Eigen gelijk eerst
21/11/2009
🖋: 

Onze vorige minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke, voerde eens een financieringsmodel in voor het hoger onderwijs dat gebaseerd was op het aantal publicaties en in welke wetenschappelijke tijdschriften die verschenen. Dat was niet naar de zin van vele menswetenschappers. Zij hadden opgemerkt dat de (best betalende) A1-tijdschriften voornamelijk Engelstalig en niet heel menswetenschappelijk zijn. Nu probeert de Vlaamse Interuniversitaire Raad daar een mouw aan te passen met het Vlaams Academisch Bibliografisch Bestand, een what’s hot (and gets you paid) and what’s not (and doesn’t) van de menswetenschappelijke publicaties. Hoewel deze lijst, opgesteld door een werkgroep van Vlaamse professoren, nog met één been in de planningsfase zit, lijken dezelfde kritieken opnieuw de kop op te steken. dwars luisterde mee.

Ondergesneeuwd

In onze 21ste eeuw is onderzoek ook een kwestie van heel veel kortetermijncontracten, doctoraatsbeurzen e.d., concurrentieel vergeven uit magere budgetjes. De betrokken commissies moeten dus – minstens voor een eerste selectie – kunnen wegen en tellen. Omdat menswetenschappers in erg diverse kanalen plegen te publiceren, die moeilijk in botte cijfers te ijken zijn, is daar ongeveer alles op tegen. Er is alleen, in de praktijk, geen andere weg. Churchill zei dat de democratie het slechtste politieke systeem was, met uitzondering van alle andere. In die zin ben ik wel vóór de VABB.

Alleen is het, omdat iedereen zoveel mogelijk wil binnenhalen en zijn onderzoeksgedrag dus op dit soort wegingen gaat afstemmen, allesbehalve denkbeeldig dat wat nu ondergewaardeerd wordt, mettertijd ook ondergesneeuwd raakt of zelfs verdwijnt. Er zijn de voorbije jaren kleine veldslagen geleverd om te vermijden dat voortaan alleen Engelstalige publicaties zouden meetellen; op dit moment ziet het er gelukkig naar uit (voorzichtigheid blijft geboden) dat we meertalig zullen ‘mogen’ blijven en dat ook het Nederlands een bescheiden plek onder de academische zon zal kunnen bewaren.

Anderzijds horen menswetenschappers niet alleen voor hooggeleerde collega’s te schrijven, maar ook voor een breder publiek. Ik hoop alleszins dat mijn (oud)-studenten bij tijd en wijle zin zullen hebben in toegankelijke info over recente ontwikkelingen in de literatuur, of over auteurs die ze graag lezen. Het is dan ook bijzonder jammer dat vulgarisatie (het woord zelf is al ongelukkig) in de meeste rankings die nu circuleren eerder laag ingeschat wordt: de collega’s die de drafts schrijven vergeten kennelijk graag dat Academia, bij alle onmisbare internationalisering, even dringende plichten heeft op het thuisfront. Als we publicaties voor dat circuit als tweederangs gaan beschouwen, gaan alleen tweederangs figuren er zich nog mee inlaten – en worden mijn oud-studenten ondermaats bediend.

 

Paul Pelckmans,
Departement Letterkunde, Universiteit Antwerpen

 

 

De riemen die we hebben

We leven in tijden van anglobalisering, groeifundamentalisme en geïnstitutionaliseerd wantrouwen (of kwaliteitszorg), en dat heeft ook gevolgen voor de overheidsfinanciering van het wetenschappelijke onderzoek. Het VABB-SHW geeft de sociale en humane wetenschappen een kans om aan te tonen dat ook onderzoek dat niet opgelijst wordt in de diverse databanken van het Institute for Scientific Information (een filiaal van het beursgenoteerde bedrijf Thomson Reuters), en zelfs onderzoek dat – I kid you not – niet eens in het Engels gepubliceerd is, van zeer hoge kwaliteit kan zijn en ook zo erkend moet worden in de outputfinanciering voor de Bijzondere Onderzoeksfondsen. Voor de vele volgelingen van de Cultus van Calimero in vooral de alfawetenschappen lijkt die kans al op voorhand verkeken en is het wat lachwekkend genaamde “Gezaghebbend Panel” dat het VABB moet samenstellen niet meer dan een clubje naïeve excuustruzen of collaborateurs dat de schone schijn moet ophouden terwijl het echte geld al lang versluisd is naar de big business betawetenschappen. Toegegeven: de helft van de publicatieoutputcomponent in de BOF-verdeelsleutel gaat naar door ISI geturfde citaties van werk van Vlaamse wetenschappers en daar komen de alfa-en gammawetenschappen niet voldoende aan hun trekken; en van de andere helft, die voor eigenlijke publicaties is bestemd, wordt ook 85% voorbehouden voor artikels in ISI-tijdschriften. Maar eens het VABB er is, kan berekend worden of de resterende 15% (2,625% van de BOF-middelen) een correcte inschatting is van het wetenschappelijke werk waar ISI geen tijd voor heeft want geen geld voor krijgt, en afhankelijk van de uitkomst van die berekening kan ook de royale voorafname op citaties ter discussie worden gesteld. Als we de botte bibliometrie willen bijsturen is het beter te analyseren dan te jeremiëren.

