Interview met Maarten Inghels, jong literair talent
02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Herlinde Hiele

Maarten Inghels is dichter en schrijver. Hij schrijft poëzie, columns en kortverhalen en staat regelmatig op de planken met poëzie en tekst-performance. Eind 2008 verscheen zijn zeer goed ontvangen debuutbundel ‘Tumult’ en momenteel is hij bezig aan zijn debuutroman. Niet slecht voor een prille twintiger.

Is het gedichten schrijven wat stilgevallen nu je bezig bent aan je eerste roman?

Maarten Inghels Het is niet makkelijk om dat te combineren. Ik ben momenteel voornamelijk bezig met poëzie omdat ik aan het werken ben aan opdrachten voor een aantal tijdschriften. Die roman is voor mij een werk van lange adem. Omdat ik de laatste tijd zo druk bezig ben, werk ik vooral op ‘korte adem’. Dat is dan voornamelijk poëzie. Ik zou vanaf deze zomer in één adem zes maanden lang willen doorwerken aan mijn roman. Hopelijk is hij dan tegen december af, al zal hij toch ten vroegste tegen 2010 verschijnen. Het hangt er een beetje vanaf hoe snel alles vooruit gaat, maar het neemt alvast meer tijd in beslag dan ik oorspronkelijk had gepland.

 

Je bent coördinator van de Eenzame Uitvaart, waarmee je gedichten brengt op begrafenissen van eenzaam gestorvenen. Krijg je veel reacties op het werk dat je daar doet?

Inghels Vooral in het begin was er heel veel media-aandacht en kwamen er veel reacties binnen van mensen die met soortgelijke dingen bezig waren. Nochtans doen we het vooral voor mensen die helemaal niets hadden en eenzaam waren op het laatste moment van hun leven. Er wordt steeds een persoonlijk gedicht geschreven op basis van enkele gegevens die we van de overledene hebben. Op die manier proberen we die persoon nog een waardig afscheid te geven.

 

Het is even wat stiller geweest rond je literaire theatergezelschap Collectief Wolf.

Inghels Er staat wel iets nieuws op stapel. Ik ben teksten aan het schrijven voor het nieuwe theaterstuk, dat ‘Vogelke’ zal heten. Ik zal zelf niet meer meespelen, maar ik schrijf er dus nog wel voor. Het zullen vanaf nu Charlien Adriaenssens en Anne Vanvoorden zijn die spelen. Iets anders waar ik mee bezig ben en dat binnenkort van start gaat is ‘Koningsblauw’ van Behoud de Begeerte, met onder andere Remco Campert en Leonard Nolens. Dat project is ontstaan na de dood van Herman de Coninck en probeert elk jaar een hommage te brengen aan zijn poëzie.

 

Wie zijn jouw literaire idolen?

Inghels Er zijn mensen die ik heel graag lees, maar ik beschouw die daarom niet als mijn idolen of voorbeelden. Willem Elsschot, Hugo Claus en Willem Frederik Hermans, dat zijn wel schrijvers voor wiens werk ik echt veel waardering heb.

 

 

Bont is onze huid

We vechten om dezelfde slaap dat zij ons niet
het eerst overmant. Verder weten we nog niet goed
van welke kant we het beste lief kunnen hebben;
op onze rug, uit haar mond, mijn huid neemt

misschien al afscheid van mijn long. We worden
er wel steeds beter in; onder een appelboom lukt
het, aan tafel soms ook. In de zomer gaat het
langer, we draaien dan linksom, rechts, links.

Nooit zijn we alleen; de zon glimlacht in haar
mond, of naakt wuiven we de wolken uit. Van
hetzelfde bont is onze huid (ze houdt misschien
nog net de hemel aan). Haar handen blijven

een bang vogeltje in mijn handen maar mijn
omhelzing duurt een zonsondergang lang.



Bologna
02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Maarten Goethals en Marion Van Hecke

Betrouwbare informatie

Omdat rankings populair zijn maar niet altijd even correcte indicatoren hanteren, moet Europa betrouwbare informatie verstrekken. Bovendien kan elk land dankzij de data vergelijken hoe ver het staat met de implementatie van de hervormingen. Hoewel deze conferentie over studentenmobiliteit, de sociale dimensie en werkzaamheid ging, bleken de ministers niet over voldoende of actuele gegevens te beschikken over de kwesties waarover ze debatteerden. Dat blijkt ironisch genoeg uit de expliciete vraag naar het “verbeteren en versterken van gegevens”, paragraaf 21 van het communiqué.

 

Sinds de Bolognahervormingen van ’99 ondergaat het hoger onderwijs in Europa voortdurend veranderingen. De overschakeling naar een bama-structuur en het gebruik van credits als studiepunteenheden in alle Europese landen heeft het hoger onderwijs drastisch veranderd en de bevoegde ministers voor immense opdrachten geplaatst. De vraag luidt nu hoe ver iedereen staat met de omschakeling van oud naar nieuw, maar ook hoe men het er kwalitatief van afbrengt. Daarom is er nood aan correcte en solide informatie, zoals de Schotse minister van Onderwijs het verwoordde in de plenaire zitting van dinsdag.

 

In het communiqué roepen de ministers gezamenlijk op om dringend werk te maken van mechanismen die duidelijk maken hoe het nu staat met de instellingen van elk land. Deze tools moeten kwaliteit herkennen, maar ook stimuleren. Hiermee reageert Europa op het overmatige belang dat velen hechten aan rankings, die vaak via onduidelijke en onvolledige criteria instellingen nummeren. Of zoals de Finse minister het verwoordde: “Rankings zijn niet het antwoord.”

 

Maar hoe die tools er gaan uitzien en wie verantwoordelijk is voor de organisatie en het gebruik ervan, daar rept het communiqué met geen woord over.

- Maarten Goethals

 

Levenslang leren

Het werkveld, de overheden en de hogeronderwijsinstellingen moeten in de toekomst nauwer samenwerken. Zo vervullen de drie instanties hun publieke verantwoordelijkheid. Van de student en de werknemer wordt verwacht dat zij levenslang bijleren.

 

Voor het goede begrip, levenslang leren is het educatieve principe dat stelt dat een mens gedurende zijn hele leven in staat en gemotiveerd is om te studeren en leren, en dat de maatschappij daartoe de mogelijkheden moet bieden. Met het ‘Leuvencommuniqué’ plaatsten de ministers het principe van het levenslang leren (terug) op de agenda. Ze manen zowel hun overheden als de instellingen aan om de handen in elkaar te slaan en de modaliteiten tot bijscholen aan te bieden.

 

Inspelen op een steeds evoluerende arbeidsmarkt die flexibiliteit hoog in het vaandel draagt, is altijd een van de belangrijkste doelen geweest van de Bolognahervormingen. Deze moesten de werknemers van morgen voorbereiden op het professionele leven.

 

Maar wat daarna, eenmaal op het werkveld? De industrie en de dienstensector zitten namelijk niet stil. Constante vorming van het personeel is nodig. Dat hebben de ministers nu begrepen. Maar op het gebied van permanente bijscholing is nog veel werk aan de winkel. Dat blijkt uit de conclusies van een studie die speciaal voor deze conferentie is uitgevoerd. Het blijkt, zo staat te lezen, “dat er nog veel gedaan moet worden alvorens levenslang leren volledig is geïntegreerd in alle Europese hogeronderwijsinstellingen”.

 

Als oplossing pleiten de ministers voor de ontwikkeling van een nationaal kwaliteitskader tegen 2012. Sommige landen staan daar al verder mee dan anderen. Zo hopen ze dat alvast de hogeronderwijsinstellingen klaar zijn voor hun opdracht.

