rewind
24/11/2011
🖋: 

REWIND Felgekleurde, plastic wapens waarvan je slechts de trekker moest overhalen om je ‘tegenstander’ zeiknat te maken, het lijkt een eenvoudig stuk speelgoed, maar het was duizend keer cooler dan het aloude tikkertje of verstoppertje. Wie nu precies de uitvinder van het klassieke waterpistool was, is onduidelijk. Wat ik wel weet, is dat Lonnie Johnson in de jaren 90 op de proppen kwam met de Super Soaker: een kolossale versie die meters ver kon spuiten. Niet alleen de kracht, maar ook het waterreservoir vergrootte. Jammer genoeg waren deze waterkanonnen een stuk duurder dan het klassieke model.

 

PLAY Hoe dichter je stond en hoe voller je waterreservoir, hoe beter, maar de onschuldigheid van dit alles veranderde algauw met de opkomst van de Super Soaker. Onenigheid geschiedde immers snel: zij die een Super Soaker bezaten, domineerden het spel. De afstand die ze konden overbruggen, de kracht en de hoeveelheid water waren immens, vergeleken met mijn minipistool. Bijgevolg klaagde ik, zoals alle kinderen, steen en been om een nieuw wapen. Verwend als ik was, trok ik enkele maanden later met mijn gloednieuw verjaardagscadeau ten strijde.

 

FAST FORWARD Dat de huidige generatie kinderen nog met waterpistolen speelt, behoeft geen twijfel. Al gebeurt dat volgens mij dan wel vaker in de context van ‘Call of Duty’ of ‘Bad Company’. Voor de oudere generatie jongeren zijn waterpistolen dan weer hét gadget op snikhete festivals. Misschien moeten we in dat geval wel opteren voor de klassieke minivariant.



Rewind
24/11/2011
🖋: 

REWIND Nicolaas van Myra. Nee, geen lampje dat gaat branden? Deze dan: Sint-Nicolaas? Niets? Desalniettemin danken wij aan deze man ons Sinterklaasfeest: Myra ligt in het hedendaagse Turkije en toen de Arabieren dit grondgebied binnenvielen, verhuisde zijn stoffelijke overschot naar het Italiaanse Bari, dat vanaf de 15de eeuw aan Spanje behoorde. En voilà, zo werd onze Sint uit Hispanje geboren.

 

PLAY Het begon elk jaar met de intocht van Pakjesboot 12: hoogtijdagen voor de adrenalineklieren. Nadat je ’s avonds op het puntje van je stoel ging zitten om de prachtigste klanken uit je keel te laten vloeien dook je gespannen in bed. Tikten daar de hoeven van Amerigo? En was dat geschuif niet Zwarte Piet, die zich door de schoorsteen wrong? Uiteraard, want het is Pakjesavond. De stuntelige gedichtjes en een overdosis aan gescheurd pakpapier zijn nog steeds onlosmakelijk verbonden met de ontknoping van deze zinderende periode.

 

FAST FORWARD En dan, op de grote knie des vaders, versteend van de ontgoocheling, prevel je: “Hij bestaat dus niet?” Het besef droop langzaam binnen: iedereen had je voor de gek gehouden. Je voelde je belazerd. Langzaam ging het harde leven verder en leerde je omgaan met de desillusie. Maar toch, kauwend op een pepernoot, zie ik de maan schijnen door de bomen en droom ik stiekem weg: in een jutezak naar het zonnige Madrid.



december 2012
24/11/2011
🖋: 

Zullen we even negeren dat het al bijna weer examens zijn? Uiteindelijk zijn het altijd bijna weer examens, dus als je daar rekening mee moet houden ben je goed opweg de droogste jaren van je leven uit te zitten op de universiteit. En dat kan toch niet de bedoeling zijn? Speciaal voor jullie een mix tussen cultuureel verantwoorde en onverantwoord bizarre activiteiten.

MoMu (28/10-19/02) Dreamsuits

Ontwerpen van Nudie Cohn, de Rodeo Tailor van onder andere Johnny Cash en iconische Belgische entertainer Bobbejaan Schoepen. Deze legendarische Oekraïnse ontwerper bracht een revolutie teweeg in de mode van country en westernmuziek.

 

Universiteit Antwerpen (11/10-6/12) Vila Cabral

Acht academische debatten over klimaat en ontwikkeling. Begin december 2011 onderhandelen onze wereldleiders over het vervolg van Kyoto tijdens de klimaattop in Durban, dus nog razend actueler dan anders. USOS selecteerde 8 actuele discussies over klimaat en ontwikkeling en goot deze in een debattenreeks.

 

Universiteit Antwerpen (28/11 en 5/12) "Lachen - Wetenschappelijk denken over humor"

Want er mag ook gelachen worden! Lezingensreeks vanuit verschillende invalshoeken over humor, ironie, tragedie en nog meer menselijkheden. Een verfrissende thematiek.

 

De Roma (1/12) Wereldaidsdagconcert

Omdat we tegen aids zijn en voor muziek, komen onder andere Roland, Helmut Lotti, Roy Aernouts, Sioen, Flip Kowlier, Jef Neve en de Zuidafrikaanse Amanda Strydom optreden. Na afloop zal onze alomtegenwoordige Axel Daeselaire wat plaatjes draaien. De opbrengst gaat uiteraard naar aidspreventie.

 

Centraal Station (2/12) Magiq Delux Opening Party

De legendarische Magiq Spiegeltent staat van 2 dec tot 15 jan in het Centraal Station. De meest unieke locatie en vlak bij de universiteit! De openingsavond belooft alvast een klepper te zijn. Dans!Dans!Dans! U heeft geen excuus.

