"De term graphic novel vind ik totaal van de pot gerukt"
24/03/2012
🖋: 
Auteur

Jangojim is sinds oktober 2006 dwars’ huiscartoonist. Elke maand opnieuw verschijnt een van zijn cartoons in ons blad en elke maand opnieuw wordt daar eens goed mee gelachen. Dat zeseneenhalf-jarig jubileum moest gevierd worden, vonden wij, dus trokken we met de man op een kleine rondtocht door Antwerpen, langs zijn, en nu onze, favoriete stripgerelateerde plekken. We beginnen bij Mekanik Strip, sinds jaar en dag de betere stripwinkel voor Antwerpen en ver daar buiten. Kom je hier binnen als kind, je weet meteen waar je elke middag wil zijn.

We hadden er een betere dag kunnen uitkiezen, want wanneer we aankomen in de Mekanik Strip staat Jangojim (echte naam: Dimitri Sakelaropolus) met een sereen gezicht de dood van Moebius (echte naam: Jean Giraud) te bespreken met uitbaatster Linda Torfs (echte naam: Linda Torfs). “Wat een gemis”, mompelt Sakelaropolus. Moebius was een ware legende in de stripwereld. De Fransman beïnvloedde met zijn experimenteel werk grote namen als de stripartiest Enki Bilal, anime-tekenaar en filmmaker Hayao Miyazaki en regisseur Ridley Scott.

 

“Weinig mensen beseffen hoe uniek de Franco-Belgische traditie is als het over strips gaat”, aldus Sakelaropolus. “Péyo, Franquin, Moebius, ze komen allemaal uit België of Noord-Frankrijk. Goed, vroeger had het een beetje een kinderlijke bijsmaak, maar dat is al lang veranderd. Strips zijn hier zo aanwezig, we groeien er mee op, we moedigen kinderen aan om er meer te lezen.” De vergelijking met de Verenigde Staten is navenant. Daar werd in de jaren vijftig een federaal bureau op poten gezet omk de onkuisheid van strips te bestrijden. “In de Verenigde Staten is de stripwereld ook heel lang eenzijdig gebleven. Wij kennen al decennia zowel de klassieke als de alternatieve strips.” Jangojim houdt halt bij één van de muurbrede boekenkasten in Mekanik Strip en somt op: “Luke Pearson, Lewis Trondheim, Lamelos, Joann Sfar, Joost Swarte, allemaal fantastisch en Europeaan.”

 

“In de Verenigde Staten is die alternatieve scene veel later opgekomen.” Sakelaropolus grijpt weer naar wat stripboeken, bevingert ze gretig. “Chris Ware, prachtig, Jeff Smith vind ik dan weer een beetje klassiek qua tekenstijl maar heeft fantastische verhalen gebracht, Charles Burns, ATAK, …” Hij grijpt een boek dat vol kleurrijke illustraties staat gepropt, zonder tekstballonnetjes. Medewerker van Mekanik Strip en tekenaar Daan Rosseels kijkt even op en schudt zijn hoofd. “Vind jij dat goed, Dimitri? De coloribus et gustibus …” Sakelaropolus legt uit: “Vroeger was alles zeer gescheiden. De striptekenaars deden hun ding, de illustratoren tekenden in kinderboeken, en dan waren er nog cartoonisten ergens in een niche. Nu zie je vaak dat ze samen gaan werken, of dat mensen zich te goed doen aan meerdere media. Ik vind dat heel interessant om te zien, hoe zoiets werkt. Of kan werken.”

 

Je hoeft niet in hokjes te denken, als je met strips bezig bent. Genres lopen in elkaar over, en dat is net mooi. “De term graphic novel vind ik totaal van de pot gerukt. Waar leg je de grens? Soms wordt het gebruikt voor een strip die een breder verhaal vertelt, en op andere momenten wil men er de meer avant-garde strip mee bereiken. Het lijkt een poging om het werk los te koppelen van de term strip, en dat is nergens voor nodig.”

 

Mailtjes uit Maleisië

Dat smaken verschillen zie je doorheen heel de winkel. Als je binnenkomt, word je overvallen door de stortvloed aan kleuren en beelden; de strips, de beeldjes, de posters, parafernalia en prullaria, dvd's en boeken schreeuwen ons langs alle kanten toe. Hier nog een gigantisch standbeeld van Batman, daar nog wat t-shirts met Spiderman op. Europese klassiekers, Europese, alternatieve strips, Amerikaanse comics, prentenboeken en, in een hoekje, manga. “Daar ben ik nooit een grote fan van geweest, vrees ik,” zegt Jangojim, “de Japanse stijl is zo generisch. Wat ik zoek is eigenheid en sfeer.” Is dat de doorslaggevende factor voor een strip? Hij denkt even na. “Het ligt zeker in de buurt. Spontaniteit is ook belangrijk. Soms teken ik maandenlang zonder meetlat om dan een week enkel en alleen geometrisch te werk te gaan. Dan zie je zelf plots nieuwe dingen ontstaan.”

 

Wanneer we de Mekanik Strip verlaten, roept Rosseels hem veel geluk toe met de prijs van de Humo. We kijken hem vragend aan. Sakelaropolus verklaart: “Ik heb meegedaan aan een prijs die Humo uitreikt (Humo’s Gouden Aap, nvdr). De winnaar mag publiceren in de Humo.” Hij zucht. “Zo’n prijs kan een vloek en een zegen zijn. Een vriend van me heeft ooit een dergelijke wedstrijd gewonnen bij een ander tijdschrift. Hij mocht een jaar lang publiceren, maar werd er maar magertjes voor betaald. Sommige tijdschriften gebruiken zo’n wedstrijd om aan een goedkope cartoonist te geraken.” Hij denkt even na. “Er wordt heel gemakkelijk misbruik gemaakt van beginnende cartoonisten. Ik heb ooit een mailtje gehad van een man uit Maleisië die vroeg of hij een tekening mocht gebruiken om op een t-shirt te zetten. Hij zou er mijn naam bij vermelden. Dat is aardig. Hij had het even goed gewoon kunnen doen, want ik heb toch het geld niet om hem aan te klagen. In China is het nog erger: ik heb genoeg collega's die plots een foto vinden van een Aziaat met hun cartoons op z’n t-shirt.” Dat is niet verbazingwekkend: echte wetten omtrent copyright bestaan in China slechts sinds 2007, en de meeste agentschappen die ervoor instaan zijn onderbetaald en onderbemand.

 

We lopen langs één van de acht stripmuren die Linda Torfs in samenwerking met Antwerpen Boekenstad heeft laten plaatsen doorheen Antwerpen. Op de gevel van een huis op het Frans Halsplein staan Jommeke en zijn kompanen. “Ik vind dit één van de beste stripmuren die we hebben in Antwerpen”, zegt Sakelaropolus. “Sommige muren zijn heel klassiek van aanpak, zoals deze. Toch werkt het heel goed. Het geeft het werk van Jef Nys heel goed weer en weerspiegelt de speeltuin op het plein. Anderen muren zijn soms minder goed zichtbaar, maar ik vind het fantastisch dat er op zo'n manier aandacht wordt gegeven aan het medium. Het maakt de stad ook mooier en interessanter. In Brussel weten ze dat al lang. Ook al vind ik sommige klassieke strips die ik vroeger las zoals Kiekeboe of Jommeke nu minder aantrekkelijk, Asterix, Lucky Luke of Piet Pienter & Bert Bibber zijn nog steeds geniaal. Mijn favoriete stripmuur is die van Jan Van der Veken, op de Eiermarkt.”

 

Tekenen ten koste van studies

We besluiten eerst een hapje te eten, en meteen even gebruik te maken van de situatie om wat meer te weten te komen over de persoonlijke carrière van Jangojim. “I draw because it's fun and if I can make you smile, laugh or provide some eye-candy then I'm a very happy man”, vertelt hij op zijn website. Dat noopt tot meer uitleg. Bijvoorbeeld over hoe hij aan het striptekenen begonnen is.

 

“Ik volgde vroeger Germaanse, aan het UFSIA. Ik wist niet goed wat ik wou doen met m’n leven, maar ik dacht dat je nergens voor striptekenaar kon studeren. In Brussel is er veel aandacht voor, maar wist ik veel. Uit verveling zat ik meestal in de lessen te tekenen: kleine cartoons, karikatuurtjes van proffen. Na een tijdje bood een van m’n medestudenten me aan in het faculteitsblad te publiceren (het ter ziele gegane Sjwa, nvdr.), en later kwam daar dwars bij.

