"Heeft u even tijd?"
18/03/2013
🖋: 
Auteur

Er zijn zo van die ongelooflijk ijverige studenten die net van een andere planeet lijken te zijn gekomen en een buitenaards gevoel voor timemanagement hebben. De studentus voluntaris is een ras apart en door middel van buitengewoon slechte schaduwtechnieken, heb ik het op mezelf genomen om de natuurlijke habitat van deze soort in de schijnwerpers te werpen. Dit keer doe ik mee met Marnix, Cleo en Cara, medewerkers bij Pepperminds, oftewel die wereldverbeterende hippies met hun frakskes die op de Meir geld ronselen voor Unicef .

Captain Killian

Op een koude zaterdagochtend word ik verwacht in het Pepperminds-lokaal in de Bredestraat in Antwerpen. Een bende enthousiastelingen loopt binnen en buiten, zeulend met wat op het eerste zicht vuilnisbakken lijken (ik leer later dat dit de onderste delen van de desk zijn) en kleurige jasjes. Als ik wat onwennig binnen wandel, word ik meteen door iedereen begroet en aangesproken alsof het normaal is dat voorbijgangers spontaan naar binnen lopen. Ik zeg dat ik vandaag eens kom kijken en dat is best, maar “wil je je niet meteen inschrijven om voor ons te werken?” glimlachen de gezichten. Dat zal ik ze na vandaag laten weten.

 

De dag begint met een korte briefing door 'Captain' Killian, een charismatische verschijning met een aanstekelijk gevoel van zelfvertrouwen. Allereerst op de agenda staat het maken van een filmpje. Pepperminds belooft dat als 1.000 Antwerpenaren hun licht tijdens Earth Hour (23 maart) doven, ze een vegetarische maaltijd zullen schenken aan daklozen op de Groenplaats. Daarna gaat Killian over naar de orde van de dag. Eerst vraagt hij aan iedereen welke tips ze elkaar kunnen geven om veel mensen te rekruteren. Zelfvertrouwen, optimisme, flirten, oogcontact, glimlachen, interesse, aandacht, persoonlijkheid, glimlachen, eerlijkheid, glimlachen; ze passeren allemaal de revue. Aan de hand van een anekdote vertelt Killian hoe een competitiegevoel tussen zijn teamleden ervoor heeft gezorgd dat hij erorm veel inschrijvingen voor Unicef kon “scoren”. Hoewel teamspirit belangrijk is (en ik verzeker je, die was er!), is het doel van vandaag de wedstrijd aan te gaan met je teamleden. Tegen een van zijn leden zegt Killian: “Jongen, vandaag ga ik u inmaken. Da heeft gene naam!”. Dit is het begin van een over-en-weer van dergelijke voorspellingen. Ik kom te weten dat dit avontuur me vandaag naar Mechelen zal voeren. Gepakt, gezakt en met borden en desk sleurend vertrekken we naar het station. Onderweg kom ik te weten wat Pepperminds nu eigenlijk is. De drie studenten leggen dat maar al te graag uit. Ja, alles gebeurt hier werkelijk met een lach op het gezicht.

 

Pepperminds is een tussenbedrijf dat mensen aanneemt om voor een andere organisatie (zoals Unicef, WWF, …) vrijgevigen te rekruteren. Vroeger waren het inderdaad vrijwilligers die dit werk voor hun rekening namen, maar die rekruteerden gemiddeld minder mensen. Om bij Pepperminds te werken ga je allereerst naar een zogenaamde meet and greet. Daar wordt beslist of je uit het juiste hout gesneden bent. Met andere woorden, of je sociaal, maatschappelijk geëngageerd en positief bent. Vanaf dat moment ben je een 'talent' en krijg je een opleiding van een 'Captain'. Centraal staan AIDAC: attention, interest, desire, action, conviction. Je moet dan wel glimlachen en positief zijn, het is ook belangrijk dat je de controle houdt over het gesprek en dat je een beetje weerstand biedt. Waarom zou de aangesproken persoon zijn/haar partner nodig hebben om over een klein bedrag zoals zes euro per maand te beslissen? Het is niet alsof je een zetel of een TV aankoopt.

 

Stoïcisme en enthousiasme

“Geen tijd”, “Ik ben gehaast”, “Nee-dank-u-daag”, “I do not speak Flemish”*, “Ik heb daar geen geld voor”, “Hier zijn ze weer!”, “Ze zouden beter eerst de mensen hier helpen dan in het buitenland”, “Ik kom straks zeker terug”. Het zijn slechts enkele van de zinnetjes die ik mensen vandaag geroutineerd hoor uitspreken. En dan heb ik het nog niet eens over de blikken van de voorbijgangers die variëren van paniek over woede tot onverschillig stoïcisme. Naar vaste gewoonte borrelt het scepticisme weer opstandig in me op: “Waarom doen jullie in godsnaam dit studentenwerk?” Marnix: “Ik wil me engageren voor de toekomst van onze planeet en de mensheid. Ik vind het mijn morele plicht. Als onze generatie het niet doet, wie gaat het dan doen?” Terwijl ik sta te verkleumen observeer ik het aanstekelijk enthousiasme van de drie Pepperminds-ers. Ik wil meedoen en waag me na een tijdje ook aan de kunst van het rekruteren. “Mevrouw, mag ik eventjes iets vragen?”. “Meneer, heeft u eventjes de tijd?”. Al gauw merk ik dat dit niet is wat je moet doen. Het werkt eerder zo: “Hallo, ik heb een vraag voor u.” Aandacht trekken is nog niet zo simpel. Als je te vriendelijk bent, dan word je zo omver gelopen. Na een klein uurtje zijn er al zo’n zeven inschrijvingen binnen en ik ben nog niet verder geraakt dan het punt waarop de maandelijkse bijdrage wordt geïntroduceerd in het gesprek. Dan moet de vrouw die ik wist te strikken toestemming gaan vragen aan haar man. Ze keert niet terug. Cara heeft dan wel succes. Ze spreekt een man aan die erg sceptisch is en na haar uitleg verder wandelt. Een half uurtje later komt hij terug. “Ik wil meedoen,” zegt hij. Als ik hem vraag waarom hij vandaag toch beslist om mee te doen zegt hij: “Ik heb erover nagedacht en ik vind het lovenswaardig wat jullie doen. Zo’n inzet voor de mensheid op een dergelijke positieve manier. Blijf maar zo voor de rest van je leven.” Ik verlaat het team en ben gevuld met een gelukkig gevoel. Er zijn toch nog mensen die zich inzetten voor anderen. Dat is inspirerend. Je moet het maar willen doen. www.pepperminds.be * met een zwaar Vlaams accent



Het Marktsegment
18/03/2013
🖋: 

De aandelenkoersen, je leest er overal over. Maar soms kan de moed je in de schoenen zakken. Het ene na het andere ingewikkelde concept wordt je naar het hoofd gesmeten, zonder enig spoor van uitleg of zelfs maar begrip voor wie niet zou weten wat een flash crash of schuldpapier is. Geen paniek, want iedere maand verduidelijkt Capitant, de studentenvereniging die studenten wil inleiden tot en begeleiden naar de financiële markten, op deze pagina’s de werking van de beurs. Dit jaar gidst 'Het marktsegment' je door het nieuws over de beurs zonder gevaar voor struikelen over moeilijke termen en ingewikkelde concepten. Wij leggen ze hier namelijk in mensentaal uit.

Wie wil investeren in aandelen, kan dit doen door op de beurs aandelen aan te kopen en deze nadien (hopelijk) met winst weer te verkopen. Deze manier van beleggen neemt tijd in beslag, je moet namelijk zelf in het oog houden hoe elk van je aandelen het doet om op het juiste moment te kopen en te verkopen. Niet alleen moet je op de hoogte blijven van de prestaties van de bedrijven waarvan je nu aandelen hebt, maar ook van de bedrijven waar je in de toekomst aandelen van wil aanschaffen. Regelmatig het beursnieuws lezen dus, maar hier komen zelfs de meest geïnteresseerden onder ons niet altijd dagelijks aan toe.

 

Het kan daarom nuttig zijn te investeren in één product waarmee je in één klap in een korf van aandelen investeert. Zo heb je door te beleggen in een tracker of fonds een aandelenportefeuille die verschillende soorten aandelen bevat met een verschillend risico. Een gediversifieerde portefeuille, dus. We bekijken de twee belangrijkste manieren om in meerdere aandelen tegelijk te beleggen: een tracker en een fonds.