 

Monty (3/12) Off Course

‘Off course’, het resultaat van een workshop van Meg Stuart toont het gevoel niet meer op koers (off course) te zitten. Het dwong de acteurs samen te bewegen in onstabiele structuren en om nieuwe systemen van houvast te improviseren.

 

ParkSpoorNoord (4/12) Wintermarkt

De komst van de winter betekent in geen geval een afscheid van ons geliefde ParkSpoorNoord. Een gezellige overdekte rommelmarkt en een Winterdorp (Cargo).

 

Bourla (16-22/12) Duister Hart

Ik ben verliefd op Josse de Pauw, dus alles van hem komt steevast in de Cultuuragenda! Na het geprezen ‘Onder de vulkaan’, terug een schitterende samenwerking met Guy Cassiers.

 

Sint-Carolus Borromeuskerk (16-23/12) Kerstconcert

Katholiek, agnost of anti-kerk, dit gebouw is een pareltje van barokke kunst. Philippe Herreweghe dirigeert twee symfonieën van Joseph Hayden voor onder de kerstboom!

 

Cinema The Adventures of Tintin: Secret of the Unicorn

Duizend bommen en granaten, eenhoorns en nostalgie! Rep u naar de bioscoop voor een straight-up-down detectieve verhaal van onze Belgische trots.

 

Petrol (17/12) F/S/A/R/ RUSTIE, NOSEDRIP, CRAPPY BIRT ...

Flying/Saucers/Are/Real/ is zowat het vaagste feestconcept in Antwerpen van het voorbije jaar, maar perfect voor al wie zin heeft om met z’n hippe posse polaroid-android stijl goed hard te gaan. Snoeihard.



Column - De Nuttelozen van de nacht
24/11/2011
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels

Maarten Inghels is dichter, schrijver en kroegtijger. Elke maand is hij, zoals Brel het ooit bezong, één van de nuttelozen van de nacht en bekijkt hij de bodem van zijn glas in een volkscafé.

Café Den Engel is wellicht het enige volkscafé dat op Google vier gebruikersrecensies krijgt en een rijtje sterren dat in de Gault Millau niet zou misstaan. Dat het aantal woorden van de recensies maar summier is, doet niet af aan het feit dat Den Engel een van de bekendste cafés is in Antwerpen. Eveneens kan het betuigen een van de oudste te zijn, aangezien de gelagtafels er pas verschenen rond 1900.

 

De eerlijkheid gebiedt mij, als erkend kroegtijger, toe te geven dat ik nooit eerder café Den Engel binnen was geweest. Enkele zomers geleden heb ik wel even op het terras gezeten. Nog plakkerig van mijn herexamen spelling van het Nederlands – waar ik flagrant voor was gebuisd – zat ik te wachten op mijn redacteur die voor enkele optredens en het redigeren van mijn eerste dichtbundel was overgevlogen uit Portugal. Later heb ik begrepen dat mijn debuut in de poëzie me veel meer heeft bijgebracht dan alle examens spelling aan de universiteit tezamen, maar dat wist ik toen nog niet bij een cola op het terras van Den Engel, dan bier in De Zeven Schaken ernaast, enzoverder. De Zeven Schaken en Den Engel pretenderen allebei veel politici na de gemeenteraad over de vloer te krijgen, niet onlogisch als beide cafés zich in de schaduw van ’t Schoon Verdiep situeren. Doorgaans mijd ik plekken waar veel mensen samendringen om het hoge woord om ter luidst te voeren en de opluchting was dan ook groot wanneer ik op een van de eerste koude winteravonden in november een van de Lange Wappers die als ‘onafhankelijke’ zetelt zag marcheren richting Den Engel, maar dan middels een flauwe bocht toch voor De Zeven Schaken koos.

 

Niet onlogisch als je zag dat Den Engel goed gevuld zat met trouwe habitués. Twee dienstertjes vòòr de toog en drie erachter hielden de commerce ferm draaiende als een ouderwetse kermiskoers, terwijl de grote stationsklok aan het plafond vijf voor twaalf bleef aanwijzen. De legende wil dat het uurwerk als excuus dient voor alle drinkebroers die nog niet bij vrouwlief in bed willen kruipen. Alleen ervaren drinkers slagen erin de tijd geloofwaardig om te kopen.

 

Volkscafés zijn steevast gespeend van een grondige dosis symboliek die voor de buitenstaander onverstaanbaar blijft. Sommigen zouden dit voor een kakafonie uitmaken, anderen fluisteren van erfgoed. Zo hangt er in Den Engel een delegatie aan petten van ordehandhavers van allerlei pluimage. Waarschijnlijk zullen enkele ingewijden daarvan de betekenis kennen. Ook de traditionele koebel voor de tournée general en plakkaten uit een vorige eeuw zijn present, de bekendste is allicht het vergeelde ‘Beteugeling van de dronkenschap’ dat aan de muur hangt gespijkerd.

 

Nu de beteugeling van het roken op café met enkele reutels is gepasseerd, mag er ook weer eten geserveerd worden in kroegen. Meestal is het een microgolfovenspaghetti, maar hier serveren ze ook balletjes in tomatensaus aan een prijsje. Naast de oude Leuvense stoof hangen er ook uitnodigingen voor activiteiten, gesponsord door de ‘spaarkas’ die wordt gevuld door trouwe klanten. De aankondigingen doen me denken aan de vroegere ‘buitenschoolse activiteiten’ waarnaar de hele klas werd gevoerd, te jong voor het café, te oud voor knikkers, met een bus die al na de eerste bocht in de straat was aangedampt en stonk naar jongenszweet en snoep.