 

“Er werden destijds nog workshops gegeven in de Mekanik Strip, onder leiding van Serge Baeken. Die man heeft mij geweldig geïnspireerd. Het is sowieso fantastisch om met anderen te zitten tekenen, te kijken hoe iemand anders een neus aanpakt, wat voor ogen iemand anders een personage toedichten. Op dat moment vond ik mezelf absoluut geen goede tekenaar, maar Baeken gaf me het zelfvertrouwen dat ik nodig had. Ik ben enkel strips blijven tekenen dankzij hem. Ten koste van mijn studies.

 

“Ik ben gestopt met studeren. Dankzij een vriend kon ik aan de slag bij een reclamebureau als art director. Ik heb het daar welgeteld vijf maanden uitgehouden. Op de dag dat ik daar stopte heb ik mij in een zonnig Brussels park gezet met een schetsboek, en ben opnieuw beginnen tekenen. Ik voelde me vrijer dan ooit. Ik heb daar en dan besloten om mijn leven te leiden als striptekenaar. En dat lijkt me te lukken, vreemd genoeg. Ik hou van de stripwereld, de tekenwereld. Het is meer dan boekjes met tekeningen in, het is een cultuur, een wereld. Er zijn evenementen in Antwerpen, SKETCH Thursdays in Bar Samedi waar men tekenaars verzamelt om samen te tekenen. Samen zitten werken, mensen tegen komen, een plaatje opzetten: heerlijk. Zo heb ik ook m’n vriendin leren kennen. Strips hebben mijn leven bepaald. Strips maken me gelukkig.” Jangojim kijkt even naar de tafel, naar de menukaart van de broodjeszaak waar we ons hebben gezet, en dan weer naar ons. “Nog vragen?”

 

Niets is nog grappig

“Zijn het alleen maar strips,” vraag ik, “waar je je mee bezig houdt?” Jangojim weer: “Ik zeg ja op elke kans die mijn richting uit komt: illustraties, cartoons en animatie. Dat levert soms problemen op, maar het is fantastisch om zo te kunnen werken. Ik wil niets missen. Ik doe soms muurschilderingen voor Converse. Sommige mensen zouden zeggen dat ik daar m’n ziel mee verkoop, maar ik word ervoor betaald en ze laten me doen wat ik wil, zolang er ergens een verband te binden valt met schoenen. Ik houd ervan om een hele muur als m’n canvas te hebben, het is een totaal andere ervaring dan alleen aan je bureautje zitten.

 

“Tegenwoordig ben ik met vrienden bezig aan een humoristisch televisieprogramma voor Acht. Ik schrijf mee aan de grappen en ik maak animaties. Ongelofelijk boeiend werk, maar op een bepaald moment vind je niets meer grappig. Het enige waar je aan kan denken als je dan naar Monty Python ofzo kijkt, is hoe de grappen werken. Vermoeiend.

 

“Ik maak ook zines. Tekeningen bij elkaar zoeken, ze goedkoop kopiëren in zwart-wit. Voor iemand die nog niet gepubliceerd heeft is een zine een heel dankbaar medium om toch wat verspreid te geraken en wat geld te kunnen verdienen. Én het gebeurt allemaal zeer low budget. Ik verkoop ze aan vrienden, kenissen. Hier zijn zines misschien nog niet zo bekend, maar in Amerika zijn ze een grote rage. Ik ben een paar jaar geleden in San Francisco naar een gigantische beurs geweest.” We kijken verbaasd. Hoe kom je in godsnaam daar terecht? “Je leert tegenwoordig heel gemakkelijk mensen kennen via het internet. Als ik naar Amerika of naar Engeland ga, probeer ik altijd af te spreken met tekenaars die ik via het zo leerde kennen. Ik vind het interessant dat ik meestal wel klik met andere tekenaars. Je hebt een gemeenschappelijke interesse, zeker?

 

“Het internet vergemakkelijkt zoveel aspecten van het striptekenen. Tegenwoordig gaat alles via het internet. Vroeger moest je naar de bibliotheek als je iets wou tekenen. Een brommer, een giraf, je moest het gaan opduiken uit een encyclopedie. Nu kan je dat googelen.”

 

We begeven ons naar de Eiermarkt, om JangoJims favoriete stripmuur te bezichtigen. Tegen de muur van de Boerentoren staan en leunen getekende Antwerpenaren wortel te schieten. Een van hen werd onlangs door een voorbijganger bedacht met een Hitler-outfit. Jangojim lijkt het allemaal niet zo erg te vinden. “Grappig.” Terwijl hij wat beschroomd de instructies van de fotografe opvolgt valt hem opeens iets te binnen. “Ik heb wel al gepubliceerd!” We kijken hem wat onbegrijpend aan. “Ik heb een tijd geleden meegewerkt aan het stripboek Vrouweneiland, van Studio Vitalsky. Met twintig tekenaars rond een tafel, plaatjes draaien en tekenen terwijl Vitalsky het verhaal uit de doeken doet; zo'n avonden ...” Jangojim zoekt nog naar een einde van zijn zin, maar het is ons al duidelijk. Deze man houdt van strips. En waarom niet?



Studentenrugby blijkt ultieme viriliteitstest
24/03/2012

Het Belgische rugby wint zienderogen aan populariteit en AUHA is al geruime tijd met de trend mee. Al 30 jaar trainen UARC The Midgets iedere woensdag de ziel uit hun lijf. Meer redenen heeft dwars niet nodig om een reportage te maken. “Een hooligansport gespeeld door gentlemen”, luidt het cliché. Daags voor de stadsderby tegen de Belgian Mariners van de Hogere Zeevaartschool (HZS), toetsen onze reporters Bart en Floris dat cliché, testen ze hun viriliteit en wagen zich tussen, maar vooral onder, een meute losgeslagen atletische stieren.

Wat begon als een leuk idee op een redactievergadering, werd enkele uren voor de training omgezet in vertwijfeling, nervositeit en zelfs een beetje angst. Gelukkig blijken wij niet de grootste watjes van dwars te zijn. “Enige kans dat de training en wedstrijd door regen worden afgelast?”, sms't onze fotograaf tijdens de regenachtige middag. En dat terwijl hij zich op veilige afstand van tackles en scrums zal houden. Iedere week trainen The Midgets namelijk in de Romeinse Put, waar de kleedkamers Spartaans zijn en het veld de arena is voor moderne gladiatoren. “Jullie hebben het niet getroffen”, zegt Atilla terwijl hij naar het drassige veld tuurt. “Het is al de hele middag aan het regenen.” Hier onderscheiden de jongens zich van de mannen. Of wij bij de laatste groep horen, moet dan nog blijken.

 

De Atelaw Bekele van dwars

The Midgets trainen al enkele jaren samen met RC Antwerp. Deels oefenen ze gemeenschappelijk, deels gescheiden. Na de opwarming neemt coach Wiggins het woord terwijl alle spelers zich in een stevige huddle gespen. Hoewel Floris niet bepaald een schriel mannetje is, knijpt de Antwerpse fullback hem zowat in twee. Het werkt ontspannend en tijdens het stretchen zijn de zenuwen al wat minder gespannen. De gedachte aan de William Lawson’s-reclame – no rules, great scotch – is dan ook nooit ver weg telkens de Britse coach zijn stem verheft. Floris moet Bart meteen onverbiddelijk corrigeren: “Uw ander rechterbeen stretchen”, sist hij. En dan dat kritieke moment, de eerste maal dat je met de handen in de modder landt. “Jullie zullen sowieso vuil worden, jongens.” Eerlijkheid gaat boven alles. Na het stretchen zouden we volgens coach Wiggins gaan ‘offloaden’. We verwachten ons aan een tactisch plannetje. Niets blijkt minder waar; de ex-militair gebiedt ons estafetterondjes te lopen op een veld waar je tot aan de enkels in wegzakt. Het heeft iets van een crosscountry run van één of andere Engelse boarding school. Terwijl de ervaren loper Bart zich ontpopt tot ware veldloper met Ethiopische allures, zeult Floris de overtollige studentenkilo’s over het veld. Halverwege het lopen haakt hij dan ook maar af. Terwijl Bart nog een aantal snedige aflossingen doet, bewaart Floris ‘wijselijk’ zijn krachten voor het vervolg van de training.