 

Ortwin de Graef,
Departement Letterkunde, Katholieke Universiteit Leuven



21/11/2009
🖋: 
Auteur

Het is december. Na ruim twee stormachtige maanden is er eindelijk land in zicht en lijkt je leven in een iets rustiger vaarwater terecht te komen. Het studentenleven wordt overboord gegooid en de koers wordt radicaal gewijzigd. Dankzij de C van cultuur hou jij het hoofd deze maand gelukkig nog boven water. dwars klom in het kraaiennest en ging op zoek naar de beste en meest culturele plaatsen in Antwerpen.

Metropolis (01/12) | Ladies @ The Movies

Metropolis organiseert iedere eerste dinsdag van de maand een echte ladiesnight. Een melige avond met film, entertainment en een goedgevulde goodiebag. Deze maand staat de avant-première van ‘Dossier K’ op het programma, een Vlaamse actiethriller over de Albanese maffia in Antwerpen. Nu niet direct een vrouwenfilm, maar je hebt hem in ieder geval eerder gezien dan je vriendje.

 

Fakkeltheater (3/12 t.e.m. 19/12) | ‘Wie slaapt waar?’

Een echte romantische kerstkomedie van Loge10 theaterproducties met onder andere Frans Maas en An Vanderstighelen. Wanneer vrijgezel Harry plots bezoek krijgt van zijn wulpse, jeugdige en hoogzwangere bovenbuurvrouw, dient zich een cruciale vraag aan: “Wie slaapt er vanavond op de bank?”

 

Petrol (5/12) | Absynthe Minded, Landfill, Discobar A Moeder e.a.

Petrol speelt voor Sint en trakteert je op een avond vol met goede bands en dj’s. De dromerige en ontspannende muziek van de mannen van Absynthe Minded en Landfill, afgewisseld met de vrolijke en exotische beats van Discobar A Moeder en Nils Holgerffun om door te gaan tot in de vroege uurtjes.

 

Studentenresto ‘Den Eik’, CDE (8/12) | Thomas Smith

In het kader van Campus Cultuur staat er voor de laatste maal een cultuurlunch op het programma. Deze maand zal de stand-upcomedian Thomas Smith jouw brochettes en boterhammetjes beter doen smaken.

 

De Bourla (9/12 t.e.m. 19/12) | ‘Titus Andronicus’ door Olympique Dramatique

“Welkom in de hel.” Met deze woorden verwelkomen de mannen en vrouwen van dit inmiddels beruchte theatergezelschap hun toeschouwers. De bewerking van veruit het meest gruwelijke stuk dat Shakespeare ooit schreef, belooft dan ook veel bloederige taferelen, weliswaar voorzien van een komische ondertoon.

 

Het Zuiderpershuis (13/12) | Het filosofisch salon

Samen met Villanella organiseerde het Zuiderpershuis reeds een aantal filosofische salons waarin filosofen, kunstenaars en publiek verwikkeld raakten in boeiende discussies over de zogenaamde ‘hete hangijzers’. Bij deze laatste editie zal het gaan over de moderne Babylonische spraakverwarring waar Antwerpen, als stad van 172 nationaliteiten (!), in dreigt te vervallen.

 

CC De Kern (15/12) | ‘Katanga Business’

Een tragikomische film over de economische opbouw van de provincie Katanga in de Democratische Republiek Congo, waarbij er miljarden dollars op het spel staan. De 4 euro die jij voor deze film betaalt gaan deels naar het drinkwaterproject van Plan België.

 

Trix (20/12) | The Hickey Underworld

2009 is het jaar van de grote doorbraak voor deze Belgische band. Reeds in 2006 wonnen zij Humo’s Rock Rally. Dit jaar mogen daar onder andere een debuutalbum, een concert op Rock Werchter en een optreden in Trix aan worden toegevoegd.

 

KMSKA (t.e.m. 17/01) | Lajos Vajda en het Hongaarse surrealisme

Voor het eerst werd er in West-Europa een overzichtstentoonstelling georganiseerd van het werk van deze Hongaarse surrealist. Een boeiende tentoonstelling waarin thema’s als dictatuur, oorlog en dood een belangrijke rol spelen en een beeld schetsen van het leven tijdens het Hongaarse interbellum.



21/11/2009
🖋: 
Auteur

‘Meet Me on the Equinox’ van Death Cab for Cutie. Waarschijnlijk het enige goeie dat de nieuwe ‘Twilight’ film heeft voortgebracht. (Folker Debusscher)

‘If The Lights Go Out’ van Katie Melua. Omdat weinig liedjes over nucleaire dreiging meezingers zijn. (Ariadne Van den Broeck)

‘Pencil full of lead’ van Paolo Nutini. Luister maar eens en dan snap je waarom! (Laura Meyvis)

‘Mirador’ van Efterklang. Omdat ik nog altijd onder de indruk ben van hun optreden op De Nachten. (Frie Vandemeulebroucke)

‘Wherever I lay my hat’ van Marvin Gaye. Omdat het waar is; zetels, slaapzakken of in een bed. Zolang ik maar gewoon kan slapen. (Floris Geerts)

‘Sad Man’s Tongue’ van Volbeat. Deense metal ontmoet Elvis en Johnny Cash. (Jente Ottenburghs)

‘Pink Cadillac’ van Bruce Springsteen. 'Cause I wonder what it feels like in the back of your pink Cadillac. (Hannelore De Porte)

‘Tonight We All Stand Out’ van Customs. Ik heb die groep geïnterviewd en het bleken vier sympathieke knullen te zijn. Vandaar. En omwille van de muziek in combinatie met de tekst. (Yannick Dekeukelaere)