 

Tracker of fonds

Als je een bepaalde beursindex zo nauwkeurig mogelijk wil volgen, koop je een tracker. Dit soort beleggingsfonds stelt zich tot doel een index na te bootsen. Wat is zo’n index ook alweer? Een beursindex is het gemiddelde van een aantal belangrijke aandelen, bijvoorbeeld de BEL20, die de belangrijkste Belgische aandelen groepeert en er het gemiddelde van aangeeft.

 

Je kan daarnaast kiezen voor een fonds, dat ook belegt in meerdere aandelen. Bij een actief beheerd fonds gaat de fondsbeheerder proberen de index te ‘kloppen’, namelijk een hoger rendement halen dan de index. Hier zit het grote verschil met een tracker: deze heeft niet het doel een hoger rendement te halen dan de index, maar wel om deze gewoon te volgen. Met een actief beheerd fonds kan je dus logischerwijs een hoger rendement behalen dan met een klassiek indexfonds of een tracker. Een tracker kost dan weer veel minder dan een fonds.

 

Met een fonds of een tracker kan dus zo’n korf gekocht worden waarin een aantal aandelen worden opgenomen, en waarmee je dus in één klap over een gediversifieerde portefeuille beschikt. Maar dan stuit je eveneens op hetzelfde probleem als wanneer je zelf individuele aandelen gaat kopen: wat koop je best? Het opvolgen van alle rendementen van de verschillende fondsen kost ook weer veel tijd.

 

Paspoort

Wie een fonds gaat kiezen om zijn centen in te beleggen, moet met een aantal punten rekening houden. Elk fonds gaat meer of minder risico nemen bij het kiezen van de opgenomen producten. Hiervoor moet men kijken naar de risico-indicator, die elke fondsbeheerder verplicht moet meegeven in het Key Investor Information Document, ook wel het fondsenpaspoort genoemd. Ook te bekijken: de prestaties uit het verleden. Die kunnen de prestaties in de toekomst niet voorspellen, maar kunnen je er wel een goede indicatie van geven. Niet alleen de prestaties van het laatste jaar, maar vooral van de vijf voorgaande jaren zijn van belang.

 

Uiteraard is instappen in een fonds niet gratis. De fondsbeheerder neemt immers het uitkiezen van de juiste aandelen op zich en hiervoor betaal je als belegger. Bij sommige fondsen kunnen deze instapkosten oplopen tot 5 procent. Kies liever voor een fonds dat prestatiekosten aanrekent dan een fonds met hoge beheerskosten. Die prestatiekosten zijn een incentive voor de fondsbeheerder om hoge prestaties te bereiken. Een overzicht van alle kosten kan je voor elk fonds vinden in het fondsenpaspoort.

 

Veel en grondig onderzoek is nodig om een goede keuze te maken in deze overvloed. Wat zijn dan concreet goede fondsen? De Fund Awards belonen elk jaar de fondsbeheerders die het best gepresteerd hebben. In de voorbije maand werden deze jaarlijkse awards door De Tijd en L’Echo uitgereikt. Hierbij worden fondsbeheerders beoordeeld op hun prestatie van de afgelopen vijf jaar. De Super Award gaat naar de fondsbeheerder die over alle categorieën de beste score behaalde. Dit jaar ging deze prijs naar Banque De Luxembourg. Volgens de winnaar is een langetermijnvisie en een grondig begrip van wat gekocht wordt door het fonds cruciaal voor een goede prestatie. Ook de andere winnaars, waaronder België Dexia AM, KBC Asset Management en BNP Paribas bij de pensioenfondsen, leggen de nadruk op de lange termijnvisie. Een andere goede bron van informatie is de website van Morningstar. Dit internationaal bedrijf houdt statistieken bij van zo goed als alle fondsen ter wereld. Een dergelijke bron is handig en noodzakelijk voor wie meer informatie wenst over bepaalde producten, zowel fondsen als trackers.

 

Heb je het gevoel dat de financiële markten nog geheimen voor je hebben? Lees dan zeker de volgende afleveringen van 'Het marktsegment' en neem een kijkje op de website van Capitant, de organisatie die studenten informeert over de financiële markten: www.capitant.be.



kort
17/03/2013
🖋: 

Bijengif wondermiddel tegen hiv

Het hoofdbestanddeel van bijengif, melittine, kan het hiv-virus onschadelijk maken door gaten te prikken in het omhulsel van het beruchte virus. Dat blijkt uit een studie die verscheen in het vakblad Antiviral Therapy. Onderzoekers aan de universiteit van Washington spoten nanodeeltjes van het virus in met bijengif. Deze deeltjes krijgen een beschermlaag, waardoor ze afketsen op gezonde cellen. Deze ontdekking wordt nu gebruikt om een vaginale gel te ontwikkelen die de verspreiding van het hiv-virus preventief kan tegenhouden.

 

National Geographic Channel en Universiteit Antwerpen werken samen

Stem snel af op National Geographic Channel, want op 21 maart is de eerste Vlaamse productie voor de wetenschappelijke zender van start gegaan. In de documentairereeks Behind the Science komen vijf wetenschappelijke onderzoeksthema’s van onze universiteit aan bod. Het gaat onder meer over de ontstaansgeschiedenis van schilderijen, het opsporen van drugsrestanten in onze riolen, de meest nauwkeurige microscoop ter wereld, een bio-energieplantage voor hernieuwbare energie en de logistieke transportinfrastructuur in Vlaanderen.

 

Kwaliteit van sperma best in de winter

Volgens een Israëlische studie is de kwaliteit van sperma op haar best in de winter en het vroege voorjaar. De onderzoekers onderzochten het zaad van ruim 6.000 mannen die in behandeling waren voor onvruchtbaarheid. Daaruit bleek dat hun sperma vooral in de winter sneller zwom en minder afwijkingen vertoonde. In de loop van het voorjaar ging de kwaliteit weer achteruit.

 

Apparaat houdt lever levensvatbaar buiten het lichaam

Britse medici en onderzoekers hebben een apparaat ontwikkeld dat een lever warm en levend houdt buiten het menselijk lichaam. Al twee patiënten hebben dankzij de uitvinding een nieuwe lever gekregen. In de huidige praktijk wordt een lever gekoeld bewaard, maar na veertien uur is het te riskant om die nog voor transplantatie te gebruiken. Door het nieuwe toestel kan een lever 24 uur levensvatbaar blijven.

 

Sporttelex

RUGBY Hoera voor The Midgets, de rugbyploeg van de AUHA. Zij maakten korte metten met de ploeg van de UGent die niet was opgewassen tegen de Antwerpse beren. The Midgets bevestigen met een overwinning van 81 – 5 hun goede vorm van dit seizoen. HOCKEY Ook felicitaties aan het adres van hockeyspeler Jeffrey Thys. De kapitein van KHC Dragons is verkozen tot Vlaamse topsportstudent van het jaar. JUDO Judoka Roxane Taeymans werd vijfde op het EK -23 in de klasse tot 70 kilogram.



Voor de swingende strijdbroeders. Temperatuur: -23°C
28/02/2013
🖋: 

Gooi een televisietoestel uit het raam van je hotelkamer, draai de volumeknop naar elf en sluit een pact met de duivel. dwars tracht maandelijks ’s werelds meest befaamde artiesten te strikken voor een dialoog over alles en niets. De kans is groot dat u nog nooit van Radio Moscow gehoord heeft. Waarom zou het ook? De naam doet eerder denken aan een verbannen piratenzender uit de jaren 50, waar verstoorde radiosignalen hun weg banen naar het publiek en het communisme preken. Joseph McCarthy zou het in ieder geval in de gaten gehouden hebben. Is this tomorrow? Het antwoord is zo dubbel als Ockhams scheermes. Er zijn al talloze vergelijkingen gemaakt: The Jimi Hendrix Experience, Cream, The Allman Brothers Band. Groepen die de blues op zijn kop hebben gezet en er hun eigen ding mee gedaan hebben. Zulke bands, daarvan gaan er nu dertien in een dozijn. Maar Radio Moscow is meer dan dat. Parker Griggs, frontman en zelfverklaard multi-instrumentalist, drijft de Moskovische radio naar hogere sferen. Psychedelica door de betonmolen en blues die hemeltoppen scheert, Radio Moscow is alles wat The Black Keys willen zijn. Radio Moscow is, volgens mij, nog niet zo bekend in deze contreien. Wat zijn de reacties wanneer de setlist begint en eindigt?

Parker Griggs  Het publiek straalt een compleet andere energie uit. Ze dansen, swingen met hun heupen en gaan helemaal op in de psychedelische sfeer. Soms wanen we ons op een extreem kleine en properdere versie van Woodstock (lacht).

 

De cocktail die Radio Moscow brengt, ligt zeer dicht bij die van virtuoze gitaarbands uit de jaren 60. Toch geven jullie er een eigen zwier aan. Is het soms niet irritant om al die vergelijkingen te horen?