 

In het zand bijten

Als de groep zich opsplitst, worden The Midgets samen met enkele stootkussens naar het vettigste stuk van de Romeinse Put verwezen: een zompige, grasloze strook waar zelfs Sven Nys even van de fiets zou moeten wippen. “Komaan gasten, even de schouders los gooien!” roept Atilla. Op het eerste gezicht een onschuldige oefening, na een tiental tellen herkennen we echter spierpijnen die we pas ’s anderendaags hadden verwacht. “Nog tien keer snel”, vervolgt hij. “Tien, negen, acht, … drie, twee , één!” keelt de ploeg als was het baritonkoor. Voorzitter Yannick heet de nieuwelingen welkom en een andere speler vraagt al meteen of we daags nadien mee de derby willen betwisten. Na de training zal blijken dat wij die kelk aan ons voorbij zullen moeten laten gaan. Opnieuw knijpen we ons in een hechte huddle. Atilla verbloemt het niet: “Onze rucks lijken nergens naar.” Terwijl hij zelf een stootkussen neemt, stormt de eerste speler met de bal op hem af. Meteen daarna haken twee spelers in elkaar om Atilla nog enkele meters verder te duwen. “Wij moeten dus met onze schouder zo hard mogelijk op jou aflopen?” “Ja”, antwoordt hij. “En als die andere twee aan komen briesen, dan moeten we op de grond liggen zodat zij over ons heen kunnen?” “Uhu”, knikt hij vanachter het stootkussen. “Geen probleem”, zeggen we aarzelend in koor. Floris blijkt alvast een natuurtalent en hij doet Atilla merkelijk verder terugplooien dan voorheen. Met horten en stoten wordt hij tot stilstand gebracht. “Moet je in een wedstrijd ook op je tegenstander aflopen?” vragen we onwetend. “Maak je geen zorgen, de tegenstander komt wel naar jou toe”, lacht een van de spelers. Aarzelend geeft Bart het ook een kans, maar het lijkt wel alsof hij tegen een muur aanloopt en hij bijt in het zand. Gelukkig kan hij nog rekenen op de ploegmaats die hem dekking geven. De veer van het hardlopende pluimgewicht lijkt echter gebroken en niet veel later geeft de eerste reporter er de brui aan.

 

Gelukkig is er warm water

Nu de sportplunjes besmeurd zijn met kilo’s modder, lijkt een oefening op tackles vanzelfsprekend. Op een geïmproviseerd veld worden kort één-tegen-één, drie-tegen-twee en drie-tegen-drie gespeeld. Bij zijn eerste tackle mikt Floris op de heup van de chargerende speler. De aanvaller ontwijkt onze reporter relatief eenvoudig, en Floris glijdt een meter of acht verder door het glibberige slijk. Wat later lijkt de reporter zelfs te gaan scoren. Wanneer hij twijfelt om met de nodige flair naar de in-goal area te glijden, wordt de keuze voor hem gemaakt. Door een stevige beuk vliegt hij over een stootkussen dat als zijlijn fungeert. Enkele spelletjes later volgt een gelijkaardige situatie, deze keer blijft hij wel binnen de lijnen. “Proficiat, je hebt gescoord”, zegt Midgets-voorzitter Yannick, terwijl hij grijnzend kijkt hoe onze reporter zwarte blubber uitspuwt. Na nog eens een rondje om terug op te warmen, werpt ook Floris de handdoek in de ring en gaat op zoek naar een warme douche. Een kwartiertje later bevolkt ook de rest van ploeg de kleedkamer. “Nog warm water?” verlangen ze. “Vorig jaar was er enkel maar koud water.” Voor ons was geen bevestiging meer nodig: The Midgets zijn niet bepaald doetjes. We tellen onze blauwe plekken en keren naar huis.

 

Uno, due, tre vaffanculo

Een dag later ligt het wedstrijdveld van RC Antwerp er in vergelijking met het trainingsveld bij als een biljartlaken. De pelouse is smaragdgroen en de Belgian Mariners dartelen al fluks over en weer als een kudde opgewekte lammetjes. Auditief blijkt dat vooral de Franstalige studenten van HZS hun stevige schouders onder de Belgian Mariners zetten. Wat later druppelen ook The Midgets het veld op. Als voorzitter Yannick ons ziet, vraagt hij: “Gaan jullie jullie omkleden?” We passen beleefd als de Mariners bij wijze van opwarming suicides combineren met telkens twintig keer opdrukken. Ondertussen grappen The Midgets wat op hun helft. “What do I have to yell with a throw-in”, vraagt de Italiaanse Erasmus-student Matteo Lattuada. Een Italiaanse krachtterm lijkt de spelers opportuun. The Midgets lachen zich een deuk als Matteo uno, due, tre, vaffanculo roept. We zouden het nog een hele wedstrijd horen. Als de wedstrijd op gang is, heerst de sfeer van een echte derby. Geen van beide ploegen deinst voor iets of iemand terug. Halverwege de eerste periode breekt HZS door The Midgets-linie. Dankzij een dropkick staat het 0-3. De Midgets herpakken zich echter als ook hun schare trouwe fans van zich laten horen. Op het einde van de eerste helft volgt nog een klein opstootje tussen enkele spelers. De titel ‘Ploeg van ’t Stad’ staat niet voor niets op het spel, natuurlijk. Vlak voor rust nog dringen de Mariners nog een keer aan. In de tweede helft proberen The Midgets de bakens te verzetten, maar een eerste overwinning tegen de Mariners zit er ook nu niet in. 0-6. The Midgets laten het niet aan hun hart komen als ook hier de derde helft de belangrijkste blijkt.

 

The Midgets

In 1981 werd aan de toenmalige RUCA The Midgets opgericht. De onverschrokken rugbyploeg won in 1986 het universitair kampioenschap. In Antwerpen leek dus een mooie rugbytoekomst in het verschiet te liggen. De generatie '86, kreeg echter geen opvolging, waardoor de ploeg ophield te bestaan. In 2006 besloten jeugdinternationals Pepijn Mooren, Jonathan Zwijsen en Tom Ruytens de ploeg nieuw leven in te blazen. The Midgets nieuwe stijl is niet enkel een rugbyploeg voor de universiteit maar ook voor de Antwerpse hogescholen. The Midgets zijn hun voorgangers niet vergeten en organiseren ieder jaar een wedstrijd tussen ‘The New Midgets’ en Midget Old Boys. - 1986 Belgisch universitair kampioen - 2011 Belgisch universitair beach kampioen

 

Rugbyspelers aan de UA

Student Handelsingenieur Jef Van Tricht speelt voor de nationale ploeg onder 23, en speelde ook al voor het A-team. België onder 23 verloor in maart met 32-25 van hun Duitse tegenhangers. Bij de nationale dames hebben studente T.E.W. Dorien Van den Bosch en Yet Ceulemans (Geneeskunde) al enkele caps. In maart speelde Ceulemans nog tegen Duitsland. België verloor echter met 21-14 van de Mannschaft. The Midgets pakten op het Vlaamse kampioenschap de zilveren medaille in het rugby 7's. In de finale van deze Olympische variant was Hogeschool Gent met 34-0 te sterk.



over onderwijs en onderzoek
24/03/2012
🖋: 

Sporttelex

Zwemmen: Egon Vanderstraeten kwalificeerde zich voor het EK zwemmen in mei. De TEW'er zwom de 200m vlinder in 1’57”81 en bleef 39 honderdsten onder de kwalificatielimiet. * Volleybal: Rechten-studente Arianne Horemans heeft zich niet geplaatst voor de finale van de finale van CEV Challenge. In de halve finale was het Azerbeidzjaanse Lokomotiv Bakoe tweemaal met 3-0 te sterk voor haar club VDK Gent. * Basketbal (heren): In de Vlaamse final four verloor UA zowel de halve finale, tegen Artesis, als de troostfinale tegen HGent * Hockey (heren): UA heeft zijn favorietenrol waargemaakt. In de finale van het Vlaamse kampioenschap kraakte KdG pas in de voorlaatste minuut; 1-0. 25 april volgt de Belgische finale tegen UCL. * Korfbal: In deze typische Antwerpse sport werd UA Vlaams kampioen. De finale tegen Artesis werd gewonnen na het nemen van strafworpen; 5-5 (5-3).

