Topsportstatuut niet echt top
16/07/2012
🖋: 
Auteur

Zonder ongelukken – hout vasthouden – zullen aan de komende Olympische Spelen drie Antwerpse studenten deelnemen. De UA-eer wordt er hooggehouden door zwemster Kimberly Buys en hockeyspelers Felix Denayer en Jeffrey Thys. Al ‘onze’ atleten vertoeven al een olympiade aan de Universiteit Antwerpen. Mede dankzij het topsportstatuut verblijven ze over enkele weken in Londen én zwaaien ze binnenkort af. Dat onze jonge universiteit nu al hofleverancier is, is meer dan knap, maar naast het succes zijn er nog groeipijnen die verholpen moeten worden.

Op de UHasselt na studeren er aan de Universiteit Antwerpen opmerkelijk minder studenten met een topsportstatuut dan aan de andere Vlaamse universiteiten. Slechts 43 ten opzichte van 222 in Gent, 138 in Leuven en 77 in de hoofdstad. Toch zal onze alma mater samen met de VUB (drie hockeyspelers, nvdr.) het best vertegenwoordigd zijn in Londen. Het relatief lage aantal topsportstudenten heeft grotendeels te maken het kleiner aantal studenten in Antwerpen. Bovedien wordt in ‘t Stad een strenger beleid gehanteerd. David Vandenbosch, sinds 2008 topsportcoördinator, is daarin duidelijk: “Aan de Universiteit Antwerpen willen we een topsportstatuut, geen sportstatuut. Daardoor ligt de lat voor wie in aanmerking komt erg hoog.” Wie geen Bloso-contract heeft of niet voor de nationale (belofte)ploegen uitkomt, kan zich enkel als gewone student inschrijven aan de UA. “Voor sommige sporten waar de belasting in de hoogste afdelingen groot is, zoals eerste en tweede klasse-voetbal, maken we zelf een uitzondering”, zegt Vandenbosch. Alle studenten krijgen hier, net zoals in Gent, dus eenzelfde statuut, en dus dezelfde faciliteiten. Aan de andere universiteiten maakt men wel wel een onderscheid. De KU Leuven verdeeld zijn 138 studenten in de statuten A+, A en B, waarbij A+ overeenstemt met het Antwerpse statuut. Ook de VUB gbruikt een gelijkaardige driedeling.

 

“VUB heeft beste beleid”

Toen wij ons via Twitter verbaasden over het hoge aantal topsporters aan de verschillende universiteiten, antwoordde nationaal hockeyspeler Loïck Luypaert met volgende tweet : “#VUB heeft het beste beleid voor topsporters in België #ikkanerovermeespreken #geenverrassing.” Als we de topsportlijst van de VUB bekijken, lijkt het het logisch dat heel wat sportlui de Brusselse universiteit verkiezen. Op de lijst staat bijvoorbeeld een basketbalspeelster die in de eerste landelijke (vergelijkbaar met vierde klasse in het voetbal, nvdr) speelt. Ook hockeyspelers die in de eredivisie spelen zonder voor het nationaal elftal uit te komen staan tussen de Olympiërs in spe. Studenten met gelijkaardige adelbrieven zijn in Antwerpen ‘gewone’ studenten. “Zulke studenten mogen faciliteiten aanvragen, of ze er krijgen is maar de vraag”, stelt de topsportcoördinator. “Als je iemand faciliteiten verleent die wekelijks twee tot drie keer ‘s avonds traint, ondergraaf je je eigen statuut.” Het kan volgens Vandenbosch niet de bedoeling zijn dat heel veel studenten naar professoren stappen met de vraag om deadlines of examens te verplaatsen. “Dat zou de echte topsporters niet ten goede komen wanneer zij met rede een examen willen verplaatsen.” Hoewel Luypaert ook in Antwerpen van een topsportstatuut zou genieten, is de VUB-student enthousiast over het Brusselse topsportbeleid. Volgens hem is er in Brussel meer begrip voor de combinatie topsport en studie dan aan de Universiteit Antwerpen. “Als ik examens wil verplaatsen omwille van stages met de nationale ploeg, meld ik dat aan de dienst Topsport en zij regelen vervolgens alles voor mij.” Voorts geniet Luypaert aan de VUB van enkele vrijstellingen. “Dat heeft met mijn opleiding te maken”, verduidelijkt hij. “Ik studeer Lichamelijke Opvoeding, maar dankzij mijn topsportstatuut hoef ik geen enkel sportvak af te leggen.” Een vervangende taak blijkt in de Brussel dan voldoende. Andere studierichtingen voorzien hetzelfde voorrecht uiteraard niet. Van vrijstellingen is er aan de Universiteit Antwerpen hoegenaamd geen sprake. “Er zou onder studenten, terecht, weinig begrip bestaan indien topsporters vrijstellingen zouden krijgen.”

 

Drie examens op één dag

Ook het contact verloopt aan de Universiteit Antwerpen normaal gezien rechtstreeks tussen professor en student. “Dat vind ik niet eens zo slecht”, zegt TEW’er Jeffrey Thys. “Rechtstreeks contact is nog steeds het beste. Hoe kan een professor anders begrip opbrengen voor jouw situatie als je met hem of haar niet hebt gesproken?” Al is de TEW-student wel voorstander van een contactpersoon per faculteit. Het voordeel is volgens de atleten wel, dat universiteit hen zo zelfstandigheid bijbrengt. “Voorts zou het ook goed zijn dat zowel studenten als professoren duidelijk weten wat de afspraken zijn”, zegt Thys. Omdat niet iedereen wist wat nu juist de rechten en plichten zijn, liep er in het verleden al eens iets mis. Die communicatie is een van de aandachtspunten die David Vandenbosch als eerste wil aanpakken. “De topsportlijst is voor professoren beschikbaar. En we willen hen nog bekender maken met de afspraken.” Zwemster Kimberly Buys zegt over het algemeen nooit problemen te hebben gekend om examens te verplaatsen. “Slechts een enkele keer stemde een professor daar niet in toe. Je moet geluk hebben dat de professoren begrip opbrengen.” Ook voor België’s beste hockeyspeler Felix Denayer waren de examens niet altijd vanzelfsprekend: “In december waren we met nationale ploeg in Zuid-Afrika voor de Champions Challenge en in januari gingen we alweer op stage. Het zou goed zijn als je dan enkele examens in november zou kunnen afleggen.” Een mogelijkheid die Brussel en Gent wel aanbieden. Vaak kiest men er in Antwerpen voor om examens te verplaatsen naar de gebruikelijke inhaaldag. “Zo had ik eens drie examens op één dag”, zegt Denayer. Vandenbosch is daarin duidelijk: “Binnen de universiteit ligt het zeer gevoelig om dat standaard aan te bieden. Voor zij die vaak in het buitenland zitten, moeten we dat wel kunnen bekijken.”