- Maarten Goethals

 

Sociale dimensie

Het hoger onderwijs in Europa moet toegankelijker worden. Maar de praktijk staat nog ver van de theorie.

 

De actielijn ‘sociale dimensie’ zag het levenslicht pas op de ministeriële conferentie in Praag in 2001. Pas in 2005 kreeg deze term een vaste definitie: “The student body entering, participating in and completing higher education at all levels should reflect the diversity of our populations.”

 

Het hoger onderwijs moet dus toegankelijk worden voor iedereen, ongeacht de sociale achtergrond of financiële mogelijkheden van de student. Bij een presentatie over de sociale dimensie, gegeven door de directrice van Eurostat (het statistische bureau van de Europese Unie), Inna Steinbuka, bleek dat slechts 17 procent van de jongeren wiens ouders enkel basisonderwijs hebben genoten, er in slagen om hoger onderwijs aan te vatten én te beëindigen. De definitie is bewust oppervlakkig gehouden om gemakkelijker tot een consensus te komen.

 

In het definitieve communiqué is niets veranderd tegenover de ontwerptekst die de ministers tijdens de conferentie bespraken. Het hoger onderwijs moet toegankelijk zijn en daarvoor moeten alle barrières opgeheven worden die mensen ervan kunnen weerhouden om een verdere studie aan te vatten. In de komende tien jaar moet elk deelnemend land doelen vooropstellen om ervoor te zorgen dat minderheidsgroepen zich aangesproken voelen om aan het studeren te slaan.

 

Tegenstrijdig hieraan is dat verschillende landen tot op vandaag een beleid voeren dat allesbehalve sociaal te noemen valt. In vele landen werd het inschrijvingsgeld net opgetrokken en werd er bespaard op studiefinanciering. Nederland zal in 2018 inschrijvingsgeld vragen dat een derde duurder is dan vandaag. Ook in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wordt zo aan steeds meer mensen het studeren ontzegd. In ruim tien van de deelnemende landen moeten studenten weliswaar geen inschrijvingsgeld betalen.

 

Ook in Vlaanderen blijft de ongelijkheid in het hoger onderwijs groot. Niet enkel zijn allochtone studenten ondervertegenwoordigd, hun slaagpercentage ligt ook gevoelig lager. Na het eerste jaar slaagt slechts negentien procent van de studenten afkomstig uit Turkije, de Maghreb of een Arabisch land, in tegenstelling tot een slaagpercentage van ruim 56 procent bij autochtone studenten.

- Marion Van Hecke

 

Mobiliteit

Mobiliteit werd doorheen de communiqués van de tweejaarlijkse conferenties steeds aangehaald als een van de hoekstenen van het Bolognaproces. Een gebrek aan volledige en betrouwbare data maakt het moeilijk om de mobiliteit in kaart te brengen. David Crosier van Eurydice (een informatienetwerk voor onderwijs in Europa) en EACEA (The Education, Audiovisual and Culture Agency Executive Agency) deed in zijn presentatie toch een poging om met de weinige data die voorhanden is, aan te tonen waar de voornaamste in- en output van studenten zich situeert.

 

Opvallend is dat ruim 10 procent van de studenten gaat studeren in westerse landen zoals Frankrijk, Duitsland, Finland en het Verenigd Koninkrijk, maar dat vanuit deze landen geen spectaculair hoge uitgaande studentenmobiliteit vast te stellen valt. De meeste studenten die in het buitenland gaan studeren, komen onder andere uit Ierland, IJsland, Slowakije en Albanië. Het gaat echter niet alleen om studenten. Ook onderzoekers en personeel moeten de kans krijgen om binnen de EHOR (Europese Hogeronderwijsruimte) hun horizon te verruimen.

 

De voornaamste conclusie bij het betoog van Crosier was dat er een duidelijke oorzaak-gevolgrelatie bestond tussen een gebrek aan subsidies en financiële steun enerzijds, en een lage mobiliteit van studenten anderzijds. Dat er vooruitgang wordt geboekt, ontkent geen enkele lidstaat, maar er bestaat een grote noodzaak aan verdere samenwerking. In het definitieve communiqué staat dan ook te lezen dat elk land de nodige moeite moet doen om de mobiliteit te verhogen. Tegen 2020 moet twintig procent van alle studenten die afstuderen een tijdlang in het buitenland verbleven hebben in het kader van zijn of haar studie.

 

Om de huidige lage cijfers tegen te gaan, werd in 2008 volop campagne gevoerd door ESU (European Students' Union) en EI (Education International). Met de slogan ‘Let’s go!’ willen ze het vooropgestelde doel van twintig procent mobiliteit binnen het onderwijs halen.

- Marion Van Hecke



02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Nathaniël Bovin

Wie tijdens de Bolognaconferentie in Leuven moest zijn, zal het gemerkt hebben. Leuven veranderde zowaar voor enkele dagen in een bezette stad, waar men slechts vlot kon circuleren met de juiste papieren in handen. Volgens politiewoordvoerder Marc Vrankx was deze aanpak het resultaat van geruchten dat er verschillende buitenlandse organisaties naar Leuven wilden afzakken met weinig pacifistische bedoelingen. Het kwam tot relletjes met leden van La Vague Européenne, maar afgezien daarvan bleef het over het algemeen rustig.

Benjamin, lid van een Franse anarchistische groepering, kwam met La Vague Européenne in Leuven en Brussel demonstreren tegen de ministeriële conferentie. “Allereerst hadden we met ‘La Vague Européenne’ een ‘tegentop’ georganiseerd met internationale studenten aan de Université Libre de Bruxelles (ULB). Initieel gingen we een ronde maken door Leuven, maar toen we achter de universiteitsbibliotheek op een politieblokkade stootten, raakten de gemoederen verhit. Een aantal Franse en Italiaanse studenten zochten bovendien een kans om de confrontatie met de politiemacht aan te gaan. Daarna hebben we nog gewacht tot de politie de aangehouden studenten terug vrijliet, eer we naar Brussel afgezakt zijn.”

 

Brussel viel tegen wat betreft opkomst: “De – toch nationale – betoging was met slechts een 3.000-tal deelnemers naar Franse normen zeer klein.” De atmosfeer noemt Ben “amical et festif”. Wel bleven het grotendeels twee aparte betogingen, La Vague aan de ene kant en ResPACT aan de andere. “De organisatie van ResPACT zag ons niet gaag komen, wegens de aangerichte schade tijdens de bezetting van de aula's op de ULB. Bovendien delen we ook niet volledig dezelfde doelen.” Hoewel La Vague Européenne ResPACT ondersteunt, gaan ze voor hen niet ver genoeg: “Wij zijn tegen het integrale Bolognaproces, niet enkel tegen de stijgende kosten, die maar een deel zijn van een overkoepelende privatiseringsstrategie. Voor ons moet er van Bologna afgestapt worden en gestreefd worden naar gratis en open universiteiten zonder inbreng van de markt.”

 

Het politieoptreden werd vanuit sommige hoeken als confrontationeel omschreven. Ben nuanceert: “Vergeleken met Brussel was de politie in Leuven wel duidelijker aanwezig. In Brussel werd de rol van de politie bijna volledig overgenomen door de veiligheidsdiensten van ResPACT zelf. Over het algemeen zou ik het optreden niet als te confrontationeel omschrijven, maar wel zonder tolerantie.”