 

Schepen Voorhamme in Raad van Bestuur

Sinds 1 maart zetelt Robert Voorhamme (SP.a) in de RvB van de UA. De schepen van Onderwijs zetelt er als afgevaardigde van minister Pascal Smet. Voorhamme volgt partijgenoot Guy Aelterman op. Aelterman stopt ook als voorzitter van Artesis om kabinetschef te worden bij het ministerie van Onderwijs. Rector Verschoren benadrukt dat dit een beslissing van minister Smet is. De rector is duidelijk: “Dit is geen politiek spelletje.” Midden maart liet Verschoren tijdens de openingsspeech van Calamartes ontvallen dat hij burgemeester Janssens nog graag zes jaar in die functie ziet. “Dit was als grapje bedoeld”, zegt de rector, “Ik speelde gewoon in op de speech van de burgemeester. Net daarom hoeft men niets achter de aanstelling van schepen Voorhamme te zoeken. Het is de minister die de beslissingen heeft genomen.”

 

Wetenschappers ontdekken obesitasgen

Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen en het Centrum Medische Genetica van de Universiteit Antwerpen behoren tot de Europese top wat het onderzoek naar obesitas betreft. “Obesitas is een erg complex gegeven”, zegt professor Wim Van Hul. “Omgevingsfactoren zoals voeding en beweging spelen een rol, maar er zijn ook genetische aspecten.” Al vele jaren wordt van elke patiënt die zich laat behandelen in het UZA een DNA-staal genomen. Mede dankzij die databank prijken Antwerpse onderzoekers Wim Van Hul en Luc Van Gaal nu op een recente Nature publicatie. Daarin wordt beschreven dat dysfunctie van de lipid sensor GPR120 leidt tot obesitas. “Dit eiwit bepaalt mee of en hoe vetpartikels in het lichaam worden opgeslagen”, legt professor Van Gaal uit. “Verder onderzoek is noodzakelijk, maar dit is zeker een eerste belangrijke stap. Hopelijk kunnen we het gen op termijn blokkeren of stimuleren, zodat deze ontdekking tot een therapeutisch gevolg zal leiden.”

 

En het eredoctoraat gaat naar ...

Donderdag 29 maart reikte de Universiteit Antwerpen haar eredoctoraten uit. Blikvanger dit jaar is theatermaker Franco Dragone, die vanaf nu de eretitel doctor honoris cause Algemene Verdiensten op zijn visitekaartje mag schrijven. De Italiaanse Belg is al jaren bekend als de bezieler van Cirque du Soleil, maar ook de producties van zijn eigen Franco Dragone Entertainment Group spreken tot de verbeelding. Daarnaast kregen ook vier wetenschappers een eredoctoraat. Nobelprijswinnaar Harald zur Hausen kreeg een eredoctoraat voor de Geneeskunde. De Faculteit Letteren en Wijsbegeerte gaf een eredoctoraat aan de Amerikaanse professor Bernard McGinn. De Amerikaanse professor Peter J. Katzenstein krijgt het eredoctoraat voor Politieke Wetenschappen en de Belg Luc Devroye mag zich eredoctor in de Wiskunde en Informatica noemen.

 

Beaujolais 2009 uitstekend bij supergeleiders

Vorig jaar rapporteerde een groep Japanse fysici dat rode wijn supergeleiding kan induceren in ijzer telluride. Nu publiceerde een groep aan het Nationale Instituut voor Materiaal Wetenschappen in Tsukuda, Japan verschillende wijnen te hebben getest en dat een Beaujolais uit 2009 blijkbaar het beste supergeleiding induceert. Mogelijks zou de hoge concentratie tartaarzuur in de wijn ermee te maken hebben, maar het mechanisme achter de inductie blijft voorlopig een mysterie. In ander nieuws vonden wetenschappers het Higgs boson in een lijntje cocaïne.



de Internationale Editie
24/03/2012
🖋: 

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Ditmaal trokken we naar Turkije, waar studenten hun burgerrechten niet altijd gerespecteerd zien. Gizem Görnaz werd er onlangs gearresteerd vanwege een kritisch artikel dat ze schreef in haar studentenblad. De auteur is een kennis van haar en vertelt ons waarom het incident treffend illustreert wat er juist misgaat met de Turkse democratie. Hij kan daarbij maar moeilijk zijn eigen politieke sympathieën maskeren.

Gizem Görnaz is tweeëntwintig jaar en studente aan de Technische Universiteit Karadeniz (KTU). De meeste van haar leeftijdsgenoten zijn vrij conservatief en archaïsch van inslag, wat van de jongedame meteen een buitenbeentje maakt; ze schuwt de controverse niet. Op de Turkse universiteiten weet men echter niet hoe hier gepast op te reageren. Zo werd Görnaz onder meer tijdelijk geschorst nadat ze in de krant ‘Evrensel Genc Hayat’ kritiek gaf op de rector.

 

Allerminst Kritisch & Progressief

Dit heeft alles te maken met de regerende partij, de AKP ofwel Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling. Zij staat symbool voor het geloofsconservatisme en wil dat ook de jongeren die levensvisie delen. Op vlak van onderwijs heeft de partij dan ook heel wat hervormingen waargemaakt, met als rode draad kinderen vanaf jonge leeftijd reeds confronteren met religieus conservatisme. De prioriteit van de AKP lijkt als dusdanig het creëren van een apolitieke, conformistische jeugd. Kritische woorden passen niet in dat verhaal, ook niet indien ze geschreven werden door journalisten. Het is bijgevolg al lang niet meer ongewoon dat een journalist gearresteerd wordt wegens ‘te kritisch’. Enige vorm van oppositie tegen de regering is voldoende om vervolgd te worden omwille van het vormen en leiden van een ‘terroristische organisatie’. Dit is de reden waarom de Turkse republiek ruimdenkende, kritische jongeren niet kan appreciëren. En wat men al helemaal niet kan verdragen is dat mensen als Görnaz socialistisch geïnspireerd zijn.

 

Wilde haren verloren

Gizem Görnaz was in dit opzicht niet de eerste; Deniz Gezmis, Hüseyin Inan en Yusuf Aslan die in 1972 tot de doodstraf werden veroordeeld, verschilden niet zo veel van haar. (De laatsten waren echter marxistisch-leninistische revolutionairen tijdens de Koude Oorlog, nvdr.) Gezmis werd op zijn vijfentwintigste geëxecuteerd vanwege zijn ‘socialistische’ overtuigingen. Zo werd hij uit beeld gehaald, net als Görnaz. Iets recenter was er dan Metin Lokumcu, een leraar en vreedzaam activist die in Artvin Hopa door de politie werd gedood terwijl hij protesteerde tegen de premier. Toen een student zijn ongenoegen over dit voorval kenbaar maakte, werd zijn haar door de politie kort geknipt, tegen zijn zin welteverstaan. Drie andere vrienden besloten hierna als protest eveneens hun haren kort te knippen. In de nog jonge democratie leidde dit tot drie nieuwe arrestaties. De politie argumenteerde dat de jongeren “hun haren geknipt hadden om niet herkend te worden”: een verdachte praktijk. Verdere escalatie leidde er toe dat tweeëntwintig jongeren weken gevangen zaten omdat ze dit onrecht niet wilden tolereren. Soms ontspoort de situatie echter verder. In Istanbul werd een studente aan de Technische Universiteit fysiek mishandeld op haar campus. De jonge vrouw was zwanger, had een miskraam en moest een tijd lang op de afdeling intensieve zorgen liggen. De woorden die premier Erdogan aan het voorval wijdde, waren ronduit schokkend: “Waarom is een meisje op die leeftijd al zwanger?”