 

Blessure en examens inplannen

Een mogelijk argument dat de atleten hun vakken beter moeten kiezen ten opzichte van hun sportkalender, vegen de hockeyspelers meteen van tafel. “Aan het begin van het academiejaar weten we wel wanneer er internationale toernooien of stages zijn, maar als individu heb je geen garantie op deelname. Het is nog steeds de bondscoach die zijn selectie maakt. Ook een blessure kun je niet inplannen”, zegt Denayer. Volgens Thys zou ook een examenrooster aan het begin van het academiejaar zulke problemen oplossen. “Als je weet dat een vak daags voor je vertrek met de nationale ploeg valt, kun je dat vak opnemen. Als het twee dagen later plaatsvindt niet.” Nu nemen beide hockeyspelers steevast alle vakken, die ze vervolgens soms in tweede zit afleggen of een jaar nadien. “Op zich vind ik dat niet zo erg. Wel jammer dat ik het vak niet in eerste zit heb afgelegd, terwijl ik wel slaagde bij de eerste poging”, zegt Thys. Voor studente Biochemie Kimberly Buys stelt dat probleem zich minder. Zij besloot enkele jaren geleden om haar studies te spreiden over meerdere jaren. “Ik neem slechts 30 studiepunten per jaar op. Hierdoor doe ik dubbel zo lang over mijn studies, en kan het zwemmen op de eerste plaats komen.” Al is ook de zwemkalender niet examengunstig. “In januari vinden de selectiewedstrijden plaats voor de toernooien die ik in juni wil beslechten.” De drie Olympiërs kiezen bewust om ook in een Olympisch jaar te studeren. Andere atleten zoals de Gentse studentes Evi Van Acker, Eline Berings en Jolien D'Hoore nemen dit jaar een sabbatjaar op studievlak en zijn dan ook niet ingeschreven. “Ik weet dat er dit jaar niet veel tijd zal zijn om te studeren,” zegt Buys, “maar ieder vak waarvoor ik dit jaar slaag, heb ik alvast afgelegd.”

 

Meer dan examen- en studiefaciliteiten biedt de Universiteit Antwerpen niet aan. Terwijl de andere universiteiten ook andere voordelen bieden. Zo staat er aan de VUB een sportpsycholoog ter beschikking. “Er is nog niemand van de universiteit geweest, die me eens vroeg of de combinatie wel lukte”, zegt Denayer. “Ik wil zeker niet profiteren en mijn TEW-diploma zomaar krijgen, net daarom dat een beetje opvolging vanuit de universiteit goed zou zijn.” Ploeggenoot Thys is dezelfde mening aangedaan: “Meer persoonlijk contact, en nog meer communicatie rond het topsportstatuut zouden zowel voor topsporters als voor de universiteit beter zijn.”

 

Stanford achterna

Ook op internationaal gebied hoeft de Universiteit Antwerpen met haar drie Olympiërs zich niet te schamen: drie meer dan Leuven of Gent en evenveel als Brussel. Internationaal spant Stanford te kroon. In 2008 stuurde de topuniversiteit nog elf studenten richting Peking. Toevallig vergelijkt onze rector steevast onze universiteit met die uit Palo Alto, want Stanford telt ongeveer evenveel studenten. Daar houdt de vergelijking ook wel op. In Amerika beoefenen atleten hun sport op de school of aan de universiteit zelf. Waar Stanford zelf gaat scouten, trainingscomplexen bouwt, trainers aanstelt, doet de Universiteit Antwerpen dat niet. Daardoor besteed Stanford zo’n 9 procent van het totale budget aan hun Athletics Program, een slordige 85 miljoen dollar. Reken daarbovenop televisierechten, steunfondsen van alumni, tickets en merchandising, dan weet je dat universiteitsport in de VS een gigantische business op zichzelf is. Daar kan de topsportcoördinator enkel hard om lachen: “wij voorzien één voltijdse medewerker.” Op de Olympische Spelen geeft het slechts een verschil van acht atleten. Mits slechts enkele aanpassingen en voor heel wat minder geld zou onze universiteit haar topsport studenten zelfs perfect van dienst kunnen zijn.



Bart De Wever wil burgemeester worden
24/05/2012
🖋: 

Op 14 oktober 2012 vinden de volgende gemeenteraadsverkiezingen plaats. De meeste aandacht zal ongetwijfeld naar Antwerpen gaan waar N-VA-voorzitter Bart De Wever de huidige socialistische burgemeester Patrick Janssens uitdaagt.

Na een eerder uitstel van een halfuur komt De Wever, Vlaanderens populairste politicus, een kwartiertje te laat voor onze afspraak aan op het Antwerpse N-VA-kantoor op de Vlaamsekaai. Terwijl hij in de keukenkasten op zoek gaat naar alternatieve zoetstof voor bij de thee, foetert hij op de verkeerssituatie in en rondom de metropool. Zo sluipt met mobiliteit al voor het interview goed en wel begonnen is een van de belangrijkste campagnepunten van de komende maanden het gesprek binnen. Ook bij de fotosessie achteraf op de kaaien blijft De Wever zijn visie delen. Hij is het idee van een jachthaventje op ’t Zuid genegen, mits het betaalbaar is en de parkeercapaciteit behouden blijft. Een Sinjoor in wieleroutfit fietst tot bij de poserende De Wever om hem succes te wensen. De Wever bedankt hem. Op en top kandidaat-burgemeester. Hij staat ‘aan’. Ik vraag hem of hij in deze drukke tijden af en toe nostalgie heeft naar de onbezonnen studententijd.

 

Bart De Wever  Je gaat die tijd romantiseren, maar ik heb de knop redelijk snel moeten omdraaien, omdat ik – na een jaartje aan de Koninklijke Militaire School te hebben gewerkt – na mijn studies aan de slag ben gegaan als assistent aan de KU Leuven. Als academicus sta je dan aan de andere kant van de draad en neem je enige afstand van het studentenleven.

Wat je veel te laat beseft, is dat je tijdens je studententijd over een enorme vrijheid beschikt om je eigen leven in te richten – al is die vrijheid vandaag al aanzienlijk verminderd vergeleken met mijn studententijd. Zo word je nauwelijks aangesproken op wat je doet. Je mag standpunten uiten die wat extreem of intellectueel onhoudbaar zijn, zonder dat iemand je dat kwalijk neemt. Toen wij teksten schreven voor het studentenblad (De Wever was hoofdredacteur van Tegenstroom en Ons Leven, de tijdschriften van respectievelijk KVHV-Antwerpen en KVHV-Leuven, nvdr.) vonden wij onszelf erg slim, terwijl die teksten nu misschien gênant zijn. Hoewel, ik heb onlangs nog enkele nummers van Ons Leven bij de hand genomen en het viel toch nog mee.

 

Bent u eigenlijk gedoopt?

De Wever  Twee keer zelfs! Een keer in de Kring en een keer bij de club, het KVHV (Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond, nvdr.). Die doop bij de Kring zou ik achteraf gezien niet opnieuw doen, want veel meer dan de spreekwoordelijke vetzakkerij hield dat niet in. Bij het KVHV hield men een doopcantus, wat veel speelser en amicaler was, meer egalitair ook, niet de vernedering van de traditionele studentenclub waarvan ik het nut niet inzie.

 

Intellectueel vs. politicus

Zou u anno 2012 opnieuw Geschiedenis gaan studeren?

De Wever  Dat is een goede vraag. Eigenlijk is dat counterfactual analysis, een wat-als-vraag, iets waar je goede televisieprogramma’s over kunt maken.

Achteraf zou je kunnen zeggen: je zit in de politiek, dus was Rechten misschien logischer. Anderzijds zit het parlement al vol juristen. Het goede aan Geschiedenis is dat het, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Sociologie, niet zo breed gaat, maar wel zeer diep, waardoor je politieke dossiers af en toe anders benaderd. Daarom ook is mijn studie belangrijk voor mijn bestaan als columnist. Ik vind het dan ook jammer dat mijn generatiegenoten weinig investeren in echte reflectie, de tijd nemen om een mening te formuleren en daarover een boekje of essays te schrijven.