 

Maar door het raam zie je voor eeuwig en altijd de monsterattractie die de stad rijk is: de kathedraal die de boel gadeslaat maar niet veroordeelt. Behalve dan de dronkenlap die tegen haar gevel pist.



24/11/2011
🖋: 

‘Blood on the Motorway’ van DJ Shadow. Afgezien van de verfoeilijke intro is het de perfecte score bij een nachtelijke fietstocht door een ei zo na verlaten stad. (Floris Geerts)

‘Pakt de velo’ van Halve Neuro. Bekende hiphopbeats overgoten met Antwerpse flows met een vette knipoog. Wa moet ne mengs meer hemme? (Benjamin Theys)

‘Daylight’ van Matt and Kim. De opgefokte indie-dancesound van dit Brooklyns duo schalt nu al dagen door mijn hoofd. En toch blijft het telkens feest als ik de plaat opzet. (Yannick Waumans)

‘NeverNever’ van SBTRKT.And if I ever had the chance again... I would probably do the same.” (Annelies Desmet)

‘Hang me up to dry’ (en eigenlijk ook al hun ander werk) van Cold War Kids. Meer van dit op Studio Brussel en Facebook-groepen zoals StuBeu zouden minder leden hebben. (Marlies Verhaegen)

‘Oni su’ van Beogradski Sindikat. Militant ogende hiphop gebracht door een groep die zich de ‘vakbond van Belgrado’ noemt. Noem het gerust ‘The Rudy De Leeuw Explosition’. (Bart Van Ballaert)

‘Somebody That I Used To Know’ van Gotye. Ondanks de tekst toch een nummer waar je gelukkig van wordt. Kernwoorden: artsy en Belgisch. (Julie Snissaert)

‘Nightcall’ van Kavinsky & Lovefoxx. Op de tonen van dit bezwerende electropopnummer opent de poëtische heist film ‘Drive’. Los Angeles zag er nooit mooier uit. Subliem. (Yannick Dekeukelaere)



24/11/2011
🖋: 

Zelf ook met een dwars in het buitenland? Stuur je foto voor ‘dwars in ...’ naar contact@dwars.be en maak kans op een Knack-abonnement van zes maanden.



Discobaar A Moeder rammelt op The Night of the Proms

24/11/2011
🖋: 
Auteur

Seal, Angie Stone en The Simple Minds spelen dit jaar op The Night of the Proms. Dat is niet bepaald nieuwswaardig. Wat wel onze wenkbrauwen de hoogte injoeg, was de aankondiging dat dirigent Robert Grostlot dit jaar de show zou openen in samenwerking met Discobaar A Moeder. Studenten die opgroeiden in Antwerpen hoeven niet voorgesteld aan doorwinterde deejays De Ras en De Schele. Ze draaien al sinds 2002 in heel A’pen plaatjes aan elkaar: bruine cafés, bruiloften, Petrol, De Roma en Laundry Day, de heren doen het allemaal. Studenten die niet opgroeiden in Antwerpen verwijzen we graag door naar de vorige zin.

Ik ontmoet De Ras en De Schele in de lounge van het poepchique Manhattan Hotel in Rotterdam; de ene butler na de andere zweeft voorbij met zilveren kreeften en smokings uit kaviaar. We vallen op, en met we bedoel ik vooral De Ras, die in een rode wollen trui en knalgele sjaal een koffietje bestelt in het plat Antwerps en dan luidkeels de ene monoloog na de andere afsteekt. Zowel De Schele als ik krijgen er amper een woord tussen, maar het lukt me toch af en toe om een vraag te stellen. Een vraag zoals deze, bijvoorbeeld:

 

Heren, het pre-interviewonderzoek viel niet mee, bij jullie. Houden jullie iets achter?

Ras Ja, wij zijn stiekem een rockband. Neen, we lopen nogal achter op dat internetgedoe. Al die sociale media, dat is allemaal goed en wel, maar wij zijn daar helemaal niet mee bezig. Misschien dat er her en der op wat sites staat waar we spelen, maar dat voelt niet organisch aan voor ons. Onze pr-methode is simpeler: we gaan draaien op een feestje, iemand komt vragen (roept nogal luid door de lounge) "Oi, wie the fuck zedde golle?" en dan begint er iets te rollen.

Schele Eén keer hebben we een flyer afgedrukt. Een A4-tje met onze naam op.

Ras Onze facebookpagina is aangemaakt door een fan die onze naam verkeerd schreef. Discobar A Moeder met één ‘a’, en we krijgen dat niet gerepareerd. Soms probeer ik te kijken hoeveel fans we hebben, maar dat is moeilijk, want ik heb zelf geen facebookaccount. Ik wil op alles antwoorden, en als je dan thuis komt van je werk en je hebt al die …

Schele (aanmoedigend) ... meldingen

Ras dan word je geforceerd om een nachtbraker te worden, hé. Een flessenpisser.

Schele (lacht)

 

Rare Mengelmoezen

Hoe zijn jullie begonnen met Discobaar A Moeder?

Schele Wij zijn een uit de hand gelopen cafégrap. Ras had vroeger een reggae sound system, Far West Cruw, en ik ging veel naar zulke feestjes. Je drinkt wat, je lult wat. Wij schepten voortdurend op tegen elkaar over de keigrave platen die we allebei hadden. Toen onze vrienden dat gepoch beu werden, zijn we in kleine cafés beginnen draaien.