 

Goede doel wordt doelwit

Gizem Görnaz is dus niet de eerste en allicht ook niet de laatste die vanwege haar kritiek monddood gemaakt wordt. Zijzelf bracht in een artikel wanpraktijken aan haar universiteit aan het licht. Men vroeg studenten namelijk bij de inschrijving om extra geld over te maken dat dan bestemd zou zijn voor het goede doel. Görnaz sloeg er echter in de universiteit te “ontmaskeren” en toonde aan dat het goede doel in kwestie de universiteit zelf bleek te zijn. Rector professor Ibrahim Özen signaleerde dit bij de autoriteiten, wat leidde tot de arrestatie van de studente. Görnaz werd in eerste instantie veroordeeld tot een gevangenisstraf van elf maanden en twintig dagen. (Inmiddels zou het vonnis omgezet zijn in een voorwaardelijke straf van vijf jaar, nvdr.) Bovendien werd ze door de universiteit voor enkele maanden geschorst. Ondanks dit alles wakkert het revolutionaire vuur bij de Turkse jongeren slechts langzaam aan. Wat we wel kunnen stellen, is dat de poging van de autoriteiten om Görnaz te isoleren, mislukt is. Vandaag zijn ook meer jongeren dan voorheen bereid in haar voetsporen te treden. Wat haar overkomen is, kan anderen inspireren. Een slogan die dezer dagen steeds vaker weerklinkt aan de universiteiten luidt dan ook: “Arrestaties en druk kunnen ons niet doen zwijgen!” Met name de seculiere jeugd van Turkije blijft sterk weerwerk bieden tegen de schaduw die dit ‘fascisme’ opwerpt. We zijn moedig en koppig, want we weten wat er schuilt achter de leugen van de ‘Turkse democratie’. We voelen ons in die zin verplicht deze strijd aan te gaan. Er is geen andere manier, willen we ooit nog zonnige dagen beleven.

 

 

Wij danken de auteur die anoniem wenst te blijven voor zijn bijdrage.



Het Marktsegment
24/03/2012
🖋: 

De aandelenmarkten kenden in 2011 sterke fluctuaties, van euforie naar depressies en weer terug. De aanhoudende onzekerheid over de toekomst van de eurozone, het gebrek aan samenwerking in de Verenigde Staten over het terugdringen van het begrotingstekort en een voorziene zachte landing van de Chinese economie zorgen ervoor dat deze trend nog niet ten einde is. Gezien deze aanhoudende onzekerheid benadrukt men nogmaals het belang van diversificatie en multi-activastrategieën* om zich tegen bepaalde risico’s in te dekken.

Als we het advies van Merril Lynch** volgen voor de aankoop van aandelen in 2012, focussen we ons op large-caps*** met een sterke kasstroom en stijgende dividenden. Wat betreft Griekenland is er afgelopen week een belangrijke beslissing doorgevoerd. Ongeveer 95.2 procent van de Griekse schuldeisers is overeengekomen om Griekenland een schuldherschikking aan te bieden door hun bestaande obligaties in te wisselen tegen obligaties die minder waard zijn. Zo zouden de banken een verlies van 75 procent moeten slikken. Hierdoor daalt de privé schuldenberg van Griekenland en kunnen ze hun economie nieuw leven inblazen. Iedereen kijkt hoopvol naar de volgende evoluties die het land zal doormaken. In deze editie nemen we de aandelen van KBC en Telenet onder de loep.

 

KBC

KBC is een onafhankelijke bankverzekeraar voor particulieren en middelgrote ondernemingen. Haar thuismarkt is naast België, Centraal- en Oost-Europa, waar KBC zeer belangrijke leidende posities bekleedt. In deze thuismarkten focussen ze zich voornamelijk op retail- en private-bankverzekeren, inclusief assetmanagement, en zijn ze ook actief inzake diensten aan bedrijven en een selectie van marktactiviteiten. De aandeelhouders van KBC werden de voorbije maanden getrakteerd op achtereenvolgens een positief analistenrapport van het beurshuis JPMorgan, een ontspanning op de kapitaalmarkt en een goede vooruitgang in de herstructurering, met euforische koersprestaties als gevolg. Met een aandelenkoers van 18,15 euro, zes koopadviezen en slechts één verkoopadvies lijkt de weg voor het aandeel naar boven te leiden. Bovendien zorgt de verkoop van Absolut bank voor positieve prognoses.

 

TELENET

Telenet is een jong bedrijf. Het is opgericht in 1994 en is nog steeds in volle groei. Oorspronkelijk was de bedoeling om een tweede communicatienetwerk op te zetten naast Belgacom. Hierin zijn ze meer dan geslaagd. Telenet is gevestigd in Mechelen. In 1998 bij de liberalisering van de telefoniemarkt lanceert Telenet haar eerste telefonieproducten. Bij de uitbreiding van hun internet aanbod heeft Telenet in 2010 Telenet Fibernet gelanceerd. Dit moest zorgen voor sneller internet. Tevens kunnen klanten sinds 2011 terecht bij 1.200 hotspots in heel België. Ook wat betreft digitale televisie speelt Telenet een belangrijke rol. In 2003 hadden ze een testproject bij 300 gezinnen in Vlaanderen, en in 2005 volgde de algemene lancering van hun digitale televisieaanbod. Op het einde van 2010 telde het bedrijf maar liefst 1898 medewerkers. Telenet is eveneens opgenomen in de Belgische sterindex, namelijk de BEL-20. Dit gebeurde in maart 2009. Op dit moment (10 maart 2012) noteert ze aan 29,41 euro per aandeel. Vlak voor de crisis bereikte het aandeel een hoogtepunt van 26,35 euro. Op 28 oktober 2008 bereikte het een dieptepunt, namelijk 10,11 euro. In 2011 bedroeg het dividend per aandeel 4,72 euro.

 

De huidige CEO, Duco Sickinghe, is sinds 2001 aan het roer van het bedrijf. Een maand geleden is hij bekroond tot Manager van het Jaar 2011, een prijs van het weekblad Trends. Dit is niet alleen een persoonlijke trofee, maar eveneens een erkenning voor Telenet als onderneming. Ze zijn nog maar 18 jaar jong, maar hebben reeds een enorme ontwikkeling gekend. Het bedrijf blijft zich toespitsen op nieuwe markten waar toekomst in zit. De komende jaren zal de uitwerking van het programma Digital Wave 2015 plaatsvinden. Dit programma legt sterk de nadruk op innovatie. De speerpunten van Digital Wave 2015 zijn Entertainment, Home Management, e-health, Virtual Office en Mobiliteit. Wat betreft mobiele telefonie is Telenet volop bezig met de verdere uitbreiding en ontwikkeling van hun mobiele aanbod. Ook hier willen ze een grote speler worden tegen zeer concurrentiële prijzen. Een belangrijk aspect hierin was de verwerving (samen met de Waalse kabeloperator Tecteo) van de vierde 3G-licentie. Op lange termijn is het aandeel Telenet zeker een stabiele investering.

 

 

Woordverklaring

* multi-activastrategieën: het flexibel beheer van verschillende activaklassen: aandelen, obligaties, cash, wisselkoersen en grondstoffen.

** Merril Lynch: Amerikaanse zakenbank die ook geraakt werd in de crisis en in 2008 overgekocht werd door de Bank of America.

*** large-caps: komt van large market capitalization, en verwijst naar de allergrootste bedrijven ter wereld.

 

Portefeuille (24 maart 2012)

De komende maanden zullen dwars en CapitAnt de beursgang van de volgende acht bedrijven opvolgen. Telkens licht Capitant toe wat er met de aandelen aan de hand is. Deze portefeuille is door onze redactie willekeurig samengesteld. Er wordt enkel geïnformeerd en niet geadviseerd.

 

Apple Inc. (AAPL): 596,05 dollar
Umicore (UMI): 40,08 euro
Telenet (TNET): 30,22 euro
AB Inbev (ABI): 54,42 euro
KBC (KBC): 19,65 euro
Ageas (AGS): 1,70 euro
Nyrstar (NYR): 6,38 euro
Agfa-Gevaert (AGFB): 1,56 euro



Column - De Nuttelozen van de nacht
24/03/2012
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels

Maarten Inghels is dichter, schrijver en kroegtijger. Elke maand is hij, zoals Brel het ooit bezong, één van de nuttelozen van de nacht en bekijkt hij de bodem van zijn glas in een volkscafé.

In eerdere columns reeds voorzichtig aangestipt, maar zij schuifelen nu definitief in de het licht van de schijnwerpers: de figuren die het gezicht vormen van het volkse caféleven. Voorheen al omschreven als karakterkoppen waar het leed uit het verleden al aan heeft liggen slijpen, maar dat is nogal kort door de bocht wanneer men het savoureren van dagelijkse porties alcohol niet meerekent. Met het oog op de toekomst zijn de echte kroegtijgers echter een uitstervend ras. En dit vast cliënteel wordt maar al te vaak over het hoofd gezien.