‘Ship Song’ van Nick Cave en PJ Harvey. Een stel prachtige stemmen en een kippenvelmoment. (Lieselotte Joppen)

‘Beyond Redemption’ van Dez Mona. Omdat ze live zelfs nog beter zijn. (Jonathan Debeer)

‘Soaring Through the Starlight’ van Krause. Beste nummer op het ijzersterke debuut van dit Nederlandse electropop talent! Dé cd van het najaar als je ’t mij vraagt. (Tijl De Bock)



Iedereen Nederlandstalig?
20/11/2009
🖋: 
Auteur

Wie in Vlaanderen vooruit wil, moet het Nederlands machtig zijn. Voor de meesten van ons, oudgedienden van het Belgisch schoolsysteem, is dit een evidentie. Het Huis van het Nederlands is het centraal coördinatiecentrum van Nederlands als Tweede taal, dat ervoor zorgt dat ook mensen die nog geen basis hebben, doorverwezen worden naar een cursus Nederlands op maat. Maar of men dan ook daadwerkelijk les kan volgen, dat is nog maar de vraag.

Het Huis van het Nederlands heeft in Vlaanderen acht afdelingen. Bij de Antwerpse divisie alleen al komen op jaarbasis zo'n 12.000 mensen aankloppen. Meestal werden zij vanuit een bepaalde instantie (VDAB, OCMW, inburgeringsprocedure) doorverwezen, maar ook vrijwilligers dienen zich aan. In het Huis van het Nederlands wordt geen les gegeven, maar men bepaalt er via tests en een gesprek wat voor opleiding er het best past bij elke persoon. Laaggeschoolden die moeite hebben met lezen of schrijven kunnen terecht bij de Centra voor Basiseducatie (Open School). Mensen die wel al een zekere mate van onderwijs genoten hebben, krijgen een plaats in de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO), en hooggeschoolden vinden een plaats bij Linguapolis, het talencentrum van de UA.

 

Wachtlijsten

Dat is tenminste de bedoeling. “In de realiteit verloopt het hele proces wat minder vlotjes”, aldus Frieke Van Zundert, verantwoordelijke voor de Antwerpse tak van het Huis van het Nederlands. “In Vlaanderen zitten elk jaar zo'n 18.000 mensen in een regularisatieprocedure. Meer dan de helft van deze mensen komen in Antwerpen terecht.” Het concrete gevolg is dat de cursussen Nederlands in heel de stad overvol zitten, met wachtlijsten die oplopen tot 2.500 bij de Open School en 2.000 bij de CVO. Van al die mensen kan een groot deel wel al starten in het eerste kwartaal van 2010, maar alle leergierigen die zich nu nog aanbieden komen ten vroegste in september aan de beurt.

 

Getouwtrek

De reden voor dit tekort aan cursusplaatsen is een klassieker: er zijn te weinig middelen. Sinds september van dit jaar zijn er gesprekken aan de gang, maar voorlopig is er nog niet veel resultaat te merken van het politieke getouwtrek tussen de diensten Inburgering, Onderwijs en de Federale regering. Een schande, vindt Van Zundert. “Van bovenaf wordt aan de mensen opgelegd dat men Nederlands moet kunnen indien men tot Belg geregulariseerd wil worden. Wie de taal niet spreekt, krijgt in België geen kansen. Op deze manier gebruikt de overheid de taal als speerpunt en als uitsluitingsmechanisme, want hun aanbod in cursussen is niet navenant.”

 

Te duur

Voor Linguapolis is Van Zundert wat milder. De cursussen die daar worden aangeboden worden deels gefinancierd door de universiteit zelf, maar de rest van de kosten worden op de cursisten verhaald. De overheid komt er verder niet tussen, wat maakt dat de cursussen bij Linguapolis meer dan zeven maal zo duur zijn als die bij de CVO. “Het is dan ook normaal dat de UA eerst en vooral wil investeren in haar eigen studenten”, zegt van Zundert. “Helaas zal ook deze tegemoetkoming te duur zijn voor de overheid, als er nu al geen geld is om de wachtlijsten weg te werken.” Of Van Zundert, ten slotte, goede hoop heeft dat de nieuwe minister van Onderwijs het tij zal kunnen keren? “Daar heb ik grote twijfels bij.”



De visuele oorlog van theater De Spiegel
20/11/2009

Ver weg van de bewoonde wereld, in een leegstaande, roestige loods op het Zuid, bevinden zich drie muzikanten, een acteur en een visueel manipulator. De vijf leden van een rockband met slechts één gemene deler: de Mahabharata, het op één na grootste epos uit de literaire wereldgeschiedenis en de hoeksteen van het Hindoeïsme. Op een dag besluit de zanger van de groep echter uit de groep te stappen. Hij zal eerst zijn eigen oorlog moeten uitvechten, voordat hij de grote strijd van het leven aan kan.

Voor de nieuwe productie van theater De Spiegel deed artistiek leider Karel van Ransbeeck een beroep op muzikant en componist Stefan Wellens en acteur en auteur Jo Jochems. Vanuit het niets maakten zij deze theater/muziekvoorstelling en bewerkten zij de Mahabharata tot een combinatie van vlijmscherpe rock en suggestieve spoken word. dwars woonde een repetitie bij en sprak met de makers.

 

De titel van jullie stuk zal niet direct bij iedereen een lamp doen branden. Waarom kozen jullie voor deze oeroude tekst met een onuitspreekbare naam?