 

Hebben de betogingen ook resultaten opgeleverd? De actievoerders zijn maar gematigd tevreden: “We zijn er niet echt in geslaagd om de conferentie te verstoren, en mijns inziens was de tegentop ook geen succes wegens een wat gebrekkige voorbereiding en verdeeldheid tussen de verschillende delegaties. Vooral tussen de Franse en de Spaanse studenten bestond er wat spanning wegens de vernielingen die aan de ULB werden aangericht. De Spaanse studenten vonden dat dit niet kon, terwijl de Franse studenten gewend zijn aan zulke vorm van protest. Dit heeft de sfeer wel aangetast en de goede samenwerking gekelderd.”



Bolognaverklaring, en dan?
02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Ruben Bruynooghe & Roel Moeurs

Bologna is overal. Maar waarom was het dat tien jaar geleden 29 ministers een verklaring ondertekenden die ertoe zou leiden dat het hoger onderwijs er nooit meer hetzelfde zou uitzien?

De belangrijkste evolutie die ten grondslag lag aan de Bolognaverklaring was waarschijnlijk de opkomst van een Europese arbeidsmarkt. Deze arbeidsmarkt bleek nog te veel versplinterd op het vlak van talen, leeftijdscategorieën, naties en disciplines. De academische wereld was op haar beurt ook niet aangepast aan de eisen van de Europese ondernemingen, zodat deze slechts in een kleine poel van potentiële kandidaten konden vissen, ondanks de vele hoogopgeleide jongeren die niet aan werk geraakten.

 

Om aan deze moeilijkheden tegemoet te komen, probeert Europa via het Bolognaproces onder meer om de diploma’s van de hogeronderwijsinstellingen te harmoniseren, met als uiteindelijke doel dat elk diploma uit de Europese Hoger Onderwijs Ruimte (EHOR) door alle Bolognadeelnemers erkend wordt.

 

Bologna draait echter niet enkel om harmonisering. Vanwege de groeiende internationalisering hebben de ondertekenaars ook steeds het principe van studenten- en docentenmobiliteit voorop geplaatst. De Europese landen streven er daarom naar dat zoveel mogelijk studenten een deel van hun opleiding in het buitenland volgen.

 

Ongenoegen

Een andere evolutie die de Bolognaverklaring wil tegengaan, is de tanende competitiviteit van het Europese hoger onderwijs. Sinds het begin van de jaren 90 gaan er voor het eerst meer Europese studenten in de Verenigde Staten studeren dan omgekeerd. Europa wil deze tendens omkeren en van de EHOR een wereldwijd aantrekkelijke educatieve ruimte maken.

 

Het mag verrassend heten dat de Bolognaverklaring geen juridisch bindende waarde heeft. Gezien het ongenoegen van de Europese lidstaten om onder andere hun bevoegdheden inzake onderwijs af te staan aan een hogere instantie is dat echter te begrijpen. Toen in de jaren 80 gepleit werd voor meer Europese onderwijsbevoegdheden gingen de ministers immers allesbehalve akkoord. Uiteindelijk kreeg Europa alleen maar een ondersteunende rol in het bevorderen van samenwerking tussen de lidstaten.

 

Ondanks dat Bologna slechts een intentieverklaring is, heeft het wel degelijk veranderingen teweeggebracht. De sleutel tot succes wordt vaak toegewezen aan het effect van naming and shaming: de sociale druk om niet af te gaan als minister tegenover een ministerraad van nu al 46 lidstaten wordt in de hand gewerkt door het publiceren van zogenaamde stocktaking-rapporten. Deze rapporten worden openbaar gemaakt op de tweejaarlijkse conferenties en tonen de vooruitgang die de lidstaten al dan niet hebben geboekt.

 

Omdat de rapporten vooral door de lidstaten zelf worden ingevuld, zou dat voor wat verbloeming kunnen zorgen. Daarom besloot de Europese studentenkoepel European Students' Union (ESU) om zelf op regelmatige tijdstippen een eigen rapport uit te brengen onder de titel ‘Bologna With Student Eyes’. Algemeen wordt aangenomen dat ESU minder subjectief is en daarom een betere controle kan uitvoeren op de naleving van de zes actielijnen die in de eerste verklaring werden vastgelegd.

 

2020

Deze zes actielijnen klinken een student anno 2009 meestal vertrouwd in de oren. Een “systeem van eenvoudig leesbare en vergelijkbare diploma’s” klinkt erg plausibel eens je de bezorgdheid van Bologna kent. “Een systeem van hoger onderwijs gebaseerd op twee cycli” (ondertussen drie, nvdr.) vertaalde zich bij ons net als in heel wat andere landen in het systeem van bachelors en masters. In de Bolognaverklaring zelf spreekt men van undergraduates en graduates.

 

Ook het creditsysteem is een gevolg van Bologna. Een vierde actielijn betreft de promotie van mobiliteit voor studenten en personeel en het overwinnen van de obstakels hiervoor. Ten slotte is er nog de Europese samenwerking inzake kwaliteitszorg en de promotie van de noodzakelijke Europese dimensie in het hoger onderwijs.

 

Om de controle over de uitvoering van deze krachtlijnen te behouden, werd afgesproken om tweejaarlijks samen te komen om de vorderingen te bespreken. Sinds 1999 zijn er vijf zulke conferenties gehouden, in Praag, Berlijn, Bergen, Londen en nu ook in Leuven en Louvain-la-Neuve plaatsvonden. De einddatum van het proces ligt op 2010, maar tegen dan van een eengemaakte hogeronderwijsruimte spreken is schier onmogelijk.

 

Het is dan ook niet verwonderlijk dat al voorbij 2010 gedacht wordt. De eerstkomende conferentie, die het jubileum van Bologna viert, vindt plaats in Boedapest en Wenen in 2010. De volgende traditionele Bolognaconferentie zal georganiseerd worden in Boekarest op 27 en 28 april 2012.

 

Of we tegen 2020 zullen mogen spreken van een eengemaakt hogeronderwijslandschap in Europa, zal de toekomst moeten uitwijzen. Er zijn alleszins nog een boel uitdagingen die aangepakt moeten worden, zoals de ministers deze week in Leuven ook toegaven.



Regionaal Gent
02/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Hanne Lefèvre

Opschudding in de Universiteitsstraat, want op woensdag 29 april werd daar de faculteiten Rechtsgeleerdheid en Politieke & Sociale Wetenschappen bezet. De bezetters waren ’s ochtends om zeven uur toegekomen en hadden de ramen afgeplakt en alle deuren gebarricadeerd waardoor ze zich vier auditoria en de centrale traphal toe-eigenden. Met een groot spandoek toonden ze hun solidariteit met de revoltes in gevangenissen en gesloten centra.

Af en toe ging er een ruit op de eerste verdieping open en dwarrelden er pamfletten naar beneden waarop hun standpunten uit de doeken werden gedaan. Hierin stond te lezen dat ze voor de “faculteit Criminologie” gekozen hadden omdat “deze wetenschap nauw samenhangt met het gevangeniswezen, justitie, politie en omdat diegenen die dagelijks tientallen mensen veroordelen tot jaren gevangenisstraf of deportatie hun schandelijke carrière begonnen zijn in deze faculteit.” Deze jongens zijn tegen elke vorm van opsluiting en daarom sluiten ze zichzelf op. Logisch.

 

Na overleg met de rector werd de politie ingeschakeld, die een tijdje alle deuren bewaakte. Rond 14u30 leek de politie zich te verwijderen. Op hetzelfde ogenblik kwamen de actievoerders in een groep van ongeveer dertig naar buiten. Ze wandelden rustig weg, hoewel dit niet onopgemerkt bleef. Plots zetten ze het op een lopen in verschillende richtingen. Daardoor werden er slechts zeven actievoerders opgepakt, voornamelijk door agenten in burger. Wij mochten als eersten binnen na de vrijgave van de bezette lokalen en troffen daar behalve afval ook veel achtergelaten proviand aan. De bezetters hadden er zeker nog wat langer kunnen blijven. Het staat vast dat de actie zorgvuldig werd voorbereid: de balken om de deuren te barricaderen waren op maat gemaakt en er waren geen gaten in hun systeem. Enkel hun vlucht leek wat geïmproviseerd. Rond 13u hadden ze namelijk al een poging ondernomen om het pand te verlaten via de derde verdieping. Daar is er echter een deur die enkel van buitenaf opengaat, waardoor deze actie faalde.