Ras We speelden toen vaak in Borgerhout, in café De Kroon.

Schele Neen, eigenlijk is dat Antwerpen. (Er volgt een discussie over waar De Kroon ligt. De conclusie blijkt dat beide heren vinden dat de andere te vaak zijn hoofd stootte als kind.)

Ras We moesten een naam hebben en ik vraag aan een van onze Marokkaanse drinkebroeders: "Weet jij geen naam, Sjarel?" Die kerel draait zich om en zegt: “Ah, gast, a moeder!” “Oh”, zei ik, “oké.” Het is ook fijn om een heel publiek onze naam te laten roepen. Duizend man staat ons daar dan te beledigen. Dat is zo'n beetje de sfeer die wij teweeg brengen (lacht). We leggen de lat speciaal laag, we bereiden nooit plaatje na plaatje voor. Als onze mix perfect is, is dat een gelukstreffer. Geef mij maar Black Sabbath gevolgd door Vader Abraham.

Schele Wij gaan voor rare mengelmoezen.

Ras (kijkt verbaasd naar de Schele) Dat is mooi gezegd. We zijn zelf ook niet van de normaalste, neem ik aan. Ik heb al vaak genoeg mensen gehad die aan m'n haar trokken om te zien of het geen pruik is. Mijn echte naam is Ludwig, misschien dat dat iets te maken heeft met m'n weelderig haar.

 

Hebben jullie een doorbraakmoment gehad?

Ras Er zijn er véél geweest. Zeven jaar geleden stonden wij ook al in de Petrol. En de dag erna draaiden we terug op een trouwfeest. Dan weer Humo’s Rock Rally, en dan terug een bruin café. En dan bellen ze van het Sportpaleis! Luister, als Antwerpenaar maakt het niet uit of dat Disney on Ice of de Proms is. Het is het Sportpaleis, daar willen wij spelen. Als je dat niet doet, dan heb je daar spijt van.

Schele We hadden toch wel grote schrik. Gaan die mensen apprecieren wat wij doen, met onze obscure singeltjes en onze… (onverstaanbaar, Ras spreekt er door)

Ras Wij zijn over het algemeen niet zo bezig met waar we spelen, en of het wel een stap vooruit is. Wij hebben ook alletwee een job en een familie. Meestal is de regel: een week spelen gevolgd door een week rust.

Schele Eigenlijk is naambekendheid, door interviews of zo, helemaal niet gewenst. Dat betekent enkel meer feestjes die we moeten afwijzen. (Buigt zich voorover naar de microfoon) We zitten tot september vol.

Ras We kunnen dus wel kiezen waar we spelen. Trouwfeesten enzo, met (begint ‘Lac du Connemara’ te neuriën en zucht dan diep).

Schele Die plaat hebben we met veel plezier in twee gebroken.

 

Kiekevlees

Hebben jullie er nog nooit over nagedacht om van Discobaar jullie fulltimebaan te maken?

Ras We zouden daar onze broodwinning van kunnen maken, ja, maar dan word je een vampier. Elke week van donderdag tot zaterdag het nachtleven in, we drinken meestal ook geen limonade, dat wordt te vermoeiend. Dat drinken is ook de reden waarom we altijd singeltjes spelen. Dan moeten we niet nadenken, het is gewoon het eerste liedje.

 

Hoe was dat voor jullie, die expliciet de lat laag leggen, om samen te werken met een gigantisch orkest?

Ras Je kruipt met iedereen rond de tafel om eens goed te brainstormen. Oorspronkelijk wilden we onze worstelpakken aantrekken om Robert Groslot (dirigent van NOTP-orkest Il Novecento, nvdr.) uit te dagen.

Schele We wilden een soort van strijd orchestreren tussen vinyl en violen, maar uiteindelijk was het meer een symbiose tussen de twee.

Ras Ze geloofden ergens wel in ons. Onze show rammelt soms langs alle kanten, maar dat is ons visitekaartje. Wìj waren misschien bang dat dat ging wringen, maar zij helemaal niet.

Schele Bij The Proms mocht de lat toch ook wel wat hoger, we…

Ras (onverstoorbaar) Op een bepaald moment bereik je je plafond wel. We kunnen wel met Groslot praten over wat we gaan doen, maar als je daar met zo’n gigantisch orkest zit en je kan allebei geen noten lezen, …

Schele Ik kan dat wel.

Ras Ah, ja, juist. Ik onderschat u vaak.

Schele (klagerig) Dat doe je altijhijd.

Ras Op de generale repetitie hoor je dan ineens tachtig violen een liedje spelen dat je zelf hebt zitten neuriëen. Dan heb je gigantisch kiekevlees. Dat is…

Schele Ja, dat is …

Ras Plezant. Dat is plezant.



Lekker en betaalbaar eten in de buurt van de universiteit
24/11/2011
🖋: 

Ondanks de aversie tegen de hedendaagse kookhype, ging dwars deze maand op restaurantinspectie. We bezochten zes min of meer bekende eetgelegenheden rondom de universiteit, zelfs de buitencampus ontsnapte niet aan ons kritisch en alziend oog. Onbevreesd voor de indigestie propten wij ons vol, als resultaat serveren wij u een overzicht van studentvriendelijke restaurants. Buon appetito!