Stefan Wellens Ik ben altijd al gefascineerd geweest door de Mahabharata. Ik leerde het verhaal als zesjarig kind kennen via de verfilming van Peter Brook (‘The Mahabharata’ uit 1989, nvdr.), sindsdien heb ik er altijd al eens iets mee willen doen. Toen Karel me een tijd geleden vroeg of ik wilde meewerken aan een nieuwe voorstelling voor De Spiegel heb ik het weer uit de kast gehaald.

 

‘Songs on the Mahabharata’ combineert gesproken tekstfragmenten met vlijmscherpe rockmuziek. Waarom precies dit muziekgenre?

Karel van Ransbeeck Een enorme tekst als de Mahabharata is niet in één verhaallijn te vatten, je moet er steeds kleine stukjes uithalen en die herwerken. Met rocksongs is dat hetzelfde. Het zijn steeds kleine verhaaltjes die één groot geheel vormen. Daarom willen we ook benadrukken dat het hier wel degelijk om ‘songs’ gaat. Bovendien hebben de rockmuzikanten van vandaag een soort goddelijke status. Ze worden op een voetstuk geplaatst, maar kunnen ook heel diep vallen. Deze wisselwerking tussen de goddelijke diepgang en het concreet menselijke zit ook in de Mahabharata.

 

Goed, maar horen we behalve snoeiharde gitaren ook niet af en toe een zangerige sitar en worden we als toeschouwer toch meegevoerd naar het dromerige India?

Wellens Nee, absoluut niet. Deze voorstelling heeft absoluut niets Indisch, dat is ook nooit onze bedoeling geweest. Wat wij willen brengen is een Westerse interpretatie van dit epos, die zo dicht mogelijk bij ons zelf staat. We willen de voorstelling vooral eerlijk houden en niet proberen te begrijpen wat te ver van onze leefwereld staat. Er zitten bijvoorbeeld ook helemaal geen Indische elementen in de muziek die je te horen krijgt. Het komt allemaal vanuit onszelf.

 

Leren relativeren

De Mahabharata telt achttien boeken en is zeven keer zo lang als de Homerische epen. Hoe is het mogelijk om zoiets gigantisch in één uurtje samen te vatten?

Jo Jochems Wij gingen in de tekst vooral op zoek naar de menselijke momenten waarmee we onszelf konden identificeren. Dit waren vooral de momenten van twijfel, waarin de held beseft dat het allemaal niet meer zal lukken vandaag. Dat er eerst ergens anders een oorlog zal moeten worden uitgevochten, voor hij aan iets nieuws kan beginnen. Het is met name deze innerlijke strijd van de mens die ons bezighield. Daar hebben wij onze voorstelling op gebaseerd.

 

In jullie informatiefolder staat nadrukkelijk vermeld dat deze voorstelling geen ‘West meets East’ maar eerder een ‘West reads East’ beoogt. Is er iets dat wij van de Oosterse cultuur kunnen leren?

van Ransbeeck Nog meer dan in het Westen baseert men zich in het Oosten op het zogenaamde spiraalvormig denken. De mens denkt in cirkels die elkaar opvolgen. In het Westen is er hierbij echter sprake van een voortdurende neerwaartse beweging. Wanneer ons Westerlingen iets tegenzit, beschouwen we dat als een nadeel. In Oosterse culturen begrijpt men echter dat er eerst iets moet worden afgebroken, voordat er iets nieuws kan worden gebouwd. Ieder mens moet zijn eigen oorlog vechten, dat is iets waar je niet aan ontkomt. Bovendien moet men in het Westen leren te relativeren en zich niet langer te focussen op één punt. De Mahabharata doet dit perfect. Er bestaan geen goede of slechte personages. Deze veelzijdigheid gaat in tegen het detaillistische en rechtlijnige denken van de Westerling.

 

Paraplu's en fleecedekentjes

In jullie voorstelling staat er echter maar één acteur op het podium, weliswaar begeleid door een visueel manipulator. Valt deze enorme veelzijdigheid het beste samen te vatten in één enkele persoon?

Jochems Eigenlijk zijn de personages in de Mahabharata ook geen echte personages. Ze wisselen elkaar voortdurend af en komen daardoor nooit volledig tot ontwikkeling. Het is vooral de innerlijke strijd van deze zogenaamde ‘frontman’ die wij wilden veruitwendigen. Dit is dan ook wat je te zien krijgt, de innerlijke strijd van één man. We hebben er ook bewust voor gekozen geen verteller in te voeren, het is de bedoeling dat het publiek zelf een verhaal construeert aan de hand van wat het ziet en hoort.

 

Een dergelijk multidisciplinair project is eigen aan de producties van De Spiegel?

van Ransbeeck Absoluut. Muziek, tekst en beelden zijn altijd onderdeel van onze producties. In tegenstelling tot andere gezelschappen hebben we echter wel steeds een ander publiek voor ogen. Deze voorstelling is toevallig bedoeld voor volwassene en jongeren, maar we maakten ook al producties voor hele jonge kinderen. Muziek blijft echter altijd een centrale rol spelen.

 

Tot slot: Jullie stuk gaat in november in première en alle voorstellingen zijn ’s avonds gepland. Was het niet veel verstandiger om te kiezen voor een verwarmde, waterdichte en comfortabele theaterzaal?