 

Zij die de nerven in het vergeelde behang kennen als een landkaart, zij die de geluksbarometer zien stijgen of dalen bij de hoogte van de schuimkraag, zij die hun danspasjes op het dambordpatroon op de vloer nog vaag herinneren. Met de genadeloze tijd zullen zij verdwijnen en plaats maken voor de creaclubbers en advocaten, zeilmeisjes en bio-ingeneurs (wat bij mij de vraag doet rijzen: wat deden de stamgasten van beroep behalve hobbyfilosoof spelen?). Een internetondernemer (te argwanen figuren zoals 'trendwatchers', 'conversation starters' en 'social media experts') verklaarde onlangs in een respectabel weekblad dat een bezoek aan het café zal opgewaardeerd worden. Waar mensen nu via pixels en luchttrillingen communiceren, zal een afspraak met vrienden aan de bierpomp aan cultstatus herwinnen. Mensen zullen het staren naar elkaars smoelwerk in levende lijve wonder boven wonder verkiezen boven het doorklikken langs schimmige profielfotootjes op Facebook of het googlen van kirrende kittens op Youtube.

 

De volgende jaren zal het nooit nog zo druk zijn in de kroeg (maar niet in de volkscafés, in 2024 zal de dienst Toerisme het laatste overgebleven volkscafé uit de gevel kappen en transporteren naar het vulkaaneiland Japan om het onder een glazen stolp te bewaren waar het dienst zal doen als Belgian Museum Of Old Historical Cafes). En zoals de overheid het rookverbod heeft ingesteld en middels schokkende longfoto's op sigarettenpakjes de intimiderende kaart trekt, zal zij in de toekomst (wanneer de bevolking het delirium herontdekt) in navolging van William Hogarth's prenten ‘Beer Street’ en ‘Gin Lane’ de stad afficheren met foto's van notoire dronkelappen om ons te verwittigen voor de roes.

 

Dus bij deze stormloop op het charmante karakter van de horecacultuur mag de onverhoedse gelegenheidsdrinker de figuren die sinds jaar en dag de beeldvorming ervan verzorgen niet over het hoofd zien. Wie kent er nog de Vlaamse kunstenaar Wessel di Wesselli die cafébezoekers aanmaande niet te vloeken, of hen overhoorde met de vraag: ‘Wat is de functie Energie?’ Aan de witgekalkte muren van mijn werkkamer hangen nog steeds zijn poëtische plannen van de ‘Energieën-Oogst-Machine’ waarin hij het principe van de perpetuum mobile gebruikt om een oplossing te geven voor het energievraagstuk. Naast de machine die in het water werkt, pentekende hij enkele visjes. Minacht deze bebaarde Panamerenko niet, schud hem de hand en aanhoor hem. Wie weet zal hij u aan het einde van de nacht zijn antwoord bieden op de vraag ‘Wat is de functie Energie?’: de liefde tussen mensen.



Wie zijn de doctorandi?
24/03/2012
🖋: 

Sommige studenten kiezen ervoor om na het behalen van een masterdiploma onze geliefde universiteit nog niet meteen te verlaten. Je vindt deze doctoraatstudenten in labo’s en bibliotheken waar ze noest werken aan hun onderzoek of in kantoortjes waar ze op dit moment misschien wel jouw paper verbeteren. Zeven doctorandi vertellen dwars over hun grootste passie.

Wat is doctoreren?

Het diploma van doctor is de hoogste academische graad die je aan een Vlaamse universiteit kan behalen. Je behaalt het door origineel, wetenschappelijk onderzoek te doen. Vaak wordt dit onderzoek gecombineerd met onderwijstaken, maar niet altijd. Het eindresultaat schrijf je neer in een proefschrift (ook wel doctoraatsthesis genoemd) en moet je voor een jury verdedigen. Doe je dit succesvol, dan mag je jezelf doctor noemen.

 

Hoe vraag je een toelating aan?

Stap 1: Zoek een onderwerp en een promotor

Samen met je promotor zal je een onderwerp kiezen. Kies een promotor en een onderwerp uit waar je je goed bij voelt. Je moet immers zeker drie jaar samenwerken.

 

Stap 2: Zoek financiering

Bespreek met je mogelijke promotor de beschikbare assistentschappen en beursmogelijkheden. Veel doctorandi worden gesteund door het FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek) of het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie). Wees je ervan bewust dat instellingen steeds vaker verwachten dat je onderzoek een zekere economische finaliteit heeft. Vaak duren de aanvraagprocedures voor een beurs enkele maanden. Begin er dus op tijd aan.

 

Stap 3: Contacteer de Studentenadministratie

Bezorg een aanvraagformulier voor de start van een doctoraat aan de Studentenadministratie.

 

Doctoraatsopleiding?

Aan de Universiteit Antwerpen ben je ook verplicht om naast je onderzoek een doctoraatsopleiding te volbrengen. Deze opleiding bereidt je voor op een (onderzoeks)carrière binnen én buiten de universiteit. Dit is geen extra, losstaande opleiding maar een individueel traject van workshops, evenementen en cursussen die bij jouw project passen. Meer info op de site van de Antwerp Doctoral School: www.ua.ac.be/ads

 

 

Sara Bastiaensens

Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen, Departement Communicatiewetenschappen

 

Ik ben nog maar in februari begonnen met mijn doctoraat dus tot nu toe zijn mijn dagen vooral gevuld met literatuurstudie. Ik kies zelf mijn uren en soms werk ik ook thuis. Dat is een ongelooflijke vrijheid.
Het project waarin ik doctoreer heet Friendly ATTAC. Dat is een samenwerking tussen verschillende universiteiten en hogescholen met als doel cyberpesten tegen te gaan. Wij willen een online toepassing voor jongeren ontwerpen. MIOS, de onderzoeksgroep van de UA, probeert te achterhalen welke determinanten de daders, slachtoffers en bijstaanders van cyberpesten beïnvloeden. Zo kunnen we bepalen waar we op moeten inspelen.

 

Pim Verhulst

Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, Departement Letterkunde

 

Ik onderzoek hoe de radiotoneelstukken van Samuel Beckett gemaakt zijn. De focus ligt op de relatie tussen woord en muziek omdat dit ook in zijn stukken gethematiseerd wordt. Daarnaast ben ik assistent voor enkele vakken Engelse Letterkunde. Het lesgeven blijft nogal beperkt. Ik moet vooral heel veel papers verbeteren ... Heel veel. (lacht)

 

Het zwakke punt van een doctoraat in de kunsten is dat je altijd kan blijven doordenken. Maar het moet natuurlijk ergens eindigen om op tijd klaar te zijn. Op een bepaald moment moet je zeggen: hier houdt het op. Daarnaast is het een uitdaging om je onderzoek te verantwoorden naar de buitenwereld én naar jezelf toe. Dat moet nu meer dan vroeger gebeuren, wat een goede zaak is. Je moet voor jezelf gaan zoeken naar een soort ‘hoger doel’ om te kunnen rechtvaardigen waarom je onderzoeksgeld krijgt dat eventueel ook voor andere dingen zou gebruikt kunnen worden.

 

Kande Kazadi

Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen, Departement Marketing

 

Het is niet zo courant om te doctoreren in TEW omdat het niet altijd evenveel bijdraagt tot je carrière. Voor mij is het wél interessant omdat ik bijna dagelijks in contact kom met verschillende nationale en internationale bedrijven, beroepsverenigingen enzovoort. Ik bestudeer namelijk de samenwerking tussen ondernemingen en ongewone externe partners die als doel hebben iets nieuws op de markt te brengen. Concreet: een farmaceutisch bedrijf gaat samenwerken met een gamingbedrijf om een spel te ontwikkelen om bepaalde ziektes beter te kunnen bestrijden. Ik onderzoek welke managementcapaciteiten je nodig hebt om die integratie te maken.
Ik kom ook ongelofelijk goed overeen met mijn promotoren en dat was voor mij nog een belangrijke motivatie. Professoren zijn namelijk helemaal niet zo saai als ze eruit zien. Op mijn eerste conferentie heb ik dat meteen ervaren. (lacht) Meer details kan ik jammer genoeg niet geven.