 

“Concrete eisen werden er niet geformuleerd door de bezetters. Ze hebben ook geen contact proberen op te nemen met de universiteit”, vertelt Dominique Van Acker, hoofd van de Directie Gebouwen en Facilitair Beheer. “Het enige wat ze wilden was dat we een dag lang de lessen zouden opschorten. Dat hebben we dan ook gedaan. De bezetters maakten echter geen aanstalten om het gebouw te verlaten. Ze gaven ook geen vooruitzichten over hoe lang ze nog van plan waren te blijven”, aldus Van Acker. De bezetters waren zeker niet alleen jonge radicalen, en dat het geen studenten zijn staat ook vast. Anders zouden ze wel weten dat er niet zoiets bestaat als een “faculteit Criminologie”.

 

Wat de actievoerders met deze actie bereikt hebben? Niet al te veel, zo lijkt het. Ze kregen aandacht van zowat alle belangrijke media, maar het blijft onwaarschijnlijk dat iemand hun ideeën serieus neemt. Heel wat studenten kregen een dagje vrij, maar of die daar blij mee zijn, zo dicht bij de examens, is een andere vraag, want die lessen zullen natuurlijk ingehaald moeten worden.



01/05/2009
🖋: 
Auteur extern
Piet Van de Velde

Er mag dit academiejaar in Hasselt dan een Pop- en rockacademie opgericht zijn, de vier studentensteden zijn altijd al een broedplaats geweest voor muziek. Antwerpen bracht dEUS met zijn duizende spin-off projecten voort; in Gent zagen Soulwax, Das Pop en een nieuwe generatie van bands het levenslicht; Leuven is de heimat van Milow en Fisher Z, terwijl Brussel de speeltuin is van Arno Hintjes en The Black Box Revelation. Ook zijn er in elke stad tal van Rock Rally’s, waar duizenden beginnende groepjes hun kans wagen om opgenomen te worden in het pantheon van de legendarische drie akkoorden.

Om het kaf van het koren te scheiden, raden we hier vier relatief ‘onbekende’ groepen aan. Ga zeker eens langs hun Myspace. Toegegeven, de keuze is natuurlijk gebaseerd op wie het meeste bier aan de redactie kon geven.

 

Leuven: Wixel

Qua locatie misschien een twijfelgeval. Wixel (Wim) gaat soms als producer aan de slag, speelt gitaar bij Guernica en onderhoudt daarnaast Slaapwel Records, een label met als enige doelstelling muziek te maken om gemakkelijker mee in slaap te vallen. Dat gezegd zijnde maakt hij met Wixel een kristalzuivere en frêle soundtrack van elk mogelijk moment, alle songs keurig gepolijst. www.myspace.com/wixel Live: 24 september in de Arenbergschouwburg (Antwerpen)

 

Brussel: Elkie Stiphout

U kent haar wel, dat meisje van de videoclip van ‘Never Alone/Always Together’ van The Black Box Revelation. Solo waagt ze zich aan een combinatie van blues en jazz. De weldenkende muziekliefhebber denkt nu: “Maar zo zijn er dertien in een dozijn.” Negenennegentig keer op honderd krijgt die van mij gelijk. Nu, echter, krijg je muziek die van zich afbijt en tegelijk voldoende maturiteit uitstraalt. En mocht zelfs deze muziek u niet interesseren, kan je nog altijd haar fotografie bewonderen. www.myspace.com/elkievanstiphout Live: hou de website in de gaten!

 

Gent: Boston Tea Party

West-Vlaamse muzikale immigranten die hun studies komen afmaken in Gent, zoals The Van Jets hen hebben voorgedaan – al verschillen ze er wel danig van. Dit duo geeft een betekenis aan het woord rock-'n-rammel. Ze klinken soms als een rechttoe-rechtaanversie van de Sioux en The Banshees en dat zonder drummer. De ritmesectie is vervangen door een tegen een plank gebonden micro die het stampen van de schoenen de zaal inzendt. Vooral live klinken ze zeer assertief, als een optrekkende Chevrolet. www.myspace.com/bostonteapartytheband Live: 9 mei in Jeugdhuis De Flodder (Langemark)

 

Antwerpen: Tex Taiwan

Nog een man-vrouwduo. De mosterd zijn ze duidelijk gaan halen bij Crystal Castles, YLHCSD en Telepathe. Nintendo-bleeps en Sega-beats vliegen tegen je aan met een snelheid van 160 bpm, met daarbij teksten als “If only, if only/ I was a flying pony”. Daar leren ze Yeats en Wilde toch lekker een lesje in de Engelstalige poëzie. Zeer energiek en catchy tegelijk, zonder dat het neigt naar pure, monotone electro. www.myspace.com/textaiwan Live: 9 mei op Pili Pili Rock (Sint-Truiden)



Studeren zonder papieren: schaar, steen, diploma
01/05/2009

De recente universitaire steunacties voor sans-papiers brengen de vluchtelingenproblematiek wat dichterbij, bijvoorbeeld in een parkeergarage of sporthal op je campus. Dat er tussen deze vluchtelingen ook studenten zitten, ingeschreven aan jouw of mijn universiteit, klinkt velen vreemd in de oren. Studeren zonder papieren: het kan, maar niet overal, niet voor iedereen en met beperkte rechten. Ook in het asielbeleid van hogeronderwijsland is willekeur troef.

Zijn naam houdt hij liever voor zich. De Nepalese vluchteling, lector en rechter in zijn thuisland, heeft een oranje kaart wanneer hij zich wil inschrijven aan de K.U.Leuven. “Better to study than watch TV all day. And in Leuven I could follow English courses.” De administratie van de K.U. Leuven zegt hem te wachten tot april én het nodige geld bij elkaar te schrapen. Een dubbel probleem: een financiële transactie van Nepal naar België is onmogelijk en in april moet hij zijn voorlopige verblijfsvergunning uit handen geven. Antwoord van de universiteit: “No.”

 

Andere universiteiten probeert hij niet. Aan de UGent raakte een bevriende vluchteling ingeschreven, maar eenmaal diens oranje kaart verlopen was, mocht hij geen examens afleggen. Het inschrijvingsgeld was nochtans betaald en hij had alle vakken doorlopen. Hij keerde terug naar Nepal. En de vluchteling die we interviewen, die kijkt nu toch tv, urenlang en ondanks de in Nepal behaalde diploma's.

 

slapende honden

Toen we haar twee jaar geleden interviewden, had Irena nog geen papieren en wachtte ze in onzekerheid op humanitair asiel. Na tien jaar België is het eindelijk zover: Irena heeft een Belgische identiteitskaart.

 

Die kaart was ooit een hinderpaal om te kunnen studeren aan een Antwerpse hogeschool, het HIVT. “Ik was het inschrijvingsformulier ijverig aan het invullen, totdat ik het nummer van mijn identiteitskaart moest opgeven. De administratie weigerde vastberaden, ook al had ik mijn middelbaar diploma in België behaald. Hogescholen zouden controle krijgen van de overheid.”

 

Een curiositeit: mensen hebben recht op secundair onderwijs, maar niet iedereen mag hogere studies volgen. Instellingen bepalen zelf wie wel en wie niet. Een wettelijk kader is nog steeds onbestaand.