Griggs  Moeilijk. Enerzijds geeft het ons een geweldig gevoel als we worden vergeleken met bands zoals The Jeff Beck Group of The Jimi Hendrix Experience. Anderzijds proberen we echt wel ons eigen ding te doen. We kopiëren niet zomaar. Het is doodnormaal dat er bepaalde dingen zijn in ons œuvre die doen denken aan de psychedelica uit die tijd. Radio Moscow is nu eenmaal een band die deze richting gekozen heeft. Complimenten zijn altijd tof. Bij het lezen van een recensie zien we vaak honderden ander bandnamen voordat onze naam wordt bekendgemaakt. Leuk en niet leuk. Desalniettemin luister ik toch liever naar een goed onderbouwd argument waar gesteld wordt dat we ons eigen ding doen.

 

Het nieuwe album ‘3 & 3 Quarters’ is een verzameling garagerocknummers opgenomen in 2003. Waarom nu pas op de wereld loslaten?

Griggs  Zeer simpel: niemand had toen enige interesse in ons. Vervolgens konden we die nummers niet uitbrengen. We zochten maar niemand zag er iets in. Dus hebben we onze horizonten verbreed en ons geconcentreerd op de muziek die we nu maken.

 

Het volgende album wordt dus geen garagerockalbum?

Griggs  Oh God, neen. Dit album is een leuke herinnering aan hoe we gestart zijn als groep. We willen geen verwarring losmaken bij onze fans. Dit is een tussendoortje. Nu kan men de geschiedenis van de band op muzikaal vlak meer in kaart brengen. We hebben keihard geoefend om te geraken waar we nu zijn.

 

Doorheen de jaren zijn er ook heel wat personeelswissels doorgevoerd binnen het drietal. Is dit de optimale Radio Moscow? Beter dan ooit?

Griggs  Touren met deze kerels (Billy Ellsworth, bas en Paul Marrone, drums, nvdr.) is geweldig. Het zijn begenadigde muzikanten die hun muziekinstrument perfect onder controle hebben. Soms iets teveel onder controle. Paul, onze drummer, slaat zo hard op zijn cimbalen dat er altijd wel stukken afvliegen. Maar bij het opnemen van een nieuw album werk ik toch liefst dat alleen. In de studio heb ik nood aan rust en kalmte.

 

Vrijen met de blues

Je gaat altijd voor je eigen aanpak. Je speelt alles live in op plaat. Percussie, gitaar, zang, bas; jij bent de meester van het muziekinstrument op dat moment. Af en toe zijn er gastbijdragen. Waarom die totale creatieve controle?

Griggs  Bij het eerste album vond ik stomweg niemand die met me wilde spelen. Het is dom toeval geweest dat we Dan ontmoet hebben (Dan Auerbach van The Black Keys, nvdr.). Na een show zag ik hem in het publiek staan en gaf ik hem onze demo. Enkele dagen later moesten we tekenen bij Alive Naturalsound Records. Op het tweede album baste mijn toenmalige vriendin. Nooit een goed idee geweest. Het volgende album zal een verrassing zijn. Ik zou heel graag met Paul en Billy willen werken in de studio. Of ik het mentaal aan kan zien we dan wel. Eerst nieuwe nummers schrijven. Daarna zien we wel wat we gaan doen.

 

Auerbach speelde op het eerste album slide guitar op het nummer 'Deep Blue Sea'. Was hij niet geïntimideerd door jouw gitaarspel?

Griggs (lacht)  Dan speelt geweldig gitaar. The Black Keys spelen voor uitverkochte zalen. Hij zal toch wel iets juist doen. Zijn vrouw heeft wel ooit tegen me gezegd dat ik veel beter gitaar kan spelen dan hij. Ik heb maar geen repliek gegeven op dat statement. We gaan onze sound zeker niet veranderen om meer volk te lokken naar onze concerten. Dat hebben The Black Keys doorheen de jaren wel gedaan. Ik vind de eerste albums van The Black Keys sterker dan hun laatste drie. Ze vochten tegen de blues en ze gingen er mee naar bed. Dat doen wij constant.

 

In verscheidene andere interviews vertelde je dat de groepsnaam afgeleid is van het nummer ‘Go Go Radio Moscow’ door Nikita the K, een compilatienummer uit de jaren 60 met een Russische DJ die allerlei onzin uitkraamt. Hebben jullie communistische sympathieën?

Griggs  Neen (lacht). Heb je al naar dat nummer geluisterd? Het is pure chaos. Van soul naar karaoke naar rock naar slechte levensliederen. Daarenboven heb je die freaky commentator wiens blijdschap steeds hysterischer wordt. I dig that.



editoriaal
24/02/2013
🖋: 

Een tijdje geleden, toen de commotie rond Femme de la rue op volle toeren draaide, wandelde een vriendin van mij rustig door de Lange Nieuwstraat toen ze merkte dat ze gevolgd werd door een langzaam rijdende wagen. De bestuurder ervan hield haar duidelijk in de gaten, en begon haar na een tijdje zelfs obscene dingen toe te roepen. Zijn ongewenste gedrag hield pas op toen de vriendin in kwestie haar gsm bovenhaalde en deed alsof ze de nummerplaat van de auto fotografeerde, waarop de man zich onmiddellijk begon te verontschuldigen: blijkbaar moet er eerst met een sanctie worden gedreigd, vooraleer sommige mannen beseffen dat het op straat lastigvallen van vrouwen ongehoord is. Ondertussen is de Femme de la rue-storm gaan liggen en hoewel het probleem nog welig tiert, lijkt het alsof street harassment alweer is vergeten.

 

Niet alleen op straat krijgen vrouwen met seksisme te maken. Genderongelijkheid omvat een heel ruime problematiek, waarbij de gelijkheid tussen de twee geslachten nog lang niet vanzelfsprekend is. Zelfs in onze progressieve Westerse samenleving wordt de rol van de vrouw bemoeilijkt; vaak slagen slechts enkele vrouwen erin om het glazen plafond te doorbreken. Topfuncties lijken immers voornamelijk weggelegd voor mannelijke collega’s (waarvan akte, nvdhr.). De Belgische politiek bijvoorbeeld, is duidelijk een mannenbastion waarin vrouwen de minderheid uitmaken. Zo is het nog steeds wachten op de eerste vrouwelijke premier. En ook de Universiteit Antwerpen blijkt een zogenaamde man’s world: de departementshoofden aan deze universiteit zijn overwegend mannen.

 

Hoewel vrouwen minder loopbaankansen krijgen, en op de koop toe minder verdienen dan mannen, wordt er nochtans niet minder van hen verwacht. De moderne vrouw neemt immers een dubbelrol op zich: ze probeert een bloeiende carrière op te bouwen terwijl ze vaak ook de huishoudelijke taken volbrengt. En ze ziet er liefst nog een beetje goed uit ook.

 

Gelukkig wordt er ook hard gewerkt om deze stereotiepe genderpatronen te doorbreken. Zo wordt op 8 maart Internationale Vrouwendag gevierd. Elk jaar staat deze dag in het teken van vrouwenemancipatie, strijdbaarheid en solidariteit. Honderd jaar geleden was het doel van Internationale Vrouwendag het vrouwenkiesrecht en de verbetering van vrouwenrechten. Vandaag is gendergelijkheid nog steeds een prangend gegeven. dwars draagt z’n steentje bij.



Hoe vloerhostesses de vloer hostessen
23/02/2013
🖋: 
Auteur

Het is een van de eerste dagen die naar lente ruikt. Op de parking van de R-blok wachten op mij in een vooralsnog waterig zonnetje Josianne, Marie-Louise en Nathalie, allen al decennia vertegenwoordigsters van het lokaalbeheer, of, voor u en ik, schoonmaaksters. Stuk voor stuk zijn het vrouwen die dagelijks onze gebouwen proper en lekker geurend houden. Vrouwen die tijdens Students On Stage, bijvoorbeeld, vast uren zouden kunnen schelden over de gewoontes die wij studenten onderhouden. Vandaag zijn ze gelukkig goedgezind, en meer dan bereid om een gesprek te hebben met dwars over het wee en welzijn van de werkvrouwen aan Universiteit Antwerpen.

Politiek correct probleem: hoe omschrijf je hun job? Josianne Roggen, die mee verantwoordelijk is voor het onderhoud van de K-blok, meldt ons dat ze het liefst bekend staat als vloerhostesse. Marie-Louise Van Cauteren, D-blok, houdt het op “gewoon in het Antwerps: schoonmaakster”, en Nathalie Van Dyck, IOIW-gebouw, noemt het de job van haar leven, en dat laatste leidt tot hilariteit. Ze werken hier respectievelijk al vierendertig, drieëntwintig, en zeventwintig jaar.