Wellens Wij willen onze toeschouwers confronteren met de imperfectie, zoals die ook in onze voorstelling getoond wordt. Een rockheld als Bono lijkt perfect, maar hij zal op een dag misschien beseffen dat hij eerst een paar andere nummers zal moeten spelen. Deze imperfectie willen wij de mensen tonen. Dat was akoestisch gezien zeker niet de meest praktische keuze, maar het past perfect bij het karakter van het stuk.

van Ransbeeck Bovendien zijn er mensen die dagelijks in zulke omstandigheden moeten overleven en je ziet, het is niet onmogelijk, het staat alleen iets verder van wat wij in het Westen gewend zijn. De loods is trouwens ook echt een deel van de voorstelling, dit is ons decor. We gaan geen zwarte doeken ophangen om de dingen mooier te maken dan ze zijn. Voor de voorstellingen hebben we bovendien paraplu's en fleecedekentjes voorzien. Verder is het allemaal nieuw, ook voor ons, dat houdt het spannend.

 

Recensie

De locatie blijkt inderdaad een grote bijdrage te leveren aan de sfeer die wordt neergezet in het stuk. De acteur start, al voortbewegend door de ruimte, zijn monoloog. De visueel manipulator rolt rondom de acteur een object voort. Het object weerspiegelt de strijd die de acteur/zanger van de band moet voeren om verder te kunnen.

Al snel wordt de monoloog aangevuld met sterke gitaarriffs en strakke ritmes van de band, waardoor een samenspel tussen beiden ontstaat. De muzikanten beginnen zich in het stuk te mengen en lopen door de ruimte rond de acteur en de visueel manipulator. Terwijl de objecten, waar iedereen zich tussen beweegt, over de grond worden gerold en door de lucht vliegen, ontstaat er een samenspel van muziek, spoken word en beeld. Hierdoor wordt het heel dynamisch, wat het leuk en boeiend maakt om naar te kijken.

Het publiek wordt rondom de toneelruimte langs de zijkanten van de loods opgesteld, waardoor het er optimaal bij betrokken wordt. Je kunt je als toeschouwer wellicht identificeren met het stuk; iedereen heeft namelijk weleens twijfels of stagneert op een bepaald punt en moet daarom soms een strijd leveren om verder te komen. Dit thema, dat door de acteur neergezet wordt, afgewisseld met vlijmscherpe rockmuziek, zorgt ervoor dat deze voorstelling een breed publiek aanspreekt.

Een ware sensatie met andere woorden, waar je als publiek in meegesleurd wordt. Het enthousiasme tijdens de repetities belooft veel goeds. Dus trek een lekker dikke trui aan en laat je verrassen door dit visuele concert over oorlog en twijfel.



Stand-up comedy in café The Joker
20/11/2009
🖋: 

Ik wandel langzaam naar de deur van een klein café, op het uithangbord lacht een Joker mij toe. Café The Joker, hier moet ik zijn. Terwijl ik mijn jas uitdoe, begeef ik me naar de toog. Achter mij herken ik meteen enkele Nederlandse komieken, die mijn lachspieren vanavond zullen trainen. “Ik ben hier al van 13 uur aan het zuipen”, foetert Nigel Williams als iemand hem wat te drinken aanbiedt, waarop hij de bar beneveld uit strompelt. Welkom in café The Joker.

Het leven van een student is niet altijd rozengeur en maneschijn: examens, projecten, katers, enzovoort. Dankzij de cultuurcheques vinden velen al de weg naar ontspanning in theaters of de cinema. Maar voor zij die houden van stand-up comedy is het meestal moeilijk om een voorstelling bij te wonen, omdat de tickets vliegensvlug de deur uitfladderen. Het alternatief heet café The Joker. Elke zondag- en woensdagavond wordt hier naast pintjes en Duvels stand-up comedy geserveerd. Voor slechts 4 euro kan u een hele avond genieten van allerlei comedians. Gevestigde waarden, zoals Thomas Smith, Alex Agnew en Adriaan Van den Hoof, proberen er hun nieuw materiaal uit en geven het beste van zichzelf. Maar ook opkomende talenten zoals Xander de Rycke en Jeroen Leenders krijgen in The Joker de kans om zich te bewijzen. Daarnaast hebben ook comedians van buiten België de weg naar de Kleine Markt 16 reeds gevonden: Nederlanders Bram van de Velde en Chris van den Eynde proberen het Belgische publiek meermaals te doen schuddebuiken van het lachen. Zelfs van over het kanaal komen de moppentappers aangezwommen, Neville Raven bijvoorbeeld.

 

Verwacht hier echter niet van elke comedian een optreden dat de geschiedenis in zal gaan. Sommige comedians vatten hun optreden eerder op als een try-out, die bijgevolg steeds zowel kan meevallen als teleurstellen. Of zoals Bram van de Velde aangaf tijdens zijn performance: “Ik was eens een keer in Antwerpen toen het hevig begon te regenen. Ik stapte een winkel binnen en kocht me een paraplu voor 4 euro. Ik kwam buiten en de wind blies hem meteen kapot. Dat zijn ook 4 euro slecht besteed.” De kans op zo'n tegenvaller is gelukkig erg klein. En mocht een performance dan toch tegenvallen, dan is er nog altijd de uitbater, Fokke van der Meulen, om de sfeer te doen omslaan. Deze Nederlander, bekend als de man van de gadgets tijdens de Andy Show op 2BE, runt niet alleen het café, maar speelt zelfs af en toe voor MC (Master of Ceremony, een term overgenomen uit de rapwereld, nvdr.). Dat Fokke hier tijd voor heeft, dankt hij vooral aan de barvrouwen, die de toeschouwers voorzien van de nodige brandstoffen om de avond heelhuids door te komen.