 

Robrecht Lembrechts

Faculteit Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, Departement Diergeneeskundige Wetenschappen

 

Ik werk op het laboratorium voor Celbiologie en Weefselleer waar ik de neuro-epitheliale lichaampjes in de luchtwegen onderzoek. Die vind je in de bovenste laag van de longen. De functie van de cellen waaruit deze lichaampjes bestaan, is nog steeds niet bekend en wij proberen die te achterhalen. Dat is interessant omdat de cellen betrokken zijn bij heel veel ziektes. We onderzoeken dit door levende cellen uit muizenlongen in contact te brengen met allerlei producten en met een microscoop te kijken hoe ze reageren. Zijn ze bijvoorbeeld gevoelig voor nicotine?
Nu, de studenten waar wij practica aan geven denken waarschijnlijk dat wij een heel saai leven hebben en van ’s morgens tot ’s avonds achter de microscoop zitten. Dat is dus niet het geval. Wij geven ook voordrachten, schrijven artikels of communiceren binnen de onderzoeksgroep, … Daar leer je ontzettend veel van.

 

Sandra Dom

Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Departement Epidemiologie en Sociale Geneeskunde

 

Mijn doctoraat is gebaseerd op de PIPO (Pasgeborenen en de Invloed van Perinatale factoren op Overgevoeligheid) geboortecohorte, een studie waarbij een populatie kinderen van nog voor de geboorte in de tijd wordt opgevolgd. De bedoeling was om te gaan kijken welke mogelijke factoren in het vroege leven en zelfs voor de geboorte een rol spelen bij de ontwikkeling van astma en allergieën.
Mijn ‘boekje’ is juist ingediend en goedgekeurd en mijn verdediging zal waarschijnlijk in mei plaatsvinden. Het einde is dus in zicht. Ik heb er in totaal bijna zeven jaar aan gewerkt. Dat is vrij lang, maar ik heb ondertussen ook wel twee kindjes gekregen. Wat voor mij tijdens heel deze periode een klein beetje een verrassing was, is het feit dat ik lesgeven eigenlijk heel leuk vind. Ik heb nu een aanvraag voor een postdoctoraal mandaat ingediend. Ik hoop dat ik hier zo nog langer kan blijven want ik zou graag onderzoek willen blijven combineren met onderwijs.

 

Sarah Verstraelen

Faculteit Rechten

 

Toen ik begon aan mijn bachelor wou ik ofwel magistratuur gaan doen ofwel professor worden, nog niet wetende hoe je dat in godsnaam zou kunnen bereiken. (lacht) In het laatste jaar vroeg de promotor van mijn masterproef mij: “Sarah, heb je al een idee over wat je volgend jaar wil gaan doen? Want ik heb hier een project liggen dat misschien wel iets voor u is.” Zo ben ik er in gerold. Voor mij is het een luxejob want ik doe wat ik graag doe. Ik heb altijd graag in de bibliotheek gezeten waar ik naar hartenlust kan lezen en opzoeken.
Nu, ik zeg wel dat ik professor wil worden, maar de kans dat je doorstroomt, is echt héél klein. Zeker voor mij omdat mijn onderwerp zeer specifiek is. Mijn doctoraat gaat over rechterlijk overgangsrecht in het publiek en privaat procesrecht. Ik onderzoek de nieuwe ontwikkelingen aangaande de werking in de tijd van vonnissen en arresten.

 

Igor Eulaers

Faculteit Wetenschappen Departement Biologie

 

Mijn doctoraat onderzoekt welke ecologische processen ervoor zorgen dat organische polluenten, zoals brandvertragers en pesticiden, in roofvogels accumuleren. Roofvogels worden al jaren gebruikt als indicator voor de gezondheid van ecosystemen, al is het nog niet helemaal duidelijk wat de achterliggende processen zijn die voor de accumulatie zorgen. Hiervoor onderzoek ik vooral veren omdat je daarmee de vogels niet schaadt. Dat doe ik om ethische redenen en het is ook praktisch want roofvogels laten zich moeilijk vangen.
Ik zit nu halverwege en weet ondertussen dat time management alles is. Je moet echt zelfstandig worden, veel en hard werken en goed inschatten wanneer je best deadlines plant. Als je iets wil bereiken met je onderzoek is het geen nine to five job, maar het is wel een unieke kans om je interesse te onderzoeken en jezelf te ontwikkelen.



de uren met Verschueren
24/03/2012
🖋: 

Je passeert elke lesdag duizenden mensen en plaatsen. Slechts een enkeling is meer dan louter een figurant. Het is mijn ambitie om daar dit academiejaar verandering in te brengen. Elke maand ga ik voor dwars op zoek naar de verhalen van die dagelijkse passages en passanten. Deze maand bezoek ik de bibliotheek van de Stadscampus.

Terwijl ik de slaap nog uit mijn ogen wrijf, staan de wakkere medewerkers van de bibliotheek mij al op te wachten. Gelukkig hebben we niet afgesproken tijdens de blokperiode wanneer er een halfuur voor opening al tientallen studenten voor de deur postvatten alsof het de wachtrij voor de nieuwe iPad betreft. Greet toont me de achterkant van de balie. Dat stelt teleur. Er zijn geen Oempa Loempa’s aan het werk en ze zijn er niet de nieuwe ‘Hot Librarian’ aan het draaien. Zoals verwacht worden er wel aan de lopende band boeken geleverd. Letterlijk dan. Een ingenieus systeem van banden en liften transporteert de boeken naar de juiste plek. Je tikt de code in en ‘verstuurt’ de boeken. De routine van de dag trekt op gang. De boeken uit het magazijn worden gesorteerd en de persverse kranten gaan de bakken in. Achteraan worden de boeken van Rechten terug in het rek gezet. Pardon? “Ja, die van de Rechten moeten altijd speciaal doen”, lachen de baliewerkers. Op bijna alle andere plekken moeten studenten zelf hun boeken sorteren.

 

Houd de dief!

De universiteit koos ervoor om de bib openbaar te maken: iedereen is welkom. Jammer voor degenen die in mei vorig jaar hoogdravend verkondigden dat “hogeschoolstudenten in hun eigen bib moeten studeren”. Voor velen is de bib dan ook een tweede thuis geworden. Dat zorgt blijkbaar voor nonchalance. Studenten wandelen met een dampend pak frieten binnen of vergeten de gekste dingen zoals een paar schoenen, een iPhone, een strijkijzer, de sleutels van een Audi … Naast bizarre bladwijzers zoals verpakte condooms vind je er nog iets typisch voor een bibliotheek: een allegaartje vast clientèle. Een oudere heer op een vouwfietsje komt elke woensdag om de eenvoudige reden dat er die dag thuis wordt gekuist. Onlangs vroeg hij de goedlachse Greet wanneer ze verjaart want “zo’n lief meisje als jij moet toch in september verjaren”. (Eigen)aardig zijn ze wel, de vaste klanten. Vandaag is het opvallend rustig. Elke dag is anders, maar écht spannend is het zelden. Al was er hier begin maart nog een diefstal met achtervolging. De dief had een portefeuille uit de openstaande handtas van een meisje gehaald. Een bibliotheekmedewerker is er samen met een student achteraan gegaan. De boef werd niet gevat, de portefeuille – minus het cash geld – wel.

 

Een dure zaak

Op de derde verdieping ga ik kijken naar de verschillende diensten die de bibliotheek draaiende houden. Ze hebben lekker bekkende namen zoals Catalografie en Aquisitie. De catalografen beschrijven de boeken en voeren de gegevens in de databank in. Per jaar worden er tussen de 35.000 en 40.000 nieuwe volumes ingeschreven. Het gaat dan over gekocht of geschonken materiaal: boeken, jaargangen van tijdschriften enzovoort. De dienst Acquisitie koopt in overleg met raadgevers van de faculteiten werken aan en waakt over het financiële plaatje. Dat is nodig want een goede, wetenschappelijke bibliotheek kost handenvol geld. Alleen al de kostprijs van de elektronische tijdschriften en databanken loopt op tot bijna twee miljoen euro per jaar. Om de kosten te drukken werd de automatisering van de bibliotheek in samenwerking met andere bibliotheken aangepakt. Een bijkomend voordeel is de handige, collectieve catalogus. Het Anetteam van de universiteit ontwikkelde het Brocadesysteem om in de catalogus op te zoeken. Door Brocade aan andere bibliotheken te verkopen en door allerlei andere projecten zorgt Anet voor extra inkomsten. Daardoor kon de bib een peperdure scanner kopen waarmee ze blaadje per blaadje oude drukken digitaliseert.