't Injaske: voormalig studentencafé van Wikings

Dit kleine, gezellige restaurant is gelegen naast de legendarische Jean-Pierre. Conform onze verwachtingen en de uitstraling van het restaurant serveert ’t Injaske traditionele, Vlaamse gerechten. Bij het binnenkomen heerst een rustige, zonnige sfeer dankzij de geeloranje tinten en Afrikaanse muziek. Bazin Myriam, ooit begonnen als barvrouw, is al 33 jaar actief in hetzelfde etablissement. Enthousiast vertelt ze ons over de geschiedenis van ’t Injaske, dat vroeger dienst deed als studentencafé van onder andere de Wikings. In 1996 werd het café omgetoverd tot eetcafé. Sociale Myriam doet al eens graag een klapke met de klanten en dat is ook ons niet ontgaan. Haar publiek bestaat voornamelijk uit mensen van middelbare leeftijd, hoewel studenten het hier ook naar hun zin zouden hebben. ’t Injaske biedtimmers dagschotels (zoals een goeie steak met friet) aan voor de luttele prijs van 9,95 euro. Voor zij die liever à la carte eten, zijn er vis, vlees en salades aan gevarieerde prijzen. Van de beperkte maar tevens voldoende uitgebreide menukaart zijn de huisgemaakte garnaalkroketten het summum. Ook de vol-au-vent heeft ons erg gesmaakt. De traditionele Vlaamse keuken is misschien weinig uitdagend, maar voor studenten die willen genieten van mama’s kookkunsten op verplaatsing is dit restaurant een echte aanrader. Ook Professor Walter Weyns is een fan.

 

Grote Kauwenberg 5, 2000 Antwerpen

 

 

Bon-Bini: eindelijk nog eens een sigaret na de maaltijd

Bon-Bini is een restaurant waarin je je even op reis waant. Marokkaanse sfeerlichtjes, gekleurde sierkussens en Indische of Afrikaanse beelden doen het Oosterse thema alle eer aan. De unieke menukaart is onderverdeeld in de vier oerelementen: water (vis), aarde (steak), lucht (gevogelte) en vuur (wokgerechten). Verder vind je een mix van tapa’s, vegetarische gerechten en huisgemaakte hamburgers. Ons oog viel op de fajita's: Mexicaanse wraps die je zelf kan samenstellen, met een keuze uit vlees, kip en scampi. De overige ingrediënten (guacamole, Mexicaanse bonen, zure room, sla, kaassnippers en picco de gallo) worden geserveerd in tapa-bordjes zodat je de nodige hoeveelheid zelf kan bepalen. Wij waren alvast zo enthousiast dat we onze fajita’s niet meer dicht kregen. Het enige wat je nodig hebt om uit deze uitgebreide kaart te kunnen kiezen is een budget van 15 à 20 euro en een immuunsysteem tegen keuzestress. Wat we jammer vonden, was dat onze nacho’s met kaas, zure room en ‘pikante pepers’ aan de flauwe kant waren. Ook de bediening kon wel iets sneller, maar stalen zenuwen hadden we nu ook weer niet nodig. Het absolute hoogtepunt van dit restaurant was de rookruimte. Anders dan de meestal kille, kale en vooral koude ruimtes was deze kamer gevuld met kleurrijke kussens en knusse zetels. Ideaal om eindelijk nog eens te genieten van een sigaret na de maaltijd. Andere fans zijn professoren Heidi Vandebosch en Hilde Greefs.

 

Paardenmarkt 72, 2000 Antwerpen

 

 

Via Via: voor studenten met reismicroben

Een reusachtige wereldkaart aan de muur, ontelbare reisgidsen en een toog versierd met Nepalese gebedsvlaggetjes passen hier allemaal binnen het wereldthema. Voor eenzame zielen of sociale individuen die openstaan voor iets nieuws zijn er zelfs reisgezelzoekertjes. De hele inrichting heeft iets van een industrial loft: moderne, strakke interieurelementen gecombineerd met hout en treden van roestvast staal. De hoge plafonds en lange bar creëren een immens ruimtegevoel, hoewel je tezelfdertijd niet veel moeite hoeft te doen om te ontdekken wat je buren aan het eten zijn. De wereldkeuken van dit restaurant serveert klassieke Belgische gerechten met exotische tinten. Wij testten de fameuze chili con carne met guacamole, cheddar, zure room en knapperige nacho’s (13 euro). Een titanische portie waar onze magen net iets te zwak voor bleken. Verder is er een kleine vaste kaart met twee soorten pasta’s, een seizoenssalade, warme en koude broodjes. Dit alles wordt aangevuld met een suggestiemenu, meestal seizoensgebonden. Hoewel hier geen (studenten)menu’s te vinden zijn, ga je met een budget variërend van 9 tot 16 euro meer dan voldaan de deur uit. Het personeel, evenals het publiek, behoort tot de iets alternatievere scène van Antwerpen. Je vindt er jong en oud, koppels en enkelingen die tijdens de maaltijd tussen de boeken of achter hun laptop kruipen. De service verliep ontzettend vlot, hoewel het restaurant nagenoeg volzet was. Tip: Bionina met bloedappelsien.