 

Het zijn echter niet alleen one-manshows die de avonden vullen, bij tijd en wijle slaan enkele comedians de handen in elkaar voor een improavond. In echte Lama's-stijl verwennen de improvisatoren het publiek, dat vaak betrokken wordt bij de show. Van ongelooflijk flauwe woordspelingen (een zelfrijzende bloem) tot clevere grappen, na anderhalf uur humor kunnen de pijnlijke kaakspieren afgekoeld worden met een frisse pint. Lachen is gezond, en zeker als je het kan doen in een gezellig café in de Antwerpse binnenstad.



StudStad
20/11/2009
🖋: 

Io vivat Io vivat... Nadat meer dan 160, veelal buitenlandse, studenten van ESN, Praeses Jonathan en Cantor Steven een snelcursus cantusterminologie hadden gekregen, weerklonk dit legendarische cantuslied uit vele studentenkelen. Aanvankelijk wat schuchter, al snel uit volle borst. Zo was de toon voor een uitbundig avondje zingen, drinken en amusement meteen gezet. Dat de term Silentium niet door iedereen begrepen werd, werd door de vingers gezien. Stiekeme en minder stiekeme plassers werden wel ludiek bestraft: met extra bier, te drinken uit een papfles of een condoom. Drie tempussen en vele liters bier later was het overduidelijk dat ook buitenlandse studenten deze oer-Vlaamse studententraditie (en elkaar) wel konden smaken. Daar drinken we op. Prosit Senior, Prosit Corona, ad fundum!



20/11/2009

‘De grensganger’ van Johan de Boose

Nu het 20 jaar geleden is dat de Muur viel, wordt er met publicaties over het IJzeren Gordijn naar ons hoofd gegooid. Johan de Boose was de viering echter te vlug af, want al in 2006 bracht hij ‘De grensganger’ op de markt. Het boek is een verslag van zijn project dat twee jaar in beslag nam: een reis langs de restanten van het Duitse IJzeren Gordijn. Wie het boek leest en oprecht geïnteresseerd is in de geschiedenis van het IJzeren Gordijn, krijgt zin om hetzelfde traject af te leggen. Op zijn reis in het grensgebied ontmoet de auteur een aantal zeer verschillende mensen, zowel gewone burgers als grenswachters die destijds het schietbevel moesten gehoorzamen. Dankzij de verschillende ideeën van deze mensen, krijg je een heel uiteenlopend beeld van de huidige situatie. Met in het bijzonder verdeelde meningen over wanneer het nu juist beter was, met of zonder Muur. De lezer moet zich af en toe door saaie passages of poëtische uitbarstingen worstelen, maar wie echt gebeten is door dit onderwerp, blijft dat tot het einde.

 

Write Now!

Voor de tiende maal al vindt Write Now! plaats. Write Now! is met vijftien voorronden in Nederland, drie in Vlaanderen en een finaleweekend in Rotterdam, de belangrijkste schrijfwedstrijd voor jongeren in het Nederlandse taalgebied. De winnaars van de voorronden en het finaleweekend worden overspoeld met prijzen, waaronder een laptop t.wv. € 1.500 of een unieke publicatie in Dagblad De Pers. Bovendien is al vaak gebleken dat deelname aan Write Now! hét begin kan zijn van een literaire carrière. Teksten inzenden doe je voor 15 februari. De Antwerpse prijsuitreiking gaat door op 8 mei in het Zuiderpershuis. Meer info op www.writenow.nu.

 

Dragon Age Origins

// te weinig plaats voor bespreking / fantastisch duister rollenspel / tientallen tot honderden uren lol / clichématige setting, toegegeven / elfjes, dwergjes, draakjes en wat christelijke mythos / maar diepgaand verhaal met veel keuzemogelijkheden / geen zwart-wit moraliteit / wel mogelijkheid tot biseksuele, polygame relaties / altijd een pluspunt, dat / brutale, tactische gevechten met heel wat bloed / veel bloed / met een 18+ rating, uiteraard / véél bloed / spelletjes zijn al lang niet enkel meer voor kinderen / personages waar je om geeft / tot op zekere hoogte / beschikbaar op pc, Xbox 360 en PS3 / in feite een combinatie tussen een goed boek, een sterke film en een breed uitgesponnen televisieserie / alles interactief, natuurlijk / dus schuif dat sociaal leven maar even aan de kant / de wereld moet gered worden / in peace, vigilance, in war, victory, in death, sacrifice //



20/11/2009
🖋: 

Op donderdag 5 november was het weer zover: algemene treinstaking in heel ons land. Even dreigden de vakbonden ermee om elke donderdag te staken tot april. Dankzij nieuwe sociale gesprekken zijn de gemoederen bedaard en ziet het er voorlopig niet naar uit dat er in de nabije toekomst nog gestaakt zal worden. Desalniettemin besteedt dwars graag wat aandacht aan de pendelende student (en professor).