 

Twee verdiepingen lager vind je de leeszaal Preciosa met – de naam doet het al vermoeden – precieuze, oude boeken. De Historische Collecties van de bibliotheek kun je hier na afspraak raadplegen. Dit zijn niet de boeken waar je haastig in bladert. Nee, je vertroetelt ze, legt een kussen onder hun rug en laat je vingers langzaam langs de pagina's glijden.

 

Het labyrint

De bib is geautomatiseerd maar het is dankzij menselijke arbeid dat we de boeken uit het magazijn in handen krijgen. Magazijnier Marleen leidt me naar de ondergrondse dwaaltuin: drie verdiepingen beladen boekenrekken. In dit schimmenrijk der boeken worden de werken niet per onderwerp maar per grootte gesorteerd. Een biografie over Marx staat er vredig naast een handleiding voor risicobeleggers. Marleen werkt hier nog maar net. De vorige magazijnier heeft een arbeidsongeval gehad en is dus enkele maanden buiten strijd. Is het dan zo gevaarlijk om hier te werken? “Nee,” lacht ze “hij is blijkbaar ongelukkig van een ladder gevallen.” Wanneer je bij je magazijnaanvraag een boodschap stuurt, bijvoorbeeld een bedankje, dan antwoordt ze hierop op het papier dat bij je aanvraag zit.

 

In de late namiddag wordt het stiller. Elk uur wordt er geteld hoeveel mensen er nog aanwezig zijn. In rustige periodes, vlak na de examens, is het hier bijna spookachtig stil. Dan kan het zijn dat er in de hele bibliotheek slechts twee vrienden van de poëzie te vinden zijn. De lege verdiepingen doen denken aan het verlaten, ondergrondse boekenmagazijn. Ik denk aan wat Marleen me zei: “Als ik 's avonds het licht uitdoe, hoor ik vaak nog geluiden. Sommige medewerkers komen hier niet graag. Ze vinden het eng.” Wat zou Marx zijn buurman te vertellen hebben?



24/03/2012
🖋: 
Auteur

Het is lente. Lente! Dat woord alleen al proeft lekker. Het smaakt naar koude pintjes op terrasjes en naar de eerste, schuchtere zon. Om over de chocoladen paaseieren nog maar te zwijgen. Ook op cultureel gebied valt er weer heel wat te proeven deze maand: van taai en bitter tot zoet en licht verteerbaar, wederom zocht dwars naar een gebalanceerd cultureel menu.

Universiteit Antwerpen (elke dinsdagavond) The Moving Picture Show

Een aanrader voor alle filmliefhebbers: elke dinsdagavond tussen 18:00 en 21:00 kan je in lokaal R-201 (stadscampus) terecht voor twee gratis films. De kans is redelijk groot dat de titels u onbekend zijn, maar het zijn stuk voor stuk klassiekers uit de filmgeschiedenis.

 

Letterenhuis (18/3 tot 4/11) Villa Isengrimus – Louis Paul Boon

Op 15 maart zou Louis Paul Boon 100 jaar geworden zijn en dat is een goede reden voor een Boonjaar. In het Letterenhuis loopt een tentoonstelling over leven en werk van deze grote meneer in de Nederlandstalige proza. Op 15 april is er bovendien de lezing ‘Boon voor beginners’.

 

Permeke Bibliotheek (1/4-30/4) Architecture of the Homeless People

Stef Renodeyn fotografeert slaapplaatsen van mensen aan de rand, thuislozen. Op 18 april gaat de fotograaf in gesprek met Sabrina Verbeek, adviseur Armoedebestrijding bij de Provincie Antwerpen.

 

Atlas (3/4-28/9) Vlamigrant

Een expo over migratie maar met een niet zo vanzelfsprekende invalshoek: de emigrerende Vlaming. De voorbije eeuwen zijn hier immers heel wat mensen weggetrokken om zich elders te vestigen in de hoop op een beter leven.

 

Arenberg (4/4 en 6/4) Sartre zegt sorry!

Nederlandse theatermaker en stand-up filosofe Laura Van Dolron vindt dat Sartres grote woorden en ideeën aan de basis liggen van de frustraties waarmee haar generatie te kampen heeft en heeft hem dan ook heel wat verwijten te maken.

 

Bourla (5-7/4) Operettedagdroom

Sociaal-artistiek theatergezelschap Tutti Fratelli en DeFilharmonie trachten in ‘Operettedagdroom’ “meer te weten te komen over het optimisme dat elke mens zijn lied doet zingen”. Een voorstelling die u niet onberoerd zal laten.

 

Petrol (7/4) Radio a Gogo

Ik vermoed dat ik niet de enige ben die het plots belachelijk moeilijk vind stil te blijven zitten. Energie kan je maar beter investeren in iets nuttig en daarmee bedoel ik: een goed feestje bouwen. Dansbare sixties rock en krolse burlesque.

 

deSingel (14/4) Iceberg

Exact 100 jaar na de ondergang van de Titanic gaat de nieuwe voorstelling van muziekensembles Flat Earth Society en Champ d’Action in première. Twee composities en tekst van Josse De Pauw geïnspireerd op de ramp die niemand zag aankomen.

 

Bourla (19/4-5/5) Onvoltooid verleden

Na een bewerking van Hugo Claus’ succesroman ‘De geruchten’ werd nu ook het vervolg, ‘Onvoltooid verleden’, door theatergezelschap Olympique Dramatique onder handen genomen. Over hoe iemands verleden zijn toekomst bepaalt en daardoor onvoltooid blijft.

 

Piste 05 (20-25/4) Pavlov Projects

Het bedrijf Pavlov Projects stelt haar deuren open voor bezoekers. De laatste kans om dit academiejaar mensen van De Bromvlieg aan het werk te zien. Niet te missen dus!

 

diverse locaties (22/4) Erfgoeddag 2012 – Helden

In het kader van de erfgoeddag kan u dit jaar kleine en grote, bekende en minder bekende helden ontdekken op zowat alle plaatsen die er op cultureel gebied toe doen.

 

De Roma (26/4) Zeven Laatste Woorden

Het Ensor strijkkwartet speelt ‘Die Sieben letzten Worte” van Haydn. Dimitri Verhulst schreef ter gelegenheid zeven korte verhalen die de laatste woorden die Christus aan het kruis sprak benaderen vanuit de dagelijkse realiteit en leest deze voor tijdens de uitvoering. Zeven keer mooi.



Rewind
24/03/2012
🖋: 

REWIND Het klappertjespistool, oftewel plaffertjes- of pistonnekespistool, was het wapen bij uitstek van vele koters en belhamels. Zulk speeltuig bestond uit een plastieken of metalen pistool en een daarbij horend papieren lint met boebeltjes waar het slaghoedje zich bevond, of in nieuwere versies ook de befaamde rode ringetjes met acht à twaalf klappertjes. Niet alleen onderscheidde dit speeltje zich van ander speelgoed door de geproduceerde luide knal, maar ook werd het realisme versterkt door de rookvorming van al dat verdampend kruid, een typische geur die nog velen nostalgisch stemt.

 

PLAY Zo ging het in z’n werk: na grondig overleg met kameraden werd beslist of er nu cowboytje dan wel boefje gespeeld werd en het knallen kon beginnen. Goed tegen kwaad, de strijd der titanen, een oorlog die nooit beslecht leek. Wie ‘geraakt’ werd, kon ofwel uitbundig neervallen en niet meer opstaan (dat mocht niet, je was immers ‘dood’), of de discussie aangaan over het al of niet in bezit zijn van een onzichtbaar schild dat alle kogels weerde. Het geknal kon niet luid genoeg zijn en al snel werd geëxperimenteerd met het afvuren van meerdere klappertjes tegelijk. Zo kon je een steen op een hoop klappertjes of een volledig rolletje laten vallen voor een echte rotklap, of het kruid langs de muur of stoeprand schuren. Dit laatste was alleen voor echte waaghalzen want je moest goed uitkijken dat je je vingers niet verbrandde.

 

FAST FORWARD Vandaag zien we de pistonnekes niet meer in het straatbeeld, maar ze zijn nog altijd voorradig in de betere speelgoedwinkel. De goedkope namaakpistooltjes hebben plaats gemaakt voor realistischer ogend oorlogstuig: BB-guns, perfect op schaal en bijna niet meer te onderscheiden van het echte materiaal.