 

Irena: “Aan de UA zijn ze vrij laks. Ik ben me hier komen inschrijven op aanraden van mijn studerende zus. Een kopie van een oude identiteitskaart, die stamde uit de tijd dat mijn aanvraag tot politiek vluchtelinge nog liep, volstond. Die aanvraag is uiteindelijk afgewezen, maar de universiteit heeft mijn procedure nooit opgevolgd.”

 

Het kan ook anders: toen Irena met Erasmus Belgica aan een Brusselse universiteit wilde studeren, werd ze geweigerd. “Ik was de eerste student zonder papieren die zoiets wou doen. Ze wisten geen raad met me en veel moeite om te helpen deden ze niet.” En in het buitenland studeren was, bij gebrek aan een verblijfsvergunning, al helemaal geen optie.

 

Ook de UGent heeft weinig ervaring met studenten zonder papieren die willen deelnemen aan Erasmus. Piet Ruyssinck, hoofd van de Studentenadministratie, weet waarom: “Ik heb sterk de indruk dat studenten zonder papieren low profile willen studeren, om zo weinig mogelijk doorgelicht te worden in administratieve procedures. Ze willen geen slapende honden wakker maken.”

 

eigen gang

“De universiteiten zijn nog steeds vragende partij voor richtlijnen vanuit de overheid. Maar ik begrijp dat het moeilijk is om richtlijnen op te stellen voor situaties die er officieel niet zijn”, zegt Eric Mathieu, diensthoofd Onderwijsadministratie aan de UA.

 

Dat speelt volgens Piet Ruyssinck niet altijd in het nadeel van de student: “Wij kunnen volledig in functie van de student beslissen.” Valerie Wojciechowski, diensthoofd Inschrijvingen van de VUB, omschrijft de situatie zo: “De aanvragen worden geval per geval bekeken, juist omdat er geen strikte wetgeving is.”

 

De Vlaamse studentenkoepel VVS is voorstander van een uniforme richtlijn of afspraak voor alle hogescholen en universiteiten, die onafhankelijk is van nationaliteit of verblijfsstatuut van de student. Jonas Vincken, ondervoorzitter van VVS: “Zolang er niets op papier staat, bijvoorbeeld in de Onderwijs- en Examenreglementen, kan een kandidaat-student niet in beroep gaan als de inschrijving aan een instelling wordt geweigerd.”

 

In het Onderwijs- en Examenreglement van de K.U. Leuven wordt wel verwezen naar de procedure die kandidaat-studenten zonder papieren moeten volgen. “Zij kunnen dus wel in beroep gaan als een aanvraag wordt geweigerd”, aldus Mart Buekers, vice-rector Studentenbeleid aan de K.U. Leuven.

 

Om het beleid op elkaar af te stemmen, hielden de Vlaamse universiteiten een tweetal jaar geleden binnen een VLIR-werkgroep informeel overleg. Resultaat: mensen zonder papieren kunnen zich inschrijven aan Vlaamse universiteiten als ze beschikken over een diploma van een middelbare school en als ze zich kunnen identificeren. Werd het middelbaar diploma buiten het Nederlands taalgebied behaald, moet de student slagen voor een taaltest.

 

Het informele VLIR-overleg gaat voor de K.U.Leuven niet ver genoeg. Mart Buekers: “Wij hebben binnen onze eigen Associatie gewerkt aan een gemeenschappelijke aanpak. Het zou de zaken erg vergemakkelijken als álle Vlaamse instellingen aan hetzelfde eind trekken.”

 

geen politieman

De aanpak tussen de universiteiten verschilt nog: aan de VUB, K.U.Leuven en de UA moet de toekomstige student bewijzen dat er een aanvraag voor regularisatie is ingediend, of dat hij of zij een kandidaat-politiek vluchteling is. De UGent controleert niet of er sprake is van een lopende procedure. Piet Ruyssinck: “Het is niet aan ons om tegen uitgeprocedeerden te zeggen: hier houdt het op.” Dat strookt echter niet met het verhaal van de Nepalese vluchteling.

 

Opvolging van de procedure na de eerste inschrijving gebeurt naar eigen zeggen aan geen enkele universiteit. En dat is ook niet de taak van de universiteit, meent Eric Mathieu: “De universiteit is geen politieman.”

 

Aan sommige hogescholen gaat het er anders aan toe, zegt Jonas Vincken: “Er zijn hogescholen die elk jaar, of zelfs elke maand, opnieuw controleren of de studenten uitgeprocedeerd zijn en, indien dat het geval is, de voortzetting van de studie tegenhouden.”

 

zonder recht en reden

Terug naar Irena. Ze raakte ingeschreven aan de universiteit, maar aan haar studentenstatuut hingen toch enkele beperkingen vast. Irena kon niet als jobstudente aan de slag in de universiteit. “Dan maar vrijwillig werken binnen het Tutoratproject.”

 

Nog een financiële domper: in haar master kreeg Irena plots geen studiebeurs meer. “Het ministerie was erachter gekomen dat ik geen verblijfsvergunning had. Gedaan met de financiële steun.”

 

Krap bij kas deed ze een aanvraag voor een studietoelage van de universiteit. De voorwaarden voor deze steun bleken vaag, niet eenduidig en bediscussieerbaar. Na heel wat gedoe wees de universiteit haar aanvraag af, om dezelfde reden als het ministerie: geen papieren. “Nochtans waren die aan het begin van mijn studies geen reden om me niet in te schrijven. Ik had het financieel moeilijk en was altijd geslaagd voor mijn studiejaren. Als ik nog geen aanspraak kan maken op een studietoelage, wie dan wel?” Het zijn juist studenten zonder papieren die geen recht hebben op structurele financiële steun omwille van hun nationaliteit.

 

Net als alle andere ingeschrevenen hebben studenten zonder papieren recht op de zogenaamde ‘universele studentenvoorzieningen’: ze mogen bijvoorbeeld een kamer huren in een studentenhome. Korting op het huurbedrag daarentegen is een ‘selectieve studentenvoorziening’: enkel behoeftige studenten komen in aanmerking, én ze moeten afkomstig zijn uit een staat van de Europese Economische Ruimte.

 

VVS pleit ervoor dat studenten, onafhankelijk van hun verblijfsrecht, in aanmerking kunnen komen voor selectieve studentenvoorzieningen. “Het recht op inschrijving is op dit moment niet gelijk aan het recht op onderwijs, met alles wat erbij komt kijken.”

 

persoonlijke post

Ondertussen heeft Irena een voorlopige verblijfsvergunning. Een identiteitskaart opent deuren en enveloppen: “Ik kan nu aangetekende brieven ophalen. Het heeft me vorig jaar veel gezaag gekost voordat de postbode me mijn diploma wou overhandigen.” Ze loopt nu ook een betaalde stage in het kader van haar studies. “Ik had toegezegd bij mijn werkgever zonder te vermelden dat ik nog geen papieren had en pas een week vóór de stage had ik mijn documenten. De slakkengang van de Antwerpse Vreemdelingendienst heeft me toen veel slapeloze nachten bezorgd.”

 

waardeloos diploma

Papieren, een diploma, en de problemen zijn van de baan, denk je dan. Of toch niet. Salme, een Iraakse vluchtelinge, is sinds 2001 Belg en droomt ervan om in een labo te werken, in het verlengde van haar studies Biologie in Irak. Maar eerst moet ze bewijzen dat ze een diploma heeft en dat diploma ligt nog op het Iraakse ministerie. “Mijn familie mocht me het document niet opsturen; ik moest het zelf komen halen, om fraude te voorkomen. Ik dus terug naar Irak.”