 

Vloerhostesses

We leiden de drie dames naar het studieverdiep van de R-blok, alwaar een collega een extra kuiskar met toebehoren heeft klaargezet voor de photoshoot van vandaag. Luid lachend kiezen ze elk hun wapen (zoals daar zijn, een bezem, een verstuiver of een paar plastieken handschoenen) en poseren ze daar waar de fotografe van dienst hen opdraagt. We vragen hen naar hun job, de pro’s en contra’s, en hoe ze tegenover studenten staan. Die laatsten, gedragen zij hen correct tegenover de schoonmaaksters? “De ene keer wel, de andere keer niet”, klinkt het. “Voor onze neus laten ze soms iets vallen, of ze wandelen een keer door het nat, maar dat is de jeugd.” “Vroeger, toen ik net begon,” zegt Nathalie, “mocht er nog binnen gerookt worden. En iemand van middelbare leeftijd kan al eens roepen: ‘Schatje, niet op de grond, hé!’ Maar toen ik begon was ik twintig. Dan kom je niet weg met zoiets.” “Ik vraag gewoon of ze zoiets ook thuis zouden doen”, zegt Josianne. “En dan repliceren de wijsneuzen natuurlijk altijd: ‘Ja.’”

 

Condooms en dildo’s

De fotografe vraagt aan de dames of zij ‘Charlie’s Angels’ kennen. Of ze zo zouden kunnen poseren. Dat kan, en het duurt niet lang voor Marie-Louise haar bezemsteel als micro voor zich uit houdt en zich in de openingszinnen van ‘This Is My Life’ van Shirley Bassey stort. Christel Geens, teammanager Logistiek aan Universiteit Antwerpen, had me al verhalen verteld over een dildo die na een receptie teruggevonden wordt, en daags erna wordt afgehaald bij Gevonden Voorwerpen. Hetzelfde geldt voor pornodvd’s, en pakken condooms. “Maar iedereen vindt hier wel eens condooms,” zegt Marie-Louise, “gebruikt en ongebruikt.” De verhalen van Josianne & co moeten daar niet voor onderdoen, al blijkt wel dat in hun straffe histoires zij meestal degenen zijn die de kwajongens spelen.

 

Nathalie: “Voor mijn eerste job werd ik geplaatst in een studentenhome, als 20-jarige vrouw. Daar komt geheid gekkigheid van, zo bleek. De studenten pikten onze werkwagen, en van de weeromstuit zetten wij een paar dagen het heet water af. Of we haalden bevroren erwten uit het studentenrestaurant en strooiden ze in de bedden van de betrokkenen. Maar zo’n toestanden kunnen niet meer tegenwoordig. Het is veel te druk.” Josianne beaamt: “Er zijn meer gebouwen en er zijn meer studenten. Wat wil je dan?”

 

Marie-Louise wordt aangemaand door de rest om het befaamde ballonverhaal te vertellen. Ze geeft uiteindelijk toe: “Op een dag hadden we geen sleutel bij van het lokaal dat we moesten poetsen. En af en toe verveel je je, dus we bliezen een ballon op en staken het onder de trui van een van ons. Zo begon zij puffend en blazend te poetsen in de gangen, maar van de studenten kregen we daar geen aandacht mee. Dus besloten we maar een secretariaat binnen te wandelen om daar dezelfde stunt uit te halen. De man die daar zat, stond zowat klaar om een ambulance te bellen.” Nathalie: “Je verveelt je vooral wanneer je in een klassengebouw moet werken. Van studenten krijg je amper een babbel. Op een bureel werken, dan wordt er al wel socialer gedaan.”

 

Rijpere vrouwen

De dames worden gevraagd om zich op een baluster te zetten. Tussen het evenwicht houden en het bijna vallen door, blijft het grappen en plagerijen regenen, al lijkt het allemaal liefdevol te zijn. Ze duwen en trekken aan elkaar, aldoor gibberend. Josianne herinnert zich een student die net iets te hard inging op de grappen van het poetsteam. “Een collega van me merkte een knappe student op met de woorden: ‘Zie na, waddeen gerief.’ Jammer genoeg kon de jongen in kwestie ons horen en deed hij ons een oneerbaar voorstel. Hij had iets voor rijpere vrouwen, zei hij.”

 

Voor Marie-Louise is het een van de laatste keren dat ze op de universiteit rondwandelt. Binnenkort gaat ze op pensioen. “Ik ga reizen en shoppen. Dat zijn m’n hobbies, en ik verdien het.” Buiten schijnt nog steeds de zon. Ik besluit m’n kot te gaan kuisen.



Een blitzkrieg op de Buis van Eustachius
22/02/2013
🖋: 

Gooi een televisietoestel uit het raam van je hotelkamer, draai de volumeknop naar elf en sluit een pact met de duivel. dwars tracht maandelijks ’s werelds meest befaamde artiesten te strikken voor een dialoog over alles en niets. 1984. Thriller van Michael Jackson is twee jaar oud. 'Like a Virgin' van Madonna verovert de wereld. Marvin Gaye wordt neergeschoten. Tot slot verwart Mötley Crue de term 'muziek' met 'coïteren'. Het ziet er bleekjes uit. Orwell lacht in zijn vuist. Hosanna! Alsof de wereld een gezamenlijke middenvinger opsteekt richting alles wat fout is, barst de alternatieve rockscene open. Onder andere De Pixies, R.E.M., Hüsker Dü, Sonic Youth en Dinosaur Jr. brengen Meester Gitaar weer fatsoenlijk op de voorgrond. Het is met die laatste, het onverwoestbare Dinosaur Jr., waar dwars op 9 februari een gedachtewisseling mee kan delen. De grijsharige goeroe van de band, J Mascis, neemt het woord. Enfin, enkele woorden.

Hoe verloopt de tour tot nog toe?

J Mascis  Goed. Vandaag Antwerpen. (lange pauze) We komen graag naar België.

 

Vorig jaar hebben jullie de pannen van het dak gespeeld op Rock Herk. Enkel lovende recensies waren aan de orde.

J Mascis  We speelden toen net na The Black Box Revelation. Goede band. Het is fijn om te horen dat iedereen het tof vond. Leuk festival ook.

 

Jullie nieuwe plaat 'I Bet On Sky' brengt weer glorieuze gitaren en snedige solo’s aan de man. Is de verstandhouding tussen jullie gedrieën nog steeds optimaal?

J Mascis  We hebben een periode gehad waarin het niet zo goed ging (Dinosaur Jr. splitte in 1997, nvdr.). De tijd die we apart hebben gespendeerd heeft ons deugd gedaan. We zijn ouder geworden. We zijn wijzer geworden. Een zeer clichématige uitspraak. Je zal het hiermee moeten doen, vrees ik.

 

Is het waar dat de grunge-explosie Dinosaur Jr. in zijn passen heeft getreden?

J Mascis  De grungebeweging lag al jaren op de loer. Die uitbraak moest er eenmaal komen. Ik ben blij dat grunge zo’n prominente rol gespeeld heeft in de muziekgeschiedenis.

 

Toch wordt Dinosaur Jr. vaak in hetzelfde hokje geplaatst als Nirvana. Jullie zijn de zogenaamde ‘Peetvaders van Grunge’.

J Mascis  Wat Nirvana gedaan heeft is de hele wereld op z’n kop gezet. Cobain heeft ervoor gezorgd dat miljoenen jongeren een nieuwe stem hadden om te volgen. Dinosaur Jr. heeft zich altijd daarachter verstopt. Iemand zei ooit eens dat wij de Chuck Berry waren ten opzichte van Nirvana’s Beatles. Daarmee kan ik wel leven.

 

Je hebt een enorme passie voor hardcore en punk. Je eerste band was Deep Wound, het zaad waaruit Dinosaur Jr. ontsproten is.

J Mascis  Ik denk dat wij de missing link zijn tussen Black Flag, Minor Threat en de Pixies. We maken deel uit van een golf bands die op hun eigen manier een stempel wilden drukken op de muziekwereld.

 

De eerste versregel van ‘What Was That’ op de nieuwe plaat is “I miss my life”. Heeft dat een diepere betekenis? Is het een reflectie op vervlogen tijden?

J Mascis  Neen. Het leek me een cool begin te zijn van het nummer. Daaruit is de rest organisch gevloeid.

 

Haters gonna hate

De dynamiek van de band zal toch op een ander niveau liggen dan pakweg twintig jaar geleden?