 

Wolstraat 43, 2000 Antwerpen

 

 

Enfanterrible: vlot personeel in een strak interieur

De houten bar met kookboeken geeft het strakke en moderne zwart-wit interieur van dit restaurant een klassieke toets. De tafels zijn gedekt volgens de regels van de kunst en je jassen worden aangenomen: het is hier, met andere woorden, très chique. Hoewel dit alles niet zo studentikoos lijkt, is dit restaurant een ideale plek om je vriend(in) of zelfs je ouders mee uit eten te nemen en te bewijzen dat je wel wat anders kan en kent dan pinten pakken in De Prof. Enfanterrible is een “geüpgrade brasserie”, aldus de bazin, waarin alles zelf gemaakt wordt. Je vindt er vleesgerechten van steak tot struisvogel, salades en verscheidene vissoorten voor een prijs gaande van 15 tot 30 euro. Gezien de afwezigheid van een bestseller en een avondmenu, stellen we ons tevreden met de pasta van het huis: Carbonara Enfanterrible. Een unieke variant op de traditionele tagliatelle carbonara, ditmaal met San Daniele ham, kerstomaten, basilicum, mascarpone, ei en parmezaan. De tomatensaus van de tagliatelle al ragù (pasta met stoofvlees, maar dan zonder stoofvleessaus) behoorde veruit tot één van de beste ooit geproefd. Beide gerechten waren het ietwat lange wachten zeker waard. Wat ons verder nog verbaasde was dat dit strakke interieur voorzien was van fris, jong en goedlachs personeel, waaronder ook enkele studentjes.

 

Stadswaag 9/10, 2000 Antwerpen

 

 

Mama Matrea: rum, cocktails, cheap food… and a party

‘Matrea’, oftewel ‘maytrea’ verwijst naar de toekomstige boeddha die verlichting en een nieuwe samenleving, gebaseerd op tolerantie en liefde, zal brengen. Een zeer toepasselijke naam voor de sfeer van deze Zuid-Amerikaans getinte cocktailbar. Het interieur van Mama Matrea is samengesteld uit een wirwar van schatten die in de loop der tijd werden ontdekt op rommelmarkten of in antiekzaken. Elke tafel en elke zetel is verschillend, waardoor het geheel bijzonder sympathiek oogt. Verder tref je er een dj-installatie voor de befaamde reggaenights, salsa-avonden of doordeweekse feestjes. De zwoele exotische wereldmuziek, en het alternatieve en multiculturele publiek en personeel maken van dit restaurant een unieke en gastvrije eetgelegenheid. Het is er uitermate druk, vooral op woensdagavond. De reden daarvoor is het concept ‘volxkeuken’: een hoofdgerecht met dessert aan de nietige prijs van 5 euro. Deze woensdag kregen we een Boliviaanse wok met kip en groenten: spicy en tasty. Ook op donderdagavond kan je hier goedkoop eten: all you can eat tacoplezier voor 12 euro. A la carte heb je een budget nodig tussen 8 en 12,50 euro om te kiezen uit de menukaart van deze Zuid-Amerikaanse fusionkeuken. Naast diverse vegetarische gerechten vind je er een ruim assortiment aan rum en cocktails. De Black Caipirinha is een echte aanrader. Zorg wel dat je op tijd komt, want de plaatsen zijn schaars!

 

Lange Nieuwstraat, 13 2000 Antwerpen

 

 

Den Uil: aan tafel met de derde leeftijd

Hoe ongewoon het ook klinkt, hier kan je elke dinsdag ontbijten aan 2 euro. Den Uil biedt een traditionele Vlaams-Franse keuken, met een brede waaier aan keuzemogelijkheden. Er zijn diverse vlees-, gevogelte- en visgerechten, salades en seizoensgebonden maaltijden. De prijzen variëren hier van 12,50 tot plusminus 21 euro. Enkel voor een reusachtig bord spaghetti betaal je het luttele bedrag van 9,95 euro. Een beperkte keuze aan goedkope, klassieke cocktails en verwenkoffies maakten de menukaart voor ons net iets interessanter. Verder vind je een ruim assortiment aan pannenkoeken, gebak en roomijs. Of het nu hieraan ligt of aan de locatie is niet precies duidelijk, maar het moet gezegd dat dit restaurant voornamelijk mikt op de derde leeftijd. Het interieur oogt klassiek met gefaalde pogingen tot modernisering, zoals het gebruik van felgroene elementen. Wat wij vooral amusant vonden, was dat het personeelsuniform perfect paste bij de inrichting. Hoewel die fluo-groene tinten het geheel wat moesten opfleuren, toonde het overwegend saai en ongezellig groot. De enige dynamiek zat voor ons in de centrale visbokaal. Hoewel de oudere garde er die dag niet massaal samentroepte, was het zaalpersoneel toch bijzonder gestresseerd. Aan alle studenten van de buitencampus: neem gewoon ook voor ’s avonds uw boterhammetjes mee of ga een keer een wafel eten met de bomma.

 

Doornstraat 246, 2610 Wilrijk



de uren met Verschueren
24/11/2011
🖋: 

Je passeert elke lesdag duizenden mensen en plaatsen. Slechts een enkeling is meer dan louter figurant. Het is mijn ambitie om daar dit academiejaar verandering in te brengen. Elke maand ga ik voor dwars op zoek naar de verhalen van die dagelijkse passages en passanten. Deze maand ga ik op stap in de Seefhoek.

“Zware rellen tussen Koerden en Turken in Antwerpen-Noord”, “Brand door molotovcocktails in Turkse vzw”, “Seefhoek neemt recht in eigen handen”, “Samenscholingsverbod in Antwerpen na rellen”. De krantenkoppen logen er niet om: het rommelt in 2060. 2060 is de postcode die de eerder beruchte dan beroemde plekken Stuivenberg, Seefhoek, De Coninckplein en de Dam met elkaar verenigt. De stad probeert al enkele jaren met projecten zoals de Permeke Bibliotheek en Park Spoor Noord deze buurt op te waarderen. Vlot die opwaardering of moeten we ons bang laten maken door de recente berichtgeving? Ik pols bij enkele studenten die hier wonen of op kot zitten.