 

Eenmaal het bewijs in handen wordt het diploma niet helemaal erkend: aan de K.U. Leuven moest Salme haar licentie opnieuw doen. Niet bepaald een ideale situatie als moeder van twee kinderen, in een financieel zwakke situatie. “Om nog aanspraak te kunnen maken op een uitkering heb ik het eerste jaar maar enkele vakken als vrije studente genomen. De twee laatste jaren heb ik als een echte studente alle lessen gevolgd en heel hard gestudeerd, zonder uitkering.”

 

Vorig jaar behaalde Salme haar diploma. Twaalf maanden en 51 sollicitaties later heeft ze nog steeds geen werk, zelfs niet onder haar diploma. Onvoldoende kennis van het Frans en het Engels blijkt de boosdoener. “En ik ben nog zo gemotiveerd – getuige onder meer mijn dubbele studiecarrière en de werkervaring die ik in Irak en België heb opgedaan. Het maakt allemaal niets uit.” Deze verstandige vrouw heeft een diploma en zin om te gaan werken. En nu zit ze hele dagen op haar balkon, te staren naar de labo’s van Gasthuisberg, in de verte.



Dr. Khan, geestelijke vader Pakistaanse kernbom
30/04/2009
🖋: 

Speciaal voor u ging B*LGApers op zoek naar een van de topproducten van het Vlaamse Universitaire Onderwijs. Uw reporter trok naar Pakistan en sprak er met dr. Abdul Qadir Khan, de atoomgeleerde die Pakistan een nucleair programma gaf én zijn doctorstitel in 1972 behaalde aan de K.U.L.! Hoog tijd om samen met hem terug te blikken...

Dr. Khan, waarom koos u precies voor de K.U.Leuven als Belgische universiteit?

Omdat het de enige in België is uiteraard.

 

Er zijn toch ook nog de universiteiten van Gent, Antwerpen, Brussel, Luik, Namen...

Echt? Toen ik er aan het werk was, herhaalden mijn Leuvense collega's steeds dat er maar één echte universiteit was. Ze zeiden wel dat er veel ketterse ‘schooltjes’ hun best deden om in de buurt te komen, waarop steeds een zelfingenomen lachsalvo volgde. Ik heb dat dan maar overgenomen. (buldert) Muhaha!

 

U staat bekend als een atoomspion die in 1975 de geheimen van uraniumverrijking in Europa stal, startte het Pakistaanse atoomprogramma én u bekende in 2004 deze informatie te hebben doorverkocht aan Iran, Libië en Noord-Korea. Geen last van uw geweten?

Daar raakt u mijn tere zieltje. (met tranerige ogen) Ik heb jaren de slaap niet kunnen vatten omdat ik vergeten was met de informatie langs Syrië en Cuba te passeren. Ach ja, niet iedereen is perfect zeker?

 

U gaat nogal lichtjes over deze kwestie heen. Bijna had u in 1983 in Nederland een fikse gevangenisstraf opgelopen voor uw spionagepraktijken.

Bwa, wat is spioneren? Voor het hogere goed moet je nu eenmaal soms je toevlucht nemen tot wat men in Europa ‘clandestiene praktijken’ noemt. Ik pleit al jaren voor multiculturaliteit en wederzijds begrip! In mijn land is de verkoop van marihuana bijvoorbeeld illegaal. Moet ik elke Nederlander dan ook met een proces opzadelen? We zijn toch volwassen mensen, alsjeblieft!

 

U promoveerde in 1972 aan de K.U.Leuven tot doctor in de natuurkunde. Waarom hebt u er niet voor gekozen om uw kennis voor humanere doeleinden te gebruiken?

Patriotisme is ook een vorm van menslievendheid, beste man! Welk nobeler doel dan je landgenoten te geven waar ze zo naar verlangen, namelijk kernwapens! In België krijgen de kinderen met hun plechtige communie een fiets. Bij ons is dat een Kalashnikov. Zodoende kan u zich inbeelden dat een Pakistaanse kernbom voor mijn landgenoten op dezelfde hoogte staat als een overwinning van de Rode Duivels voor de uwe. Gelukkig had Pakistan iemand als ik! U zoekt toch nog een bondscoach, nietwaar?

 

Dat ter zijde. Was het moeilijk uw doctoraatstitel te behalen?

Toegegeven, ik was niet de meest briljante student. Eerst heb ik nog geprobeerd om een eredoctoraat in de wacht te slepen, maar aangezien ik niet echt kunstzinnig of van koninklijken bloede ben, moest ik dat idee snel opbergen. Ik had, denk ik, wel chance dat ik uit Pakistan kwam. De democratiseringsgolf van mei '68 was net achter de rug, waardoor ze maar al te graag buitenlanders op hun loonlijst hadden staan. Dat had blijkbaar iets met subsidies te maken.

 

De titel van uw werkstuk, dat met grootste onderscheiding bekroond werd, luidt “De impact van het metallurgisch-dynamisch nucleusdenken op de reciprociteit binnen een asymptotische homeostase”. U spreekt evenwel geen Nederlands. Hoe verklaart u dat?

Ook voor mij is dat een raadsel. Ik was indertijd vijf dagen per week actief als stagiair op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel. Als dan een of andere onverlaat in mijn naam een document in Leuven indient, wie ben ik dan om dat tegen te houden?

 

Leuven is en blijft dus de stad waar u de nucleaire kennis opdeed die van Pakistan een kernmacht heeft gemaakt. De stad die van u zelfs een held in eigen land maakte.

Ach Leuven, grootstad en wereldcentrum der kennis. Alles begint en eindigt daar. Zo heb ik horen vertellen dat de bekende mensen in uw land tegenwoordig allemaal professoren van de K.U.Leuven zijn. Bravo!

 

Hebt u tot slot nog een boodschap voor onze lezers?

Niet echt, maar... Onlangs vroeg een visionair landgenoot van u of ik niets kernachtig kon uitdokteren voor uw land, of toch een deel daarvan. Zou u dit dossiertje aan de heer De Crem kunnen overhandigen?

 

 

Dit interview kan enkele toevallige nauwkeurigheden bevatten. Waarvoor onze excuses.



Meeloper
30/04/2009
🖋: 

Bus 9 Gentbrugge Groeningewijk – Mariakerke Driesdreef stroomt leeg bij de halte voor het afgelegen gebouw van de faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen (FPPW). Het verlopen betonnen complex werd in 2005 uitgebreid. Het interieur kreeg in datzelfde jaar een opknapbeurt. In de hal hangt een digitale klok: 28/04/09 - 8:17 AM. Het begin van een dag als student in Gent.

Verdeel en heers

De les Fysiologie van de eerste bachelor Psychologie vindt plaats in een grote aula met roze vloerbekleding en gele baksteen die trapsgewijs langsheen de zijmuren loopt. Op het spreekgestoelte vooraan hangt een poster van de nationale betoging tegen de verhoging van de studiekosten. De prof is erg nieuwe stijl: stoppelbaardje, haar achteruit, MacBook en een microfoontje opgespeld. ‘Episodisch langetermijngeheugen’ projecteren twee beamers op evenveel schermen. Het volgende puntje – vertelt de prof halverwege het eerste deel – kan interessant zijn voor ons, de studenten. De Total time-hypothese houdt in dat de hoeveelheid die je kan leren in functie staat van de studietijd, maar er is een geweldig verschil tussen massed en distributed practice: beter één maal tien uur studeren, dan twee maal vijf. Rumoer in de aula. “Sorry, wat heb ik gezegd?” vraagt de prof. “Nee, sorry, het is natuurlijk andersom: beter twee maal vijf uur, dan één maal tien.”