J Mascis (zeer lange pauze)  Iedereen verwijst altijd naar de spanning die er rond die tijd hing. Ja, er was een zekere spanning. Op creatief vlak. We hebben vervolgens een tijdje geen contact meer gehad. Het is de liefde voor de muziek die ons uiteindelijk weer samengebracht heeft. We hebben nooit echt veel gepraat, zowel naast als op het podium. (pauze) Bepaalde periodes had dat te maken met persoonlijke conflicten. Desalniettemin concentreerden we ons altijd op de muziek. Kortom, het voelt beter, natuurlijker. Als je teveel tijd steekt in elkaar haten, is er nooit een goede sfeer.

 

Het feit dat de reünie er toch gekomen is zal dan wel deugd gedaan hebben. Maar eerlijk, als muziekfan: je moet toch sceptisch geweest zijn?

J Mascis  Goede vraag. Euhm… (wederom een lange pauze) Het ligt dubbel. Enerzijds kan een reünie een nieuwe creatieve flow creëren. Ik heb Fleetwood Mac gezien nadat ze opnieuw samenkwamen. Stevie Nicks zong, naar mijn mening, stukken beter. Anderzijds ben ik vooral sceptisch ten opzichte van reüniealbums. Te riskant, zulke dingen.

 

Jullie brengen het er toch goed van af?

J Mascis  Dank je. We doen ons best. Daar stopt de dialoog. Hij staat op, geeft me een hand en wandelt de artiestenkamer binnen. Verlichtend? Bwah. Frustrerend? Een beetje. Dinosaur Jr. is, net zoals Nirvana, het toonbeeld geworden van miljoenen muziekfans. Mogen artiesten van dit kaliber sterallures hebben? Die vraag laat ik onbeantwoord. Een uurtje later bevind ik me in het midden van de grote zaal in de TRIX. Groene en grijze tinten overspoelen het podium. Een muur van versterkers staat op de bühne, als dreigend luchtafweergeschut. Het zaallicht gaat uit. De drie heren wandelen het podium op. Geen gezever, ze spelen. Een verschroeiend hard akkoord. Iedereen in de zaal grijpt onmiddellijk naar de oordopjes, uitgeleend door het Muziekcentrum. 'Sludgefeast' knalt door de zaal. Dinosaur Jr. leeft nog.

 

 

Voetnoot van de redactie: dwars werpt zijn blik al een volledig nummer op de vrouw. Wat ongewassen en harig testosterongehalte kan u, trouwe lezer, weer even op adem doen komen. Zoals Quentin Tarantino ooit zei in Reservoir Dogs: "Lemme tell you what 'Like a Virgin' is about. It's all about this cooze who's a regular fuck machine, I'm talking morning, day, night, afternoon, dick, dick, dick, dick, dick, dick, dick, dick, dick."



de Internationale Editie
20/02/2013
🖋: 
Auteur extern
Ricardo Chincarini en Marco Tabilio

Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlands student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Paus Benedictus XVI kondigde 11 februari zijn aftreden aan. Hij deed dat zonder enige waarschuwing en blijkbaar wisten niet eens de kardinalen die het dichtst bij hem staan, iets af van zijn beslissing. De paus, zichtbaar vermoeid, deelde in vloeiend Latijn mee dat hij er genoeg van had deze belangrijke functie te bekleden.

Wij waren in het buitenland, respectievelijk in Nederland en Duitsland, toen dit alles in het Vaticaan, Rome gebeurde. Die afstand hielp om de situatie anders te beoordelen en van hieruit de gevolgen beter in te schatten. Italiaan zijnde, hebben we zijn aanwezigheid immers steeds als een gegevenheid beschouwd, als iets huiselijks. Of misschien is huismoederlijk een beter woord. Op een Duitse radiozender werd het ontslag van de paus aangekondigd en de verslaggever had het over het Vaticaan alsof het een absolutistische monarchie betrof. Dit strookt grotendeels met de feiten maar het verwondert, want de Italiaanse media zouden zich niet gauw van een dergelijke definitie bedienen.

 

Veel weerstand

Het is een feit dat de paus al eeuwen deel uitmaakt van de Italiaanse collectieve verbeelding. Enerzijds zijn velen erg katholiek; vooral in het Zuiden van het land speelt het praktiseren van het geloof nog een grote rol. Anderzijds zijn ook de seculieren wel degelijk vaste deelnemers aan het publieke leven. Er valt echter niet naast te kijken dat Italië het gastland is van de Heilige Stoel. De paus bedient zich elke zondag van het Italiaans om met gelovigen te praten van achter zijn venster. Hij is dan wel paus van alle gelovigen, je moet er rekening mee houden dat dit zich ‘bij ons’ afspeelt, vooral met Italianen en in onze taal. We hebben de indruk dat in de Noord-Europese perceptie de impact van dit nieuws vooral politiek is. Joseph Ratzinger heeft in zijn aankondiging immers zo goed als toegegeven dat zijn taak in hoofdzaak niet religieus is, die van ‘christelijke gids voor het leven, aangewezen door God in eigen persoon’, maar vooreerst een tijdelijke opdracht, het uitoefenen van politieke macht door de Kerk en dit vooral in Italië.

 

Hier had de Kerk eeuwenlang hele regio’s in haar bezit, las ze er de wet en hief er belastingen. Dit heeft onmiskenbaar invloed gehad en die werkt vandaag de dag nog steeds door. Je moet maar aan enkele ethische kwesties denken zoals het homohuwelijk of gelijke rechten voor samenwonende koppels; hier is veel weerstand tegen en zelfs erover discussiëren in het parlement is allesbehalve vanzelfsprekend. In dit land worden zelfs de simpelste dingen uit het dagelijks leven beoordeeld vanuit een christelijke moraal. Elke Italiaan, gelovig of niet, heeft een blik op de wereld waarin die katholieke invloed duidelijk merkbaar is.

 

schoolvoorbeeld van moderniteit

Persoonlijk vind ik dat de keuze van de paus, afgezien van de politieke implicaties, een moedige en te respecteren beslissing is. Het is niet niets in te gaan tegen een traditie die voorheen enkel hoogst uitzonderlijk gebroken werd. De laatste keer gebeurde het meer dan 700 jaar geleden, door paus Celestinus V. Uiteindelijk is het niet meer dan logisch dat wanneer Ratzinger zich niet meer geschikt voelt voor het ambt, hij een stap opzij zet en de taak aan iemand anders overlaat.

 

Veelgehoorde kritiek van jongeren (niet enkel Italianen) aan de Kerk gaat over de achterstand van dit instituut, dat zich niet in gelijke mate met de rest van de moderne samenleving ontwikkeld zou hebben. Ik denk dat zijn stap opzij gezien kan worden in deze optiek. De Kerk kan zich niet meer verstoppen achter wereldlijke tradities maar is verplicht zich aan te passen, zoals ook het geloof zich noodgedwongen aanpast aan een samenleving die radicale veranderingen heeft ondergaan in de laatste decennia. Oké, je terugtrekking aankondigen in het Latijn is niet meteen een schoolvoorbeeld van ‘modern zijn’ maar ik denk dat het gebaar op zich meer zegt dan de manier waarop het gebeurde.

 

willens nillens

De woonplaats van de paus maakt dat om het even welke gebeurtenis hieromtrent, alle Italianen raakt. Het is zelfs niet overdreven te zeggen dat ze de huidige situatie als een nationale kwestie beschouwen en het zich persoonlijk aantrekken. Dezer dagen is hét gespreksonderwerp in menige bar wie de volgende paus wordt. “Wat als het nu eens een Italiaan zou worden?” Anderen verwachten dan weer een zwarte paus. Een Venetiaanse reggaeband uitte die wens twintig jaar geleden al in één van hun liedjes. In 2011 draaide de regisseur Nanni Moretti 'Habemus Papam', een film over een paus die afziet van zijn functie en die volgens sommigen vandaag profetisch blijkt. De Italianen beleven de aanwezigheid van de paus dus willens nillens. In de populaire cultuur is de paus een erg aanwezig figuur. Zo zijn er spreekwoorden over hem: ogni morte di papa, onze once in a blue moon.

 

De algemene gevoelens tegenover de pontifex zijn even complex en ambigu als de gevoelens van de gemiddelde Italiaan tegenover machtsfiguren in het algemeen. Met het grootste gemak schakelen we over op grapjes, heiligschennis en ironie. Tijdens het komende conclaaf zal er ongetwijfeld veel geld verwed worden op wie de nieuwe wordt. En in de volksliedjes die vaak klinken in de osteria, is er steeds een strofe opgedragen aan de paus. Een ander Italiaans gezegde gaat trouwens als volgt: morto un Papa, se ne fa un altro. Dit gebruikt men om te wijzen op het begin van een nieuw tijdperk, ook in niet-religieuze domeinen. In dit geval geldt het spreekwoord strikt genomen niet. Dat maakt niet uit, indien het aftreden van Ratzinger bij leven zou leiden tot wenselijke vernieuwing binnen de Kerk.