 

Spindoctor Noël Slangen zei onlangs in ‘De zevende dag’ nochtans dat uw rol van politicus niet verenigbaar is met die van intellectueel.

De Wever  Hij heeft gelijk. Met mijn columns wil ik het debat voeden, maar naarmate ik populairder word, reageren collega’s eerder op de auteur dan op de inhoud.

 

Ik kan mij voorstellen dat u het jammer vindt dat u zich intellectueel in moet houden?

De Wever  Maar dat is het nu net: ik doe dat niet. Mijn woordvoerder koopt zichzelf een taart de dag dat ik met mijn column stop. Ik maak inhoud en mijn woordvoerder vraagt zich als marketeer af hoe die inhoud in de markt te zetten. Over de columns denkt hij dat ik er niets mee te winnen heb. Maar ik heb nooit als marketeer geredeneerd en als je naar een van mijn geheimen zoekt – niet dat ik er veel heb – dan is het dat ik nooit naar de marketeers heb geluisterd en dat nooit zal doen.

 

Dat is dan meteen een groot verschil met uw grote tegenstander van de komende verkiezingen. Huidig burgemeester Patrick Janssens staat bekend als slimme reclameman.

De Wever  Dat is een verschil, maar let op: ik maak daar geen waardeoordeel over. Ik zal nooit zeggen dat ik een beter politicus ben omdat ik geen marketeer ben. Ik ga ook niet zeggen dat ik niet met de markt bezig ben, want dan ben ik plat aan het liegen. Het is net mijn overtuiging dat het wél nut heeft om essays en columns te schrijven, omdat een bepaald segment van de samenleving in Vlaanderen nooit in contact komt met conservatief gedachtegoed. Dat is dus mijn unique selling proposition.

 

Patrick Janssens komt inderdaad uit de reclamewereld en de citymarketing is zijn belangrijkste verwezenlijking. Hij heeft alle Antwerpenaren onder die stralende A gekregen en dat was ook nodig, want toen hij burgemeester werd, werkte er inderdaad niets meer in Antwerpen – het schepencollege was toen net gevallen (ten gevolge van gesjoemel met kredietkaarten, de zogenaamde ‘Visa-crisis’, nvdr.). Maar of achter de façade van die stralende A ook alles stralend is, dat is een andere vraag.

 

Antwerpen vs. Brussel

Schepen Ludo Van Campenhout, die volgende verkiezingen op de N-VA-lijst staat, zei dat het goed gaat in Antwerpen, maar dat het beter kan. Wat gaat er goed, wat kan er beter?

De Wever  Vele zaken zijn ten goede gekanteld onder ‘de nieuwe ploeg’.

 

Waar u de N-VA toerekent?

De Wever  Ja, als kleine partij, zeker in vergelijking met de SP.A. Laat ons de periode vanaf 2006 (vorige gemeenteraadsverkiezingen, nvdr.) als voorbeeld nemen. N-VA, Open VLD en CD&V hebben meegewerkt met een dominante SP.A en dat is altijd collegiaal gebeurd. Ik heb wat dat betreft geen klachten over Patrick Janssens. Hij was bijzonder dominant, maar de kiezer heeft hem dominant gemaakt. Door de citymarketing heeft hij een nieuw zelfbeeld van Antwerpen gecreëerd. De kritiek dat die citymarketing ook reclame voor Janssens zelf is, is terecht, maar daarover denk ik dan: bien joué.

 

Wat is er nu qua goed beleid gebeurd? Antwerpen is weer een stad waar inzake stadsontwikkeling wat gebeurt. Het MAS is het mooiste voorbeeld. Daarover zou je kunnen opmerken dat Vlaanderen dat allemaal heeft betaald, maar dan zeg ik andermaal: bien joué. Verder is Park Spoor Noord er gekomen en de ijzeren brug op de Leien werd eindelijk afgebroken. De ijzeren brug is anderzijds weer een voorbeeld van hoe de communicatie het haalt van het beleid. Van mij mocht die brug ook weg, maar de verkeerssituatie is echter niet verbeterd.

 

Op welke vlakken wil N-VA beter doen?

De Wever  Ik zal focussen op wat het verschil maakt, want over sommige punten is iedereen het eens. Wat mij het meeste stoort is de consistentie Schoon Verdiep – Wetstraat. Neem bijvoorbeeld de demografie van onze stad. In Brussel is men blij omdat de stadsvlucht is gestopt, maar netto komt dat door migratie. De exit van jonge gezinnen – die belangrijk zijn voor het sociale weefsel en fiscaal interessant voor de stad – gaat verder, terwijl er niet-Belgen bijkomen. Als je daar op ‘t Schoon Verdiep over praat, wijt iedereen dat aan slecht beleid op federaal niveau, maar de partijen die dat hier zeggen, zijn wel dezelfde die het beleid in Brussel maken. Mevrouw De Block (staatssecretaris voor Asiel en Migratie, nvdr.) regulariseert op dit moment criminelen. Open VLD in Antwerpen zal daar schande over spreken, maar zo is het wel.

 

Ik zal u een concreter voorbeeld geven. De overlast in de Seefhoek wordt grotendeels veroorzaakt door drugsverslaafden met een leefloon. Kunnen we die mensen niet verplicht laten behandelen, stel ik in de gemeenteraad voor. Dat zou mooi zijn, zegt Janssens, maar daar hebben we het wettelijke kader niet voor. De volgende dag schrijf ik daarover dus een wetsvoorstel. Bleek dat de bereidheid van dezelfde meerderheidspartijen in Brussel om ons voorstel in behandeling te nemen onbestaande was. Zulk een gebrek aan consistentie tussen Antwerpen en Brussel is dus een probleem.

 

Indien u tot burgemeester wordt verkozen, zijn de eerste twee jaar van uw ambtstermijn dan een maat voor niets, want u maakt geen deel uit van de federale regering en de volgende verkiezingen zijn pas in 2014.

De Wever  Pas op, hé. Als wij verkozen worden in Antwerpen, zal dat niet zonder gevolgen blijven in Brussel. De traditionele partijen zullen dan niet kunnen blijven doen alsof hun neus bloedt om in 2014 naar de slachtbank te worden geleid.

 

Stad Antwerpen vs. Universiteit Antwerpen

Hoe vertaalt de onderwijsvisie van N-VA zich naar het stedelijk niveau?

De Wever  Om te beginnen moeten een aantal waarheden onder ogen worden gezien. Er zijn capaciteitsproblemen omwille van de bevolkingstoename. Dat is nu eenmaal zo. Daar hoeven we niemand de schuld van te geven. Een bijkomend probleem is echter dat die bevolkingstoename ook een verkleuring van de bevolking inhoudt, wat een kwaliteitsprobleem oplevert. Ook dat is een oorzaak van witte stadsvlucht. Fatima Bali (voormalig schepen voor Groen in Borgerhout, nvdr.) heeft in de Gazet van Antwerpen sommige scholen als crèches omschreven. Toen enkele jaren terug ouders voor de schoolpoorten kampeerden om hun kinderen in te schrijven, zei schepen van Onderwijs Robert Voorhamme dat het capaciteitsprobleem daar de oorzaak van was. Ammehoela! Voor de school waar mijn kinderen zaten, stonden geen tentjes. Daar werd namelijk het GOK-decreet (een reeks maatregelen ter verbetering van onderwijsresultaten voor risicogroepen, nvdr.) toegepast. Die school is nu een zwarte school geworden. Durf dat onder ogen zien. De waarheid kan ons bevrijden. Ik ben er dus van overtuigd dat we het inschrijvingsverhaal moeten rechttrekken naar een verhaal waarbij je de keuzevrijheid van ouders respecteert.