De staking van 5 november werd georganiseerd door de twee grootste spoorwegvakbonden: de socialistische vakbond ACOD en het christelijke ACV-Transcom, die geen grote fan blijken te zijn van het idee om B-Cargo Operations af te splitsen. Dit is "de historische spooroperator voor het goederenvervoer" volgens de officiële website van de organisatie. Met andere woorden: B-Cargo zorgt in België voor het goederenvervoer per trein. Een oplettende pendelaar zou zich terloops kunnen afvragen waarom het personenvervoer dan ook plat moet; de solidariteit kent blijkbaar geen grenzen bij de spoorwegvakbonden.

 

Nochtans waren de stakers minder tolerant voor collega's die wel aan de slag wilden gaan. Sommige machinisten werden door een staker of vijf ‘overtuigd’ om hun locomotief te verlaten en hardnekkige machinisten kregen een rode vlag te zien op hun spoor, het teken voor groot gevaar. Het zal te druk geweest zijn op het spoorwegnet. En op een stakingsdag rijdt er best geen enkele trein uit, aldus een enthousiaste staker. “Dat is beter voor de reizigers, want anders staat de trein morgen misschien niet op de juiste plaats.” Bij gebrek aan reizigers in de buurt kon de man in kwestie natuurlijk niet vragen wat zij er nu eigenlijk van vonden.

 

De creativiteit van de forens

Pendelaars moeten tijdens zo’n staking een beroep doen op hun creativiteit om oplossingen te bedenken voor hun vervoersprobleem. De meest voor de hand liggende oplossing is het gebruik van de immer trouwe vierwieler. Helaas heeft niet elke student (of professor) een rijbewijs, auto en/of chauffeur ter beschikking. Ander openbaar vervoer kan dan soelaas bieden, hoewel dat natuurlijk ook niet optimaal is voor de ervaren treinreizigers. Alle wegen leiden naar Antwerpen, maar nog niet alle bussen hebben deze wegen gevonden. Voor mensen uit mijn regio betekent dit een reistijd van ongeveer anderhalf uur. Dat is heel wat minder tijd om te soezen, als je bedenkt dat de trein er 20 à 35 minuten over doet. En het is algemeen geweten dat treinreizigers enkel bij de hoogste nood in een bus kruipen (en omgekeerd), dus andere oplossingen zijn onontbeerlijk.

 

Geluk en sportief gedrag

Wie geluk heeft, kent een aantal kotstudenten (één is zelfs al voldoende) die tevens zo vriendelijk zijn een deel van hun kot voor één of twee nachten uit te lenen aan een pendelaar. Zoals elke oplossing, kent ook deze echter haar nadelen. Kotstudenten hebben zelden een bed te veel, dus het is mogelijk dat je de nacht op een oncomfortabel matje moet doorbrengen. Een matje dat je, samen met je slaapzak, op een zo aangenaam mogelijke manier op dat kot moet krijgen. Compact inpakken, het is niet iedereen gegeven.

 

Wie enigszins sportief ingesteld is, kan er een gezellige fietstocht van maken. Deze oplossing heeft het grote voordeel dat ze gezonder is dan alle andere. Voor je hieraan begint, kan je een afweging maken tussen de voor- en nadelen van het naar de les gaan. Als de voordelen niet opvallend talrijk blijken te zijn, is het waarschijnlijk niet de moeite stijve ledematen te riskeren. Indien het wel de moeite is: vertrek op tijd.

 

Voor avonturiers

Sommige mensen nemen geen genoegen met voor de hand liggende oplossingen, of hebben graag een verhaal klaar tegen dat ze bij hun vrienden zijn. Gelukkig voor hen kan het ook avontuurlijker. Liften is bijvoorbeeld een handige oplossing, vooral bij mooi weer. Het avontuurlijke aan deze oplossing is dat je nooit weet of je wel in Antwerpen zal geraken. En als het lukt, is het mogelijk dat je er pas bent nadat de les is afgelopen.

 

Voor wie naast avontuurlijk ook sportief ingesteld is en fietsen voor watjes vindt, is er nog één oplossing: de step of het skateboard. Intensieve inspanning verzekerd en tevens een verhaal om later aan de kleinkinderen te vertellen.

 

Maar avontuurlijk ingesteld of niet, een treinreiziger zit het liefst op de trein. Eén die bij voorkeur op tijd en zonder mankementen in het juiste station arriveert.



Voorwaarts, mars met Customs
20/11/2009
🖋: 

Wellicht zijn ze de beste nieuwe groep van het land. Eerste single ‘Rex’ stond wekenlang op één in De Afrekening en opvolger ‘Justine’ lijkt dezelfde richting uit te gaan. Hun debuutalbum ‘Enter the Characters’ is volgens de vakpers de Belgische plaat van het jaar. “En dwars kan maar beter even enthousiast zijn.”

Ik reken mezelf tot de snel groeiende fanbase van Customs. Maar zijn jullie zelf eigenlijk fan van jullie plaat?

Kristof Uittebroek (Zang, gitaar) Ja, ik weet niet wat mijn collega’s denken, maar ik ben nog steeds erg enthousiast.

 

‘Enter the Characters’ is jullie debuutalbum. Klinken jullie zoals jullie gehoopt hadden te klinken?

Uittebroek Wat ik fijn vind aan deze plaat is dat je echt hoort hoe wij samen klinken. Wat een beetje uitzonderlijk is, is dat ik alle nummers al alleen had gemaakt en dus een idee had van wat voor nummers het zouden worden. Uiteindelijk klinken die nummers helemaal anders omdat niet ik, maar wij met vier die nummers geïnterpreteerd en gespeeld hebben. Vervolgens hebben wij alles samen opgenomen en geproducet en nu hoor je echt onze karakters wanneer je het album beluistert.