 

 

Wij danken Ricardo Chincarini en Marco Tabilio voor hun bijdrage. Riccardo Chincarini studeert aan het Department of Soil Quality, Wageningen UR. Marco Tabilio studeert illustratie aan de HAW Hamburg.



Dubbelinterview met Monique Verdickt en Sihame El Kaouakibi
20/02/2013

Wat hebben Matthias Schoenaerts, Netsky, Astrid Bryan en Sven De Ridder gemeen? Ze zijn allemaal nog nooit tot Antwerpenaar van het Jaar verkozen. Al twee jaar op rij moeten acteurs, topsporters, producers en stijliconen bij deze verkiezing plaats ruimen voor de underdog. Vorig jaar was dat Sihame El Kaouakibi, dit jaar Monique Verdickt. Beiden sterke vrouwen die zich inzetten voor de gemeenschap, al zijn ze onderling net zo verschillend als hun initiatieven. El Kaouakibi is de oprichtster van urban arts-school Let’s Go Urban, Verdickt is de stuwende kracht achter Moeders voor Moeders.

Halven euro, halven euro, halven euro

Moeders voor Moeders is een organisatie die voedsel, kledij en andere hulpmiddelen inzamelt en deze distribueert onder kansarme gezinnen in Antwerpen. Wat in 1992 begon als een enkele doos kleren in de kelder van Verdickt, is uitgegroeid tot een organisatie met meer dan 145 medewerkers, allemaal vrijwilligers. Voorafgaand aan het gesprek met de Antwerpenaar van het Jaar 2012, krijgen we eerst een korte rondleiding. Deze wordt gegeven door Katrin Beyer, een goede vriendin van Verdickt, van het begin bij de organisatie en natuurlijk ook moeder. We lopen door de verschillende kamers van het gebouw in de Helmstraat, die allemaal tjokvol dozen en spullen staan. Een klein supermarktje, een grote wachtkamer annex refter, een kinderkamer, een kleine kliniek, een kapsalon, een naairuimte en talloze sorteer- en opslagplaatsen. In elke kamer zijn mensen druk in de weer.

 

“Alles kost een symbolische halve euro,” zegt Beyer, “zo hebben de mensen het gevoel dat ze er toch voor betalen.” Er is voor alles een afdeling: voedsel, kledij voor kinderen tot twaalf jaar, af en toe een marktje met kleding voor volwassenen, speelgoed, schoolmateriaal, wasgoed, buggy’s, enzovoort. In de babyafdeling vinden we de moeder van Verdickt, een frisse schone van 88 lentes, druk in de weer met het samenstellen van pakketjes voor pasgeborenen. Moeders voor Moeders schenkt extra aandacht aan de allerzwaksten. Het vondelingenluik is hiervan een voor de hand liggend voorbeeld. In de refter hangen portretten van de zes kindjes die over de jaren heen hier te vondeling werden gelegd. “Van de zes vondelingen is er eentje terug bij de biologische mama,” laat Beyer weten, “de anderen zijn allemaal geadopteerd en gezond.” Na de rondleiding krijgen we de beloofde facetime met Verdickt.

 

Moeders voor Moeders: een begrip

Bent u blij met uw verkiezing? Is het ook een boodschap van de inwoners van Antwerpen of gewoon een leuke attentie?

Monique Verdickt Ik vind dat wel leuk. En het is goed ook dat mensen die ons nog niet kenden, ons nu wel kennen. Zo kunnen we nog meer mensen bereiken.

 

Zijn jullie met de jaren positiever geworden, of gaat het net de andere kant op en ziet de toekomst er slechter uit?

Verdickt Je kan armoede niet als positief beschouwen en we zien wel veel miserie. Maar het is net door de hulp die we kunnen bieden dat de situatie van deze mensen een beetje draaglijk wordt, en daarom moeten we verder doen. Het is door de hulp van zoveel mensen dat we het ook kunnen verderzetten.

 

Zijn er arme mensen bijgekomen?

Verdickt Het aantal is zeker gestegen. Toen ik in 1992 begon, kwamen er bijna alleen maar Belgen, want er waren nog geen vreemdelingen. Dat is ondertussen uitgebreid naar meer dan honderd verschillende nationaliteiten. En ja, de armen worden armer en de rijken worden rijker. Moeders voor Moeders is een begrip geworden dat niet meer weg te denken is. Terwijl we eigenlijk niet zouden mogen bestaan, want het OCMW zou dat werk moeten doen.

 

Jullie werken wel samen met het OCMW?

Verdickt Het OCMW en Kind en Gezin sturen mensen naar ons door met een officiële brief zodat ze niet telkens hun situatie moeten uitleggen. Die brieven bevestigen ook dat ze effectief in een precaire situatie zitten. Zo houden we de profiteurs buiten.

 

Is profiteren van Moeders voor Moeders makkelijk?

Verdickt We proberen dat natuurlijk te voorkomen. Ge kunt wel goe zijn, maar ge moet ni zot zijn. Profiteurs zullen er altijd zijn, maar dat houdt ons niet tegen de anderen te helpen.

 

Sihame El Kaouakibi haalt vaak het profetariaat aan. Mensen die het systeem kennen en er duidelijk hun slag uit willen halen. Jongeren en kansarmen moeten de tools krijgen om zelfvertrouwen te kweken. Wat vindt u daarvan? Behandelen we mensen die het moeilijk hebben zo niet als slachtoffers?

Verdickt Dat is natuurlijk een andere doelgroep. Wij krijgen moeders met kleine kinderen. En we kunnen niet zomaar zeggen: “Mevrouw, u moet gaan werken!” als ze een hoop kleine kinderen heeft. We proberen hen wel mee op te voeden. Dat ze hun kinderen op tijd laten opstaan en naar school brengen, bijvoorbeeld. Zo moeten de kinderen niet mee aanschuiven en zien dat hun moeder eten bij ons komt halen. Anders verval je in een patroon waarbij het kind het normaal vindt om eten en spullen bij ons te komen halen. Dat is niet de bedoeling. We zijn dus wel een beetje opvoedkundig ingesteld. Als je hier komt, sta dan op tijd op, doe de kinderen naar school en behoud de regelmaat. De kinderen moeten niet het slachtoffer zijn van de situatie van de moeder. Zij kiezen niet in welk wiegje ze liggen.

 

Beter dan de vuilbak

Het vondelingenluik is dan wel de allerlaatste mogelijkheid voor moeders die de verantwoordelijkheid niet aankunnen.

Verdickt Het is niet de beste oplossing, maar het is toch beter dan de vuilbak. Als je weet dat je niet voor je kind kan zorgen, of je weet dat je omgeving je niet zal helpen als je zwanger bent, dan is het beter om het bij ons te vondeling te leggen dan het te vermoorden.

 

Blijkbaar zijn er toch situaties waar de moeder terugkomt voor haar kind?

Verdickt Ja, dat komt omdat we dat kind uit het bereik van de pers hebben kunnen houden. Daardoor is het contact met de moeder heel vlot verlopen. Het is onvoorstelbaar hoeveel invloed de media hierbij hebben en hoe snel ze het oppikken wanneer een kind te vondeling gelegd wordt. De laatste keer was ik op vakantie aan de kust. Ik kreeg bericht dat er een kindje in de schuif gelegd was en ik haastte me over de expresweg naar huis. Ik was nog niet bij Zelzate of ik werd al gebeld werd door de VTM. Dan denk ik allez, hoe kan dat nu? Die moeder was misschien nog niet thuis toen haar kind al op televisie gekomen was.

 

Denkt u dat dit voor alle gezinnen in onze maatschappij mogelijk is: een gezin combineren met een job, bijvoorbeeld in eenoudergezinnen of wanneer beide ouders uit moeten gaan werken?

Verdickt Als je wilt, kan je veel. Er zijn evengoed mensen die alleen al van hun hond overspannen zijn. Je moet dat voor jezelf uitmaken.

 

Maken initiatieven zoals Moeders voor Moeders het dan makkelijker voor zulke gezinnen?

Verdickt Ja, zeker. Ik denk dat we de status van heel veel arme gezinnen hebben verbeterd. Ook mensen die te kampen hebben met een faillissement of een scheiding zijn er door ons weer bovenop geraakt.