 

Sterrenrestaurant

Negentien voor elf. De les is afgelopen. Ik ga op zoek naar wc’s, vuilnisbakken, studentenblad Schamper, een pingpongtafel en de bib. Het is leuk om vast te stellen dat men ook op de UGent sorteert. Een A4’tje ‘PMD’ en een A4’tje ‘Restfractie’ maken duidelijk wat waarin hoort. In de bib vind ik een computer waarmee ik op internet kan zonder in te loggen, iets wat op de UA niet mogelijk is. 's Middags vraagt de bibliothecaresse om af te ronden: blijkbaar sluit men hier tijdens de lunchpauze. Op weg naar buiten lees ik de valven. De aankondiging van een gastcollege over ‘The history and geography of human left and right handness’ vertedert me. Ze doet me beseffen dat studeren waarschijnlijk de grootst mogelijke luxe is. Buiten voor de ingang staan wat studenten met een megafoon, twee diabolo’s en enkele Arafatsjaals. Zo dadelijk trekken ze naar het station voor een pre-betoging en dan naar Brussel voor de eigenlijke manifestatie. Samengevat gaan ze ervoor ijveren dat iedereen aanspraak kan maken op die luxe die studeren is.

In het studentenrestaurant in het nieuwe gedeelte kent men sterren toe aan de vijf aangeboden maaltijden. Hoe gezonder, hoe meer sterren. Mijn vis pavé Bordelaise krijgt er zeven en is daarmee koploper. Bij het afrekenen ontvang ik een bonnetje dat meldt dat ik geholpen werd door job 1. De resto is tamelijk groot. De eerste verdieping kijkt uit over het gelijkvloers en de buitenwanden zijn volledig van glas. Bij de kassa hangt een voedseldriehoek, er is gratis drinkwater en de broodjes worden hier naar voorkeur vers bereid. Goede punten dus voor de eetvoorziening.

Tafeltennistijd. De FPPW, het gebouw van de Sport- en Bewegingswetenschappen en het sportcomplex aan de Watersportbaan liggen alle drie even buiten het centrum van Gent, door de rest van de universiteit wat verstoten. Voor twee euro per persoon kan je als niet-student pingpongen. De tafels staan in een patio met aan de ene kant uitzicht op het zwembad en aan de andere kant twee grote sportzalen.

 

Overvloed aan de Overpoort

Ik neem tram 22 naar ’t Zuid. Ruwweg strekt de studentenbuurt zich uit tussen de Vooruit en de Overpoort. Een pijl met ‘UGent De Therminal’ wijst een steegje in. Ik volg een paadje naar beneden, voorbij de faculteit Economie en Bedrijfskunde om uit te komen bij een groot gerenoveerd gebouw. Het oude pand telt enkele verdiepingen met sobere, ruime lokalen met blinkende vloeren en glazen wanden. Na wat rondzwerven in deze levensgrote vitrine vraag ik aan de balie wat dit gebouw juist is. “Dit is het studentenhuis”, antwoordt de receptioniste. “Hier stellen wij ruimtes ter beschikking aan verenigingen en initiatieven van studenten.” Ongelooflijk is dat, bijna decadent.

Op de grens tussen het Sint-Pietersplein en de Overpoort staan enkele studenten in een rijtje op de stoep. Boven hen hangt een bord met daarop ‘De gouden saté’ en een foto van Julien en schoonzoon Peter, de uitbaters van wat een legendarisch frietkot moet zijn. In de nauwe zaak waar je enkel kan afhalen, hangt de muur in de diepte vol met posters. De korte muur aan het einde van de toog toont allerlei krantenknipsels die de faam van de frituur bevestigen. Het topstuk is een poster van Wendy van Wanten die in viltstift de frietjes van Julien aanprijst.

Na de Bicky Burger is het tijd voor een pilsje. Als psychologiestudent in Gent heb ik twee keuzes, de ∏-nuts op een hoek van het plein en de Artevelde in de Sint-Pietersnieuwstraat. Het wordt Artevelde, een fancy studentencafé en -bistro met hoge tafels met krukken, gewone tafels en zeteltjes. Uit de toog komt blauw licht en rode matglazen lampen moeten voor een warme gloed zorgen. Niemand maakt gebruik van de twee pooltafels die in een ruimte achteraan op een verhoog staan. De meisjes van studentenclub VPPK zitten aan hun avondeten. Een spaghetti kost zes euro vijftig. Na het leegdrinken van mijn biertje, een euro zeventig voor vijfentwintig centiliter, blijven mijn metgezel en ik als enigen in het café over. Tijd om naar huis te gaan.



30/04/2009

Wat kan voor Europese studenten niet door de beugel? Waarvoor ijveren hun studentenvertegenwoordigers? Waarmee houden zij hun rector uit z'n slaap? Het Bologna Seminarie van de Europese studentenkoepel ESU verenigde zo'n 120 studentenvertegenwoordigers uit meer dan 30 landen, goed voor een achterban van bijna elf miljoen (!) studenten. Genoeg kandidaten en voldoende hete hangijzers.

Estland: "Red ons onderwijs!"

Allan Päll, nationaal studentenvertegenwoordiger. “High education is too expensive.” In de crisis verloor het hoger onderwijs in Estland al dertien procent van haar budget, maar er zal nog verder gesnoeid worden.

 

Het inschrijvingsgeld aan een Estse universiteit bedraagt maar liefst €1.500. Op basis van gestandaardiseerde tests wordt een deel van de studenten vrijgesteld van dit inschrijvingsgeld; goed voor de rijken, pech voor de sociaal zwakkere klassen met vaak minder voorkennis.

 

Beurzen zijn er wel, ook op basis van testresultaten, maar die €65 per maand is "not even enough to pay a student room." Om het geld te kunnen ophoesten, zijn er veel studenten die een voltijdse job combineren met voltijds studeren, waardoor ze minder tijd steken in hun studies dan in het verdienen van geld. En de universiteiten, die passen zich aan, waardoor de kwaliteit van het onderwijs daalt. “The quality is depressing.”

 

De Estse studentenkoepel van Allan wil het hoger onderwijs van inschrijvingsgeld ontdoen. Estland zit in een demografische crisis, met zeer weinig geboortes, waardoor het binnenkort niet zo heel veel zal kosten om iedereen gratis te laten studeren. De overheid wil dan weer dat iedereen (lager) inschrijvingsgeld betaalt, met een studentenleningsysteem erbij.

 

Diezelfde overheid is echter bang om dit – in crisistijd gevoelige – debat open te gooien. De studentenkoepel voert nu een onderzoek naar het financieringssysteem en er is, in samenwerking met de overheid, een werkgroep opgericht, “but these things can take time, a long time”.

 

Frankrijk: "Opstandigen, laat ons terug naar de les gaan!"

Claire Guichet, voorzitter nationale studentenkoepel FAGE. Al drie maanden teisteren stakingsacties van proffen en een deel van de studenten verschillende Franse universiteiten. Faculteiten worden geblokkeerd, lessen geschrapt, de resultaten van het eerste semester niet meegedeeld. “Une grève égoïste”, roepen spandoeken. “Une catastrophe pour les étudiants qui veulent obtenir leur diplôme”, verzucht Claire.

 

De actievoerders gaan niet akkoord met de wijziging van het onderzoekersstatuut en de universitaire autonomie die Sarkozy vooropstelt. Rectoren die te veel macht zullen krijgen, proffen die meer les moeten geven, een universiteit die bedrijfsmatig private middelen bijeenharkt, posten die verdwijnen: de redenen van het protest zijn veelvuldig.