 

Dus terug naar de situatie van voor het GOK-decreet?

De Wever  Nee, nee, nee. Keuzevrijheid wil zeggen dat ouders hun kinderen naar een bepaalde school willen sturen en als dat niet wordt gerespecteerd, krijgen de scholen in de stad klappen. De grote, gereputeerde scholen in de stad hebben het erg moeilijk gehad, terwijl de colleges erbuiten op ontploffen staan. De GOK-filosofie is de juiste indien daar vanuit Vlaanderen het geld tegenover staat die de grootstad de mogelijkheid geeft haar onderwijs aan te passen aan de maatschappelijke problemen. Ik denk dan aan kleinere klassen, zorgverbreding, een eventueel taalbadjaar, naschoolse opvang, huiswerkbegeleiding enzovoort.

 

Dat wat lager en middelbaar onderwijs betreft. Welke rol heeft de Universiteit Antwerpen in de stad?

De Wever  Wat mij stoort is dat Antwerpen niet het imago van studentenstad heeft, terwijl de stad een metropool is waar veel wordt gestudeerd. Antwerpen zou de ambitie moeten hebben om de belangrijkste universitaire pool van Vlaanderen te worden. Op die manier wordt het ook gemakkelijker de studenten na hun studies hier te houden. Als je kijkt naar de motor van de welvaart in Leuven, dan zijn dat de studenten die er na hun studies blijven wonen. In Leuven gaat men ook meer op kot. Iets waar in Antwerpen moet in worden geïnvesteerd, net als in woningen voor jongafgestudeerden.

 

Dat gebeurt toch via het autonoom gemeentebedrijf Vespa?

De Wever  Je moet kijken naar het profiel van die afgestudeerden. Jij vertelde me daarstraks dat je binnenkort met weemoed afscheid neemt van het studentenleven. Die weemoed moet je eigenlijk gebruiken. Voor veel studenten betekent het einde van de studie ook het afscheid van de stad. Op dat moment moet je kunnen vragen: zou je niet in Antwerpen blijven wonen? Je moet die jongafgestudeerden een specifiek aanbod doen, want ze zijn vaak single of vormen een koppeltje dat niet per se duurzaam is en hebben nog geen behoefte aan veel luxe. Voor jonge mensen met dat profiel biedt de enorme leegstand boven winkelpanden een oplossing.

 

En de stad moet hiertoe het initiatief nemen?

De Wever  Het grote voordeel van die studenten is dat je weet wie het zijn. Je zou een werfcampagne kunnen organiseren. Vraag hen of ze al eens hebben nagedacht over in de stad blijven na de studies. Antwerpen is aantrekkelijk voor jonge mensen, die bovendien niet snel onder de indruk zijn van grootstedelijke problemen. In moeilijkere buurten kun je hen goedkoop huisvesten en daardoor gaan ook die buurten erop vooruit. Zulke gentrificatie doet zich vandaag trouwens al voor in de Seefhoek – niet alles is negatief – waar jonge gezinnen nog een herenhuis kunnen kopen.

 

Als de Universiteit in Antwerpen moet groeien, doet zich ook daar een huisvestingsprobleem voor. Zeker binnen de ring is er geen plek. Hoe kan de stad daar een partner van de universiteit zijn?

De Wever  Je zal zeer negatief verrast zijn, maar de universiteit is op de gemeenteraad, waar ik nu zes jaar inzit, een non-issue. De universiteit is er een soort Fremdkörper. Je hebt wel de vzw Antwerpen Studentenstad die zich onder andere bezighoudt met overleg tussen de studenten en de studentenbuurt, maar dat gaat over wrijvingen met de burgerlijke maatschappij die zijn ingebakken en behoren tot die unieke periode die de studententijd is. Volgens mij is dat niet de kern van de zaak.

 

Wat is dan wel de kern van de zaak?

De Wever  Dat de universiteit niet met Antwerpen wordt vereenzelvigd zoals dat in Leuven wel het geval is. Antwerpen is de haven, de petrochemie, de diamant en het cultureel erfgoed. De universiteit zou ook in dat lijstje moeten staan. Dus als je over stadsontwikkeling spreekt, gaat dat ook over ruimte voor de universiteit creëren. Je moet dingen afbreken om iets nieuws te bouwen en als ik sommige buurten rond de Ossenmarkt zie, zou dat voor de universiteit geen probleem mogen zijn. Maar bon, dat is misschien een gevaarlijke uitspraak.

 

Op de opening van het festival Calamartes zei onze rector dat hij graag nog enkele jaren door zou gaan met de huidige burgemeester. Wat vindt u van die uitspraak?

De Wever  Ik ga daar geen polemiek over starten. De rector heeft mij gezegd dat hij dat niet bedoeld heeft als een partijpolitiek statement en daar neem ik vrede mee, maar het is uiteraard nooit verstandig privé en publiek door elkaar te halen. Verder ga ik daar niet moeilijk over doen. Je hoeft niet op alle slakken zout te leggen.

 

Janssens vs. De Wever

De kans dat u de volgende burgemeester wordt, is echter reëel. Als N-VA de grootste partij wordt en dus meer stemmen haalt dan de stadslijst van Janssens, wordt u dan zeker burgemeester?

De Wever  Ja. Het is te zeggen, in dat geval lijkt het mij democratisch logisch dat ik dan het initiatief krijg om onderhandelingen op te starten. Als ik win, dan is het mijn ambitie om op 1 januari 2013 de eed af te leggen als burgemeester.

 

Als N-VA wint zijn er geen tien opties voor de coalitievorming, zeker niet als u samenwerking met het Vlaams Belang uitsluit. Bestaat de kans dat het huidige bestuur wordt verder gezet met u als burgemeester?

De Wever  Ik zal u eens iets van nieuwswaarde meegeven. Ik meen te weten dat de meest recente peiling, die van Het Laatste Nieuws (5 mei 2012, N-VA zou 42,9 procent van de stemmen halen in Antwerpen, nvdr.) twee keer is uitgevoerd, omdat men het resultaat na één keer niet geloofde. Deze peiling is overigens ook in overeenstemming met tendensen die wij zelf vaststellen. Ik begrijp het fatalisme van sommige journalisten dan ook niet. Er zijn wel andere coalities mogelijk en ik ga die proberen te vormen met partijen waar wij ideologisch het meeste verwantschap mee hebben, zodat we congruent kunnen besturen. Eerlijkheidshalve zeg ik wel dat ik met de Dewinter geen coalitie zal vormen, aangezien in zijn partij de harde lijn heeft gewonnen.

 

Dewinter antwoordde daarop dat hij zichzelf in dat geval best wil wegcijferen.

De Wever  Dewinter cijfert zichzelf vooral graag in de krant. Hij wil namelijk dat het debat over hem gaat. Hij is een knap politicus waarmee je nooit klaar bent en nu heeft hij al zijn pijlen op mij gericht, waardoor Dewinter momenteel de beste vriend van Janssens is. Elke stem die hij van mij wint, komt Janssens namelijk goed uit.