 

Put on your dancing shoes

Op een kilometer wandelafstand van Moeders voor Moeders ligt Muziekcentrum Trix, de uitvalsbasis van Let’s Go Urban en het kantoor van haar directeur, Sihame El Kaouakibi, ex-Antwerpenaar van het Jaar. El Kaouakibi won de prijs vorig jaar voor haar niet aflatende inzet en vechtlust om dans, urban arts en onderwijs te combineren en aan de man te brengen. Haar passie verenigt honderden jongeren om hun leven in eigen handen te nemen. Empowerment, discipline, volharding en motivatie zorgden ervoor dat El Kaouakibi haar stempel heeft gedrukt op deze stad.

 

Vorig jaar werd u Antwerpenaar van het Jaar. Heeft die verkiezing veel invloed op u gehad, en op Let’s Go Urban?

Sihame El Kaouakibi Op mij persoonlijk sowieso. Als jonge vrouw van zesentwintig is een erkenning als deze een duwtje in de rug. Het is gewoonweg heel snel aan het gaan. We merken dat we geboomd zijn. Nu rekenen honderden jongeren op ons. Hiervoor hebben we ook keihard gewerkt. In dat opzicht is Antwerpenaar van het Jaar worden enerzijds een mooie waardering van mijn werk en het werk van talloze andere organisaties. Anderzijds ben ik tot het besef gekomen hoe groot Let’s Go Urban geworden is. Mensen verwachten van mij dat ik slaag in de dingen die ik doe.

 

Jullie motto is 'You want some? Come and get it! You have some? Come and show it!' Het weerspiegelt uw eigen woorden uit eerdere interviews: als je onderaan de maatschappelijke ladder staat, moet je niet profiteren van het systeem maar geloven in jezelf en putten uit die kracht. Sijpelt die boodschap door bij jullie leden uit armere gezinnen?

El Kaouakibi Absoluut. Iedereen hier weet dat als je iets wil krijgen, je ervoor moet werken. Punt aan de lijn. Wat ik er eigenlijk mee bedoel is dat ons systeem er voor iedereen is. Er zullen aan de ene kant altijd mensen zijn die zonder ondersteuning niet verder geraken. Voor die mensen staan we er dan ook. We zullen trekken en zeulen. We zullen ervoor zorgen dat ze sociaal kapitaal opbouwen. Ze zullen uit hun isolement klimmen. Aan de andere kant heb je mensen die echt wel wegwijs zijn in het systeem. Iemand die van een uitkering leeft en dan in het zwart werkt, daar kan ik niet mee om. Er zijn grenzen in onze maatschappij. Akkoord, die grenzen zijn op een gegeven moment een beetje verwaterd. Wij willen gewoon back to basics gaan. Op een innovatieve manier een ietwat conservatieve denkpiste uitstippelen, weg van het paternalisme. We moeten geloven in deze mensen.

 

Monique Verdickt stelde dat er bij initiatieven zoals Moeders voor Moeders altijd mensen zullen zijn die proberen profiteren. Heb je het gevoel dat dit bij Let’s Go Urban ook het geval is?

El Kaouakibi Natuurlijk kan zoiets voorvallen. We vragen echt wel om een return. Je kan hier niet binnenvallen, iets meenemen en nooit meer terugkomen. Je schrijft je in op jaarbasis. Aangezien de samenstelling van onze groepen zo sterk en divers is op sociaal, cultureel en etnisch vlak, willen de leden zich ook nestelen binnen deze familie. Wij gaan niet naar de straat, wij maken ons aanbod aantrekkelijker dan de straat. We leggen de lat hoog voor onze organisatie. Dat heeft ook een effect op de jongeren. Ze waarderen dat en vervolgens zetten ze zich tomeloos in. Als ze geen hulp nodig hebben, kunnen ze deelnemen. Als er wel sprake is van een moeilijke situatie kiezen ze een traject uit. Iemand die in financiële of sociale problemen zit, komt naar mij toe: “Dit is wat je van mij krijgt. Dit is wat ik van je verwacht.” Het pessimisme rond jongeren moet van de baan. Jongeren zijn onze toekomst, letterlijk en figuurlijk.

 

Net zoals Moeders voor Moeders hebben jullie naast een helpende ook duidelijk een opvoedende rol. Bij Moeders voor Moeders gaat het vooral over de ouders, bij Let’s Go Urban over de jongeren. Hebben jullie nooit contact met de ouders?

El Kaouakibi We mikken op een publiek dat ook onafhankelijk wil zijn, dat zich wil losmaken van thuis, op een positieve manier. Ze willen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun zelfstandigheid uitbouwen. Desalniettemin heb ik ervoor gekozen om twee jaar geleden een groep te starten bestaande uit zesjarigen. Dus die ouders zijn er sowieso bij. Het is logisch dat je dan ook banden opbouwt met die ouders. De ouders zien hoe wij omgaan met de adolescenten. Zo vormen ze een beeld hoe de toekomst van hun kind eruit zal zien. Wie weet speelt hij of zij wel ooit mee in een productie van Let’s Go Urban? We tonen aan de ouders dat de brede basis altijd mogelijkheden heeft om door te stromen, of zelfs uit te stromen. Hierdoor gaan de ouders je ook au sérieux nemen.

 

Urban Culture

Antwerpen is dit jaar Europese Sporthoofdstad. Jullie hebben meegedaan met Sporting A’s Danspromenade. Hebben jullie nog speciale projecten in petto?

El Kaouakibi Het eerste wat ik doe wanneer Antwerpen op zichzelf begint te focussen, is het heft in handen nemen. Ik bombardeer ze met urban culture. We nemen als organisatie altijd een adviserende rol in. Spijtig genoeg heeft de coördinator van zulke grootse evenementen vaak geen flauw benul wat urban culture inhoudt. Ik streefde ernaar om urban culture een van de pilaren te maken van dit jaar en dat is ook gelukt. Tientallen evenementenbureaus hebben ons al gecontacteerd. Dit jaar zetten we een maatschappelijk re-integratieproject voor ex-gedetineerden op poten, waar sport een centrale rol in zal spelen. Hier zouden we dan met trajecten werken en de ex-gedetineerden helpen met hun sociale re-integratie.

 

Hoe ziet u de toekomst van Let’s Go Urban?

El Kaouakibi Men moet ons de tijd en ruimte geven om te consolideren. De kwaliteit die we bieden moeten we blijven bieden. Daar mondt ons urban center dus uit. We willen een innovatief centrum opbouwen en implementeren in de stad. We moeten het deze legislatuur waarmaken. Urban culture staat in het bestuursakkoord en we willen dus ook acties zien. Kortom, alles binnen Let’s Go Urban is aan het boomen. Ze zullen ons moeilijk kunnen tegenhouden. Zelfs zonder steun zullen we er komen. Ik geloof in de dingen die we doen.



Line Mertens zoekt publiek
20/02/2013

Podiumervaring te over en een kwartfinaleplaats op het Leids Cabaretfestival. Toch wil ze niet té veel aandacht. “Ik kom toch niet arrogant over? Schrijf maar dat ik ondertussen aan de tafel aan het pulken was.” Line Mertens, 21 jaar oud, studeert Taal- en Letterkunde aan onze universiteit en was in februari bij de laatste acht in Leiden. Het festival biedt een podium/springplank aan cabarettalent van de Lage Landen. Zie de carrières van oud-winnaars Roy Aernouts en Alex Agnew. Mertens verdiende haar strepen in het amateurtoneel, won Frappant TXT in 2012 en stond zichzelf te wezen naast culturo’s op het Antwerps Felix Poetry Festival. Na haar doortocht bij onze Noorderburen, had dwars een gesprek met haar. Met genoegen, overigens.

“Het was heel spannend om mee te doen, het was veel groter dan wat ik tot nu toe heb gedaan. Ook vreemd om tussen allemaal mensen te staan die daar al heel lang en vrij professioneel mee bezig zijn. Onder de kandidaten hing een goede sfeer, helemaal geen wedstrijdgevoel. Meer van "we gaan gewoon samen optreden" en we gunden het elkaar. Tot op het moment van de bekendmaking natuurlijk, dan is iedereen nerveus. Wel geen intimidatie genre “ej, als gij wint, ga ik u afrossen achter de kerk.” Toen ik echt moest spelen was ik super zenuwachtig; nog nooit zoveel gezweet en op het toilet gezeten als die dag. Maar het was heel fijn. Voor die zaal staan en merken dat iets lukt: zot. Ik heb het gevoel dat ik gedaan heb wat ik wilde doen. Het juryrapport was echter heel hard, ze lezen het die 450 toeschouwers voor en jij staat in de coulissen. Toch heb ik daar op een of andere manier net zekerheid uit gehaald. Het was duidelijk dat wat ik deed, niet voor heel de zaal was. Ik heb gewoon op voorhand de toegankelijkheid van wat ik doe verkeerd ingeschat. Maar zo beoordeeld worden geeft wel een beter beeld van wat je doet.”