 

Het mekka voor Jeroen Meeus

Charlotte doet een MaNaMa Theaterwetenschappen en woont in de buurt van de Offerandestraat. Dit is een van de drukste winkelstraten van Antwerpen, en een van de goedkoopste. Voor 20 euro shop je hier een outfit bij elkaar. Ze vertelt me over de unieke sfeer die hier hangt: “Eigen aan deze buurt is dat het leven zich op straat afspeelt. Dat vind ik echt vree wijs.” “Zomer en winter staan er hier mensen op straat met elkaar te praten. De buurt is ook übermulticultureel, al is er een grote afstand tussen de culturen. Als buitenstaander heb je daardoor weinig last van onderlinge conflicten, maar zo weet je er natuurlijk weinig over.”

 

Dat viel ook Lisa, toekomstige Master in de Taalkunde, op toen ze in september in de Handelsstraat kwam wonen: “Toen ik de eerste keer met de tram hierheen kwam en uitstapte aan station Handel, dacht ik meteen: hier wil ik niet wonen. (lacht) Ondertussen ben ik verliefd geworden op mijn appartement en woon ik hier eigenlijk supergraag.” Lisa neemt me mee uit winkelen in haar straat. Jeroen Meus zou hier zijn hart ophalen: viswinkels, groentenwinkels, bakkers, slagers en kappers zo ver het oog reikt. Vanaf een uur of vijf is het hier koppen lopen. Afrikaanse mama’s winkelen er luid kwetterend naast moslima's met uitpuilende boodschappentassen. Vaak moet je je tussen keuvelende mannen een winkel binnenwringen.

 

It's a men's world

Na etenstijd verandert het straatbeeld. De wijk verandert in een men's only-zone. Alle studentes die ik spreek, hebben strategieën om met de soms ongewenste mannelijke aandacht om te gaan. Isabel studeert Productontwikkeling en woont al haar hele leven in Antwerpen maar nog maar een paar maanden in de buurt: “'s Nachts ga ik bijna altijd met de fiets, dat is het beste, anders spreken ze je aan, wat soms wel vervelend is.”

 

Ook de twee ravissante zussen Shari en Kylie hebben gelijkaardige ervaringen. De zussen werden al een paar keer door een auto op straat gevolgd. Ze lopen dan altijd voorbij hun huis, zo komen de kerels in de auto niet te weten waar ze wonen. Shari, die TEW volgt, kan de mannen wel te baas: “Vaak spreken ze mij aan om de weg te vragen. Vroeger trapte ik daarin, maar nu niet meer. Die gasten kennen de weg hier waarschijnlijk beter dan ik.” Ze lacht er smakelijk om. Minder leuk zijn de verhalen over de junkies die ze soms ziet. De meeste studenten storen zich niet aan de verschillende culturen, maar wel aan de verslaafden en de dealers, de Jambers-achtige figuren. Thomas solliciteert en is bezig aan zijn thesis. Hij woont samen met zijn vriendin vlakbij het Sint-Jansplein en ook zij wonen hier graag. “Ik woon al enkele jaren in 't Stad en sommige dingen zijn toch al verbeterd. Vroeger werd je op elk moment van de dag aangesproken door dealers op het De Coninckplein, dat is nu veel minder.”

 

Ondertussen in het theehuis

Van de conflicten tussen Koerden en Turken hebben weinig studenten iets gemerkt. In een poging om de buurt beter te begrijpen, ga ik op een vrijdagavond met onze kersverse fotograaf Alex, een Erasmusser uit Madrid, op stap. Terwijl hij plaatjes schiet van de combi's en pantserwagens, wenkt de politie ons. Hij moet de foto's stante pede wissen. Als ik vraag waarom, zegt men dat het in dit geval, door de recente conflicten, niet mag. We wandelen tot aan de Turkse vzw waar men enkele weken geleden molotovcocktails binnen gooide. De secretaris komt naar buiten. Even denken we dat we nog meer foto's moeten wissen, maar hij vraagt of hij met iets kan helpen. Een roodharig meisje en een Spanjaard, hier? Tja, ik snap dat de man denkt dat we verdwaald zijn. Binnen krijgen we thee en vertelt hij over de gebeurtenissen. Hij benadrukt dat er in zijn vzw ook Koerden komen en dat het conflict dus niet louter over Koerden versus Turken gaat. Het is hier opvallend rustig, en dan niet van de stilte van voor de storm-soort. De reden? De vaste bezoekers van de vzw zitten nu nog in de moskee. Aangezien het ons hier iets té rustig is, gaan we terug de straat op. De theehuizen, geen vzw's, zijn wel tot de nok gevuld. Gaan deze mannen niet naar de moskee of maken ze een uitzondering omdat Turkije vanavond moet voetballen? De massale politieaanwezigheid maakt er een vreemde wandeling van. Erasmusser Alex geeft zijn van vooroordelen gespeende mening over de buurt. Hij vindt het hier “nice and quiet”.