 

Hoe belangrijk is Antwerpen in het Vlaams-nationalistische verhaal?

De Wever  Antwerpen is de grootste stad van Vlaanderen, de motor van onze welvaart. Hier het bestuur uitoefenen is niet niets. Dat is een machtspositie in heel Vlaanderen.

 

Toen u uw lijsttrekkerschap aankondigde, maakte u van Antwerpen de stad die tegen Brussel en dus het federale niveau moet rebelleren.

De Wever  De uitkomst van de rare optelsom aan democratieën genaamd België is steeds anders dan wat Vlaanderen nodig heeft en Antwerpen is als grootste stad ook de grootste ontvanger van de miserie in Brussel. Illegale drugdealers die een straf met uitstel krijgen; de hoogste fiscale druk in Europa; … dat krijg je in Antwerpen niet meer uitgelegd.

 

“Breken met negentig jaar socialisme in Antwerpen”, zoals u het noemt, is dus de volgende stap in het Vlaams-nationalistische verhaal?

De Wever  Ja, dat heeft u op die manier mooi samengevat. Al heeft ‘Vlaams-nationalistisch verhaal’ wel een negatieve bijklank. Door semantische verwarring doet die term denken aan een culturele en taalkundige strijd, terwijl het succes van N-VA in ons sociaal-economische verhaal schuilt. De verovering van Antwerpen is een volgende stap naar 2014 en het doorbreken van de macht van de PS.



23/05/2012
🖋: 



de internationale editie
23/05/2012
🖋: 
Auteur extern
Maren Bjørgum

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Nu de examens echter weer voor de deur staan, stopt de wereld voor onze studenten even met draaien. We dromen weg bij de gedachte aan vakantie en dat brengt ons deze maand naar Hawaii. Maren Bjørgum verkoos een jaar geleden haar droom niet langer uit te stellen en ze ruilde de Universiteit van Oslo in voor die van het paradijs. Aan de Hawaii Pacific University legde Maren net haar laatste examen af en ze garandeert ons dat de Belgische zon maar klein bier is voor studenten in de blok vergeleken met de beproeving die zij net moest doorstaan.

Soms hebben vrienden moeite om te begrijpen waarom ik Noorwegen ooit wilde inruilen voor Hawaii, maar waarom zou ik het niet willen? Los van dit evidente antwoord vertel ik hen dan dat er sterke garanties zijn op twaalf maanden zomerweer, eindeloze, witte stranden waar je ook kan surfen en een dagelijks ontbijtritueel waar kokosnoot en ananas niet ontbreken. Een fruitige lekkernij genaamd acai bowls en winkelpersoneel dat je altijd begroet met aloha of mahalo helpen ook wel. Elke vrijdagavond wordt er bovendien vuurwerk afgevuurd in Waikiki en je kan ook enkele van de meest adembenemende wandelingen ter wereld maken op dit eiland.

 

Aloha Waikiki

Welkom op Hawaii, waar ik ondertussen al tien maanden woon en studeer. Momenteel overweeg ik zelfs niet ooit nog terug te keren, behalve op vakantie welteverstaan. Het contrast met Noorwegen kan haast niet groter zijn en hoewel ik het snowboarden en de schnaps op de après-ski wel mis, kunnen de koude winter en met regen gevulde lente, zomer en herfst me nog maar moeilijk verleiden. Vreemd, of niet? Mocht je nog twijfelen aan mijn verhaal, misschien dat deze anekdotes je dan wel kunnen overtuigen. Ik woon meer specifiek op het eiland Oahu. Dit eiland is het op twee na grootste van de archipel Hawaii en telt eveneens de meeste inwoners. Het is gekend omwille van zijn iconische noordkust waar talloze filmproducers hun tenten reeds opsloegen. Onder meer ‘Lost’ en ‘Jurassic Park’ werden hier ingeblikt en ook Pearl Harbor is niet bepaald ver weg. Pearl Harbor maakt deel uit van Honolulu, mijn thuis. Honolulu, tevens bekend als hoofdstad van de Rainbow State en reisbestemming die in alle vakantiebrochures naar voren komt. Ook de footballspelers van de UH Warriors vind je hier terug, net als de basketballers van de Sea Warriors en hun bejubelde cheerleaders – de beste van het land. Waikiki is de hotspot en je vindt er 90 procent van alle buitenlandse studenten in de stad terug, waaronder mezelf.

 

Kom op met die Corona

Let wel, ik ben hier geen exotisch personage. Studenten uit alle hoeken van de wereld vonden hun weg hierheen. Stuk voor stuk zijn we gelokt met dezelfde vooruitzichten op een eeuwigdurende zomervakantie. Fris pintje op het strand, muziek op de ukelele en af en toe wat pootjebaden om af te koelen; jong en rebellerend voor nog een hele poos. Hetzelfde liedje als je naar die Tumblrs kijkt waar de zon nooit stopt met schijnen en iedereen altijd vrolijk en aantrekkelijk overkomt; net een verdoken reclame voor Billabong of Corona. Eén kwestie wordt echter bewust verzwegen, namelijk dat onderwijs hier net hetzelfde is als elders ter wereld. Terwijl iedereen droomt over les volgen in de zon op het strand, is het tegendeel realiteit. We worden wel degelijk verwacht om naar een school te gaan, zitten eveneens in aula’s waar airco de lucht erg droog maakt en onze leerkrachten zijn evenzeer gesteld op aanwezigheid en discipline. “De zon scheen en de wind op het strand fluisterde mijn naam”, wordt alvast niet geapprecieerd als excuus voor half werk.

 

Problemen in het paradijs?

Uren al werkend achter een computerscherm spenderen, stond evenmin vermeld op het inschrijvingsformulier, maar dat is lang niet zo erg als die laatste maand voor de examens. Een tantaluskwelling is er niets bij. Je wil je hier echt niet in huis opsluiten om in jogging en sweater te studeren. De zon blijft hier namelijk altijd schijnen, de vogeltjes tsjirpen en iedereen heeft wel van die vrienden die zich niets van school aantrekken. Dat zijn dan de mensen die via Instagram en Facebook even laten weten hoe plezierig het wel niet is op het strand en dat vlakbij de plaats waar jij je afbeult. Maar misschien is dat allemaal niet meer dan logisch? Het avontuur zou sterk aan realisme inboeten als we niet enkele weken per semester zouden moeten afzien. Dat maakt het opnieuw wat echt. Dus als iemand me vraagt waarom ik naar Hawaii kwam, antwoord ik meestal dat het eiland het beste van beide werelden biedt. Het paradijselijke wordt hier gekoppeld aan het realistische en daardoor kan je na de examens die lange witte zandstranden en pina colada’s des te beter naar waarde schatten. Zelfs als dat betekent dat je iets minder kan zon kan kloppen in mei en juni.

 

 

Wij danken Maren Bjørgum voor haar inzending.



Rewind
23/05/2012
🖋: 

In de Verenigde Staten won Tiger Woods als jongste golfer ooit de Masters en zond NBC de laatste afleveringen van ‘The Fresh Prince of Bel-Air’ uit. In België was ik net tien jaar geworden en had ik als verjaardagscadeau mijn eerste cd gekregen: ‘Space Jam: Music from and Inspired by the Motion Picture’.