 

Hoewel het decreet ondertussen al deels gewijzigd is, gaat het protest door, althans onder studenten. Claire: “Le bordèle continue. On ne veut que la grande victoire.” Van onderhandelingen is geen sprake. De manifestaties lopen helemaal uit de hand. Op sympathie van de publieke opinie kunnen de studenten niet rekenen, hun argumenten worden demagogischer met de dag en het imago van de universiteit verslechtert almaar. Er zijn ook conflicten tussen studenten die terug naar de les willen en hun protesterende collega's.

 

Er wordt nu gedacht aan lessen tijdens de zomer, maar zo blijven de (minder rijke) jobstudenten en internationale studenten in de kou. De studentenkoepel van Claire stelt voor dat studenten van stakende departementen les volgen op verplaatsing. De stakers gaan echter niet akkoord.

 

Vier jaar op rij heeft Claire steevast twee weken geen les wegens protestacties.

 

Ijsland: "Geef les in de zomer!"

Anna Sigridur Haflidadottir, studentenvertegenwoordiger in de Studentarad Haskola Islands (SHI). Hoewel deze studentenraad slechts één IJslandse universiteit vertegenwoordigt, zit op deze universiteit wel 70 procent van de IJslandse studenten.

 

De economische crisis, die het land op de rand van het bankroet bracht, heeft uiteraard ook een impact gehad op het hoger onderwijs. Daar waar er normaal zo'n dertigduizend studenten in de zomervakantie een studentenjob zouden hebben bij banken en bedrijven, zal dat nu slechts een fractie van een fractie zijn.

 

Ondanks een panelgesprek met de overheid, waarin de politici hun plannen voor het hoger onderwijs uit de doeken deden, spraken ze vooral “out of their asses”.

 

De oplossing die het SHI dan maar heeft bedacht, is om simpelweg van de zomer een derde semester te maken, met examens en al. Hierdoor kunnen de studenten ook tijdens de zomer een beurs krijgen. Omdat politici altijd moeite hebben om studenten serieus te nemen, besloten de studentenvertegenwoordigers een sit-in te houden voor het ministerie van Onderwijs, uiteraard met de nodige persaandacht. En kijk, dankzij de publieke druk is het plan aangenomen.

 

Anna ziet IJsland als eerste uit de recessie klimmen. Zolang niet iedereen naar het buitenland vertrekt om, je weet wel, een job te hebben.

 

Bosnië en Herzegovina: "Unief, ga met uw tijd mee!"

Sania Tepavcevic, international officer van de studentenkoepel Surs. Hoewel de studentenvertegenwoordigers een goede relatie hebben met hun overheid, blijven er veel problemen bestaan. Het is ondertussen al tien jaar geleden sinds Bosnië en Herzegovina het Bologna-akkoord ondertekenden. Maar de implementering laat op zich wachten. Een gebrek aan geld, of aan wilskracht, of beide. Bijgevolg is dit slechts het tweede jaar dat studenten binnen de Bolognastructuur (bama dus) studeren.

 

De problemen situeren zich voornamelijk op drie vlakken: mobiliteit, studentenaccomodatie en de ouderwetse lesmethodes van de proffen. Dat laatste is maar moeilijk te verhelpen: proffen die zichzelf als het middelpunt van alles beschouwen doen inzien dat het eigenlijk om de studenten moet draaien, is niet makkelijk. Maar langzaam maar zeker treedt er verbetering op.

 

De studentenaccomodatie heeft ondertussen een financiële boost gekregen na een verbeten strijd tussen de studentenvertegenwoordigers en de overheid. Maar het ene gevecht is amper gewonnen, of het volgende dient zich al aan. Bologna moet immers de mobiliteit vergroten, maar momenteel is die zelfs binnen het land vrijwel onbestaande. De enige manier om in het buitenland te gaan studeren is als je universiteit zelf akkoorden met andere universiteiten heeft afgesloten.

 

De overheid zou het studeren in het buitenland actief moeten promoten, onder meer door hier beurzen voor te creëren. Als de studentenverenigingen zich hier tegenaan gooien, kan dat niet lang meer duren. Sania vindt het alleen jammer dat ze bijna afgestudeerd is en al die verbeteringen niet meer actief mag meemaken.

 

Georgië: "Buit Bologna niet uit!"

Kate Chachava, verkozen lid van de Student Union Development Committee van ESU. Vóór het Bologna-akkoord was het hoger onderwijs in Georgië gratis, was er voldoende financiële steun en studeerde bijna 90 procent van de studenten die aan een hogere opleiding begonnen af.

 

Sindsdien steeg het inschrijvingsgeld al tot €800 (de overheid betaalt dit voor sommige studenten, maar voor de rest hoeven studenten niet op al te veel financiële steun te rekenen) en werd meer dan de helft van de hogeronderwijsinstellingen gesloten onder het mom van kwaliteitscontrole.

 

Naast goedkoop onderwijs is er ook van flexibiliteit in Georgië niet veel gekomen. De universiteiten die strikter zijn, soms zelfs in die mate dat een student 75 procent van de lessen moet volgen om te kunnen afstuderen, worden als de betere instellingen gezien. Streng is degelijk, nietwaar? Niet waar, maar streng is alleszins duur.

 

Kate was de eerste Bologna-expert van Georgië en ze is haar vertrouwen in het proces nog niet in verloren. Maar nog geen jaar na de oorlog, met een instabiele regering die betogingen als “destabiliserend” ziet, is het moeilijk om hier public awareness rond te creëren. De overheid probeert wel, maar lijkt te falen bij elke stap. Zo zijn er akkoorden gesloten met verschillende universiteiten om studenten in het buitenland te laten studeren, maar dit zijn voornamelijk dure elite-universiteiten, niet eens zo veel binnen Europa zelf.

 

Het spoor waar Georgië momenteel op zit is duidelijk het verkeerde, met duurder, minder flexibel en minder mobiel hoger onderwijs. Waar het in de toekomst naartoe gaat, is bang afwachten.

 

Ierland: "Kom op tegen de studentonvriendelijke regering!"

Bartley Rock, Ierland, education officer van de Union of Students in Ireland (USI). USI bestaat al vijftig jaar en is een van de meest professionele studentenkoepels van Europa. Ze beperkt zich al lang niet meer uitsluitend tot het hoger onderwijs, maar voert ook campagnes rond veilig vrijen, gendergelijkheid, holebirechten en natuurbescherming. Maar dat betekent niet dat het hoger onderwijs in Ierland perfect georganiseerd is.

 

Er is in Ierland geen inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs, maar er zijn wel administratieve kosten, de zogenaamde student services charge. In 1996 bedroeg die €100. Dit jaar is het €900 en volgend jaar zal het €1.500 zijn. Om deze trend te keren, pleit USI voor een progressief belastingsstelsel, waarbij je procentueel meer betaalt naarmate je meer verdient, en het sluiten van alle mazen in de belastingswet. Met het bijkomende geld dat hierdoor verkregen zou worden, kan ook de invoering van studentenleningen vermeden worden. Die zou volgens USI de lagere sociale klassen benadelen, omdat zij een grotere vrees hebben om zich in de schulden te steken.

 

Het hoger onderwijs zou centraal moeten staan in elk plan om de recessie te bestrijden (de economische groei in Ierland bedraagt momenteel -6 procent). De Ierse oppositiepartijen volgen USI hierin. De huidige regering lijkt er echter niet happig op om de plannen van USI tot uitvoer te brengen, waarop de studentenkoepel een registratiecampagne voor de verkiezingen op poten heeft gezet waarin expliciet wordt opgeroepen om niet op de huidige regeringspartijen te stemmen. Ze zullen de overheid eens laten zien wat voor een impact de 250.000 zielen tellende studentenpopulatie kan hebben als ze zich mobiliseert.