagelijks tafereel tot zonde gebombardeerd. Toen de ‘niet spugen’-bordjes als paddenstoelen uit de grond schoten, bleven de pakjes pruimtabak netjes in de rekken liggen, waarmee ons spuuginstrument tegelijkertijd een stille dood stierf. Onze nakomeling, die nog steeds aandachtig zit te luisteren, vraagt zich misschien af waarin hij bij de tandarts dan moest spugen. Er zijn weliswaar nu nog vormen van spuugbakken te vinden, zoals de zogenaamde spittoon gebruikt door tandartsen en de spuugbak die liefhebbers bij het wijnproeven gebruiken. Daar vinden we geen verbodsbordje terug. Mocht dit wel het geval zijn, dan zouden ze mogelijks hetzelfde tragische lot kennen als hun voorganger, de kwispedoor.