REWIND Lente 1997. Michael Jordan – ‘MJ’ voor de homies – is een levende basketballegende en dus kan het nooit een slecht idee zijn om hem naast Bugs Bunny de hoofdrol te laten vertolken in een tekenfilm over een intergalactische basketbalwedstrijd. Fout gedacht. Al bij al is ‘Space Jam’ een vervelende film. De geweldige soundstrack echter is mijn introductie tot de Amerikaanse R&B van de jaren 90.

 

PLAY Seal, Coolio, R. Kelly, Busta Rhymes, LL Cool J, D’Angelo en Barry White, het zijn namen die klinken als Afro-Amerikanen die muziek maken. Goed gekozen dus want in godsnaam, wat een heerlijke nummers brengen deze donkere jongens op ‘Space Jam’. Niet enkel de prille tienerversie van mezelf is een onvoorwaardelijke fan. De cd gaat meer dan zes miljoen keer over de toonbank – die goede oude tijd, horen we de platenbonzen denken. Vooral ‘Fly Like an Eagle’, origineel van de Steve Miller Band maar voor de gelegenheid gecoverd door Seal, en R. Kellys ‘I Believe I Can Fly’ zijn hoogtepunten.

 

FORWARD Seal is ondertussen gehuwd met en gescheiden van Heidi Klum. R. Kelly is enkele keren aangeklaagd voor bezit van kinderporno, Tiger Woods had verscheidene – en behoorlijk kinky – buitenechtelijke affaires en Will Smith blijkt een iets te grote fan van Scientology. Maar ach, niemand is perfect. Al deze zwarte bad boys behoren nog steeds tot mijn vroegste helden en de interesse in de Afro-Amerikaanse cultuur die zij bij me opwekten, is sindsdien niet meer afgenomen. Overigens heb ik enkele weken geleden uit nostalgie een basketbal gekocht. For the love of the game, zou MJ zeggen.



Rewind
23/05/2012
🖋: 
Auteur

Toen Ketnet nog TV2 heette, pas om zes uur Scandinavische jeugdfeuilletons uitzond en een derde BRTN-net ook daar een dom idee was, keken wij om halfzeven naar een klokvaste trilogie op Nederland 3: ‘Sesamstraat’, ‘Het Klokhuis’ en ‘Jeugdjournaal’ gevolgd door: “en nú naar bed.”

REWIND In 1987 vond men bij de NOS dat er naast ‘Sesamstraat’ en ‘Jeugdjournaal’ nood was aan een programma met ‘verdieping’. Het resultaat was begin 1988: ‘Het Klokhuis’. In 1990 dreigde men het even te schrappen. Gelukkig voor mij, die pas vier jaar later zou afstemmen, verzamelde de 12-jarige Nina De Waal toen 50.000 handtekeningen om het programma te redden.

 

PLAY Nog voor het verhaaltje van Dickie Dick in ‘Sesamstraat’ uit was, weerklonk de begingeneriek al in m’n hoofd. Waarna Bas Westerweel ons vertelde hoe men boeken maakt of hoe het leven van een F16-piloot eruit ziet. Sketches met ondere andere Frank Groothof als, de voor mij, legendarische Boy Zonderman wiens avonturen steevast begonnen met “Uit het woelige leven van Boy Zonderman” onderbraken de reportages. Voorts herinner ik me stukjes van Joost Prinsen als Antiquair Joosten die men zo kan inruilen voor ‘Jiskefet’. Kortom wij werden gepokt en gemazzeld met Nederlandse cabaret terwijl we tonnen informatie opdeden.

 

FAST FORWARD ‘Het Klokhuis’ loopt nu nog op Nederland 3 op hetzelfde uur met het ‘Jeugdjournaal’ als epiloog. Enkel ‘Sesamstraat’ verkaste van zender en tijdstip. Als mijn neefjes langskomen zap ik bewust naar ‘de negen’ waarachter Nederland drie zit en schuif gezellig aan voor een ‘Het Klokhuis’. De presentatoren of begingeneriek zijn niet meer dezelfde, maar toch weer wat bijgeleerd over de gyrocopter.



de uren met Verschueren
23/05/2012
🖋: 

Je passeert elke lesdag duizenden mensen en plaatsen. Slechts een enkeling is meer dan louter figurant. Het is mijn ambitie om daar dit academiejaar verandering in te brengen. Elke maand ga ik voor dwars op zoek naar de verhalen van die dagelijkse passages en passanten. Deze maand ga ik cantussen bij Abundantia.

Wanneer ik vertel dat ik voor de allereerste keer naar een cantus ga, krijg ik twee reacties: het verontwaardigde “heb je dat nog nooit gedaan?” en het denigrerende “waarom zou je dat zelfs willen?” Toegegeven, le vrai hipster krijgt dit aan zijn vrienden nooit verkocht en is dan ook opvallend afwezig vanavond. Aanwezig én bereid mij in te leiden in het studentikoze nachtleven zijn mijn adjunct-hoofdredacteur, en oud-praeses, Floris en oud-cantor Maarten. Ze stellen mij meteen gerust door te vertellen dat Abundantia bekend staat om zijn relaxte cantussen. Als je niet wil drinken, dan drink je niet. Samen leggen we het fundament voor deze avond: een maaltijd van frieten met stoofvlees.

 

Op een wisselcantus wisselt het oude praesidium met het nieuwe. Verschillende generaties zitten voor, ook Floris en Maarten. De twee stellen de ‘playlist’ samen, beslissen wie moet zingen en welke mopjes ze gaan maken. De laatste cantus die ze bijwoonden, is al een jaar voorbij, maar de paginanummers van hun favoriete liedjes staan nog steeds in hun geheugen gegrift. Ze halen herinneringen op: de verhalen zijn amper een half decennium oud en toch gaat het over dingen die eerstejaars niet meer kennen. De Stokkem, baas van café Markies de Sade zaliger, blijkt op Facebook te zitten. Vreemd voor een man bekend van het met doorrookte stem vertellen van stevig aangedikte verhalen.

 

We trekken niet naar een kelder op de Stadswaag maar naar de Lange Nieuwstraat. Op de binnenkoer van Den beulebak krijg ik tips als “je moet drinken, anders is het saai” en “je codex bewaar je best in de diepvries”. We gaan binnen in een soort gelagzaal met houten lambriseringen, gammele tafels en klapstoelen. De tafel met anciens zit vol. Het eerste deel is gevuld met plechtigheden. Tijdens de lintenwissel hebben praeses Nicolas en cantor Wouter – ook wel nonkel Frans genoemd – voor iedereen een woordje. Op het einde roept hij de nieuwe praeses, voorwaar een vrouw én Nederlandse, naar voren: “maske, gij hebt verdomme ballen aan uw lijf!” Het zijn z’n laatste momenten als praeses en zijn gemoed dreigt de hele avond vol te lopen.

 

Trink, trink, Brüderlein trink!