 

Kinderen van the eighties

Is jullie sound dan de optelsom van vier keer jullie individuele, muzikale erfenis?

Joan Govaerts (Bass) Ik denk dat onze grootste gemene deler qua muzikale voorkeur wel de jaren tachtig is.

 

Zijn jullie daar niet te jong voor? Bovendien maakten de vorige groepen waarin jullie speelden helemaal andere muziek.

Govaerts Inderdaad, maar wij zijn onbewust wel met die jaren tachtig opgegroeid. Mijn oudere broer was toen zestien, zodat ik als achtjarige thuis de hele tijd Fad Gadget en New Order hoorde.

 

Alex Callier van Hooverphonic heeft de eerste single ‘Rex’ geproducet. Hoe zijn jullie bij hem terecht gekomen?

Uittebroek Wel, helemaal bij het vroege begin van de band hadden we één nummer klaar: ‘Rex’. We wilden stilaan uitkijken naar optredens en daarvoor hadden we een demo nodig. Omdat we allemaal al verschillende watertjes hadden doorzwommen, wilden we het deze keer echt goed aanpakken. Geen amateuristische demo’s waar niemand naar luistert. We zouden opnemen in een studio! “Oké,” zei iemand, “maar dan moet je ook een producer hebben.” Daar hadden wij echter geen geld voor. Bovendien wisten we niet wie we daarvoor konden vragen. Op MySpace vonden we dan Alex Callier, die blijkbaar ook muziek maakt die erg verschilt van Hooverphonic. We hebben toen een mailtje gestuurd en vervolgens een mp3’tje. Hij antwoordde erg enthousiast, nodigde ons bij hem thuis uit en zei in het nummer te geloven en dat we het in een goede studio moesten opnemen.

 

‘The White Album’

Jullie wilden dus professioneel te werk gaan. Dat valt ook op: het album is een weloverwogen product.

Jelle Janse (Gitaar) Ik ben blij dat je dat zegt, want als je de hoes voor het eerst bekijkt, dan ziet het er heel eenvoudig uit. Nochtans hebben wij weken gediscussieerd over het art work.

Govaerts We zijn er eigenlijk in geslaagd om met heel weinig middelen een hoogstaand product af te leveren, zowel qua beelden als qua geluid.

Uittebroek Veel meer dan andere artiesten, die ik apprecieer, zijn wij perfectionisten. Wij zijn niet enkel met de muziek bezig. Het allerbelangrijkste is dat het art work iets zegt over onze muziek.

Govaerts De basiskleur van het album is ook wit, ondanks onze “zwartgallige” muzikale invloeden, want onze muziek is helemaal niet zwartgallig.

 

Dat valt mij ook op: er zit heel veel energie in de plaat, een soort dadendrang. De teksten roepen vaak op om iets te doen.

Uittebroek Behalve de muziekstijl is ook de ongelooflijke energie een gemene deler, iets dat ons bindt. Onze “zwartgalligheid” haalt je uit je zetel.

 

In ‘Talk more nonsense’ vernoem je Marinetti. Het nummer roept op om tabula rasa te maken, maar lijkt het idee van een nieuw begin ook onderuit te halen.

Uittebroek Dat nummer is een commentaar op jong zijn. Vele jongeren, pakweg twintig jaar oud, zijn aan het studeren en ik vind dat je dan een bepaalde mentaliteit moet hebben, de ambitie om alles van tafel te vegen. Durven zeggen: “Nu is het aan ons. Wij gaan het helemaal anders doen.” Terwijl ik merk dat de meeste jongeren vandaag alles bij hetzelfde willen houden. Zij lijken schrik te hebben om te veel nonsens te verkopen. Het is een oproep.

 

Berlin calling

We zitten hier op De Nachten. Vanwege Zwanzig Jahre Mauerfall is het thema Berlijn, alwaar de clip van ‘Justine’ is opgenomen. Op de televisietoren na herken je Berlijn niet. Weer een voorbeeld van die drang naar perfectie?

Janse De regisseur, Joris Rabijns, vond dat de sfeer van het nummer erg paste bij de drive van Berlijn, een stad met heel veel jonge mensen. Die sfeer straal je dan ook uit bij de opnames en dat is eigenlijk de enige reden waarom we daar heen zijn gegaan.

Govaerts Die opnames zijn een goed voorbeeld van de eerder genoemde dadendrang. Op zesendertig uur zijn wij naar Berlijn en terug gereden om die clip te filmen.

Uittebroek Dat is allemaal niet zo simpel, hoor. Wij zijn buiten Customs ook werkende mensen, maar als de regisseur had gezegd dat Barcelona de perfecte locatie was, dan waren wij naar Barcelona gereden.

 

Customs is in ieder geval gelanceerd. Waar gaat dat eindigen?

Govaerts Wij gaan de plaat nu promoten door veel live te spelen. Begin volgend jaar zouden we graag in het buitenland optreden. Er worden ondertussen ook al veel nieuwe nummers geschreven, dus een tweede plaat zal niet lang op zich laten wachten.

 

Zijn jullie zenuwachtig voor het optreden vanavond? deSingel is niet bepaald een rock-’n-rolltempel...

Govaerts Het zal wel anders zijn. We spelen namelijk voor een zittend publiek, maar hopelijk kunnen we onze energie zo overbrengen dat de mensen gaan rechtstaan.