 

Stand-up wat?

“Ik weet niet echt wat mijn genre is, maar mijn werk benoemen vind ik zelf niet zo belangrijk. Het is een kwestie van er een plaats voor te vinden in het commerciële landschap. Ik las een interview met Laura Van Dolron en die heeft haar werk ‘stand-up philosophy’ genoemd, om van de discussie af te zijn. Als je mijn teksten vergelijkt dan is het makkelijk te zeggen, dat is allemaal door jou geschreven, hetzelfde waarden- en beeldensysteem. De manier waarop ik schrijf bepaalt veel, maar ik heb me niet op één bepaald moment gerealiseerd: nu ga ik iets schrijven, dáár wil ik het over hebben. In wat ik nu heb gemaakt zit heel veel eenzaamheid. Hunkeren naar liefde op verschillende manieren. Koppels die bij elkaar blijven zonder dat er echt liefde is, gewoon vanwege de schrik alleen te zijn. Natuurlijk steek je daar een deel van je eigen gevoelens in, maar je giet dat in fictie, in een verhaal dat je zelf mooi en interessant vindt. Ik weet niet wat voor mij de noodzaak is om het podium op te zoeken, maar die thema’s raken mij. Het begint gemakkelijk en zoetsappig maar wordt wat getormenteerder naarmate ik verder ga. Het is een fijn gevoel als iedereen met me meegaat in dat verhaal. Het is niet mijn bedoeling om mensen heel hard te doen nadenken en het is ook niet moraliserend bedoeld. Ik vind het leuk als mensen achteraf zeggen dat ze het mooi vonden. Dat ze het grappig vonden, dat merk je aan gelach, op het moment zelf. Maar mensen raken, dat is het toch. Niet dat ik wil dat ze wenen, dat hoeft ook weer niet.”

 

“Voor gewoon sociaal contact ben ik veel zenuwachtiger. In Leiden, bijvoorbeeld, was ik wel echt het kneusje van de wedstrijd. Tijdens het workshopweekend moet je samenwerken met allemaal mensen die er veel van afweten. Je kent die niet echt en dan vind ik het heel moeilijk om op mijn gemak te zijn. Als ik op een podium ga staan, heb ik iets gemaakt dat ik wil laten zien en dan ben ik er blij om dat ik dat mag laten zien. Als je echt met mensen interageert, valt er op een manier heel veel van die zekerheid weg. Dat is veel kwetsbaarder, omdat je rechtstreeks dingen terug krijgt. Ik ben ook ongemakkelijk en laat veel dingen vallen. Ik ben echt helemaal niet vlot met mensen, maar dat kan ik net gebruiken in wat ik doe. Voor ik op moest in de Leidse Schouwburg was ik zenuwachtig, maar mijn tekst gaat over iemand die komt zeggen: “Ik zie u graag”, dus dan kun je dat gebruiken in hoe je speelt, het wordt er echter van."

 

"Het vereist discipline iets te maken tot iets dat goed genoeg is. Het leuk tokkelen op je eentje is één ding, het kost moeite tegen jezelf te zeggen van “oké, maak er iets van”. In een vorm gieten, structureren, dingen eruit halen zonder aan de essentie te raken en toffe dingen overboord te gooien. Mijn vriend studeert aan het RITS (School of Arts Hogeschool in Brussel waar je tal van opleidingen in de audiovisuele sector kan volgen, nvdr.) en die kent er ook wel wat van. Ik vind het heel fijn om met hem te werken want hij kent me, ik ben bij hem op mijn gemak. Aan mijn mama en papa kan ik ook iets laten lezen maar zij vinden alles briljant, daar heb je weinig aan. Vrienden weten wel hoe ze mij kritiek kunnen geven waar ik iets mee kan. Maar ik ben echt een bleiter. Het raakt en toch heb ik liever dat ze het zeggen. Hoewel ik daar dan wel om moet wenen hè, maar dat is gezond. Wenen is gezond. Want als je niks te vertellen hebt, moet je het ook niet doen. Ga niet op een podium staan omdat je het fijn vindt dat mensen applaudisseren, of schrijven omdat het tof lijkt om schrijver te zijn. Dat applaus komt erbij; ik vind het ook fijn als mensen klappen, maar dat is niet de essentie.”

 

Dichtmachine

“In het eerste leerjaar had ik een dichtbundel gemaakt: ‘Line dichtmachine’, allemaal versjes van vier regels. In het middelbaar had ik leerkrachten die mij erg aanmoedigden. Toch heb ik heel het middelbaar lang gedacht: fijn dat ik dat als hobby kan doen maar laat ons eerlijk zijn, ver gaan we daar niet mee geraken, ik zal wel leerkracht Nederlands worden. Vanaf mijn twaalfde ben ik naar amateurtoneellessen gegaan. Tijdens improvisaties op de Schoolbond (haar toneelvereniging in Lier, nvdr.) was het fijn te beseffen dat ik ad rem kon zijn, dat ik grappen scoorde. Ik ben graag grappig en kom uit een omgeving waarin veel mensen een gevoel voor humor hebben. Bovendien heb ik nogal vertrouwen in hoe ik schrijf. Als je nog maar pas iets geschreven hebt, dan is het echt Tolstoj. De week erna denk je, dat kon Tolstoj misschien beter. Ik laat het meestal wat liggen en laat anderen slechts stukjes lezen. Als ik mijn tekst goed vind, dan moet ik er heel hard aan werken om dat ook goed te spelen, want dan wil ik daar ook recht aan doen.”

 

“Ik ben me er van bewust dat een meisje zijn in zekere zin in mijn voordeel werkt. Ik kan daar mee spelen, ik vind dat een heel gemakkelijke positie. Als je een man bent met een groot bakkes, en je doet het dan niet goed, heeft niemand je graag. Als ik het niet goed doe, hebben ze een beetje medelijden met mij, zo van: “Oh, hier is wat eten.” Iemand naar wie ik opkijk is Joke van Leeuwen. Het is zo mooi wat zij maakt, hoewel ze niet altijd een groot publiek heeft. Ik heb ook literaire helden, tegenwoordig veel Engelstalig. Jonathan Safran Foer en Jennifer Egan. In Vlaanderen valt het qua voorbeelden van grappige vrouwen op het podium wat tegen. Je hebt heel wat grappige actrices, neem nu Sien Eggers of Tania Van der Sanden, maar die spelen niet hun eigen teksten. Anderzijds heb je An Nelissen en Els de Schepper, maar die vind ik helemaal niet grappig. Spijtig genoeg zijn dat dan de boegbeelden van Vlaams vrouwelijk cabaret. Leuke Nederlandse vrouwen in cabaret, die wel op de zelfde hoogte staan als de populaire mannelijke cabaretiers, zijn voor mij bijvoorbeeld Brigitte Kaandorp en Katinka Polderman.”

 

“Ik ben blij dat ik heb meegedaan aan het Leids Cabaret Festival en met waar ik ben geraakt. Echter, als je in de finale komt, kan je op tournee en begint alles vanzelf te rollen. Anderzijds kan ik nu gewoon verder studeren. Voor mij waren er nooit financiële consequenties. Ik heb niet zulke grote ambities of een duidelijke visie. Van mensen die heel doelgericht naar een toekomstplan toewerken word ik heel onzeker, dan heb je toch heel weinig vrijheid? Over pakweg vijf jaar hoop ik gewoon niet arm te zijn en in het bezit te zijn van een rijbewijs. O, en géén labrador. Ook zeker niet rijk, want rijke mensen vind ik decadent. Voorlopig wil ik gewoon dingen maken die ik op een of andere manier waardevol vind. Ik zit graag achter mijn laptop te tokkelen, grapjes te bedenken en daar zelf om te gniffelen. Vervolgens wil je ook dat mensen dat lezen of zien en zoek ik wel een manier om het te kunnen tonen. Dat commerciële gedoe en netwerken om binnenweggetjes te vinden, ik ben daar echt ruk in. Het is nu onduidelijk wat ik verder ga doen, ik ben niet zo goed in carrièreplanning. Taal- en letterkunde is op dat vlak ook niet de beste zet. Veel mensen die hier afstuderen, hebben geen idee wat ze gaan doen. Dat is niet per se problematisch, ze zullen wel zien waar ze terecht komen. Het is een goede houding om te proberen wat je leuk vindt.”

 

 

De finalisten van het Leids Cabaret Festival Kiki Schippers, Jan Beuving en de Partizanen – comedyduo van Merijn Scholten en Thomas Gast, dat de publieks- en juryprijs won – gaan nu op tour door België en Nederland. Op 3 april 2013 kan je hen voor 10 euro of een cultuurcheque aan het werk zien in cultuurcentrum Berchem.