Het zingen van de eerste liedjes verloopt moeilijk. Samen met mijn medecantusmaagd Marlies lachen we om elke fout, en dat zijn er veel. We staan recht als we moeten zitten en vergeten steeds de codex te sluiten waardoor we moeten drinken. Nadat de grootste dorst gelest is en de eerste plaspauze, excuseer, tempus wordt afgekondigd, gaat het vlotter. Of dat denken we toch … Tussen de liedjes door heft men luidkeels het glas naar elkaar. Ook ik krijg de twijfelachtige eer door de praeses toegesproken te worden met “Prosit dat wijf van dwars dat mij vanmiddag gebeld heeft.” Een goede cantor kent de zwaktes van zijn pappenheimers. Heb je manboobs of een partijkaart van de N-VA? Je wordt en plein public te kakken gezet. De running gag van de avond is zo oud als de straat: seksuele opmerkingen over de zus van je praeses. Cantor Frans neemt het merendeel voor zijn rekening. Zijn vriendin is not amused. Maar wat er ook gezegd zijnde, het volgende glas hef je samen. Prosit corona! Prosit senior! Het bier en het nabrullen van die woorden scheppen een verontrustende, broederlijke behaaglijkheid.

 

Het ritueel van samen drinken en zingen is een bindmiddel tussen alle aanwezigen en doorkruist de grenzen van tijd en ruimte. Door te herhalen wat onze studentikoze voorgangers al deden, weven we een web van verbondenheid tussen vroeger, nu en later. Schachten en porren kennen de geschiedenis van stamcafés, vetes en aanvoerders niet, maar wel de rituelen. Die rituele vulgariteit zorgt ervoor dat jaar na jaar dezelfde bedenkelijke liedjes worden gescandeerd.

 

Wel Annemarieken, wat ga je daar doen?

Wanneer er een prominent lid binnenwandelt, zetten we als begroeting ‘Io Vivat’ in. Plots is daar een verdwaalde SEW’er met een vlag gepikt op de tsjevencantus van CDS, de christen democratische studentenvereniging. dwars-vormgever Maarten legt mij ongezien enthousiast uit dat het krijgen van een vlag een grote eer is. Praeses Nicolas kijkt eerder onverschillig als hij het ding krijgt.

 

Doopjasdebielen en vrienden van de poëzie vragen het woord, letterlijk dan. Men vouwt z’n handen in de klapwiekende V van verbum. Wie wil, of door zijn broodheer is aangeduid, brengt zijn eigen versie van een lied. De ene wordt uitgejoeld, de andere als held onthaald. Velen wagen hun kans, want zijn we niet allen hedonisten op zoek naar een hint heroïek? Wanneer het genderdebat beslecht wordt in het nadeel van de goede smaak, ontpopt zelfs het bedeesde schoolmeisje zich tot een vuilbekkende kroegtijger. Vrouwen zijn hier sterk in de minderheid en ‘de hoeren’ krijgen er tijdens ‘Annemarieken’ van langs.

 

De avond vordert. Ik zing, sta op stoelen en slaag erin heelhuids en niet geheel stomdronken naar mijn kot te fietsen. De volgende ochtend word ik wakker met schorre stem en ledematen van stro en prikkeldraad. Ik verlaat m'n kot, bewandel de vertrouwde route buswaarts en passeer op de Ossenmarkt het café waar rocksterren maar geen lintjes komen en de pub waar lintjes maar geen rocksterren komen. Deze plekken vormden jaar na jaar de anatomie van mijn stedelijke studentenziel. Op weekendochtenden is dit plein terrein van verdwaalde toeristen en is er geen spoor van de nachten van overvloed. Net zoals voor velen gisteren is het ook mijn laatste studentenjaar. Ik denk aan wat Nicolas zei en geef hem gelijk: “Het is goed geweest, het is verdomme héél goed geweest.”



23/05/2012
🖋: 

Hoewel het eerder raadzaam is de komende weken niet teveel achter de boeken vandaan te komen, kunnen wij het niet laten u toch te verleiden met enkele pareltjes van culturele activiteiten. Want ‘leren is leven’, aldus onze allereigenste universiteit.

Biodroom (31/5) Elko Blijweert & Mauro Pavlovski Elko Blijweert, die je kan kennen als gitarist van Kizz my Jazz en Dead Man Ray, stelt een muzikaal programma samen en nodigt de begeerlijke Mauro uit. Kom genieten van dit duo in de prachtige setting van de Biodroom, een unieke gemeenschapstuin op, jawel, Linkeroever. De week daarop is het de beurt aan Rudy Trouvé, nog zo’n muzikaal genie. (gratis)

 

Antwerp Expo (31/5-3/6) Het Boekenfestijn Het boekenfestijn is weer in ’t land. Honderden, nee duizenden boeken! Aan spotprijzen! En hobbyartikelen. Lijm en zo. Voor je hobby’s.

 

Filmhuis Klappei (1/6) Das weisse Band Film uit 2009 van Oostenrijker Michael Haneke. Winnaar van een Golden Globe en een Gouden Palm. Must see met andere woorden.

 

Rataplan (6/6-8/6 & 14/6-16/6) De beloften Ook de studenten van het Conservatorium Antwerpen hebben examens dezer dagen. Het enige verschil: wij mogen er helemaal gratis getuige van zijn. De afdelingen woordkunst en kleinkunst demonstreren het beste van hun kunnen op deze toonmomenten.

 

Trix Bar (7/6) Father John Misty & Love Like Birds Twee schuilnamen vanavond in Trix. Father John Misty kennen we ook wel onder de naam Josh Tillman. Deze voormalige drummer van Fleet Foxes bracht onlangs zijn soloalbum uit. Love Like Birds is dan weer het pseudoniem van Elke De Mey. Met haar bezwerende stem weet zij je ongetwijfeld in vervoering te brengen.

 

Arenberg (7/6-9/6) Mens en vlees Het gezelschap Bilt brengt voor u een tekst van Gert Winckelmans over de The butcher of Hannover. Die beet tussen 1918 en 1924 maar liefst 27 jongemannen de keel over waarna hij hun vlees op de zwarte markt verkocht als varkensvlees. Wie is de mens achter deze horror?

 

Hangar 29 (7/6-9/6) Show 2012 Ook de studenten mode van de kunstacademie zetten hun beste beentje voor. In de jaarlijkse modeshow stellen zij hun afstudeerwerk voor aan het grote publiek. Fashion event bij uitstek en tevens place m’as tu vu.

 

DeSingel (8/6) Farewell concert De Filharmonie trekt op tournee naar Japan. Alvorens af te zwaaien, brengt ze nog een laatste groet aan haar geliefd Antwerpen. Dat doet ze met het ontroerende celloconcerto in a, opus 129 van Robert Schumann en Gustav Mahlers prachtige eerste symfonie. Ondergetekende is alvast van de partij én heeft nog een kaartje op overschot.

 

Felixpakhuis (14/6-15/6) Felix Poetry Festival Voor de vierde keer op rij presenteert het Felix Poetry Festival u ook dit jaar weer veel moois. De eerste avond krijgen we vooral kruim van eigen bodem voorgeschoteld: toppers als Bernard Dewulf (Antwerps stadsdichter), Y.M. Dangre (student Universiteit Antwerpen) en vele anderen passeren de revue. De tweede avond staat in het teken van internationale dichters. Verder er is ook een dagprogramma in bibliotheek Permeke.

 

Designcenter De Winkelhaak (21/6-24/6) LOCO ’12 De laatstejaarsstudenten fotografie stellen hun eindwerk voor. Mis ook deze beloften niet.

 

Cinema Zuid (26/6) The idiots Deze provocerende film van Lars von Trier toont een bende jongeren die de conventies van het normaal gedrag trachten te doorbreken. Ze organiseren acties waarbij ze zich in het openbaar als idioten gedragen en testen hoever ze daarin kunnen gaan. Laat je vooral inspireren.