 

Alle studenten zijn het erover eens: ze wonen hier graag. Dus, ga naar 2060. Ga om te voelen hoe het leven zich op straat afspeelt, ga er overdag voor de geweldige, goedkope winkels en ga er 's avonds voor die unieke mannen-onder-elkaar sfeer. Ook al is het er vuil en zit het er soms dik tegen, ga toch, want het is echt en wereldser als hier zal je het niet zo gek gauw vinden. Je bent maar zo bang, als je je laat maken.



de Internationale Editie
24/11/2011
🖋: 
Auteur extern
Linnea M. Palmer Paton

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Ditmaal trokken we naar New York, de stad waar maar geen einde lijkt te komen aan Occupy Wall Street. Toch is nog niet alles over het onderwerp geschreven. Linnea M. Palmer Paton volgt een master in Stedelijke Planning aan de Wagner School van de New York University en maakt daarnaast ook deel uit van het pr-team van Occupy Wall Street. Ze verzekert ons dat de nood aan protest hoog is en de komende maand naar aanleiding van de klimaattop in Durban, Zuid-Afrika zelfs nog zal aangroeien.

De kiemen van een activist

Onlangs wierp de Britse krant The Guardian een interessante vraag op: “Waarom verbinden de klimaatactivisten hun lot niet aan dat van de Occupy Wall Street protesten? De tijd dat demonstranten zich enkel tegen de zakenwereld uitspraken ligt al lang achter ons. Samenwerken aan een nieuwe economie, één die laag scoort inzake vervuiling en hoog inzake menselijk welzijn, gelijkheid voor armere landen incluis.” De toon was meteen gezet voor de campagne richting de volgende klimaattop van de Verenigde Naties.

 

Tijdens mijn eerste jaar als student raakte ik geboeid door de heisa rond de klimaatproblematiek en ontdekte ik de wereld van het activisme. Dat was een aantal maanden voordat de klimaatbesprekingen in Kopenhagen van start gingen. Ik herinner me nog hoe ongerust we toen waren en wat voor hoge verwachtingen er wel niet werden gecreëerd. We waren ongerust omdat de wetenschap duidelijk was en de voorspellingen onheilspellend. Als we niets zouden doen om de klimaatproblematiek te verzachten zouden weldra miljoenen mensen gedoemd zijn te lijden, en een leven te leiden in extreme droogte of onder andere extreme weersomstandigheden.

 

We organiseerden ons, mobiliseerden en we zagen de wereldleiders komen en gaan. De resultaten waren ronduit teleurstellend, maar de klimaatcrisis bleef ook na Kopenhagen bestaan. Onze moeite mocht niet voor niets zijn en dus bleven we voort werken.

 

350 redenen tot zorg

Organisaties als 350.org bouwden een enorm netwerk uit. Jongeren en studenten zijn goed vertegenwoordigd in de organisatie. Onder hen ook wel iets oudere prominenten als Desmond Tutu die deel uitmaken van de ‘350 boodschappers’, maar bijvoorbeeld onderwijsinstellingen kunnen zich evenzeer aansluiten als ‘350 school’. (De organisatie ontvangt tevens met plezier “350 euro” als gift, nvdr.) De naam werd gekozen omwille van het feit dat wetenschappers een concentratie van 350 ppm CO2 in de atmosfeer als veilig beschouwen voor de mens, terwijl we die grens ondertussen al ruim overschreden hebben.

 

Al deze mensen zijn bezorgd om het klimaat en tonen zich bereid te werken aan een rechtvaardige en stabiele toekomst. Ik ben dan ook blij te kunnen zeggen dat organisaties als 350.org en andere milieugroeperingen hun volle steun betuigen aan Occupy Wall Street. Vanwaar die steun? Bill McKibben (auteur en mede-oprichter van 350.org, nvdr.) verklaarde het als volgt: “Wall Street has been occupying the atmosphere. Dat is waarom we nooit doeltreffend kunnen optreden tegen klimaatopwarming. Goldman Sachs ligt dwars, de hele industrie op fossiele brandstoffen werkt tegen.”

 

Ik daarentegen bezet Wall Street omdat ik het beu ben dat geld onze politiek domineert. Ik ben het wachten op leiders die willen leiden, die bereid zijn andere keuzes te maken en niet enkel denken in termen van winst zat. Het is tijd voor ons om de dans te leiden, om ons te engageren en tegemoet te komen aan elkaar.

 

Een pril huwelijk beklonken?

Overleg plegen met anderen is een centrale gedachte. Wij zijn bereid over alle partijgrenzen heen samen te werken om ons doel te bereiken. De klimaatproblematiek is namelijk een kwestie van sociale rechtvaardigheid, een crisis die hebzuchtig alle humaniteit miskent. Door hebzucht te verkiezen boven rechtvaardigheid maakt Wall Street elke betekenisvolle vorm van actie tegen de klimaatopwarming ongedaan.

 

Hier bij Occupy Wall Street zijn er al tal van acties gevoerd omtrent milieukwesties. De grootste acties hier in New York waren gericht tegen het ontginnen van schaliegas, maar ook nationaal was er momentum. Twaalfduizend mensen demonstreerden aan het Witte Huis om te protesteren tegen de Keystone XL pijpleiding die fossiele brandstof zou transporteren van oliehoudende zanden in Canada naar Texas. Slechts enkele dagen later kondigde de president aan dat men het milieueffectenrapport van de pijpleiding diende te re-evalueren in termen van zijn impact op het klimaat. Dit was een ongelooflijk succes voor de milieubeweging en als de activisten op dit elan blijven doorgaan, denk ik dat steeds meer van hen actief zullen worden in Occupy Wall Street.

 

 

Wij danken Linnea M. Palmer Paton voor haar inzending. Voor meer info over de betreffende organisaties, zie occupywallst.org en 350.org.