 

Stadscampus (2/7-3/7) Regisseursauditie Je weet het of je weet het niet, maar onze universiteit beschikt ook over een theatergezelschap genaamd de Bromvlieg. Voor volgend jaar zijn zij nog op zoek naar mensen die een project willen opstarten. Interesse? Dan mailt u best voor 15 juni naar: debromvlieg@gmail.com.



de zomerexamens van 1870
23/05/2012
🖋: 
Auteur

Vorig academiejaar ontstond het idee om naar aanleiding van de examens enkele vragen uit de 19de eeuw uit het universiteitsarchief op te diepen. Toen bleek dat zulk archief niet echt bestaat, begonnen wij aan een lange zoektocht. Net op het moment dat onze queeste uitzichtloos leek, kregen we bericht dat het archief van UFSIA zich grotendeels in KADOC bevond. Zonder garanties op succes trokken we naar het archief verbonden aan de KU Leuven. Naast interessante briefwisselingen en foto's troffen we er ook een dik pak ministerpapier aan met talloze questions des examens.

  1. Handelsgeschiedenis (1877) – Sinds wanneer voert China handel met de Antieke volkeren in het westen en met Afrika?
  2. Handelswetenschappen (1877) – Wat zijn de belangrijkste algemene boekhoudkundige rekeningen?
  3. Fysica (1969) – Wat is de ‘wet van Mariotte’?
  4. Chemie (1869) – Welke legeringen worden er bij muntstukken gebruikt?
  5. Rechten (1869) – Wat zijn de rechten en plichten van neutralen wanneer zij tijdens vijandigheden goederen transporteren met vijandelijke schepen?
  6. Politieke economie (1969) – Geef alle nationale feestdagen met hun datum.
  7. Handelsgeschiedenis (1878) – Op welke manieren kon men navigeren ten tijden van de Babyloniërs en de Feniciërs?
  8. Aardrijkskunde (1867) – Waar bevinden zich de zeehavens en productiecentra van België, das Zollverein, Nederland, Engeland en Frankrijk?
  9. Talen (1867) – Schrijf een zakelijke brief in twee talen. (Kies twee talen: Vlaams, Engels of Duits)
  10. Franse welsprekendheid (1867) – Voer een betoog vooraan het auditorium. Houd rekening met de welsprekendheidskenmerken van de academie.

 

Lees hier enkele examenvragen van Hardvard uit 1860



Column - De Nuttelozen van de nacht
23/05/2012
🖋: 
Auteur extern
Maarten Inghels

Maarten Inghels is dichter, schrijver en kroegtijger. Elke maand is hij, zoals Brel het ooit bezong, een van de nuttelozen van de nacht en bekijkt hij de bodem van zijn glas in een volkscafé.

Er zijn recreatieruimtes die ik verfoei, of waar ik me althans onbehaaglijker dan anders bij ga voelen. Dat heb ik bij het concept van de bierfiets, een rondrijdende bierpul met schreeuwlelijkerds op, en die naargeestigheid scheert eveneens hoge toppen in karaokebars. De feeërieke neon en de giechelende meisjes met hun pas gekapte haren, het gezicht nog nat van de make-up, dat alles wordt teniet gedaan door de geilende venten met zoveel knoopjes van het hemd open dat ze beter in zwembroek uitgaan.

 

Karaokebar Bonaparte aan de Grote Markt in Antwerpen is het soort etablissement dat zijn smoelwerk zoveel liet liften en botoxen totdat het interieur alle kanten uitswingt. Het is de bekendste karaokebar van Antwerpen maar volgens de raambelettering bekleedt het ook de twijfelachtige eer een brasserie te zijn.

 

Wanneer ik om negen uur de Bonaparte met schroom binnenstap, peinzend in welk land het weer was dat je werd afgeslacht bij het ten berde brengen van ‘My Way’ (de Filipijnen!), merk ik inderdaad enkele tafeltjes op waar luimige gezelschappen hun diner nuttigen. Tot om klokslag kwart over negen de lichten worden gedimd, andere opdringerige spotjes het teveel aan obers uitlichten, en de videoschermen aangaan, dewelke je wel eens ziet in kapperszaken.

 

Eén van de liefjes van de barmannen zet het op een kwelen om de avond in gang te trappen en deze ‘Rolling in the Deep’ van Adele zou van de Koen Wauters in mij een acht krijgen. De bronstige leeuwen aan de toog krijgen hun vlees pas toegeworpen als de zes vijftienjarige muurbloempjes aan de beurt komen die dromen van ‘een carrière in de media’, en alvast hun gimmicks oefenen op ‘Hit me baby one more time’.

 

Wanneer ten langen leste de laatste valse tonen uitsterven en ik hoop dat we over het hoogtepunt van de avond zijn geraakt, gaan de gordijnen achterin de zaal open. Cocktailtafeltjes sieren de vrijgekomen halfronde ruimte en ons gezelschap verkast naar daar, om de volgende toerist op zijn bek te zien gaan. Ik vermoed dat hierin de pret schuilt: troepen vrijgezellen die met kekke hoeden en roze pruiken de straten afschuimen op zoek naar echoputten waar hun stem het hardst galmt, of de Nederlanders die met de geldingsdrang van een Viking op één vrij weekend Antwerpen willen veroveren. Ze stromen binnen voor één nummertje en stormen weer naar buiten, op zoek naar het volgende bacchanaal. Ze willen altijd wel Kings of Leon of de Black Eyed Peas zingen, nummers waarvoor je een arm wil doneren in de hoop dat ze een uitzendverbod krijgen. Tenslotte is de aangeboden playlist nu ook niet zò magertjes: een erg dikke menumap, waaruit de stank van aangekoekt verschraald bier walmt en van denkt ter plekke dysenterie te krijgen van nog maar boven de tracks op alfabetische volgorde te hangen.

 

Terwijl de deejay om de vijf karaokenummers luide plaatjes draait om het publiek op te hitsen, besef ik met klamme handen dat ook ik het ronde podiumpje zal moeten bestijgen. Ik kan er niet onderuit: ik zal met de benepen stem van Mickey Mouse een nummer moeten kiezen. ìk, die geen hoge noten kan halen, überhaupt geen noten.

 

Manmoedig heb ik uiteindelijk mijn weerzin tegenover dit soort morose avonden overwonnen. In parlandostijl is het me gelukt de woorden van het nummer uit te braken, netjes de autocue volgend, en een bescheiden applausje viel mij ten deel. Misschien dat op dat moment de puzzelstukken van de avond op hun plaats vielen.

 

Ik word niet gelukkig van de André Hazes-achtige types, maar enkele consumpties alcohol verzachten al heel wat. Daarbij heb je nog de overgave nodig die telt in dit type kroegen. De complete overgave aan de ik-ga-dood-aan-jou-jingle die in ieder van ons schuilt.

 

Maar voorlopig heb ik mijn portie dramatiek wel gehad. De afgelopen twee jaren heb ik talloze kroegen bezocht waarbij simultaan met de duisternis buiten het licht in de ogen van de kroegtijgers oplichtte. Nu is het tijd om Music Hall van Paul van Ostaijen te herlezen: “Schril gillen de sirenen: / ‘Komt naar de Music-Hall henen, / Daar is er lachen, daar is er wenen,’ / Schril gillen de sirenen.”